Als “Traction battery needs to be
protected. Shift into P to restart.”
(Tractiebatterij moet worden
beschermd. Zet selectiehendel in stand
P om opnieuw te starten) wordt
weergegeven
Deze melding wordt weergegeven
wanneer het batterijpakket
(tractiebatterij) bijna leeg is, doordat de
selectiehendel een bepaalde periode in
stand N heeft stilgestaan.
Zet bij het bedienen van de auto de
selectiehendel in stand P en herstart het
hybridesysteem.
Als “Shift is in N Release Accelerator
Before Shifting” (Schakelstand is in N.
Laat gaspedaal los voor het schakelen)
wordt weergegeven
Het gaspedaal wordt ingetrapt terwijl de
selectiehendel in stand N staat.
Laat het gaspedaal los en zet de
selectiehendel in stand D of R.
Als “Press brake when vehicle is
stopped Hybrid system may overheat”
(Trap rempedaal in wanneer auto
stilstaat. Hybridesysteem is mogelijk
oververhit) wordt weergegeven
De melding wordt mogelijk weergegeven
wanneer het gaspedaal wordt ingetrapt
om de auto op een omhoog lopende
helling op zijn plaats te houden, enz. Het
hybridesysteem kan oververhit raken.
Laat het gaspedaal los en trap het
rempedaal in.
Als “Auto Power OFF to Conserve
Battery” (Auto power off-functie
ingeschakeld om accu te sparen) wordt
weergegeven
Het contact is UIT gezet door de
automatische power off-functie. Bedien
de volgende keer dat u het
hybridesysteem start het hybridesysteem
gedurende ongeveer 5 minuten om de
12V-accu op te laden.Als “Headlight System Malfunction
Visit Your Dealer” (Storing in
koplampsysteem. Ga naar uw dealer)
wordt weergegeven
Er is mogelijk een storing in de
onderstaande systemen aanwezig. Laat
de auto onmiddellijk nakijken door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
• De led-koplampen
• AHB (Automatic High Beam)
Als “AWD System Malfunction 2WD
Mode Engaged Visit Your Dealer”
(Storing AWD-systeem. 2WD-modus
ingeschakeld. Ga naar uw dealer) of
“AWD System Overheated Switching
to 2WD Mode” (AWD-systeem
oververhit. Overschakelen naar
2WD-modus) wordt weergegeven
Deze melding wordt mogelijk
weergegeven wanneer de auto tijdens
het rijden zeer zwaar wordt belast.
Rijd met lage snelheid en breng de auto
op een veilige plaats tot stilstand terwijl
het hybridesysteem in werking is en
wacht totdat de melding verdwijnt.
Laat de auto nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige als deze melding
niet wordt gewist.
Als er een melding wordt weergegeven
dat er een storing in de camera voor
aanwezig is
De onderstaande systemen worden
mogelijk tijdelijk uitgeschakeld tot het in
de melding aangegeven probleem is
opgelost.
• PCS (Pre-Crash Safety-systeem)
• LTA (Lane Tracing Assist)
• LDA (Lane Departure Alert)
• AHB (Automatic High Beam)
• Dynamic Radar Cruise Control
7.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
381
7
Bij problemen
• Snelheidsbegrenzer (indien aanwezig)
• RSA (Road Sign Assist) (indien
aanwezig)
Als er een melding wordt weergegeven
dat er een storing in de radarsensor
aanwezig is
De onderstaande systemen worden
mogelijk tijdelijk uitgeschakeld tot het in
de melding aangegeven probleem is
opgelost.
• PCS (Pre-Crash Safety-systeem)
• LTA (Lane Tracing Assist)
• LDA (Lane Departure Alert)
• Dynamic Radar Cruise Control
• Snelheidsbegrenzer (indien aanwezig)
Als “System Malfunction Visit Your
Dealer” (Storing in systeem. Ga naar
uw dealer) wordt weergegeven
Geeft aan dat een van de volgende
systemen is uitgeschakeld:
• PCS (Pre-Crash Safety-systeem)
• LDA (Lane Departure Alert)
• LTA (Lane Tracing Assist)
• AHB (Automatic High Beam)
• Dynamic Radar Cruise Control
• Snelheidsbegrenzer (indien aanwezig)
•
RSA (Road Sign Assist) (indien
aanwezig)
•
BSM (Blind Spot Monitor) (indien
aanwezig)
•
RCTA (Rear Crossing Traffic Alert)
(indien aanwezig)
•
Safe Exit Assist (indien aanwezig)
• Toyota Parking Assist-sensor (indien
aanwezig)
•
PKSB (Parking Support Brake)
(indien aanwezig)
•
RCD (Rear Camera Detection)
(indien aanwezig)Laat de auto onmiddellijk nakijken door
een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Als er een melding wordt weergegeven
dat u naar uw erkende Toyota-dealer
moet gaan
Het systeem of onderdeel dat op het
multi-informatiedisplay wordt
weergegeven, is defect. Laat de auto
onmiddellijk nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Als “System Stopped See Owner's
Manual” (Systeem uitgeschakeld. Zie
handleiding) wordt weergegeven
Geeft aan dat een van de volgende
systemen is uitgeschakeld:
• PCS (Pre-Crash Safety-systeem)
• LDA (Lane Departure Alert)
• LTA (Lane Tracing Assist)
• AHB (Automatic High Beam)
• Dynamic Radar Cruise Control
• Snelheidsbegrenzer (indien aanwezig)
•
RSA (Road Sign Assist) (indien
aanwezig)
•
BSM (Blind Spot Monitor) (indien
aanwezig)
•
RCTA (Rear Crossing Traffic Alert)
(indien aanwezig)
•
Safe Exit Assist (indien aanwezig)
• Toyota Parking Assist-sensor (indien
aanwezig)
•
PKSB (Parking Support Brake)
(indien aanwezig)
•
RCD (Rear Camera Detection)
(indien aanwezig)
Voer de onderstaande
correctieprocedures uit.
– Controleer de spanning van de
12V-accu.
7.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
382
– Controleer of de sensoren die het
Toyota Safety System gebruikt
bedekt zijn met verontreinigingen.
Verwijder ze indien aanwezig.
(→Blz. 170)
– Verwijder eventueel aanwezige
verontreinigingen van de
radarsensoren opzij achter.
– Sluit de achterklep.
Geeft aan dat de sensoren mogelijk niet
goed werken. (→Blz. 173)
Wanneer de problemen zijn opgelost en
de sensoren weer werken, verdwijnt deze
melding mogelijk vanzelf.
Als “System Stopped Front Camera
Low Visibility See Owner's Manual”
(Systeem uitgeschakeld. Slecht zicht
camera voor. Zie handleiding) wordt
weergegeven
Geeft aan dat een van de volgende
systemen is uitgeschakeld:
• PCS (Pre-Crash Safety-systeem)
• LDA (Lane Departure Alert)
• LTA (Lane Tracing Assist)
• AHB (Automatic High Beam)
• Dynamic Radar Cruise Control
• Snelheidsbegrenzer (indien aanwezig)
•
RSA (Road Sign Assist) (indien
aanwezig)
Voer de onderstaande
correctieprocedures uit.
– Wis de voorruit schoon met de
ruitenwissers.
– Ontwasem de voorruit met de
airconditioning.
– Sluit de motorkap en verwijder
eventuele stickers en dergelijke
zodat de camera voor niet meer
wordt afgedekt.
Als “System Stopped Front Camera Out
of Temperature Range Wait until Normal
Temperature” (Systeem uitgeschakeld.
Camera voor buiten temperatuurbereik.
Wacht tot temperatuur normaal is)
wordt weergegeven
Geeft aan dat een van de volgende
systemen is uitgeschakeld:
• PCS (Pre-Crash Safety-systeem)
• LDA (Lane Departure Alert)
• LTA (Lane Tracing Assist)
• AHB (Automatic High Beam)
• Dynamic Radar Cruise Control
• Snelheidsbegrenzer (indien aanwezig)
•
RSA (Road Sign Assist) (indien
aanwezig)
Voer de onderstaande
correctieprocedures uit.
–
Als de camera voor heet is, bijvoor-
beeld doordat de auto in de zon heeft
gestaan, maak dan gebruik van de
airconditioning om het gedeelte
rondom de camera voor af te koelen.
– Als bij het parkeren van de auto
gebruik is gemaakt van een
zonnescherm, kan bij bepaalde
typen zonneschermen door het
zonlicht dat door het oppervlak
ervan wordt gereflecteerd de
temperatuur van de camera voor
extreem hoog oplopen.
–
Als de camera voor koud is, bijvoor-
beeld doordat de auto in een zeer
koude omgeving heeft gestaan, maak
dan gebruik van het airconditioning-
systeem om het gedeelte rondom te
camera voor op te warmen.
Als “System Stopped Front Radar
Sensor Blocked Clean Radar Sensor”
(Systeem uitgeschakeld. Radarsensor
voor geblokkeerd. Reinig radarsensor)
wordt weergegeven
Geeft aan dat een van de volgende
systemen is uitgeschakeld:
• PCS (Pre-Crash Safety-systeem)
• LDA (Lane Departure Alert)
7.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
383
7
Bij problemen
• LTA (Lane Tracing Assist)
• AHB (Automatic High Beam)
• Dynamic Radar Cruise Control
• Snelheidsbegrenzer (indien aanwezig)
Voer de onderstaande
correctieprocedures uit.
– Controleer of de radarsensor of de
kap van de radarsensor is
verontreinigd en maak ze indien
nodig schoon (→blz. 171).
–
Deze melding wordt mogelijk
weergegeven tijdens het rijden in een
open gebied met weinig andere
voertuigen, gebouwen en andere
constructies in de nabije omgeving,
zoals bij grote dorre vlaktes, grasland,
braakliggende terreinen, enz. De
melding zal dan waarschijnlijk weer
verdwijnen als wordt gereden in een
gebied met gebouwen, andere
constructies en andere voertuigen in
de nabije omgeving.
Als “System Stopped Front Radar
Sensor Out of Temperature Range Wait
until Normal Temperature” (Systeem
uitgeschakeld. Radarsensor voor
buiten temperatuurbereik. Wacht tot
temperatuur normaal is) wordt
weergegeven
Geeft aan dat een van de volgende
systemen is uitgeschakeld:
• PCS (Pre-Crash Safety-systeem)
• LDA (Lane Departure Alert)
• LTA (Lane Tracing Assist)
• AHB (Automatic High Beam)
• Dynamic Radar Cruise Control
• Snelheidsbegrenzer (indien aanwezig)
De temperatuur van de radarsensor ligt
buiten het werkingsgebied. Wacht
totdat de temperatuur normaal is.Als “System Stopped Front Radar In
Self Calibration See Owner's Manual”
(Systeem uitgeschakeld. Zelfkalibratie
radar voor. Zie handleiding) wordt
weergegeven
Geeft aan dat een van de volgende
systemen is uitgeschakeld:
• PCS (Pre-Crash Safety-systeem)
• LDA (Lane Departure Alert)
• LTA (Lane Tracing Assist)
• AHB (Automatic High Beam)
• Dynamic Radar Cruise Control
• Snelheidsbegrenzer (indien aanwezig)
Voer de onderstaande
correctieprocedures uit.
– Controleer of de radarsensor of de
kap van de radarsensor is
verontreinigd en maak ze indien
nodig schoon (→blz. 171).
– De radarsensor is mogelijk niet goed
uitgelijnd en wordt automatisch
afgesteld tijdens het rijden. Rijd nog
even verder.
Als “Cruise Control Unavailable See
Owner's Manual” (Cruise Control niet
beschikbaar. Zie handleiding) wordt
weergegeven
Geeft aan dat een van de volgende
systemen is uitgeschakeld:
• Dynamic Radar Cruise Control
• Cruise control
Er wordt een melding weergegeven als
er herhaaldelijk op de toets
rijondersteuning wordt gedrukt.
Druk de toets rijondersteuning snel en
stevig in.
Als “Speed Limiter Unavailable See
Owner's Manual” (Snelheidsbegrenzer
niet beschikbaar. Zie handleiding)
wordt weergegeven
Deze melding kan worden weergegeven
als de transmissie in stand R staat.
Selecteer stand D.
7.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
384
WAARSCHUWING!
Bij gebruik van het compacte
reservewiel
• Houd er rekening mee dat het
reservewiel speciaal ontworpen is
voor gebruik onder uw auto. Gebruik
uw reservewiel daarom niet onder
een andere auto.
• Monteer niet gelijktijdig meer dan
één compact reservewiel onder uw
auto.
• Vervang het reservewiel zo snel
mogelijk door een wiel met een
standaardband.
• Vermijd plotseling accelereren,
abrupte stuuracties, plotseling
remmen en schakelhandelingen die
een plotselinge motorremwerking
veroorzaken.
Bij gebruik van het compacte
reservewiel
Het kan voorkomen dat de rijsnelheid
niet goed wordt weergegeven en dat de
volgende systemen niet goed werken:
– ABS en Brake Assist
– VSC
–TRC
– Automatic High Beam
– Dynamic Radar Cruise Control
– EPS
– PCS (Pre-Crash Safety-systeem)
– LTA (Lane Tracing Assist)
– LDA (Lane Departure Alert)
– Bandenspanningswaarschuwings-
systeem
– Toyota Parking Assist-sensor
(indien aanwezig)
– BSM (Blind Spot Monitor) (indien
aanwezig)
– Rear View Monitor-systeem (indien
aanwezig)
– Navigatiesysteem (indien aanwezig)
Snelheidsbeperking bij gebruik van
het compacte reservewiel
Rijd niet harder dan 80 km/h als er een
compact reservewiel onder de auto is
gemonteerd.
WAARSCHUWING!(Vervolg)
Het compacte reservewiel is niet
ontworpen voor gebruik bij hoge
snelheden. Het niet opvolgen van deze
voorzorgsmaatregel kan leiden tot een
ongeval en dodelijk of ernstig letsel.
Na gebruik van gereedschap en krik
Controleer voor het rijden of het
gereedschap en de krik weer goed zijn
opgeborgen en bevestigd. Dit om te
voorkomen dat een van deze
voorwerpen bij een aanrijding of bij hard
remmen letsel veroorzaakt.
OPMERKING
Rijd voorzichtig over oneffenheden in
het wegdek heen als het compacte
reservewiel onder de auto gemonteerd
is
De auto ligt lager op de weg als het
compacte reservewiel is gemonteerd
dan wanneer er gereden wordt met de
standaardbanden. Wees voorzichtig bij
het rijden over slechte wegen.
Rijden met sneeuwkettingen en het
compacte reservewiel
Monteer geen sneeuwketting op het
compacte reservewiel. De
sneeuwketting kan de carrosserie
beschadigen en het rijgedrag in
negatieve zin beïnvloeden.
Bij het vervangen van banden
Neem voor het verwijderen en plaatsen
van wielen, banden of
bandenspanningssensoren en -zenders
contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige, omdat de
bandenspanningssensoren en -zenders
beschadigd kunnen raken als er niet
voorzichtig mee wordt omgegaan.
Voorkomen van schade aan de
bandenspanningssensoren en
-zenders
Als een band is gerepareerd met
7.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
405
7
Bij problemen
Functie voor verlaging van de
bochtensnelheid...........201
Functie wegrijden uit fileparkeervak
Advanced Park............259
Functie wegrijden uit haaks
parkeervak (vooruit/achteruit)
Advanced Park............254
Gebruik van de cruise control. . . .204
Gebruik van de Dynamic
Radar Cruise Control.........198
Gebruik van de
snelheidsbegrenzer.........206
Geheugenfunctie Advanced Park .261
GPF-systeem (benzineroetfilter)* .273
In- en uitschakelen van
Advanced Park............250
In- en uitschakelen van het
Safe Exit Assist-systeem......270
Inhoud van het gedeelte van de
handleiding over Toyota Safety
Sense..................168
Inschakelen/uitschakelen van de PKSB
(Parking Support Brake).......233
Inschakelen/uitschakelen
van de RCD-functie.........229
Inschakelen/uitschakelen
vandeRCTA..............223
In-/uitschakelen van de
Blind Spot Monitor..........212
In-/uitschakelen van het systeem .186
LDA (Lane Departure Alert). . . .187
LTA-functies..............184
LTA (Lane Tracing Assist)......184
Naderingswaarschuwing......201
Noodstopsysteem..........208
Ondersteunende systemen.....274
Ondersteunend systeem......170
Ondersteuning voor
rijstrookwisseling...........202
Overzicht systeem..........235
Overzicht van de ondersteunende
systemen................274
PCS (Pre-Crash Safety-systeem) .175
PKSB (Parking Support Brake)* . .232
PKSB-systeem
(Parking Support Brake).......232
RCD-functie
(Rear Camera Detection)*......228
RCTA ..................224
RCTA (Rear Crossing Traffic
Alert)*.................223Rijmodusselectieschakelaar. . . .273
RSA (Road Sign Assist) (indien
aanwezig)...............192
Safe Exit Assist*...........268
Samenvatting van het systeem . .209
Scherm audiosysteem........229
Schermen en bediening.......191
Selecteren van een rijmodus. . . .273
Signaleerbare objecten.......175
Snelheidsbegrenzer
(indien aanwezig)...........205
Snelheidsbegrenzer met
Road Sign Assist...........207
Software-update Toyota Safety
Sense*.................167
Soorten camera's en sensoren
die worden gebruikt voor Advanced
Park...................248
Soorten ondersteunde
verkeersborden............193
Stilstaande objecten rond de auto
(auto's met Advanced Park)
(indien aanwezig)...........243
Stilstaande objecten voor en
achter de auto (indien aanwezig) .237
Systeemfuncties...........175
Systeemonderdelen . .198 , 204, 205,
210, 214, 223, 268
Toyota Parking Assist-sensor* . . .214
Toyota Parking Assist-sensor
in-/uitschakelen...........215
Toyota Safety Sense.........169
Toyota Teammate Advanced
Park*..................244
Uitschakelen/onderbreken
Advanced Park............266
Voetgangers achter de auto
(indien aanwezig)...........241
Waarschuwingsfase 1........209
Waarschuwingsfase 2........209
Waarschuwingsfunctie.......193
Waarschuwingsfunctie obstakel
(auto's met Advanced Park).....221
Wanneer een voetganger wordt
gesignaleerd..............229
Weergavefunctie...........192
Weergaven en zoemers voor
begrenzingsregeling hybridesysteem
en remregeling............233
Weergegeven meldingen
Advanced Park............267
Trefwoordenlijst
555