421
7
Handleiding CV_Europa_M52N20_nl
7-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
7Sluit de fles aan op de compressor.
Draai het uiteinde van de slang zo ver moge-
lijk rechtsom.
8Zorg ervoor dat de compressor is
uitgeschakeld ( ).
9 Verwijder de voedingsstekker van
de compressor. 10
Sluit de voedingsstekker aan op de
accessoireaansluiting. ( Blz. 333)
11 Controleer de voorgeschreven
bandenspanning.
De bandenspanning staat vermeld op het
label op de portiersponning aan bestuur-
derszijde, zoals aangegeven. ( Blz. 454)
Auto's met linkse besturing
Auto's met rechtse besturing
12 Start de motor.
YARIS_CROSS_OM_Europe_OM52N20E.book Page 421 Monday, September 6, 2021 11:13 AM
422
Handleiding CV_Europa_M52N20_nl
7-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
13Zet de compressor aan ( ) om de
bandenreparatievloeistof in te spui-
ten en de band met lucht te vullen.
14 Vul de band tot de voorgeschreven
bandenspanning bereikt is.
De bandenreparatievloeistof wordt
ingespoten, de druk loopt op en
daalt vervolgens geleidelijk.
De bandenspanningsmeter geeft
ongeveer 1 minuut (5 minuten bij
lage temperaturen) nadat de scha-
kelaar aan ( ) is gezet de werke-
lijke bandenspanning weer. Vul de band tot de voorgeschreven
bandenspanning.
Als de bandenspanning nog steeds
lager is dan voorgeschreven nadat
de schakelaar 35 minuten aan ( )
staat, is de band te veel beschadigd
om nog gerepareerd te worden.
Schakel de compressor uit ( ) en
neem contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
Laat wat lucht ontsnappen wanneer
de bandenspanning de voorgeschre-
ven waarde overschrijdt. ( Blz. 424,
454)
15 Schakel de compressor uit ( ).
16 Neem de spuitmond van het ventiel
en haal daarna de voedingsstekker
uit de accessoireaansluiting of aan-
steker.
Mogelijk ontsnapt er bij het verwijderen van
de spuitmond wat bandenreparatievloeistof.
YARIS_CROSS_OM_Europe_OM52N20E.book Page 422 Monday, September 6, 2021 11:13 AM
423
7
Handleiding CV_Europa_M52N20_nl
7-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
17Druk op de knop om de druk van de
fles te halen.
18 Draai de dop op de spuitmond.
19 Plaats het ventieldopje op het ven-
tiel van het gerepareerde wiel.
20 Neem de slang los van de fles en
plaats de dop op de fles.
Plaats de fles in de originele zak en rits deze
dicht.
21Berg de fles en de compressor op in
de bagageruimte.
22Rijd, om de bandenreparatievloeistof
gelijkmatig over de band te verdelen,
meteen ongeveer 5 km met een
snelheid van maximaal 80 km/h.
23Breng de auto na ongeveer 5 km tot
stilstand op een veilige plaats met
een stevige, vlakke ondergrond en
sluit de compressor weer aan.
24 Controleer de bandenspanning.
Als de bandenspanning lager is dan
130 kPa (1,3 kg/cm
2 of bar, 19 psi):
De band kan niet worden gerepa-
reerd. Neem contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige.
Als de bandenspanning 130 kPa (1,3
kg/cm
2 of bar, 19 psi) of hoger is,
maar lager dan de voorgeschreven
spanning: Ga verder met stap
25.
YARIS_CROSS_OM_Europe_OM52N20E.book Page 423 Monday, September 6, 2021 11:13 AM
424
Handleiding CV_Europa_M52N20_nl
7-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Als de bandenspanning juist is
(
Blz. 454): Ga verder met stap 26.
25Zet de compressor aan ( ) om de
band op de voorgeschreven span-
ning te brengen. Rijd ongeveer 5
km en voer dan stap 24 uit.
26 Berg de fles, terwijl deze aan de
compressor is bevestigd, op in de
bagageruimte.
27 Voorkom plotseling remmen, plotse-
ling accelereren en scherpe boch-
ten. Rijd voorzichtig met een snel-
heid van maximaal 80 km/h naar de
dichtstbijzijnde erkende Toyota-dea-
ler of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige
voor het repareren of vervangen
van de band.
28 Neem voor de reparatie van een
band of afvoer van de bandenrepa-
ratieset contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
Laat wanneer u de band laat repareren of
vervangen, de erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige weten dat er bandenreparatievloeistof
is ingespoten.
■Als de band te hard wordt opgepompt
1 Druk op de knop om wat lucht te laten
ontsnappen.
2 Controleer of de bandenspanningsmeter
de voorgeschreven spanning aangeeft.
Zet de compressor weer aan ( ) als de
spanning onder de voorgeschreven
waarde ligt en vul de band tot de juiste
spanning is bereikt.
■Het ventiel van een gerepareerde band
Nadat de band met de bandenreparatieset is
gerepareerd, moet het ventiel bij een defini-
tieve reparatie worden vervangen.
■Nadat een band is gerepareerd met de
bandenreparatieset
●Vervang de bandenspanningssensor en -
zender.
●Zelfs als de bandenspanning op het voor-
geschreven niveau ligt, gaat mogelijk het
waarschuwingslampje lage bandenspan-
ning branden/knipperen.
WAARSCHUWING
■Rijd niet door als de auto een lekke
band heeft
Rijd niet door met een lekke band.
Zelfs als er over een korte afstand met een
lekke band wordt doorgereden, kunnen
band en velg zodanig beschadigd worden
dat reparatie niet meer mogelijk is.
Door het rijden met een lekke band kan er
op de wang rondom een groef ontstaan. In
zo'n geval kan de band bij het gebruik van
een reparatieset exploderen.
■Bij het repareren van een lekke band
●Parkeer de auto op een veilige plaats en
een vlakke ondergrond.
YARIS_CROSS_OM_Europe_OM52N20E.book Page 424 Monday, September 6, 2021 11:13 AM
425
7
Handleiding CV_Europa_M52N20_nl
7-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
WAARSCHUWING
●Raak de wielen of het gedeelte rond de
remmen direct nadat met de auto is
gereden niet aan.
Nadat met de auto is gereden, zijn de
wielen en het gedeelte rond de remmen
mogelijk zeer heet. Wanneer u deze
delen met uw handen, voeten of andere
lichaamsdelen aanraakt, kan dit leiden
tot brandwonden.
●Sluit de slang stevig aan op het ventiel
terwijl het wiel aan de auto bevestigd is.
Als de slang niet goed op het ventiel is
aangesloten, kan er lekkage van lucht
optreden waarbij bandenreparatievloei-
stof naar buiten spuit.
●Als de slang tijdens het vullen loskomt
van het ventiel, is het mogelijk dat de
slang abrupte bewegingen maakt van-
wege de luchtdruk.
●Nadat de band gevuld is, kunnen er
spetters bandenreparatievloeistof naar
buiten komen als de slang wordt losge-
maakt of wanneer u lucht uit de band
laat ontsnappen.
●Volg voor het repareren van de band de
volgende procedure. Als u de procedu-
res niet volgt, kan de bandenreparatie-
vloeistof naar buiten spuiten.
●Bewaar afstand tot de band wanneer
deze gerepareerd wordt, omdat de band
kan klappen. Zet de schakelaar van de
compressor direct uit ( ) als u ziet dat
de band scheurtjes vertoont of vervormt.
●De reparatieset kan oververhit raken als
deze langere tijd achter elkaar wordt
gebruikt. Gebruik de reparatieset niet
langer dan 40 minuten achter elkaar.
●Delen van de reparatieset worden tij-
dens het gebruik heet. Wees voor en na
gebruik voorzichtig met de reparatieset.
Raak het metalen deel rond de verbin-
ding tussen de fles en de compressor
niet aan. Dit is namelijk zeer heet.
●Plak de waarschuwingssticker voor de
rijsnelheid alleen op de aangegeven
plaats. Als de sticker wordt aangebracht
op een plaats waar zich een airbag
bevindt, zoals op het stuurwielkussen,
werkt de airbag mogelijk niet goed meer.
●Laat ter voorkoming van beschadiging
of ernstige lekkage de fles niet vallen.
Voer vóór gebruik een visuele controle
van de fles uit. Gebruik uitsluitend onbe-
schadigde en niet-lekkende flessen. In
dergelijke gevallen direct vervangen.
■Rijden om de bandenreparatievloei-
stof gelijkmatig te verdelen
Neem om de kans op ongevallen te beper-
ken de volgende voorzorgsmaatregelen in
acht.
Als u dat niet doet kunt u de macht over
het stuur verliezen, waardoor dodelijk of
ernstig letsel kan ontstaan.
●Rijd langzaam en voorzichtig. Wees
extra voorzichtig bij het maken van
bochten.
●Breng de auto tot stilstand wanneer de
auto niet rechtuit wil rijden of als u voelt
dat er aan het stuurwiel wordt getrokken
en controleer het volgende.
• Toestand van de band. De band kan van de velg zijn afgelopen.
• Bandenspanning. Als de bandenspan- ning 130 kPa (1,3 kg/cm
2 of bar, 19 psi)
of lager is, is de band mogelijk ernstig
beschadigd.
OPMERKING
■Een noodreparatie uitvoeren
●Een band mag alleen met de bandenre-
paratieset worden gerepareerd indien
de beschadiging is veroorzaakt door
perforatie van het loopvlak door een
scherp voorwerp, zoals een spijker of
een schroef.
Verwijder de spijker of de schroef niet
uit de band. Door het verwijderen van
de spijker of de schroef kan het gat gro-
ter worden waardoor de band niet meer
tijdelijk gerepareerd kan worden.
YARIS_CROSS_OM_Europe_OM52N20E.book Page 425 Monday, September 6, 2021 11:13 AM
426
Handleiding CV_Europa_M52N20_nl
7-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Breng de auto tot stilstand op een
veilige plaats en een stevige, vlakke
ondergrond.
Activeer de parkeerrem.
Zet de selectiehendel in stand P
(Multidrive CVT) of de achteruit
(handgeschakelde transmissie).
Zet de motor uit.
Schakel de alarmknipperlichten in.
(Blz. 394)
Auto's met elektrisch bedienbare
achterklep: Schakel de elektrisch
bedienbare achterklep uit.
(Blz. 134)
OPMERKING
●De reparatieset is niet waterbestendig.
Zorg dat de bandenreparatieset niet in
aanraking komt met water, bijvoorbeeld
bij gebruik tijdens regen.
●Zet de bandenreparatieset niet op een
stoffige ondergrond, zoals in het zand of
in de berm. Als de reparatieset stof e.d.
opzuigt, kunnen er storingen optreden.
●Houd de fles tijdens het gebruik niet
ondersteboven, om schade aan de
compressor te voorkomen.
■Voorzorgsmaatregelen voor de ban-
denreparatieset
●De reparatieset heeft als voeding 12V-
gelijkstroom nodig. Sluit de reparatieset
niet aan op andere voedingsbronnen.
●Als er brandstofdruppels op de repara-
tieset terechtkomen, kan de set bescha-
digd raken. Zorg dat de set niet met
brandstof in aanraking kan komen.
●Berg de reparatieset op, zodat de set
beschermd is tegen vuil en vocht.
●Berg de reparatieset op in de bagage-
ruimte, buiten bereik van kinderen.
●Demonteer de reparatieset niet en
breng geen wijzigingen aan. Stel onder-
delen als de bandenspanningsmeter
niet bloot aan schokken. Hierdoor kun-
nen storingen optreden.
■Voorkomen van schade aan de ban-
denspanningssensoren en -zenders
Als een band is gerepareerd met banden-
reparatievloeistof, werken de bandenspan-
ningssensor en -zender mogelijk niet
goed. Neem wanneer bandenreparatie-
vloeistof is gebruikt zo snel mogelijk con-
tact op met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige. Vervang na het gebruik van
bandenreparatievloeistof de bandenspan-
ningssensor en -zender wanneer de band
wordt gerepareerd of vervangen.
( Blz. 367)
Als uw auto een lekke
band heeft (auto's met een
reservewiel)
Uw auto is voorzien van een reser-
vewiel. De lekke band kan worden
vervangen door het reservewiel.
Meer informatie over banden:
Blz. 363
WAARSCHUWING
■Als uw auto een lekke band heeft
Rijd niet door met een lekke band. Zelfs
als er over een korte afstand met een
lekke band wordt doorgereden, kunnen
band en velg zodanig beschadigd worden
dat reparatie niet meer mogelijk is en kan
er een ongeval ontstaan.
Voor het opkrikken van de auto
YARIS_CROSS_OM_Europe_OM52N20E.book Page 426 Monday, September 6, 2021 11:13 AM
433
7
Handleiding CV_Europa_M52N20_nl
7-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
Aanhaalmoment:
103 Nm (10,5 kgm, 76 ft•lbf)
5Berg het wiel met de lekke band, de
krik en het gereedschap op.
■Volwaardig reservewiel (indien aanwe-
zig)
●Het volwaardige reservewiel heeft een aan-
duiding “Temporary use only” (alleen voor
tijdelijk gebruik) op de buitenzijde van het
wiel. Gebruik het volwaardige reservewiel
alleen tijdelijk en alleen in noodgevallen.
●Controleer de bandenspanning van het
volwaardige reservewiel. ( Blz. 454)
■Het compacte reservewiel (indien aan-
wezig)
●Op de band van het compacte reservewiel
staat aan de zijkant de aanduiding TEMPO-
RARY USE ONLY (alleen voor tijdelijk
gebruik). Gebruik het compacte reservewiel
alleen tijdelijk en alleen in noodgevallen.
●Controleer de bandenspanning van het
compacte reservewiel. ( Blz. 454)
■Als het compacte reservewiel (indien
aanwezig) is gemonteerd
De auto ligt lager op de weg als het compacte
reservewiel is gemonteerd dan wanneer er
gereden wordt met de standaardbanden.
■Gebruik van het compacte reservewiel
(indien aanwezig)
Het compacte reservewiel is niet voorzien
van een bandenspanningssensor en -zender,
waardoor een te lage bandenspanning hier-
van niet wordt aangegeven door het banden-
spanningswaarschuwingssysteem. Verder
zal, als u het compacte reservewiel monteert
nadat het waarschuwingslampje voor een
lage bandenspanning is gaan branden, dit
lampje blijven branden.
■Als uw auto een lekke achterband heeft
(auto's met compact reservewiel, in
sommige landen
*)
Monteer het compacte reservewiel niet op de
achteras.
Vervang een van de voorwielen van de auto
door het compacte reservewiel.
1 Monteer het compacte reservewiel links
of rechts voor.
2 Vervang het wiel met de lekke achter-
band door het wiel dat van de voorzijde
afkomstig is.
*: Guadeloupe, Martinique, Frans-Guyana,
Ceuta en Melilla, Oekraïne, Turkije, Nieuw-
Caledonië, Tahiti, Egypte
■Als uw auto een lekke voorband krijgt op
een weg die bedekt is met sneeuw of ijs
(auto's met een compact reservewiel)
Vervang een van de achterwielen van de
auto door het compacte reservewiel. Voer
onderstaande stappen uit en monteer
sneeuwkettingen op de voorwielen:
1 Vervang het wiel links of rechts achter
door het compacte reservewiel.
2 Vervang het wiel met de lekke voorband
door het wiel dat van de achterzijde
afkomstig is.
3 Monteer sneeuwkettingen op de voorwie-
len.
■Monteren wieldop (stalen velgen,
behalve compact reservewiel)
Breng de uitsparing in de wieldop in lijn met
het ventieldopje zoals aangegeven in de
afbeelding.
YARIS_CROSS_OM_Europe_OM52N20E.book Page 433 Monday, September 6, 2021 11:13 AM
434
Handleiding CV_Europa_M52N20_nl
7-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
WAARSCHUWING
■Bij gebruik van het volwaardige
reservewiel (indien aanwezig)
●Vervang het reservewiel zo snel moge-
lijk door een wiel met een standaard-
band.
●Vermijd plotseling accelereren, abrupte
stuuracties, plotseling remmen en scha-
kelhandelingen die een plotselinge
motorremwerking veroorzaken.
■Gebruik van het compacte reserve-
wiel (indien aanwezig)
●Houd er rekening mee dat het reserve-
wiel speciaal ontworpen is voor gebruik
onder uw auto. Gebruik uw reservewiel
daarom niet onder een andere auto.
●Monteer niet gelijktijdig meer dan één
compact reservewiel onder uw auto.
●Vervang het reservewiel zo snel moge-
lijk door een wiel met een standaard-
band.
●Vermijd plotseling accelereren, abrupte
stuuracties, plotseling remmen en scha-
kelhandelingen die een plotselinge
motorremwerking veroorzaken.
■Als het compacte reservewiel (indien
aanwezig) is gemonteerd
Het kan voorkomen dat de rijsnelheid niet
goed wordt weergegeven en dat de vol-
gende systemen niet goed werken:
• ABS en Brake Assist
• VSC
•TRC
• Automatic High Beam-systeem (indien aanwezig)
• Dynamic Radar Cruise Control met vol- ledig snelheidsbereik (indien aanwezig)
• Dynamic Radar Cruise Control (indien aanwezig)
• EPS
• Trailer Sway Control (indien aanwezig)
• PCS (Pre-Crash Safety-systeem) (indien aanwezig)
• LTA (Lane Tracing Assist) (indien aan- wezig)
• Bandenspanningswaarschuwingssys- teem
• Toyota Parking Assist-sensor (indien aanwezig)
• PKSB (Parking Support Brake) (indien aanwezig)
• BSM (Blind Spot Monitor) (indien aan- wezig)
• Rear View Monitor-systeem (indien aan- wezig)
• Navigatiesysteem (indien aanwezig)
■Snelheidsbeperking bij gebruik van
het compacte reservewiel (indien
aanwezig)
Rijd niet harder dan 80 km/h als er een
compact reservewiel onder de auto is
gemonteerd.
Het compacte reservewiel is niet ontwor-
pen voor gebruik bij hoge snelheden. Het
niet opvolgen van deze voorzorgsmaatre-
gel kan leiden tot een ongeval en dodelijk
of ernstig letsel.
■Na gebruik van gereedschap en krik
Controleer voor het rijden of het gereed-
schap en de krik weer goed zijn opgebor-
gen en bevestigd. Dit om te voorkomen dat
een van deze voorwerpen bij een aanrijding
of bij hard remmen letsel veroorzaakt.
YARIS_CROSS_OM_Europe_OM52N20E.book Page 434 Monday, September 6, 2021 11:13 AM