Richtingaanwijzerschakelaar
FunctieStandaardinstel-
lingPersoonlijke voor-
keursinstelling123
Aantal keren knipperen bij het
veranderen van rijstrook3Uit
––O 5
7
Automatische verlichting
FunctieStandaardin-
stellingPersoonlijke voor-
keursinstelling123
Gevoeligheid lichtsensor Niveau 0 Niveau -2 - 2 – O O
Tijd die verstrijkt voordat de
koplampen uitgaan (Exten-
ded Headlight Lighting)30 seconden60 seconden
––O 90 seconden
120 seconden
Ruitenwissers voor met regensensor*
FunctieStandaardin-
stellingPersoonlijke voor-
keursinstelling123
Bediening ruitenwissers
wanneer de ruitenwisser-
schakelaar in de stand
wordt gezetStand AUTOIntervalwerking
gekoppeld aan rij-
snelheid (met inter-
valafstelling)––O
*: Indien aanwezig
RSA (Road Sign Assist)
*1
FunctieStandaardin-
stellingPersoonlijke voor-
keursinstelling123
RSA (Road Sign Assist)*2Aan Uit O – –
Meldingsmethode snel-
heidsoverschrijding
*3Alleen weergaveGeen melding
O– –
Weergave en zoe-
mer
Meldingsniveau snelheids-
overschrijding2km/h(1mph)5 km/h (3 mph)
O– –
10 km/h (5 mph)
Meldingswijze inhaalverbod Alleen weergaveGeen melding
O– –
Weergave en zoe-
mer
Andere meldingsmethode
(melding verboden in te rij-
den)
*4Alleen weergaveGeen melding
O– –
Weergave en
zoemer
*1: Indien aanwezig*2: De RSA (Road Sign Assist) wordt ingeschakeld wanneer het contact AAN wordt gezet.*3: Als de snelheidslimiet met aanvullend teken wordt overschreden, werkt de
waarschuwingszoemer niet.
*4: Auto's met navigatiesysteem.
8.2 Persoonlijke voorkeursinstellingen
430
BSM (Blind Spot Monitor)*
FunctieStandaardin-
stellingPersoonlijke
voorkeursinstel-
ling123
Helderheid indicator in bui-
tenspiegelHelder Gedimd – – O
*: Indien aanwezig
Toyota Parking Assist-sensor
*
FunctieStandaardin-
stellingPersoonlijke
voorkeursinstel-
ling123
Detectieafstand van de bin-
nenste sensoren voorVer weg Dichtbij – – O
Detectieafstand van de bin-
nenste sensoren achterVer weg Dichtbij – – O
Zoemervolume 3 1 - 5 – – O
*: Indien aanwezig
S-IPA (Simple Intelligent Parking Assist-systeem)
*
FunctieStandaardin-
stellingPersoonlijke
voorkeursinstel-
ling123
Detectiegebied voor obsta-
kelsStandaardDichtbij
––O Enigszins ver weg
Ver weg
Achteruit inparkeren StandaardSmal
––O Enigszins breed
Breed
Fileparkeren StandaardSmal
––O Enigszins breed
Breed
*: Indien aanwezig
Automatische airconditioning
FunctieStandaardin-
stellingPersoonlijke
voorkeursinstel-
ling123
Schakelen tussen buiten-
luchtmodus en de aan de be-
diening van de toets AUTO
van de airconditioning ge-
koppelde recirculatiemodusAan Uit – O O
8.2 Persoonlijke voorkeursinstellingen
431
8
SPECIFICATIES
Het contact wordt automa-
tisch UIT gezet
• De auto power off-functie wordt
bediend als het contact gedurende
een bepaalde tijd in stand ACC of AAN
staat (het hybridesysteem werkt niet).
Tijdens het rijden klinkt
een waarschuwingszoemer
• Het controlelampje van de
veiligheidsgordel knippert
Dragen de bestuurder en de
voorpassagier hun veiligheidsgordel?
• Het waarschuwingslampje van de
parkeerrem brandt
Is de parkeerrem gedeactiveerd?
Afhankelijk van de situatie klinken er
mogelijk ook andere soorten
waarschuwingszoemers.
Er wordt een alarm geacti-
veerdendeclaxonklinkt
(auto's met alarmsysteem)
• Heeft iemand een portier geopend
tijdens het instellen van het alarm? De
sensor signaleert dit en laat het alarm
klinken.
Zet om het alarm te stoppen het contact
AAN of start het hybridesysteem.
Bij het verlaten van de auto
klinkt een
waarschuwingszoemer
• Bevindt de elektronische sleutel zich
in de auto? Controleer de melding op
het multi-informatiedisplay.
Er gaat een waarschu-
wingslampje branden of er
wordt een waarschu-
wingsmelding
weergegeven
• Wanneer een waarschuwingslampje
gaat branden of een
waarschuwingsmelding wordt
weergegeven, raadpleeg dan blz. 370,
blz. 377.
Wanneer zich een probleem heeft
voorgedaan
Als uw auto een lekke band
heeft
• Auto's zonder een reservewiel Breng
de auto op een veilige plaats tot
stilstand en repareer de lekke band
tijdelijk met de bandenreparatieset.
• Auto's met een reservewiel Breng de
auto op een veilige plaats tot stilstand
en vervang de lekke band door het
reservewiel.
De auto zit vast
• Voer de procedure uit voor als de auto
vastzit in modder, vuil of sneeuw.
Wat moet u doen als... (Problemen oplossen)
437
Antidiefstalsysteem
Alarm*..................60
Deactiveren of uitschakelen
van het alarm..............61
Het alarm................60
Inbraaksensor (indien aanwezig) . .62
Inschakelen van de
supervergrendeling..........60
Inschakelen van het alarmsysteem .60
Startblokkering.............59
Supervergrendeling*.........60
Uitschakelen van de
supervergrendeling..........60
Bedienen van verlichting en
ruitenwissers
Achterruitenwisser en -sproeier . .176
AHB (Automatic High Beam)* . . .170
Bedienen van de
ruitenwisserhendel......173 , 176
Bedieningsinstructies.....167 , 172
Extended Headlight Lighting-
systeem................168
Handmatig in- en uitschakelen
van het grootlicht..........170
Inschakelen van het Automatic
High Beam-systeem.........170
Inschakelen van het grootlicht . . .168
Lichtschakelaar............167
Ruitenwissers en -sproeiers. . . .173
Schakelaar mistlampen.......172
Belangrijke informatie
Alarmknipperlichten.........364
Als de auto onder water staat of
het water op de weg stijgt......365
Als uw auto in geval van nood tot
stilstand moet worden gebracht . .364
Gebruik van de airconditioning en de
achterruitverwarming
Automatische airconditioning . . .296
Bedieningsinstructies........302
Bedieningspaneel airconditioning.296
Gebruik van de automatische
modus.................297
Geconcentreerde
luchtcirculatiemodus voorstoel
(S-FLOW-modus)..........297
Overige functies...........298
Stoelverwarming*..........302Uitstroomopeningen........299
Gebruik van de interieurverlichting
Interieurverlichting achter.....304
Interieurverlichting voor......303
Leeslampjes voor...........304
Overzicht interieurverlichting . . .303
Gebruik van de ondersteunende
systemen
Als het TRC/VSC/ABS-systeem
in werking is..............287
Annuleren of stoppen van de
ondersteuningsmodus........264
Begeleidingsscherm.........263
BSM (Blind Spot Monitor)*.....226
Cruise control*............220
De Blind Spot Monitor-functie . . .239
De detectiegebieden van de Blind
Spot Monitor-functie........239
De detectiegebieden van de Rear
Crossing Traffic Alert-functie. . . .243
De Rear Crossing Traffic
Alert-functie.............242
Detectiebereik van de sensoren . .248
Display.................246
Dynamic Radar Cruise Control met
Road Sign Assist (auto's met RSA
[Road Sign Assist])..........217
Dynamic Radar Cruise Control met
volledig snelheidsbereik*......210
Fileparkeren (modus automatisch
fileparkeren)..............265
Functies die zijn opgenomen in het
LTA-systeem..............200
GPF-systeem (benzineroetfilter)* .285
Hervatten van het rijden met de
volgregeling als de auto is stilgezet
door het systeem
(afstandsregelmodus)........215
Inschakelen/uitschakelen Dynamic
Radar Cruise Control met Road Sign
Assist (auto's met RSA
[Road Sign Assist])..........217
Inschakelen van het LTA-systeem .201
Instellen van de rijsnelheid . .221 , 224
Instellen van de rijsnelheid
(afstandsregelmodus)........214
Instellingen tussenafstand
(afstandsregelmodus)........215
LTA (Lane Tracing Assist)*.....196
Trefwoordenlijst
502
Meldingen multi-
informatiedisplay...........278
Naast andere auto's parkeren
(modus automatisch achteruit
inparkeren)..............273
Naderingswaarschuwing
(afstandsregelmodus)........216
Ondersteunde soorten
verkeersborden............207
Ondersteunende systemen.....286
Ondersteunend systeem......178
Overzicht van de Blind Spot
Monitor.................226
Overzicht van de functie......206
Overzicht van functies .196 , 210, 220
Parking Support Brake-functie* . .254
PCS (Pre-Crash Safety-systeem)* .189
Rijden in de afstandsregelmodus .213
Rijmodi.................223
Rijmodusselectieschakelaar. . . .223
RSA (Road Sign Assist)*.......206
Selecteren van de constante-
snelheidsregelmodus........216
Sensoren................179
Signaleerbare objecten.......189
Simple Intelligent Parking
Assist-systeem............261
S-IPA (Simple Intelligent Parking
Assist-systeem)*...........261
Snelheidsbegrenzer*........224
Soorten sensoren.......246 , 255
Systeemfuncties...........189
Systeemonderdelen.........210
Tabel met ondersteuningsmodi en
functies van het Simple Intelligent
Parking Assist-systeem.......262
Toyota Parking Assist-sensor* . . .246
Toyota Parking Assist-sensor
in-/uitschakelen...........246
Toyota Safety Sense*........178
Uitschakelen en hervatten van de
constante-snelheidsregeling. . . .221
Uitschakelen en hervatten van de
snelheidsbegrenzer.........225
Uitschakelen en hervatten van de
snelheidsregeling...........216
Uitschakelen van het TRC-
systeem................287
Voorbeelden van de werking
van het systeem...........254Voorzorgsmaatregelen tijdens het
gebruik.................282
Waarschuwingsfunctie.......209
Weergave en zoemer voor
begrenzingsregeling hybridesysteem
en remregeling............258
Weergave op het hoofdscherm of het
multi-informatiedisplay.......206
Weergave op het
instrumentenpaneel.........202
WeergaveRCTA-icoon........242
Weergave sensorsignalering,
afstand tot obstakel.........247
Wegrijden van een parkeerplaats na
het fileparkeren (modus parkeerplaats
fileparkeren verlaten)........270
Werking................256
Werkingsvoorwaarden.......257
Wijzigen van de ingestelde
snelheid..........214 , 221, 224
Wijzigen van de
ondersteuningsmodus........263
Wijzigen van de tussenafstand
(afstandsregelmodus)........215
Wijzigen van instellingen van de Blind
Spot Monitor-functie en de Rear
Crossing Traffic Alert-functie. . . .227
Wijzigen van instellingen van de
Parking Support Brake-functie. . .255
Wijzigen van instellingen van het
Pre-Crash Safety-systeem.....191
Zoemer.................248
Gebruik van de opbergmogelijkheden
Afdekplaat...............308
Bagageafdekking...........310
Bagagehaken.............308
Bekerhouders.............306
Consolevak..............306
Dashboardkastje...........306
Extra opbergvakken.........307
Fleshouders/portiervakken.....306
Opbergvak verbandtrommel
(indien aanwezig)...........309
Opbergvak voor gevarendriehoek .309
Opbergzakken rugleuning.....308
Overzicht van
opbergmogelijkheden........305
Tashaken................309
Voorzieningen in de
bagageruimte.............308
Trefwoordenlijst
503