Page 17 of 96
111
15
Overzicht en bediening
Sleutelstanden
ONRijstand,
contact aan en spanning op
alle stroomcircuits
R ° Contact uit,
stuurslot ontgrendeld
(stuur kan zowel naar rechts
als naar links worden
gedraaid)
d Waarschuwing:
Tijdens het rijden de sleutel
niet in de stand R draaien! OFF
° Contact uit, stuurslot ver-
grendeld
Sleutel in stand R draaien
en even indrukken
Stuur naar rechts draaien
en aansluitend hierop de
sleutel in stand OFF
draaien
Verdraai het stuur tot het
in de vergrendeling valt,
het stuurslot is vergren-
deld
I° Stadslicht ingeschakeld,
stuurslot vergrendeld
\f Opmerking:
Schakel het stadslicht slechts
voor een beperkte tijdsduur in.
Let op de laadtoestand van de
accu!
° In deze standen kan de sleutel wor-
den verwijderd
Contact- en stuurslot
Page 18 of 96
11
16
Overzicht en bediening
1Groot afsluitbaar opberg-
vak* met 12 V stopcontact
2 Schakelaar
C waarschu-
wingsknipperlichtinstalla-
tie* (
b17)
*Optie
( ) Getal tussen haakjes
bPagina met
toelichting
3 Schakelaar voor verwar-
mingspakket*
E = handvatverwarming
= handvat- en zadelver-
warming
4 Schakelaar
K „Rijlicht ”
ingeschakeld
Schakelaarpaneel
4132
Page 19 of 96

111
17
Overzicht en bediening
Waarschuwingsknipper-
lichtinstallatie*
\f Opmerking:
Als het contact is afgezet, kan de
waarschuwingsknipperlichtinstal-
latie niet worden ingeschakeld.
Schakel de waarschuwings-
knipperlichten slechts voor een
beperkte tijdsduur in.
Let op de laadtoestand van de
accu!
Waarschuwingsknipper-
lichtinstallatie inschakelen:
Zet het contact aan
Druk de
waarschuwingsknipperlichtsc
hakelaar 1 in
– Waarschuwingsknipperlichtin-
stallatie ingeschakeld
– Controlelampen 2 en 3 rich-
tingaanwijzer links/rechts op
controlelampenblok knippe-
ren (
b11)
Contact afzetten
– De waarschuwingsknipperlich-
tinstallatie blijft ingeschakeld
Waarschuwingsknipper-
lichtinstallatie uitschake-
len:
Druk de
waarschuwingsknipperlichtsc
hakelaar 1 in
– Waarschuwingsknipperlichtin-
stallatie uitgeschakeld
– Controlelamp 2 en 3
richtingaanwijzers
links/rechts op controlelam-
penblok is uit (
b11)
*Optie
( ) Getal tussen haakjes
bPagina met
toelichting
Waarschuwingsknipperlichtinstallatie*
32
1
Page 20 of 96
11
18
Overzicht en bediening
d Waarschuwing:
Om te voorkomen dat lucht in
het remcircuit terecht kan
komen:
Stuurhendel niet ver-
draaien!
1 Remhendel achterwiel
(
b34)
2 Lichtsignaal-drukknop
H
3Groot-/dimlichtschakelaar
FGrootlicht
GDimlicht 4
Claxonknop
z
5Richtingaanwijzerschakelaar
YNaar links schuiven:
richtingaanwijzers,
links ingeschakeld
WNaar rechts schuiven:
richtingaanwijzers,
rechts ingeschakeld
In middenstand
drukken:
richtingaanwijzers
links/rechts uitge-
schakeld
( ) Getal tussen haakjesbPagina met
toelichting
Stuurhendel links
3
4
21
5
Page 21 of 96
111
19
Overzicht en bediening
d Waarschuwing:
Om te voorkomen dat lucht in
het remcircuit terecht kan
komen:
Stuurhendel niet ver-
draaien!
1 Nooduitschakelaar voor
contact (
b70)
VOntstekingscircuit
onderbroken
UOntstekingscircuit
gesloten
2 Drukknop - Wis-/wasinstal-
latie (
b20) 3
Remhendel voorrem (
b34)
4 Ruitenwisserschakelaar
Ruitenwisser uitgescha-
keld Intervalstand
Constante werking
\f Opmerking:
Bij stilstand wordt de ruitenwis-
ser automatisch in de interval-
stand geschakeld.
5 Startknop
y (b71)
( ) Getal tussen haakjesbPagina met
toelichting
Stuurhendel rechts
45
123
Page 22 of 96
11
20
Overzicht en bediening
Ruit reinigenDe drukknop 1 - wis-/wasin-
stallatie
R indrukken en inge-
drukt houden:
– De ruitensproeiervloeistof
wordt op de ruit gespoten en
de ruitenwisser wordt even
ingeschakeld
– Bij schuimvorming van de
sproeiervloeistof is het reser-
voir bijna leeg (
b44)
( ) Getal tussen haakjesbPagina met
toelichting
d Waarschuwing:
De ruitensproeier alleen
gebruiken wanneer het uitge-
sloten is dat de sproeivloei-
stof op de voorruit bevriest,
om te voorkomen dat het
zicht nadelig wordt be ïnvloed
- gebruik een antivriesmiddel
De ruitensproeier niet bij een
leeg reservoir gebruiken, om
beschadiging van de
sproeierpomp te voorkomen
Wis-/wasinstallatie
1
Page 23 of 96
111
21
Overzicht en bediening
Frontbeplating verwijde-
ren, aanbrengen
• Frontbeplating bij de 4 bevestigingspunten losma-
ken; hiertoe
de frontbeplating bij 1 vast-
pakken en
naar voren/boven trekken en aansluitend
De frontbeplating naar voren toe wegnemen Vóór het aanbrengen:
Smeer de pennen met zuurvrij
vet, b.v. vaseline, in
– smeermiddel (
bOnderhoudsboekje -
Hoofdstuk 3)
Het aanbrengen geschiedt in
omgekeerde volgorde
( ) Getal tussen haakjesbPagina met
toelichting
Frontbeplating
1
Page 24 of 96
11
22
Overzicht en bediening
Buddyzit openen/vergren-
delen
Draai de sleutel in het
zadelslot in stand 1 en houd
hem vast
Kantel het buddyzit naar
voren/boven
– De tankdop, het typeplaatje
en het framenummer zijn
bereikbaare Attentie:
Let bij het sluiten van het bud-
dyzit op een correcte vergren-
deling!
Vergrendel het buddyzit door
dit iets aan te drukken
Buddyzit
1