Wijzigen van de helderheid van de
instrumentenverlichting
De helderheid van de
instrumentenverlichting kan worden
gewijzigd via
van het
multi-informatiedisplay.
1. Selecteer
van het
multi-informatiedisplay.
2. Druk op
ofvan de
bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel om “Adjust
Meter Brightness” (stel helderheid
instrumentenpaneel in) te selecteren.
3. Houd
van de bedieningstoetsen
van het instrumentenpaneel
ingedrukt.
4. Druk op
ofom de helderheid
in te stellen.
Afstellen van de klok
De klok kan worden ingesteld op het
scherm van het audiosysteem.
Raadpleeg de handleiding voor het
multimediasysteem.
2.1.4 Multi-informatiedisplay
(7 inch display)
Weergave en menu-iconen
Weergave
AInformatiedisplayzone
Door menu-iconen te selecteren op
het multi-informatiedisplay kunnen
verschillende soorten rijgerelateerde
informatie worden weergegeven. Het
multi-informatiedisplay kan ook
worden gebruikt voor het wijzigen
van de display-instellingen en andere
voertuiginstellingen.
Daarnaast worden in bepaalde
situaties pop-updisplays met
waarschuwingen of tips
weergegeven.
BDisplayzone status ondersteunend
systeem
Geeft een afbeelding weer wanneer
de onderstaande systemen in
werking zijn en een ander
menu-icoon dan
wordt
geselecteerd:
• LTA (Lane Tracing Assist)
• LDA (Lane Departure Alert)
• Dynamic Radar Cruise Control
• Cruise control
Menu-iconen
De menu-iconen worden weergegeven
door op
ofvan de
bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel te drukken.
Weergave rij-
informatie
(→blz. 94)
Weergave informa-
tie ondersteunend
systeem (→blz. 96)
Aan audiosysteem
gekoppelde weer-
gave (indien aanwe-
zig) (→blz. 97)
Weergave rij-
informatie
(→blz. 97)
2.1 Instrumentenpaneel
93
2
Voertuigstatusinformatie en controlelampjes
Weergave instellin-
gen (→blz. 97)
Weergave waar-
schuwingsmelding
(→blz. 400)
LCD-scherm
Op het scherm kunnen kleine vlekjes of
lichte puntjes verschijnen. Dit
verschijnsel is kenmerkend voor
LCD-schermen en u kunt het scherm
zonder problemen blijven gebruiken.
WAARSCHUWING!
Waarschuwingen voor het gebruik
tijdens het rijden
• Wanneer u het multi-
informatiedisplay tijdens het rijden
bedient, let dan extra goed op de
veiligheid rondom de auto.
• Kijk tijdens het rijden niet
voortdurend op het multi-
informatiedisplay, aangezien u
anders voetgangers, objecten op de
weg, enz. over het hoofd kunt zien.
Informatiedisplay bij lage
temperaturen
→Blz. 87
Wijzigen van de weergave van het
instrumentenpaneel
Het multi-informatiedisplay wordt
bediend met de bedieningstoetsen van
het instrumentenpaneel.
A/: Menu-iconen selecteren,
door het scherm scrollen en de cursor
bewegen
/: De weergegeven
informatie wijzigen, scrollen op het
scherm en de cursor bewegen
BIndrukken: Invoeren/instellen
Ingedrukt houden: Resetten/
weergeven van de aan de
persoonlijke voorkeur aanpasbare
items
CTerugkeren naar het vorige scherm
DWeergeven van verzonden/
ontvangen oproepen en
oproepgeschiedenis
Wanneer het handsfree-systeem is
aangesloten, worden de verzonden en
ontvangen oproepen weergegeven.
Raadpleeg de handleiding voor het
multimediasysteem voor meer
informatie over het
handsfree-systeem.
Soort rij-informatie
Onderwerpen die worden weergegeven
• Brandstofverbruik
• Begeleiding milieubewust bedienen
gaspedaal/“Eco Score”
• Verhouding rijden in EV-modus
Brandstofverbruik
Gebruik de weergegeven waarden slechts
ter referentie.
AActueel brandstofverbruik
Geeft het actuele brandstofverbruik
weer.
2.1 Instrumentenpaneel
94
BGemiddeld brandstofverbruik (sinds
resetten)
Houd
van de bedieningstoetsen
van het instrumentenpaneel
ingedrukt om de weergave van het
gemiddelde brandstofverbruik te
resetten.
De weergave van het gemiddelde
brandstofverbruik kan worden gereset in
.(→Blz. 97)
• Gemiddeld brandstofverbruik (sinds
starten)
Geeft het gemiddelde
brandstofverbruik weer sinds het
starten van het hybridesysteem.
• Gemiddeld brandstofverbruik (sinds
tanken)
Geeft het gemiddelde
brandstofverbruik weer sinds het
tanken.
Begeleiding milieubewust bedienen
gaspedaal/“Eco Score”
ABegeleiding milieubewust bedienen
gaspedaal
BEco Score
• Begeleiding milieubewust bedienen
gaspedaal
AEco-gebied
Laat zien dat er milieuvriendelijk
wordt gereden.
BPower-gebied
Geeft aan dat de grens van een bereik
voor milieuvriendelijk rijden wordt
overschreden (bij rijden op vol
vermogen en dergelijke).
CHuidige bediening gaspedaal
Weergegeven als een groene balk in
het Eco-gebied.
Milieuvriendelijk accelereren kan
worden gerealiseerd door de
weergave van de bediening van het
gaspedaal binnen het gebied te
houden dat wordt aangegeven met
de blauwe balk. (→Blz. 161)
DZone ECO-acceleratie
Weergegeven als een blauwe balk die
staat voor een geschat passend
werkingsbereik voor het gaspedaal
voor de actuele rijomstandigheden,
zoals wegrijden vanuit stilstand of
rijden met constante snelheid.
Dit display wijzigt overeenkomstig de
situatie, zoals bij het wegrijden vanuit
stilstand of rijden met constante
snelheid.
• Eco Score
De volgende 3 Eco-rijmethoden
worden geëvalueerd op 5 niveaus:
soepel wegrijden vanuit stilstand,
rijden zonder plotselinge acceleratie
en soepel tot stilstand komen. Bij
stilstaande auto wordt er een
Eco-score van maximaal
100 weergegeven.
2.1 Instrumentenpaneel
95
2
Voertuigstatusinformatie en controlelampjes
AScore
BEco-status wegrijden vanuit stilstand
CEco-status rijden met constante
snelheid
DEco-status tot stilstand brengen
Lezen van het staafdisplay
ANog niet geëvalueerd
BBijna leeg
CVol
– Nadat het hybridesysteem is
gestart, wordt de Eco-score niet
weergegeven zolang de rijsnelheid
lager is dan ongeveer 30 km/h.
– De Eco-score wordt iedere keer
wanneer het hybridesysteem wordt
gestart, gereset.EV-verhouding/EV-rijverhouding
AEV-rijverhouding sinds starten
Weergave van het percentage dat
elektrisch is gereden sinds het
starten van het hybridesysteem.
*
BVerstreken tijd sinds starten
Weergave van de verstreken tijd sinds
het starten van het hybridesysteem.
*
*
Telkens als het hybridesysteem stopt,
wordt dit gereset.
De begeleiding milieubewust bedienen
gaspedaal/Eco-score werkt niet als
De begeleiding milieubewust bedienen
gaspedaal/Eco-score werkt niet in de
volgende situaties:
• De hybridesysteemindicator werkt
niet.
• Tijdens het rijden met geactiveerde
cruise control of Dynamic Radar
Cruise Control.
Weergave informatie ondersteunend
systeem
Informatie ondersteunend systeem
Hiermee kan de werkingsstatus van de
volgende systemen worden
weergegeven:
• LTA (Lane Tracing Assist) (→blz. 223)
• LDA (Lane Departure Alert)
(→blz. 227)
• Dynamic Radar Cruise Control
(→blz. 240)
• Cruise control (→blz. 248)
2.1 Instrumentenpaneel
96
Aan navigatiesysteem gekoppelde
weergave (indien aanwezig)
Hiermee kan de volgende aan het
navigatiesysteem gekoppelde informatie
worden weergegeven:
• Routebegeleiding naar bestemming
• Kompasdisplay (weergave rijrichting
boven)
Aan audiosysteem gekoppelde
weergave (indien aanwezig)
Hiermee kunt u een audiobron of
nummer selecteren op het
instrumentenpaneel met behulp van de
bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel.
Het wel of niet weergeven van dit
menu-icoon kan worden ingesteld in
.
Weergave voertuiginformatie
Onderwerpen die worden weergegeven
• Rij-informatie
• Energiemonitor (→blz. 109)
Rij-informatie
Geeft verschillende soorten
rij-informatie weer, zoals:
ARij-informatie 1
BRij-informatie 2
Geeft het volgende weer, afhankelijk van
welk rij-informatietype en welke
rij-informatie-items zijn geselecteerd in
.(→Blz. 97)• Sinds starten
– “Distance” (afstand): Geeft de
gereden afstand sinds het starten
van het hybridesysteem weer
– “Elapsed time” (verstreken tijd):
Geeft de verstreken tijd sinds het
starten van het hybridesysteem
weer
– “Average vehicle speed”
(gemiddelde rijsnelheid): Geeft de
gemiddelde rijsnelheid sinds het
starten van het hybridesysteem
weer
• Sinds resetten
– “Distance” (afstand): Geeft de
afgelegde afstand sinds het
resetten van het display weer
*
– “Elapsed time” (verstreken tijd):
Geeft de verstreken tijd sinds het
resetten van het display weer
*
– “Average vehicle speed”
(gemiddelde rijsnelheid): Geeft de
gemiddelde rijsnelheid sinds het
resetten van de weergave weer
*
*
Geef om te resetten het gewenste
item weer en houdvan de
bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel ingedrukt.
Weergave instellingen
Instellingen voor de weergave van het
instrumentenpaneel die u kunt wijzigen
• “Language” (taal)
Hiermee kan de weergegeven taal
worden gewijzigd.
• “Units” (eenheden)
Hiermee kunnen de weergegeven
meeteenheden worden gewijzigd.
• “Meter Type” (type
instrumentenpaneel)
Hiermee kan het type
instrumentenpaneel worden
gewijzigd.
• “Dial Type” (type meter)
Hiermee kan de weergave van de
snelheidsmeter, toerenteller of
hybridesysteemindicator worden
gewijzigd.
2.1 Instrumentenpaneel
97
2
Voertuigstatusinformatie en controlelampjes
• “EV indicator” (EV-controlelampje)
Hiermee kunt u de werking van het
EV-controlelampje in- of
uitschakelen.
•
– Weergave brandstofverbruik
Hiermee kunt u de weergave van
het gemiddelde brandstofverbruik
instellen op gemiddeld per rit,
gemiddeld totaal of gemiddeld per
tankbeurt. (→Blz. 94)
– Weergave hybridesysteem
Hiermee kunt u de zone
ECO-acceleratie van de begeleiding
milieubewust bedienen gaspedaal
wel of niet laten weergeven.
(→Blz. 95)
•
Hiermee kunt u het
audiosysteemgekoppelde display wel
of niet laten weergeven.
•
Hiermee kunt u de weergegeven
inhoud van het volgende wijzigen:
– “Display contents” (informatie op
display)
Hiermee kunt u de energiemonitor
wel of niet laten weergeven.
(→Blz. 109)
– “Drive information type” (type
rij-informatie)
Hiermee kunt u voor de weergave
van de rij-informatie kiezen tussen
per rit of totaal.
– Rij-informatie-items
Hiermee kunt u het eerste en
tweede item van de weergave van
de rij-informatie instellen op een
van de volgende onderwerpen:
gemiddelde rijsnelheid/afstand/
verstreken tijd.
• “Pop-up display” (pop-updisplay)
Hiermee kunt u pop-updisplays voor
elk relevant systeem in- of
uitschakelen.
• Multi-information display off
(multi-informatiedisplay UIT)Hiermee kunt u het multi-
informatiedisplay uitzetten.
Druk op een van de volgende
bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel
/////om het multi-
informatiedisplay weer aan te zetten.
• “Default setting”
(standaardinstelling)
Hiermee kunnen de instellingen van
de weergave van het
instrumentenpaneel worden gereset
naar de standaardinstelling.
Voertuigfuncties en instellingen die u
kunt wijzigen
→Blz. 109
Onderbreking van de weergave van de
instellingen
• Bepaalde instellingen kunnen niet
gewijzigd worden tijdens het rijden.
Breng de auto op een veilige plaats tot
stilstand voordat u instellingen
wijzigt.
• Als er een waarschuwingsmelding
wordt weergegeven, kan het
instelscherm tijdelijk niet worden
bediend.
WAARSCHUWING!
Waarschuwing bij het instellen van
het display
Zorg dat de auto geparkeerd staat op
een plaats met voldoende ventilatie als
het hybridesysteem tijdens het
wijzigen van instellingen op het scherm
instellingen in werking is. In een
afgesloten ruimte, zoals een garage,
kunnen uitlaatgassen die het
schadelijke koolmonoxide (CO)
bevatten, zich ophopen en in de auto
terechtkomen. Dit kan leiden tot de
dood of zeer schadelijk zijn voor de
gezondheid.
2.1 Instrumentenpaneel
98
OPMERKING
Tijdens het instellen van het display
Zorg ervoor dat het hybridesysteem
draait tijdens het instellen van het
display om te voorkomen dat de
12V-accu leeg raakt.
2.1.5 Multi-informatiedisplay
(12,3 inch display)
Weergave
AInformatiedisplayzone
Door menu-iconen te selecteren op
het multi-informatiedisplay kunnen
verschillende soorten rijgerelateerde
informatie worden weergegeven. Het
multi-informatiedisplay kan ook
worden gebruikt voor het wijzigen
van de display-instellingen en andere
voertuiginstellingen.
Daarnaast worden in bepaalde
situaties pop-updisplays met
waarschuwingen of tips
weergegeven.
BDisplayzone status ondersteunend
systeem
Geeft een verkleinde weergave weer
van de status van het
ondersteunende systeem als dit niet
is geselecteerd voor weergave op het
multi-informatiedisplay terwijl een
van de volgende systemen is
ingeschakeld:• LTA (Lane Tracing Assist)
• LDA (Lane Departure Alert)
• Dynamic Radar Cruise Control
• Cruise control
LCD-scherm
Op het scherm kunnen kleine vlekjes of
lichte puntjes verschijnen. Dit
verschijnsel is kenmerkend voor
LCD-schermen en u kunt het scherm
zonder problemen blijven gebruiken.
WAARSCHUWING!
Waarschuwingen voor het gebruik
tijdens het rijden
• Wanneer u het multi-
informatiedisplay tijdens het rijden
bedient, let dan extra goed op de
veiligheid rondom de auto.
• Kijk tijdens het rijden niet
voortdurend op het multi-
informatiedisplay, aangezien u
anders voetgangers, objecten op de
weg, enz. over het hoofd kunt zien.
Informatiedisplay bij lage
temperaturen
→Blz. 92
Wijzigen van de weergave van het
instrumentenpaneel
Bedieningstoetsen instrumentenpaneel
Het multi-informatiedisplay wordt
bediend met de bedieningstoetsen van
het instrumentenpaneel.
2.1 Instrumentenpaneel
99
2
Voertuigstatusinformatie en controlelampjes
A/: Menu-iconen selecteren/: Wijzigen van de
weergegeven informatie,
omhoog/omlaag door het scherm
scrollen en de cursor omhoog/omlaag
bewegen
BIndrukken: Invoeren/instellen
Ingedrukt houden: Resetten/
weergeven van de aan de
persoonlijke voorkeur aanpasbaar
items
CTerugkeren naar het vorige scherm
DWeergeven van verzonden/
ontvangen oproepen en
oproepgeschiedenis
Wanneer het handsfree-systeem is
aangesloten, worden de verzonden en
ontvangen oproepen weergegeven.
Raadpleeg de handleiding voor het
multimediasysteem voor meer
informatie over het handsfree-
systeem.
Wijzigen van pagina's op het
instrumentenpaneel
Druk op
ofvan de
bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel om de pagina op het
instrumentenpaneel te wijzigen.Inhoud van multi-informatiedisplay
(midden)
“Display contents” (informatie op
display)
• Weergave informatie ondersteunend
systeem
• Aan navigatiesysteem gekoppelde
weergave (indien aanwezig)
• Instellingen
• Waarschuwingsmelding (→blz. 400)
Wijzigen van inhoud op een pagina
Selecteer de gewenste inhoud op het
display voor de instellingsmodus van de
pagina.
1. Druk op
ofvan de
bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel om een pagina te
selecteren.
2. Houd
van de bedieningstoetsen
van het instrumentenpaneel
ingedrukt om het bewerken van een
pagina in te schakelen.
3. Druk op
ofvan de
bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel om een display
te selecteren dat u wilt wijzigen.
4. Druk op
ofvan de
bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel om inhoud te
selecteren.
5. Druk op
als het instellen is
voltooid.
Weergave informatie ondersteunend
systeem
Hiermee kan de werkingsstatus van de
volgende systemen worden
weergegeven:
• LTA (Lane Tracing Assist) (→blz. 223)
• LDA (Lane Departure Alert)
(→blz. 227)
• Dynamic Radar Cruise Control
(→blz. 240)
• Cruise control (→blz. 248)
2.1 Instrumentenpaneel
100