
Melding Situatie/oplossing
“Unavailable” (niet beschikbaar)
“Try Another Location” (probeer
andere locatie)De S-IPA-schakelaar wordt bediend in een gebied zonder
parkeerplaatsen of in een gebied waar de ruimte om te par-
keren smal is.
De ondersteuningsregeling kan niet worden gebruikt,
aangezien er geen parkeerplaatsen zijn. Rijd door naar
een parkeerplaats waarvan de breedte ongeveer 2,6 m of
meer is.
De ondersteuningsregeling kan niet worden gebruikt,
aangezien de weg te smal is. Rijd door naar een parkeer-
plaats waar de breedte van de weg ongeveer 4,5 m of
meer is.
“Narrow Space” (smalle ruimte)
“Try Another Location” (probeer
andere locatie)De S-IPA-schakelaar wordt bediend wanneer er onvol-
doende ruimte voor en achter de auto is bij het wegrijden
van een parkeerplaats na het fileparkeren.
De ondersteuningsregeling kan niet worden gebruikt,
aangezien er geen parkeerplaatsen zijn. Rijd door naar
een parkeerplaats die ongeveer 2,6 m of breder is.
“Obstruction” (obstructie)
“Try Another Location” (probeer
andere locatie)De S-IPA-schakelaar wordt bediend in een gebied waar
obstakels aanwezig zijn vóór de auto en de auto kan niet
naar voren rijden tot het beginpunt voor achteruitrijden.
De ondersteuningsregeling kan niet worden gebruikt,
aangezien er obstakels aanwezig zijn vóór de auto. Ge-
bruik parkeerplaatsen waar zich geen obstakels voor
bevinden.
“Narrow Space” (smalle ruimte)De S-IPA-schakelaar wordt bediend wanneer er onvol-
doende ruimte voor en achter de auto is bij het wegrijden
van een parkeerplaats na het fileparkeren.
De auto kan niet wegrijden met behulp van de onder-
steuningsregeling, aangezien er onvoldoende ruimte
voor en achter de auto is. Controleer vóór het wegrijden
of de omgeving veilig is.
“Unavailable” (niet beschikbaar)De S-IPA-schakelaar wordt bediend in een gebied waar
geen obstakels aanwezig zijn vóór de auto of waar obsta-
kels aanwezig zijn naast de auto en de auto kan niet wegrij-
den van de parkeerplaats na het fileparkeren.
De ondersteuningsregeling kan niet worden gebruikt bij
het wegrijden, aangezien er obstakels aanwezig zijn
naast de auto of het wegrijden kan eenvoudig handma-
tig worden uitgevoerd. Controleer vóór het wegrijden of
de omgeving veilig is.
“Pressure Applied to Steering
Wheel” (stuurwiel wordt vast-
gehouden)De ondersteuningsregeling wordt gestart terwijl het stuur-
wiel wordt vastgehouden.
Laat uw handen op het stuurwiel rusten zonder druk uit
te oefenen. De ondersteuningsregeling treedt in wer-
king.
“Stop the Vehicle” (breng de
auto tot stilstand)De auto rijdt en de ondersteuningsregeling wordt gestart
terwijl het stuurwiel wordt vastgehouden.
Breng de auto tot stilstand en volg de aanwijzingen van
het systeem om de ondersteuningsregeling te starten.
4.5 Gebruik van de ondersteunende systemen
341
4
Rijden

Wanneer de bediening wordt geannuleerd
Melding Situatie/oplossing
“Park Assist Cancelled” (Parking
Assist-systeem uitgeschakeld)De bestuurder zet de selectiehendel in stand P of bedient
de S-IPA-schakelaar terwijl de ondersteuningsregeling in
werking is.
“Excessive Speed” (snelheid te
hoog)De rijsnelheid wordt tijdens het zoeken van een parkeer-
plaats in de modus fileparkeren hoger dan 30 km/h.
“Narrow Space” (smalle ruimte)De ondersteuningsregeling wordt gestart in een gebied
met smalle parkeerplaatsen.
“No Exit Direction Specified”
(geen wegrijrichting geselec-
teerd)De schakelstand wordt gewijzigd zonder dat de richting-
aanwijzerschakelaar is gebruikt om een wegrijrichting te
selecteren terwijl de modus parkeerplaats fileparkeren ver-
laten wordt gebruikt.
Volg de aanwijzingen van het systeem.
“Wrong Direction” (onjuiste
richting)Wanneer de ondersteuningsregeling start, rijdt de auto in
een richting die tegenovergesteld is aan de begeleiding.
Volg de aanwijzingen van het systeem om naar voren te
rijden.
“Cannot Reach Desired Posi-
tion” (kan gewenste positie niet
bereiken)Het maximale aantal manoeuvres voor meerdere keerma-
noeuvres wordt bereikt tijdens de ondersteuningsregeling
of de beoogde parkeerplaats kan niet worden bereikt door-
dat de regeling wordt gebruikt op een weg met een steile
helling.
Volg de aanwijzingen van de ondersteuningsregeling en
gebruik het systeem op een brede plaats waar geen
steile hellingen zijn.
Wanneer de bediening tijdelijk wordt onderbroken
Melding Situatie/oplossing
“Steering Wheel Turned” (stuur-
wiel gedraaid)De bestuurder houdt het stuurwiel vast tijdens de onder-
steuningsregeling.
Breng de auto tot stilstand en laat uw handen op het
stuurwiel rusten zonder druk uit te oefenen. Druk ver-
volgens op de S-IPA-schakelaar om de ondersteunings-
regeling weer te starten.
“Excessive Speed” (snelheid te
hoog)De rijsnelheid wordt tijdens de ondersteuningsregeling
hoger dan 7 km/h
Breng de auto tot stilstand en laat uw handen op het
stuurwiel rusten zonder druk uit te oefenen. Druk ver-
volgens op de S-IPA-schakelaar om de ondersteunings-
regeling weer te starten.
“Pressure Applied to Steering
Wheel” (stuurwiel wordt vast-
gehouden)De S-IPA-schakelaar wordt ingedrukt terwijl de ondersteu-
ningsregeling tijdelijk is onderbroken en het stuurwiel ste-
vig wordt vastgehouden.
Laat uw handen op het stuurwiel rusten zonder druk uit
te oefenen. Breng vervolgens de auto tot stilstand om de
ondersteuningsregeling weer te starten.
“Stop the Vehicle” (breng de
auto tot stilstand)De S-IPA-schakelaar wordt ingedrukt terwijl de ondersteu-
ningsregeling tijdelijk is onderbroken en de auto rijdt.
Laat uw handen op het stuurwiel rusten zonder druk uit
te oefenen. Breng vervolgens de auto tot stilstand om de
ondersteuningsregeling weer te starten.
4.5 Gebruik van de ondersteunende systemen
342

• Als “Low 12-Volt Battery.” (12V-accu
bijna leeg) wordt weergegeven
–
Wanneer het display na een paar
seconden uitgaat (wordt gedurende
ongeveer 6 seconden weergegeven):
Laat het hybridesysteem langer dan
15 minuten werken en laad de
12V-accu.
– Wanneer het display niet uitgaat:
Start het hybridesysteem met
behulp van de procedures:
→blz. 480
•
Als “Maintenance required for Traction
battery cooling parts. See owner’s
manual.” (Onderhoud vereist voor
koelonderdelen tractiebatterij. Zie
handleiding) wordt weergegeven,
kunnen de filters verstopt zitten, kunnen
de ventilatieopeningen geblokkeerd zijn
of kan er een gat in het kanaal zitten.
Voer daarom de onderstaande
correctieprocedure uit.
– Als de ventilatieopeningen en filters
van het batterijpakket
(tractiebatterij) vuil zijn, voer dan de
procedure op blz. 414 uit om ze
schoon te maken.
– Als de waarschuwingsmelding
wordt weergegeven wanneer de
ventilatieopeningen en filters van
het batterijpakket (tractiebatterij)
niet vuil zijn, laat de auto dan
onmiddellijk nakijken door een
erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
Als “Engine Oil Level Low. Add or Rep-
lace Oil.” (Motoroliepeil laag. Olie bij-
vullen of verversen) wordt
weergegeven
Het motoroliepeil is laag. Controleer het
oliepeil en vul indien nodig olie bij.
Deze melding kan verschijnen als de auto
op een helling stilstaat. Plaats de auto op
een horizontale ondergrond en
controleer of de melding verdwijnt.Als “Hybrid System Stopped. Steering
Power Low” (Motor uitgeschakeld.
Weinig stuurbekrachtiging) wordt
weergegeven
Deze melding wordt weergegeven als het
hybridesysteem wordt uitgeschakeld
tijdens het rijden. Als het stuurwiel
zwaarder werkt dan gebruikelijk, houd
het dan stevig vast en oefen meer kracht
uit dan anders.
Als “Hybrid System Overheated.
Reduced Output Power.”
(Hybridesysteem oververhit.
Gereduceerd uitgangsvermogen)
wordt weergegeven
Deze melding wordt mogelijk weergegeven
tijdens het rijden onder zware
omstandigheden. (Bijvoorbeeld wanneer u
een lange steile helling op rijdt.)
Oplossing:→486
Als “Depress Brake When Vehicle is
Stopped. Hybrid System may Over-
heat.” (Trap rempedaal in wanneer auto
stilstaat. Hybridesysteem is mogelijk
oververhit) wordt weergegeven
De melding wordt mogelijk weergegeven
wanneer het gaspedaal wordt ingetrapt
om de auto op een omhoog lopende
helling op zijn plaats te houden, enz.
Het hybridesysteem kan oververhit
raken. Laat het gaspedaal los en trap het
rempedaal in.
Als “Traction battery needs to be prote-
cted. Shift intoto restart.”
(Tractiebatterij moet worden
beschermd. Zet selectiehendel in stand
P om opnieuw te starten) wordt
weergegeven
Deze melding wordt weergegeven
wanneer het batterijpakket
(tractiebatterij) bijna leeg is, doordat de
selectiehendel een bepaalde periode in
stand N heeft stilgestaan. Zet bij het
bedienen van de auto de selectiehendel
in stand P en herstart het
hybridesysteem.
7.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
449
7
Bij problemen