Als “Traction battery needs to be
protected. Refrain from the use of
position.” (Tractiebatterij moet worden
beschermd. Vermijd het gebruik van
stand N) wordt weergegeven
Deze melding kan worden weergegeven
als de selectiehendel in stand N staat.
Het batterijpakket (tractiebatterij) kan
niet worden geladen als de
selectiehendel in stand N staat. Zet de
selectiehendel daarom in stand P als de
auto stilstaat.
Als “Shift is in
Release Accelerator
Before Shifting” (Selectiehendel staat
in stand N. Laat vóór het schakelen het
gaspedaal los) wordt weergegeven
De melding wordt weergegeven wanneer
het gaspedaal wordt ingetrapt en de
selectiehendel in stand N staat.
Laat het gaspedaal los en zet de
selectiehendel in stand D of R.
Als “Shift to
Before Exiting Vehicle”
(Zet selectiehendel in stand P voordat
u de auto verlaat) wordt weergegeven
Deze melding wordt weergegeven
wanneer het bestuurdersportier wordt
geopend terwijl het contact niet UIT is
gezet en de selectiehendel in een andere
stand dan P staat. Zet de selectiehendel
in stand P.
Als “Auto Power OFF to Conserve
Battery” (Automatische uitschakeling
contact om batterij te sparen) wordt
weergegeven
Het contact is UIT gezet door de Auto
power off-functie.
Bedien de volgende keer dat u het
hybridesysteem start het
hybridesysteem gedurende ongeveer
5 minuten om de 12V-accu op te laden.Als “A New Key has been Registered.
Contact Your Dealer for Details.” (Er is
een nieuwe sleutel geregistreerd.
Neem voor meer informatie contact op
met uw dealer) wordt weergegeven
Deze melding wordt weergegeven elke
keer dat het bestuurdersportier wordt
geopend als de portieren van buitenaf
worden ontgrendeld gedurende
ongeveer een week nadat er een nieuwe
elektronische sleutel is geregistreerd.
Neem contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige als de melding
wordt weergegeven, maar u geen nieuwe
elektronische sleutel hebt geregistreerd,
om te controleren of er een onbekende
elektronische sleutel (anders dan de
sleutels die u in uw bezit hebt) is
geregistreerd.
Als er een melding wordt weergegeven
dat er een storing in de camera voor
aanwezig is
De onderstaande systemen worden
mogelijk tijdelijk uitgeschakeld tot het in
de melding aangegeven probleem is
opgelost. (→Blz. 243, blz. 439)
• PCS (Pre-Crash Safety-systeem)
*
• LTA (Lane Tracing Assist)*
• Dynamic Radar Cruise Control met
volledig snelheidsbereik*
• RSA (Road Sign Assist)*
• Automatic High Beam*
*
: Indien aanwezig
Als er een melding wordt weergegeven
dat er een storing in de radarsensor
aanwezig is
De onderstaande systemen worden
mogelijk tijdelijk uitgeschakeld tot het in
de melding aangegeven probleem is
opgelost. (→Blz. 243, blz. 439)
• PCS (Pre-Crash Safety-systeem)
*
• LTA (Lane Tracing Assist)*
7.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
450
WAARSCHUWING!
Gebruik van het compacte
reservewiel (indien aanwezig)
• Houd er rekening mee dat het
compacte reservewiel speciaal
ontworpen is voor gebruik onder uw
auto. Gebruik uw reservewiel
daarom niet onder een andere auto.
• Monteer niet gelijktijdig meer dan
één compact reservewiel onder uw
auto.
• Vervang het reservewiel zo snel
mogelijk door een wiel met een
standaardband.
• Vermijd plotseling accelereren,
abrupte stuuracties, plotseling
remmen en schakelhandelingen die
een plotselinge motorremwerking
veroorzaken.
Gebruik van het compacte
reservewiel (indien aanwezig)
Het kan voorkomen dat de rijsnelheid
niet goed wordt weergegeven en dat de
volgende systemen niet goed werken:
• ABS en Brake Assist
• VSC
•TRC
• EPS
• Automatic High Beam
*
• PCS (Pre-Crash Safety-systeem)*
• LTA (Lane Tracing Assist)
• Dynamic Radar Cruise Control met
volledig snelheidsbereik
*
• Cruise control*
• BSM (Blind Spot Monitor)*
• Toyota Parking Assist-sensor*
• S-IPA (Simple Intelligent Parking
Assist-systeem)*
• Rear View Monitor-systeem*
• Navigatiesysteem*
*
: Indien aanwezig
WAARSCHUWING!(Vervolg)
Snelheidsbeperking bij gebruik van
het compacte reservewiel (indien
aanwezig)
Rijd niet harder dan 80 km/h als er een
compact reservewiel onder de auto is
gemonteerd.
Het compacte reservewiel is niet
ontworpen voor gebruik bij hoge
snelheden. Het niet opvolgen van deze
voorzorgsmaatregel kan leiden tot een
ongeval met dodelijk of ernstig letsel
tot gevolg.
Na gebruik van gereedschap en krik
Controleer voor het rijden of het
gereedschap en de krik weer goed zijn
opgeborgen en bevestigd. Dit om te
voorkomen dat een van deze
voorwerpen bij een aanrijding of bij
hard remmen letsel veroorzaakt.
OPMERKING
Rijd voorzichtig over oneffenheden in
het wegdek heen als het compacte
reservewiel onder de auto gemonteerd
is. (indien aanwezig)
De auto ligt lager op de weg als het
compacte reservewiel is gemonteerd
dan wanneer er gereden wordt met de
standaardbanden. Wees voorzichtig bij
het rijden over slechte wegen.
Rijden met sneeuwkettingen en het
compacte reservewiel (indien
aanwezig)
Monteer geen sneeuwketting op het
compacte reservewiel. De
sneeuwketting kan de carrosserie
beschadigen en het rijgedrag in
negatieve zin beïnvloeden.
Bij het vervangen van banden
Neem voor het verwijderen en plaatsen
van wielen, banden of
bandenspanningssensoren en -zenders
contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
7.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
476
LTA (Lane Tracing Assist)*(→blz. 255)
Functie Persoonlijke voorkeursinstelling123
Lane Centering-functie Aan, uit O – –
Gevoeligheid waarschuwing Hoog, standaard O – –
Waarschuwingsfunctie slin-
geren autoAan, uit O – –
Gevoeligheid waarschuwing
voor slingerenLaag, standaard, hoog O – –
*: Indien aanwezig
BSM (Blind Spot Monitor)
*(→blz. 285)
FunctieStandaardin-
stellingPersoonlijke
voorkeursin-
stelling123
Blind Spot Monitor Aan Uit O – –
Helderheid indicator in bui-
tenspiegelHelder Gedimd O – –
Timing waarschuwing voor
aanwezigheid van naderende
auto (gevoeligheid)GemiddeldVroeg
O– – Laat
Alleen wanneer
een auto wordt
gesignaleerd in
de dode hoek
*: Indien aanwezig
PKSB (Parking Support Brake)
*(→blz. 315)
FunctieStandaardin-
stellingPersoonlijke
voorkeursin-
stelling123
PKSB-functie (Parking Sup-
port Brake)Aan Uit O – –
*: Indien aanwezig
RSA (Road Sign Assist)
*1(→blz. 265)
Functie
Standaardin-
stellingPersoonlijke
voorkeursin-
stelling123
RSA (Road Sign Assist)*2Aan Uit O – –
Meldingsmethode snelheids-
overschrijding
*3Alleen weergaveGeen melding O – –
Weergave en
zoemerO– –
Meldingsniveau snelheids-
overschrijding
2km/h(1mph)5 km/h (3 mph)
O– –
10 km/h
(5 mph)
8.2 Persoonlijke voorkeursinstellingen
503
8
SPECIFICATIES
Instellen van de rijsnelheid
(afstandsregelmodus)........273
Instellingen LTA-systeem......260
Instellingen tussenafstand
(afstandsregelmodus)........274
In-/uitschakelen van de
BSM-functie..............286
Koppeling met PKSB (Parking
Support Brake-systeem) (indien
aanwezig)...............324
LTA (Lane Tracing Assist)*.....255
Meldingen multi-
informatiedisplay...........340
Meldingen op het multi-
informatiedisplay...........261
Naast andere auto's parkeren
(modus automatisch haaks
inparkeren)..............336
Naderingswaarschuwing
(afstandsregelmodus)........275
Ondersteunde soorten
verkeersborden............266
Ondersteunende systemen.....348
Ondersteunend systeem......232
Overzicht systeem..........316
Overzicht van de Blind Spot
Monitor.................285
Overzicht van de functie......265
Overzicht van de Rear Crossing
Traffic Alert..............310
Overzicht van functies .255 , 269, 279,
283, 324
Parking Support Brake-functie
(voor stilstaande objecten)*. . . .320
Parking Support Brake-functie
(voor voertuigen die achterlangs
rijden)*.................323
PCS (Pre-Crash Safety-systeem)* .244
PKSB (Parking Support Brake)* . .315
PKSB-systeem (Parking Support
Brake)..................315
RCTA ..................311
RCTA (Rear Crossing Traffic
Alert)*.................310
Rijden in de afstandsregelmodus .272
Rijmodus selecteren.........282
RSA (Road Sign Assist)*.......265
Selecteren van de constante-
snelheidsregelmodus........275
Selecteren van de rijmodus.....282
Sensoren................232Signaleerbare objecten en
beschikbaarheid functie.......244
S-IPA (Simple Intelligent Parking
Assist-systeem)*...........324
Snelheidsbegrenzer*........283
Soorten sensoren. . . .301 , 321, 323
Systeemfuncties...........245
Systeemonderdelen.........269
Tabel met ondersteuningsmodi en
functies van het Simple Intelligent
Parking Assist-systeem.......325
Toyota Parking Assist-sensor* . . .301
Toyota Safety Sense*........232
Uitschakelen en hervatten van de
constante-snelheidsregeling. . . .281
Uitschakelen en hervatten van de
snelheidsbegrenzer.........284
Uitschakelen en hervatten van de
snelheidsregeling...........275
Uitschakelen van het TRC-
systeem................348
Voorbeelden van het in werking
treden van de functie.....320 , 323
Voorzorgsmaatregelen tijdens het
gebruik.................343
Waarschuwingsfunctie.......267
Weergaven en zoemers voor
begrenzingsregeling hybride
systeem en remregeling.......316
Weergave op het multi-
informatiedisplay...........265
Wegrijden van een parkeerplaats na
het fileparkeren (modus
parkeerplaats fileparkeren
verlaten)................332
Wijzigen van de ingestelde
snelheid..........273 , 280, 283
Wijzigen van de
ondersteuningsmodus........326
Wijzigen van de tussenafstand
(afstandsregelmodus)........274
Wijzigen van instellingen van het
Pre-Crash Safety-systeem.....247
Gebruik van de opbergmogelijkheden
Bagageafdekking...........371
Bagagehaken (indien aanwezig) . .368
Bekerhouders.............368
Consolevak..............367
Dashboardkastje...........366
Extra opbergvakken.........369
Trefwoordenlijst
512