229
4
Handleiding CV_Europa_M52N20_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
WAARSCHUWING
●Er wordt met de auto gereden op een
plaats waar de weg zich splitst, wegen
samenkomen, enz.
●Vanwege wegwerkzaamheden bevin-
den zich asfaltreparatiemarkeringen,
witte (gele) lijnen, enz. op de weg.
●Er zijn schaduwen op de weg die paral-
lel lopen aan de witte (gele) lijnen of
deze bedekken.
●Er wordt met de auto gereden in een
gebied zonder witte (gele) lijnen, zoals
voor een tolboom of kaartautomaat of
op een kruising.
●De witte (gele) lijnen zijn onderbroken of
er zijn verhoogde rijstrookmarkeringen
of stenen aanwezig.
●De witte (gele) lijnen zijn niet of moeilijk
te zien door zand, enz.
●Er wordt met de auto gereden op een
wegdek dat nat is door regen, plassen,
enz.
●De verkeerslijnen zijn geel (waardoor ze
mogelijk moeilijker te herkennen zijn
dan witte lijnen).
●De witte (gele) lijnen lopen over een
stoeprand, enz.
●Er wordt met de auto gereden op een
helder oppervlak, zoals beton.
●Als de rand van de weg niet duidelijk of
niet recht is.
●Er wordt met de auto gereden op een
oppervlak dat helder is als gevolg van
gereflecteerd licht, enz.
●Er wordt met de auto gereden in een
gebied waar de helderheid plotseling
verandert, zoals bij in- en uitgangen van
tunnels.
●Licht van de koplampen van een tegen-
ligger, de zon, enz. dringt de camera
binnen.
●Er wordt gereden op een helling.
●Er wordt gereden op een weg die naar
links of rechts helt of op een bochtige
weg.
●Er wordt gereden op een onverharde of
ongelijkmatige weg.
●De rijstrook is zeer smal of breed.
●De auto helt sterk over door het vervoe-
ren van zware bagage of door een
onjuiste bandenspanning.
●De afstand tot de voorligger is extreem
kort.
●De auto beweegt vaak op en neer ten
gevolge van de wegomstandigheden tij-
dens het rijden (slechte wegen of naden
in het wegdek).
●Wanneer u met uitgeschakelde koplam-
pen in een tunnel of in het donker rijdt of
wanneer een koplamp gedimd wordt
doordat het lampglas vuil of niet goed
uitgelijnd is.
●De auto heeft last van zijwind.
YARIS_CROSS_OM_Europe_OM52N20E.book Page 229 Monday, September 6, 2021 11:13 AM
278
Handleiding CV_Europa_M52N20_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Gebruik de bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel om de Toyota
Parking Assist-sensor in of uit te scha-
kelen. (Blz. 94, 100)
1 Druk op / (4,2 inch display)
of / (7 inch display) van de
bedieningstoets van het instrumen-
tenpaneel en selecteer .
2 Druk op / (4,2 inch display)
of / (7 inch display) van de
bedieningstoets van het instrumen-
tenpaneel, selecteer en druk op
.
Wanneer de Toyota Parking Assist-sen-
sor wordt uitgeschakeld, gaat het con-
trolelampje Toyota Parking Assist-sen-
sor OFF ( Blz. 82) branden.
Als het systeem is uitgeschakeld en u
het weer wilt inschakelen, selecteer
dan op het multi-informatiedisplay,
selecteer en vervolgens “On” (aan).
Als het systeem door middel van deze
methode is uitgeschakeld, wordt het
niet automatisch weer ingeschakeld
nadat het contact UIT en weer AAN is
gezet.
Toyota Parking Assist-sensor
in-/uitschakelenWAARSCHUWING
■Waarschuwingen met betrekking tot
het gebruik van het systeem
Vertrouw niet blindelings op het systeem,
aangezien er een grens is aan de mate
van nauwkeurigheid bij de herkenning en
de ondersteunende mogelijkheden die dit
systeem kan bieden. Het is altijd de ver-
antwoordelijkheid van de bestuurder om
de omgeving van de auto in de gaten te
houden en veilig te rijden.
■Ervoor zorgen dat het systeem goed
werkt
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht.
Anders kan een ongeval het gevolg zijn.
●Beschadig de sensoren niet en houd ze
altijd schoon.
●Plaats geen stickers of elektronische
onderdelen zoals een kentekenplaat met
achtergrondverlichting (met name fluo-
rescerende), een mistlamp, een spatbor-
dantenne of een draadloze antenne in de
buurt van een radarsensor.
●Stel de radarsensor en de omgeving
van de sensor niet bloot aan krachtige
schokken. Laat de auto nakijken door
een erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige als de radarsensor, de grille of de
voorbumper is blootgesteld aan krach-
tige schokken. Neem contact op met
een erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige als een sensor of de achterbumper
moet worden verwijderd/geplaatst of
vervangen.
●Wijzig, demonteer of spuit de sensoren
niet.
●Bevestig geen afdekking op de kente-
kenplaat.
●Houd de bandenspanning op de juiste
waarde.
YARIS_CROSS_OM_Europe_OM52N20E.book Page 278 Monday, September 6, 2021 11:13 AM
307
4
Handleiding CV_Europa_M52N20_nl
4-6. Rijtips
Rijden
4-6.Rijtips
Gebruik vloeistoffen die geschikt zijn
voor winterse omstandigheden.
• Motorolie
• Koelvloeistof
• Ruitensproeiervloeistof
Laat de toestand van de accu con-
troleren door een monteur.
Laat vier winterbanden onder uw
auto monteren of schaf een set
sneeuwkettingen voor de voorwielen
aan.
Controleer of alle banden dezelfde maat
hebben en van hetzelfde merk zijn en con-
troleer of de sneeuwkettingen geschikt zijn
voor de bandenmaat van uw auto.
Rijden in de winter
Tref voor het aanbreken van de
winter de noodzakelijke voorberei-
dingen en voer de benodigde
controles uit. Pas uw rijgedrag
altijd aan de actuele weersomstan-
digheden aan.
Voorbereidingen voor de
winter
WAARSCHUWING
■Rijden met winterbanden
Neem om de kans op ongevallen te beper-
ken de volgende voorzorgsmaatregelen in
acht.
Als u dat niet doet, kunt u de macht over
het stuur verliezen, waardoor dodelijk of
ernstig letsel kan ontstaan.
●Gebruik banden met de voorgeschreven
maat.
●Zorg ervoor dat de bandenspanning aan
de specificatie voldoet.
●Rijd niet harder dan de toegestane snel-
heid of harder dan de snelheidslimiet
die geldt voor de gebruikte winterban-
den.
●Monteer winterbanden op alle wielen.
■Rijden met sneeuwkettingen
Neem om de kans op ongevallen te beper-
ken de volgende voorzorgsmaatregelen in
acht.
Anders kunnen een aanrijding en dodelijk
of ernstig letsel het gevolg zijn.
●Rijd niet harder dan de maximaal toege-
stane snelheid voor de gebruikte
sneeuwkettingen of niet harder dan
50 km/h, afhankelijk van welke snelheid
de laagste is.
●Vermijd het rijden over slechte wegdek-
ken en over gaten.
●Vermijd plotseling accelereren, abrupte
stuuracties, plotseling remmen en scha-
kelhandelingen die een plotselinge
motorremwerking veroorzaken.
●Minder uw snelheid alvorens een bocht
aan te snijden zodanig, dat u zeker weet
dat de auto bestuurbaar blijft.
●Gebruik het LTA-systeem (Lane Tracing
Assist) niet. (indien aanwezig)
●Gebruik het LDA-systeem (Lane Depar-
ture Alert met stuurregeling) niet. (indien
aanwezig)
OPMERKING
■Repareren of vervangen van winter-
banden
Laat winterbanden repareren of vervangen
door een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige
of door een bandenspecialist.
Het verwijderen en plaatsen van winter-
banden heeft namelijk invloed op de wer-
king van de bandenspanningssensoren en
-zenders.
YARIS_CROSS_OM_Europe_OM52N20E.book Page 307 Monday, September 6, 2021 11:13 AM
309
4
Handleiding CV_Europa_M52N20_nl
4-6. Rijtips
Rijden
Gebruik de juiste maat sneeuwkettin-
gen.
De maat van de sneeuwkettingen is
afgestemd op de bandenmaat.
Zijketting:diameter 3 mm
breedte 10 mm
lengte 30 mm
Dwarsketting:diameter 4 mm
breedte 14 mm
lengte 25 mm De wetgeving met betrekking tot het
gebruik van sneeuwkettingen verschilt
per land en per soort weg. Stel u op de
hoogte van lokale voorschriften alvo-
rens sneeuwkettingen te monteren.
■Monteren van sneeuwkettingen
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in
acht bij het monteren en verwijderen van
sneeuwkettingen:
●Monteer en verwijder de sneeuwkettingen
op een veilige locatie.
●Monteer de sneeuwkettingen uitsluitend op
de voorwielen. Monteer geen sneeuwket-
tingen op de achterwielen.
●Plaats de sneeuwkettingen zo strak moge-
lijk om de voorwielen. Zet de sneeuwkettin-
gen na 0,5 - 1 km opnieuw vast.
●Monteer de sneeuwkettingen volgens de
meegeleverde gebruiksaanwijzing.
Kiezen van sneeuwkettingenWetgeving met betrekking
tot het gebruik van
sneeuwkettingen
OPMERKING
■Monteren van sneeuwkettingen
Als er sneeuwkettingen gemonteerd zijn,
werken de bandenspanningssensoren en -
zenders mogelijk niet goed.
YARIS_CROSS_OM_Europe_OM52N20E.book Page 309 Monday, September 6, 2021 11:13 AM
6
341
Handleiding CV_Europa_M52N20_nl
6
Onderhoud en verzorging
Onderhoud enverzorging
6-1. Onderhoud en verzorging
Reinigen en beschermen van het exterieur van uw auto .... 342
Reinigen en beschermen van het interieur van uw auto ..... 345
6-2. Onderhoud Onderhoud en reparatie ........ 348
6-3. Zelf uit te voeren onderhoud Voorzorgsmaatregelen bij zelf uit te voeren onderhoud ...... 350
Motorkap................................ 351
Plaatsen van een garagekrik ..353
Motorruimte ........................... 354
Banden .................................. 363
Bandenspanning.................... 373
Velgen.................................... 375
Interieurfilter........................... 377
Batterij afstandsbediening/ elektronische sleutel............ 379
Controleren en vervangen van zekeringen .................... 382
Lampen.................................. 387
YARIS_CROSS_OM_Europe_OM52N20E.book Page 341 Monday, September 6, 2021 11:13 AM
350
Handleiding CV_Europa_M52N20_nl
6-3. Zelf uit te voeren onderhoud
6-3.Zelf uit te voeren onderhoudVoorzorgsmaatregelen
bij zelf uit te voeren
onderhoud
Als u controles en onderhouds-
werkzaamheden uitvoert, dient u
dit precies te doen zoals in dit
hoofdstuk wordt beschreven.
Onderhoud
OnderwerpBenodigdheden
Controle van
de accu
( Blz. 358)
•Warm water
• Zuiveringszout
•Vet
• Universele sleutel (voor
de bouten van de accu-
kabels)
Koelvloeistof-
niveau
( Blz. 357)
• Toyota Super Long Life
Coolant of een gelijk-
waardig product.
Toyota Super Long Life
Coolant is voorgemixt
met 50% koelvloeistof en
50% gedestilleerd water.
• Trechter (uitsluitend voor het bijvullen van koel-
vloeistof)
Motoroliepeil
( Blz. 355)
• Originele Toyota-
motorolie of gelijkwaardig
• Doek of poetspapier
• Trechter (uitsluitend voor het bijvullen van
motorolie)
Zekeringen
( Blz. 382)• Zekering met dezelfde
stroomsterkte als de oor-
spronkelijke zekering
Lampen
( Blz. 387)
• Lamp met hetzelfde
nummer en vermogen als
het oorspronkelijke
exemplaar
• Sleufkopschroeven-
draaier
• Sleutel
Radiateur,
condensor
( Blz. 358)
Bandenspan-
ning
( Blz. 373)• Bandenspanningsmeter
• Compressor
Ruitensproei-
ervloeistof
( Blz. 363)
• Water of ruitensproeier-
vloeistof met antivries
(voor gebruik onder win-
terse omstandigheden)
• Trechter (uitsluitend voor het bijvullen van ruiten-
sproeiervloeistof)
WAARSCHUWING
In de motorruimte bevinden zich allerlei
mechanismen en vloeistoffen die plotse-
ling in beweging kunnen komen, heet kun-
nen worden of elektrisch geladen kunnen
worden. Neem onderstaande voorzorgs-
maatregelen in acht om dodelijk of ernstig
letsel te voorkomen.
■Tijdens werkzaamheden in de motor-
ruimte
●Houd handen, kleding en gereedschap
uit de buurt van de draaiende ventilator
en de aandrijfriem.
●Raak de motor, de radiateur, het uitlaat-
spruitstuk en dergelijke niet aan als de
motor heet is. De olie en andere vloei-
stoffen kunnen ook heet zijn.
●Laat geen brandbare voorwerpen, zoals
een stuk papier of een doek, achter in
de motorruimte.
OnderwerpBenodigdheden
YARIS_CROSS_OM_Europe_OM52N20E.book Page 350 Monday, September 6, 2021 11:13 AM
364
Handleiding CV_Europa_M52N20_nl
6-3. Zelf uit te voeren onderhoud
De plaats van de slijtage-indicatoren wordt
aangegeven met de tekst TWI of de indicatie op de wang van de band.
Vervang de band als de slijtage-indicatoren
te zien zijn.
■Wanneer moeten banden worden ver-
vangen
Banden moeten worden vervangen als:
●De slijtage-indicatoren zijn te zien op een
band.
●De banden beschadigingen vertonen,
zoals insnijdingen, scheuren of barsten die
zo diep zijn dat het binnenmateriaal zicht-
baar wordt en bulten die duiden op een
interne beschadiging
●Een band vaak leegloopt of niet goed kan
worden gerepareerd vanwege de grootte
of plaats van de beschadiging
Neem contact op met een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige als u er niet zeker van bent.
■Levensduur van de banden
Banden die ouder zijn dan 6 jaar moeten
altijd door gekwalificeerd werkplaatsperso-
neel worden gecontroleerd, zelfs als er niet of
nauwelijks met de banden is gereden en de
banden niet beschadigd lijken te zijn.
■Als de profieldiepte van winterbanden
minder is dan 4 mm
In dat geval gaat de werkzaamheid van de
winterbanden verloren.
■Controle van de ventielen
Controleer bij het vervangen van de banden
de ventielen op vervorming, scheuren of
andere beschadigingen.
WAARSCHUWING
■Bij het controleren of vervangen van
de banden
Houd u aan de volgende voorzorgsmaat-
regelen om ongevallen te voorkomen.
Het niet in acht nemen van deze voor-
zorgsmaatregelen kan schade aan de
aandrijflijn veroorzaken en gevaarlijke rijei-
genschappen tot gevolg hebben, waar-
door een ongeval met dodelijk of ernstig
letsel kan ontstaan.
●Gebruik geen banden van verschil-
lende merken, types of profielen.
Gebruik ook geen banden met duidelijk
verschillende slijtagepatronen door
elkaar.
●Gebruik uitsluitend de door Toyota voor-
geschreven bandenmaat.
●Gebruik geen verschillende soorten
banden (radiaalbanden, gordelbanden
met diagonaalkarkas en diagonaalban-
den) door elkaar.
●Gebruik geen zomer-, all-season- en
winterbanden door elkaar.
●Gebruik nooit banden onder uw auto die
zijn gebruikt onder een andere auto.
Door het gebruik van banden waarvan
het verleden onbekend is, loopt u extra
risico.
OPMERKING
■Als tijdens het rijden in elke band een
te lage bandenspanning ontstaat
Rijd niet verder als de bandenspanning te
laag is, anders kunnen de banden en/of
velgen ernstig beschadigd raken.
■Rijden over onverharde wegen
Wees extra voorzichtig bij het rijden over
onverharde wegen en wegen met kuilen.
Dergelijke omstandigheden hebben moge-
lijk een verlaging van de bandenspanning
tot gevolg, waardoor de verende werking
van de banden vermindert. Bovendien
kunnen de banden zelf en de velgen en
carrosserie beschadigd raken bij het rijden
over onverharde wegen.
YARIS_CROSS_OM_Europe_OM52N20E.book Page 364 Monday, September 6, 2021 11:13 AM
365
6
Handleiding CV_Europa_M52N20_nl
6-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Onderhoud en verzorging
Wissel de banden zoals aangegeven in
de afbeelding.Vo o r
Toyota beveelt aan om de banden ongeveer
elke 10.000 km van plaats te wisselen om
een gelijkmatig slijtagepatroon en een lan-
gere levensduur van de banden te verkrijgen.
Vergeet bij het wisselen van voor- en achter-
banden met een verschillende bandenspan-
ning niet om na het wisselen het bandenspan-
ningswaarschuwingssyst eem te initialiseren.
Uw auto is uitgerust met een banden-
spanningswaarschuwingssysteem dat
gebruikmaakt van bandenspannings-
sensoren en -zenders om een lage
bandenspanning te signaleren voordat
deze tot problemen leidt.
Het bandenspanningswaarschuwings-
systeem van deze auto kent 2 verschil-
lende soorten waarschuwingen.
Wanneer “Adjust Pressure” (breng
banden op spanning) wordt weerge-
geven (normale waarschuwing)
Er wordt een waarschuwing gegeven mid-
dels het waarschuwingslampje lage banden-
spanning en een waarschuwingszoemer wanneer de bandenspanning mogelijk te
laag is als gevolg van het
natuurlijk weglek-
ken van lucht alsmede bij wijzigingen in de
bandenspanning overeenkomstig de buiten-
temperatuur. (Oplossingen: Blz. 411, 454)
Wanneer “Immediately Check tire
when Safe” (controleer de band
onmiddellijk wanneer dit veilig kan)
wordt weergegeven (noodwaarschu-
wing)
Er wordt een waarschuwing gegeven mid-
dels het waarschuwingslampje lage banden-
spanning en een waarschuwingszoemer
wanneer de bandenspanning plotseling te
laag is. (Oplossingen: Blz. 415, 426)
Het systeem kan echter mogelijk geen plot-
selinge klapband e.d. signaleren.
De door het bandenspanningswaar-
schuwingssysteem gesignaleerde ban-
denspanning kan op het 9 inch display
van het multimediasysteem of op het
multi-informatiedisplay worden weerge-
geven.
Multimediasysteem met 9 inch dis-
play
1 Druk op de toets HOME.
2 Selecteer “Vehicle” (voertuig) op het
beginscherm.
3 Als er een ander scherm dan “Tyre
pressure” (bandenspanning) wordt
weergegeven, selecteer dan “Tyre
pressure” (bandenspanning).
Wisselen van banden
Bandenspannings-
waarschuwingssysteem
YARIS_CROSS_OM_Europe_OM52N20E.book Page 365 Monday, September 6, 2021 11:13 AM