Page 65 of 96
33
63
Starten – Rijden – Parkeren
Inrijden
Nieuwe banden inrijden
d Waarschuwing:
Nieuwe banden hebben een
glad oppervlak. Ze moeten
dan ook met een beheerste
rijstijl door het inrijden met
wisselende overhellingshoe-
ken worden ingereden!
Pas na het inrijden wordt de
volle grip van het loopvlak
verkregen!
Nieuwe remblokken inrij-
den
d Waarschuwing:
Nieuwe remblokken moeten
„ inlopen ” en leveren dan ook
tijdens de eerste 500 km nog
niet de optimale remvertra-
ging.
De iets lagere remvertraging
kan door het krachtiger aan-
trekken van de remhendel
worden gecompenseerd.
Vermijd dan ook tijdens de
eerste 500 km onnodig
bruusk remmen!
Page 66 of 96

33
64
Starten – Rijden – Parkeren
Veiligheidsgordel
d Waarschuwing:
Neem de volgende aanwijzin-
gen in acht voor het dragen
van de veiligheidsgordel,
omdat anders de persoonlijke
veiligheid niet kan worden
gewaarborgd en de bescher-
mende functie van de veilig-
heidsgordel nadelig wordt
be ïnvloed.
Maak beide veiligheidsgor-
dels voor elke rit vast.
Leg de beide veiligheids-
gordels zonder dat deze
gedraaid zijn strak over de
heup en de schouder.
Let erop dat de gordels niet
over vaste of breekbare
voorwerpen (bril, balpen
enz.) lopen
De veiligheidsgordels
mogen niet tegen de hals
liggen, ingeklemd worden
of langs scherpe randen
schuren
d Waarschuwing:
De veiligheidsgordels moe-
ten zo strak mogelijk tegen
het lichaam liggen. Probeer
dan ook geen opbollende
kleding te dragen en span
de gordel regelmatig na.
Anders kan de heupgordel
bij een frontale aanrijding
over de heup glijden en het
onderlichaam verwonden.
Bovendien zal bij een loszit-
tende veiligheidsgordel de
beveiliging tegen het naar
voren klappen van het
lichaam niet goed functio-
neren.
Ook tijdens de zwanger-
schap altijd de veiligheids-
gordels dragen en er op
letten dat de heupgordel
laag over de heup ligt en
niet op het onderlichaam
drukt.
Page 67 of 96

33
65
Starten – Rijden – Parkeren
Veiligheidsgordel
d Waarschuwing:
De gordels moeten schoon
worden gehouden, omdat
anders de werking van
oprolautomaten nadelig kan
worden be ïnvloed.
De gordelsloten mogen niet
door andere voorwerpen
(papier o.i.d.) zijn verstopt,
omdat anders de slottong
niet in het slot kan vallen.
Na een aanrijding of bij een
beschadiging van de gordel,
de gordelverbindingen, het
oprolmechanisme of het
gordelslot de veiligheids-
gordel door een
BMW dealer laten vervan-
gen en de gordelveranke-
ringen laten controleren.
Belangrijke aanwijzingen
voor gebruik van de
veiligheidsgordels
Extreme weerssituaties en/of
extra invloeden (als wassen van
de C1 en nachtvorst) kunnen
leiden tot het niet functioneren
van afzonderlijke gordelcompo-
nenten. Als zo'n situatie
optreedt (bevroren gordelslot
o.i.d.) mag in geen geval het
gordelslot of een ander onder-
deel van de veiligheidsgordel/
C1 met een warmtebron wor-
den verwarmd.
Het gebruik van door BMW vrij-
gegeven ontdooispray is echter
toegestaan.
De gordel mag niet met
scherpe voorwerpen in aanra-
kingkomen, omdat hij anders
beschadig kan raken.
Als het gordelslot door inge-
drongen voorwerpen niet meer
werkt, de storing direct door uw
BMW dealer laten verhelpen.
Page 68 of 96
33
66
Starten – Rijden – Parkeren
Veiligheidsgordels
omgespen
\f Opmerking:
Eerst de 3-puntsgordel en ver-
volgens de 2-puntsgordel om-
gespen.
De gordels garanderen bij het
langzaam uittrekken volledige
bewegingsvrijheid. Bij plotse-
ling remmen blokkeren zij ech-
ter.
De gordels kunnen ook bij het
rijden op kinderhoofdjes of bij
het rijden door een kuil blokke-
ren.
d Waarschuwing:
Beide schoudergordels moe-
ten ongeveer over het midden
van de schouder –in geen
geval langs de hals – lopen en
vast tegen het bovenlichaam
aanliggen.
De heupgordel moet over de
heup – en niet over de buik –
lopen en altijd strak aanlig-
gen.
Zo nodig de gordel ter
hoogte van de borst in de
richting van de schouder
trekken
Veiligheidsgordel
Page 69 of 96
33
67
Starten – Rijden – Parkeren
Veiligheidsgordel
Speciale aanwijzingen
voor het gebruik van vei-
ligheidsgordel en helm
\f Opmerking:
Voor Duitsland, Belgi ë, Frank-
rijk, Itali ë, Oostenrijk, Portugal,
Zwitserland, Spanje en Turkije
geldt:
Alleen als beide veiligheidsgor-
dels worden gedragen vervalt
de helmplicht.
Wij adviseren altijd de veilig-
heidsriemen tijdens het rijden te
dragen.
In andere landen moeten de be-
treffende wettelijke voorschrif-
ten in acht worden genomen.
\f Opmerking:
Het duozadel is niet in het vei-
ligheidsconcept van de
BMW C1 ge ïntegreerd, daarom
– geldt voor de duopassagier
altijd de helmplicht!
– moet de duopassagier
beschermende kleding dra-
gen.
Page 70 of 96
33
68
Starten – Rijden – Parkeren
Veiligheidsgordel
\f Opmerking:
Pas na het omgespen van bei-
de Veiligheidsgordels:
– kan worden weggereden
– De controlelamp rood
1 in
het instrumentenpaneel dooft
3-puntsgordel omgespen De gordel bij de slottong lang-
zaam en gelijkmatig over de
borst en de heup naar het
rechter gordelslot geleiden
De slottong in het rechter gor-
delslot steken tot deze hoor-
baar wordt vergrendeld
(trekken! )
2-puntsgordel omgespenDe gordel bij de slottong lang-
zaam en gelijkmatig over de
borst naar het linker gor-
delslot geleiden
De slottong in het linker gor-
delslot steken tot deze hoor-
baar wordt vergrendeld
(trekken! )
Gordel losmakenGordels een voor een losma-
ken, daarvoor:
Gordel vasthouden
De rode knop op het gor-
delslot indrukken
–De slottong springt door de
veerdruk uit het gordelslot
De gordel langzaam bij het
oprollen geleiden
Het rode controlelampje
1
op het instrumentenpaneel
gaat branden
Page 71 of 96
33
69
Starten – Rijden – Parkeren
Centrale opening van de
gordels
De beide gordels kunnen ook
via de rode hendel 1 op het
stuur gelijktijdig worden losge-
maakt. Zeer handig als bijv. na
een ongeval het gordelslot niet
meer kan worden bereikt!
\f Opmerking:
Hierbij worden de beide gor-
delsloten gelijktijdig ontgren-
deld!
Gordels vasthouden
Rode hendel 1 naar het stuur
trekken
– De slottongen springen
door de veerdruk uit het
betreffende gordelslot
De gordels worden langzaam
opgerold
Het rode controlelampje
1
op het instrumentenpaneel
gaat branden
Veiligheidsgordel
1
Page 72 of 96
33
70
Starten – Rijden – Parkeren
Alleen in geval van nood:
•Schakelaar 1 in stand
V
plaatsen
– De stroomcircuits voor de
BMW motorregeling (BMS),
benzinepomp en startmotor
zijn uitgeschakeld
Contact aanzetten– Noodstopschakelaar 1 in de
bedrijfsstand
U
Diefstalbeveiligingsinstalla- tie* uitschakelen
(
bHandleiding opties) Contactslot in stand
ON
N
(
b15)
– De volgende controlelamp-
jes gaan branden:
– Motoroliedruk
p (b72)
– Koelvloeistoftempera- tuur
j, dooft na ca. 5 s
(
b73)
– Tankinhoud
m (b73)
– ABS-controlelampen* doven na een positief
afgesloten zelfdiagnose
(
b79)
*Optie
( ) Getal tussen haakjes
bPagina met
toelichting
Startvoorbereidingen
V
U
1