33
65
Starten – Rijden – Parkeren
Veiligheidsgordel
d Waarschuwing:
De gordels moeten schoon
worden gehouden, omdat
anders de werking van
oprolautomaten nadelig kan
worden be ïnvloed.
De gordelsloten mogen niet
door andere voorwerpen
(papier o.i.d.) zijn verstopt,
omdat anders de slottong
niet in het slot kan vallen.
Na een aanrijding of bij een
beschadiging van de gordel,
de gordelverbindingen, het
oprolmechanisme of het
gordelslot de veiligheids-
gordel door een
BMW dealer laten vervan-
gen en de gordelveranke-
ringen laten controleren.
Belangrijke aanwijzingen
voor gebruik van de
veiligheidsgordels
Extreme weerssituaties en/of
extra invloeden (als wassen van
de C1 en nachtvorst) kunnen
leiden tot het niet functioneren
van afzonderlijke gordelcompo-
nenten. Als zo'n situatie
optreedt (bevroren gordelslot
o.i.d.) mag in geen geval het
gordelslot of een ander onder-
deel van de veiligheidsgordel/
C1 met een warmtebron wor-
den verwarmd.
Het gebruik van door BMW vrij-
gegeven ontdooispray is echter
toegestaan.
De gordel mag niet met
scherpe voorwerpen in aanra-
kingkomen, omdat hij anders
beschadig kan raken.
Als het gordelslot door inge-
drongen voorwerpen niet meer
werkt, de storing direct door uw
BMW dealer laten verhelpen.
33
70
Starten – Rijden – Parkeren
Alleen in geval van nood:
•Schakelaar 1 in stand
V
plaatsen
– De stroomcircuits voor de
BMW motorregeling (BMS),
benzinepomp en startmotor
zijn uitgeschakeld
Contact aanzetten– Noodstopschakelaar 1 in de
bedrijfsstand
U
Diefstalbeveiligingsinstalla- tie* uitschakelen
(
bHandleiding opties) Contactslot in stand
ON
N
(
b15)
– De volgende controlelamp-
jes gaan branden:
– Motoroliedruk
p (b72)
– Koelvloeistoftempera- tuur
j, dooft na ca. 5 s
(
b73)
– Tankinhoud
m (b73)
– ABS-controlelampen* doven na een positief
afgesloten zelfdiagnose
(
b79)
*Optie
( ) Getal tussen haakjes
bPagina met
toelichting
Startvoorbereidingen
V
U
1
33
72
Starten – Rijden – Parkeren
MotoroliedrukDerode controlelamp p 1
dooft na het starten zodra de
motor stationair draait
( ) Getal tussen haakjesbPagina met
toelichting
e Attentie:
Als de motoroliedruk-
controlelamp rood
p 1 tijdens
het rijden gaat branden moet
direct worden gestopt, met
inachtneming van de verkeers-
situatie:
Bedien de noodstopschake-
laar
Breng de BMW C1 veilig tot
stilstand
Controleer het motoroliepeil
(
b30)
Vul zo nodig motorolie bij
– Neem bij een correct oliepeil
contact op met een werk-
plaats, bij voorkeur een
BMW dealer!
Controlelampen
1
33
75
Starten – Rijden – Parkeren
Stoppen:• Verlaag het motortoerental
Rem de BMW C1 af totdat deze stilstaat
– Neem bij stapsnelheid de voeten van de treeplank om
uw BMW C1 te ondersteu-
nen
Houd de BMW C1 loodrecht
e Attentie:
Parkeer de BMW C1 niet op
een steile helling waarvan het
hellingspercentage meer dan
6°/12% bedraagt, omdat op
dergelijke hellingen veilig par-
keren niet gewaarborgd is.
Parkeren/motor afzetten: Zet de motor af (b15)
Plaats de BMW C1 op de standaard (
b56)
– Draai de contactsleutel in stand R : contact afgezet
Maak de veiligheidsgordels los (
b68)
Schakel het stuurslot in (
b15)
– Druk de sleutel in stand R,
– Draai het stuur naar rechts en draai aansluitend hierop
de contactsleutel in de
stand OFF
– Verdraai het stuur tot het in de vergrendeling valt, het
stuurslot is vergrendeld
( ) Getal tussen haakjesbPagina met
toelichting
Rijden
33
78
Starten – Rijden – Parkeren
ABS*– ervaren
Elektronisch
veiligheidssysteem
Extreme remsituaties bij het rij-
den met een tweewieler vragen
veel feeling tijdens het remmen.
Het blokkerende voorwiel ver-
liest zijn stabiliserende krachten
in lengte- en dwarsrichting; een
val kan het gevolg zijn.
Om deze reden wordt in nood-
situaties de remcapaciteit zel-
den ten volle benut.
Het anti-blokkeersysteem ABS
voor beide wielen vermindert
ook op een slecht wegdek de
kans op vallen aanzienlijk en
verkort de remweg door effec-
tief gebruik te maken van de
technisch mogelijke remcapa-
citeit.
Vooral bij het rechtuitrijden
maakt het ABS een veilige
noodstop mogelijk.
Alle BMW rijders remmen op
deze wijze als echte „professio-
nals ”!
Veiligheidsreserves!Het ABS mag door het vertrou-
wen op een kortere remweg
voor de bestuurder geen aan-
leiding zijn risico's te nemen.
Het is in eerste instantie een
veiligheidsreserve voor noodsi-
tuaties.
– Rijd er niet „blind ” op los en
ga niet uit van valse zekerhe-
den
– Overschrijd geen snelheids-
beperkingen
– Wees voorzichtig in bochten!
Het remmen in bochten is
onderworpen aan bijzondere
natuurkundige wetten, die
ook het ABS niet buiten wer-
king kan stellen
*Optie
ii
92
Trefwoordenregister
SSnelheidsmeter, 10
Sproeier, 39
StandaardParkeerhulp, 55-61
Starten, 71
Startknop, 19
Stoppen, 74-75
Stuurhendel Links, 18
Rechts, 19
TTanken benzine, 32
Typeplaatje, 6
UUitrusting, 87
VVeiligheidscontrole, 28
Veiligheidsgordel2-punts, 7
3-punts, 6
Losmaken, 68-69
Omgespen, 66-68
Veiligheidsvoorschriften
Katalysator, 54
Ventieldopjes, 47
Verlichting Opmerkingen, 40
Reikwijdte, 40 Voorrem
Remhendel, 19
Remvloeistofpeil, 37
WWaarschuwingsknipperlichtinstallatie, 17
Waarschuwingslampen ABS-controle, 11
Koelvloeistoftemperatuur, 11
Motoroliedruk, 11
Tankinhoud, 11
Wasinstallatie, 20
Wegrijden, 74
Wielen, 46
Wis-/wasinstallatie Bediening, 19
Wisserblad, 39
ZZadelslot, 6
Zekeringhouder, 7
Zij-aanzicht Links, 6
Rechts, 7
S – Z