174
Handleiding CV_Europa_M52N20_nl
4-2. Rijprocedures
De motor kan in elke stand van het contact
worden gestart.
■Verlichting startknop
In de volgende situaties is de startknop ver-
licht:
●Wanneer het bestuurders- of passagier-
sportier wordt geopend.
●Wanneer het contact in stand ACC of AAN
staat.
●Wanneer het contact vanuit stand ACC of
AAN UIT wordt gezet.
In de volgende situaties knippert de start-
knop:
●Wanneer het rempedaal wordt ingetrapt
terwijl u de elektronische sleutel bij u hebt.
■Als de motor niet aanslaat
●De startblokkering is mogelijk niet uitge-
schakeld. ( Blz. 75)
Neem contact op met een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
●Lees de op het multi-informatiedisplay
weergegeven melding m.b.t. het starten en
volg de aanwijzingen op.
■Als de accu ontladen is
De motor kan niet worden gestart met het
Smart entry-systeem met startknop. Raad-
pleeg Blz. 440 om de motor opnieuw te star-
ten.
■Leegraken batterij elektronische sleutel
Blz. 114
■Omstandigheden die de werking kun-
nen beïnvloeden
Blz. 137
■Aanwijzingen voor de instapfunctie
Blz. 137
■Stuurslotfunctie
●Nadat het contact UIT is gezet en de por-
tieren zijn geopend en gesloten, wordt het
stuurwiel geblokkeerd door de stuurslot-
functie. Als u nogmaals op de startknop
drukt, wordt het stuurslot automatisch weer
uitgeschakeld.
●Als het stuurslot niet kan worden ontgren-
deld, wordt “Push ENGINE Switch while
Turning The Steering Wheel in Either
Direction” (druk de startknop in en draai
het stuurwiel in een willekeurige richting)
weergegeven op het multi-informatiedis-
play.
Druk kort en krachtig op de startknop ter-
wijl u het stuurwiel naar links en rechts
draait.
●Om te voorkomen dat de elektromotor van
het stuurslot oververhit raakt, kan het voor-
komen dat de werking van de elektromotor
wordt onderbroken als de motor in korte
tijd herhaaldelijk wordt gestart en uitgezet.
Wacht in dat geval met het bedienen van
de startknop. Na ongeveer 10 seconden
zal de elektromotor van het stuurslot weer
functioneren.
■Batterij elektronische sleutel
Blz. 379
■Bediening van de startknop
●Als de knop niet kort en krachtig wordt
ingedrukt, wijzigt de stand van het contact
mogelijk niet of wordt de motor niet gestart.
●Als u probeert de motor te herstarten direct
nadat het contact UIT is gezet, dan start de
motor in sommige gevallen niet. Wacht
nadat u het contact UIT hebt gezet een
paar seconden voordat u de motor her-
start.
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
Raadpleeg Blz. 438 als het Smart entry-sys-
teem met startknop is uitgeschakeld via de
persoonlijke voork eursinstellingen.
YARIS_CROSS_OM_Europe_OM52N20E.book Page 174 Monday, September 6, 2021 11:13 AM
216
Handleiding CV_Europa_M52N20_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
*: Indien aanwezig
Het systeem kan de volgende zaken signaleren (de waarneembare zaken verschillen
afhankelijk van de functie):
De landen en regio's in het overzicht zijn van toepassing vanaf september 2021.
Afhankelijk van wanneer de auto is verkocht kunnen de landen en regio's echter
verschillen. Neem voor meer informatie contact op met een erkende Toyota-dealer
of hersteller/reparateur of een andere n aar behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
PCS (Pre-Crash Safety-systeem)*
Het Pre-Crash Safety-systeem maakt gebruik van een radarsensor en een
camera voor om objecten ( Blz. 216) vóór de auto te signaleren. Wanneer
het systeem oordeelt dat de kans op een frontale aanrijding met een object
groot is, wordt een waarschuwing geactiveerd om de bestuurder aan te
sporen om uit te wijken en wordt de potentiële remdruk verhoogd om de
bestuurder te helpen een aanrijding te voorkomen. Wanneer het systeem
oordeelt dat de kans op een frontale aanrijding met een object zeer groot is,
worden de remmen automatisch bekrachtigd om te helpen een aanrijding te
voorkomen of om de impact van een aanrijding te helpen verminderen.
Het Pre-Crash Safety-systeem kan worden in-/uitgeschakeld en het waarschu-
wingstijdstip kan worden gewijzigd. ( Blz. 220)
Signaleerbare objecten en beschikbaarheid functie
Regio'sSignaleerbare
objectenBeschikbaarheid functieLanden/gebieden
AVoertuigen
Fietsers
Voetgangers
De Pre-Crash-waarschu-
wing, Pre-Crash Brake
Assist, Pre-Crash Brake-
functie, Emergency Steering
Assist en assistentie bij het
rechts/links afslaan op een
kruispunt zijn beschikbaar
Behalve Azerbeidzjan,
Colombia, Ecuador en
Georgië
BDe Pre-Crash-waarschu-
wing, Pre-Crash Brake Assist
en Pre-Crash Brake-functie
zijn beschikbaarColombia en Ecuador
CVoertuigenAzerbeidzjan en Georgië
YARIS_CROSS_OM_Europe_OM52N20E.book Page 216 Monday, September 6, 2021 11:13 AM
217
4
Handleiding CV_Europa_M52N20_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
■Pre-Crash-waarschuwing
Wanneer het systeem oordeelt dat een
frontale aanrijding waarschijnlijk is,
klinkt er een zoemer en wordt er een
waarschuwingsmelding weergegeven
op het multi-informatiedisplay om de
bestuurder aan te sporen om uit te wij-
ken.
BRAKE! (REMMEN!)
■Pre-Crash Brake Assist
Wanneer het systeem oordeelt dat een
aanrijding aan de voorzijde waarschijn-
lijk is, past het een grotere remkracht
toe in relatie tot de kracht waarmee het
rempedaal wordt ingetrapt.
■Pre-Crash-remmen
Wanneer het systeem oordeelt dat de
kans op een frontale aanrijding zeer
groot is, worden de remmen automa-
tisch bekrachtigd om te helpen een
aanrijding te voorkomen of de snelheid
van de aanrijding te verlagen.
■Emergency Steering Assist
(regio A)
Wanneer het systeem oordeelt dat een
aanrijding met een voetganger zeer
waarschijnlijk is, de auto voldoende
ruimte heeft op zijn rijstrook en de
bestuurder bezig is een uitwijk- of
stuurmanoeuvre uit te voeren, helpt de
Emergency Steering Assist bij het stu-
ren. Op die manier wordt gezorgd voor
een betere voertuigstabiliteit en wordt
er voorkomen dat de rijstrook wordt ver-
laten. Tijdens de werking brandt het
controlelampje groen.Systeemfuncties
YARIS_CROSS_OM_Europe_OM52N20E.book Page 217 Monday, September 6, 2021 11:13 AM
219
4
Handleiding CV_Europa_M52N20_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
WAARSCHUWING
●De Pre-Crash Brake-functie werkt
mogelijk niet, afhankelijk van de bedie-
ning van de auto door de bestuurder.
Als het gaspedaal diep wordt ingetrapt
of het stuurwiel wordt gedraaid, oordeelt
het systeem mogelijk dat de bestuurder
een uitwijkactie uitvoert en werkt het
Pre-Crash Brake-systeem mogelijk niet.
●Terwijl het Pre-Crash Brake-systeem is
ingeschakeld, wordt in sommige geval-
len de werking ervan mogelijk uitge-
schakeld, wanneer het gaspedaal diep
wordt ingetrapt of het stuurwiel wordt
gedraaid en het systeem oordeelt dat de
bestuurder een uitwijkactie uitvoert.
●Als het rempedaal wordt ingetrapt, oor-
deelt het systeem mogelijk dat de
bestuurder een uitwijkactie uitvoert en
stelt het mogelijk het werkingstijdstip
van de Pre-Crash Brake-functie uit.
■Emergency Steering Assist (regio A)
●De werking van de Emergency Steering
Assist wordt uitgeschakeld wanneer het
systeem vaststelt dat is voorkomen dat
de rijstrook is verlaten.
●In de volgende gevallen werkt Emer-
gency Steering Assist mogelijk niet of
wordt het mogelijk uitgeschakeld, aan-
gezien het systeem mogelijk vaststelt
dat de bestuurder handelend optreedt.
• Als het gaspedaal diep wordt ingetrapt, er een ruk aan het stuurwiel wordt gege-
ven, het rempedaal wordt ingetrapt of de
richtingaanwijzerschakelaar wordt
bediend. In dit geval stelt het systeem
mogelijk vast dat de bestuurder een uit-
wijkmanoeuvre uitvoert en werkt de
Emergency Steering Assist mogelijk niet.
• Terwijl de Emergency St eering Assist in
werking is, wordt in sommige gevallen
de werking ervan mogelijk uitgescha-
keld wanneer het gaspedaal diep wordt
ingetrapt, er een ruk aan het stuurwiel
wordt gegeven of het rempedaal wordt
ingetrapt en het systeem oordeelt dat de
bestuurder een uitwijkmanoeuvre uit-
voert.
• Wanneer de Emergency Steering Assist in werking is en het stuurwiel stevig
wordt vastgehouden of de andere kant
op wordt gedraaid dan die waarin het
systeem koppel genereert, wordt de
functie mogelijk uitgeschakeld.
■Wanneer moet het Pre-Crash Safety-
systeem worden uitgeschakeld
Schakel in de volgende situaties het sys-
teem uit, omdat het mogelijk niet juist werkt,
hetgeen kan leiden tot een ongeval waarbij
dodelijk of ernstig letsel kan ontstaan:
●Als de auto wordt gesleept
●Bij het slepen van een andere auto
●Bij het vervoeren van de auto op een
vrachtwagen, boot, trein of vergelijkbaar
transportmiddel
●Wanneer de auto wordt opgetakeld ter-
wijl de motor aan staat en de wielen vrij
kunnen draaien
●Bij het controleren van de auto op een rol-
lenbank, bijvoorbeeld een vermogens-
bank of een snelheidsmetertester, of bij
het balanceren van de wielen aan de auto
●Als er veel kracht wordt uitgeoefend op
de voorbumper of de grille door een
aanrijding of een andere oorzaak
●Als niet op een stabiele wijze kan wor-
den gereden met de auto, bijvoorbeeld
als hij betrokken is geweest bij een
ongeval of als er storingen zijn
●Als met een sportieve rijstijl of in het ter-
rein wordt gereden
●Als de banden niet de juiste banden-
spanning hebben
●Als de banden zeer versleten zijn
●Als er een andere maat banden dan
voorgeschreven is gemonteerd
●Als er sneeuwkettingen zijn aangebracht
●Wanneer er een compact reservewiel is
gemonteerd of een bandenreparatieset
is gebruikt
●Als er tijdelijk uitrusting (sneeuwploeg,
enz.) die de radarsensor of de camera
voor kan hinderen op de auto is geplaatst
YARIS_CROSS_OM_Europe_OM52N20E.book Page 219 Monday, September 6, 2021 11:13 AM
220
Handleiding CV_Europa_M52N20_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
■In-/uitschakelen van het Pre-
Crash Safety-systeem
Het Pre-Crash Safety-systeem kan wor-
den ingeschakeld/uitgeschakeld via
(
Blz. 457) van het multi-informatie-
display.
Het systeem wordt iedere keer wanneer het
contact AAN wordt gezet automatisch inge-
schakeld.
Als het systeem wordt uitgeschakeld,
gaat het waarschuwingslampje PCS
branden en wordt er een melding weer-
gegeven op het multi-informatiedisplay.
“Pre-Collision System OFF” (Pre-
Crash Safety-systeem uit)
■Wijzigen van de timing van de
Pre-Crash-waarschuwing
De timing van de Pre-Crash-waarschu-
wing kan worden gewijzigd via
(Blz. 457) van het multi-informatie-
display.
De instelling van de timing van de waarschu-
wing blijft behouden als het contact UIT
wordt gezet. Als het Pre-Crash Safety-sys-
teem echter is uitgeschakeld en weer is
ingeschakeld, wordt de timing weer inge-
steld op de standaardinstelling (gemiddeld). Regio A: Als de timing van de Pre-Crash-
waarschuwing wordt gewijzigd, wordt dien-
overeenkomstig ook de timing van de Emer-
gency Steering Assist gewijzigd.
Wanneer laat is geselecteerd, werkt de
Emergency Steering Assist niet in een nood-
geval.
1
Vroeg
2 Gemiddeld
Dit is de standaardinstelling.
3Laat
Wijzigen van instellingen van
het Pre-Crash Safety-systeem
YARIS_CROSS_OM_Europe_OM52N20E.book Page 220 Monday, September 6, 2021 11:13 AM
222
Handleiding CV_Europa_M52N20_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
●Emergency Steering Assist (regio A)
Wanneer de richtingaanwijzers knipperen, werkt de Emergency Steering Assist niet in een
noodgeval.
Als zich een van de volgende situaties voordoet terwijl de Emergency Steering Assist in wer-
king is, wordt dit sy steem uitgeschakeld:
• Het gaspedaal wordt diep ingetrapt.
• Er wordt een scherpe stuurbeweging gemaakt of het stuurwiel wordt plotseling gedraaid.
• Het rempedaal is ingetrapt.
●Assistentie bij het rechts/links afslaan op een kruispunt (Pre-Crash-waarschuwing) (regio A)
Wanneer de richtingaanwijzers niet knipperen, werkt de assistentie bij het rechts/links afslaan
op een kruispunt gericht op tegenliggers niet.
●Assistentie bij het rechts/links afslaan op een kr uispunt (Pre-Crash Brake-functie) (regio A)
Wanneer de richtingaanwijzers niet knipperen, werkt de assistentie bij het rechts/links afslaan
op een kruispunt gericht op tegenliggers niet.
■Objectdetectiefunctie
Het systeem signaleert obstakels op basis
van hun formaat, vorm, beweging, enz.
Afhankelijk van de helderheid van het omge-
vingslicht en de beweging, het postuur en de
hoek van het gesignaleerde object wordt een
object mogelijk niet gesignaleerd, waardoor
het systeem niet goed werkt. ( Blz. 224)
De afbeelding geeft aan welke objecten
gesignaleerd kunnen worden.
Regio A en B
Signaleerbare objectenRijsnelheidSnelheidsverschil tussen uw
auto en het object
VoetgangersOngeveer 40 - 80 km/hOngeveer 40 - 80 km/h
Signaleer-
bare objectenRijsnelheidSnelheid tegenliggerSnelheidsverschil tussen uw auto en het object
VoertuigenOngeveer 10 - 25 km/hOngeveer 30 - 55 km/hOngeveer 40 - 80 km/h
VoetgangersOngeveer 10 - 25 km/h-Ongeveer 10 - 25 km/h
Signaleer-
bare objectenRijsnelheidSnelheid tegenliggerSnelheidsverschil tussen uw auto en het object
VoertuigenOngeveer 15 - 25 km/hOngeveer 30 - 45 km/hOngeveer 45 - 70 km/h
VoetgangersOngeveer 10 - 25 km/h-Ongeveer 10 - 25 km/h
YARIS_CROSS_OM_Europe_OM52N20E.book Page 222 Monday, September 6, 2021 11:13 AM
226
Handleiding CV_Europa_M52N20_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
• Als de wielen niet goed zijn uitgelijnd
• Als een ruitenwisserblad de camera voor blokkeert
• Er wordt met extreem hoge snelheden gereden
• Als op een helling wordt gereden
• Wanneer de radarsensor of de camera voor niet goed is uitgelijnd
• Regio A: Wanneer u rechts/links afslaat terwijl er ten minste twee rijstroken ver-
derop tegenliggers rijden
• Regio A: Wanneer tijdens het rechts/links afslaan tegenliggers een eind bij u van-
daan zijn
• Regio A: Wanneer tijdens het rechts/links afslaan een voetganger uw auto van ach-
teren of opzij nadert
●Regio A: In aanvulling op het boven-
staande werkt de Emergency Steering
Assist in sommige situaties, zoals de
onderstaande, mogelijk niet.
• Regio A: Wanneer de witte (gele) rijstrook- markeringen niet goed zichtbaar zijn, bij-
voorbeeld wanneer deze vaag zijn of split-
sen/samenkomen of wanneer er een scha-
duw over valt
• Regio A: Wanneer de rijstrook breder of smaller is dan gebruikelijk
• Regio A: Wanneer er een licht en donker patroon op het wegdek aanwezig is, bij-
voorbeeld als gevolg van wegwerkzaam-
heden • Regio A: Wanneer er een voetganger
wordt gesignaleerd in de buurt van de hart-
lijn van de auto
• Regio A: Wanneer het doel te dichtbij is
• Regio A: Wanneer er onvoldoende ruimte is waar de auto veilig en onbelemmerd in
kan rijden
• Regio A: Wanneer er tegenliggers zijn
• Regio A: Wanneer de VSC-functie in wer- king is
●In bepaalde situaties, zoals onderstaande,
wordt er mogelijk onvoldoende remkracht
of stuurkracht (regio A) gegenereerd,
waardoor het systeem niet goed werkt:
• Als de remmen niet op volle sterkte kun- nen werken, bijvoorbeeld wanneer de
onderdelen van het remsysteem extreem
koud, extreem heet of nat zijn
• Als de auto niet goed wordt onderhouden (extreem versleten remdelen of banden,
onjuiste bandenspanning, enz.)
• Als er met de auto gereden wordt op grind of een andere gladde ondergrond
• Bij diepe spoorvorming in het wegdek
• Als op een helling wordt gereden
• Bij het rijden over wegen met hellingen links of rechts
■Als de VSC wordt uitgeschakeld
●Als de VSC wordt uitgeschakeld
( Blz. 303), worden ook de Pre-Crash
Brake Assist-functie en de Pre-Crash
Brake-functie uitgeschakeld.
●Het waarschuwingslampje PCS gaat bran-
den en “VSC Turned OFF Pre-Collision
Brake System Unavailable” (VSC uitge-
schakeld, Pre-Crash Brake-systeem niet
beschikbaar) wordt weergegeven op het
multi-informatiedisplay.
YARIS_CROSS_OM_Europe_OM52N20E.book Page 226 Monday, September 6, 2021 11:13 AM
232
Handleiding CV_Europa_M52N20_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
■Lane Centering-functie
Deze functie is gekoppeld aan het Dyna-
mic Radar Cruise Control-systeem en
levert de benodigde assistentie door het
stuurwiel te bedienen om de auto op zijn
huidige rijstrook te houden.
De Lane Centering-functie werkt niet als het
Dynamic Radar Cruise Control-systeem niet
is ingeschakeld.
In gevallen waarin de witte (gele) rijstrook-
markeringen niet (goed) zichtbaar zijn, bij-
voorbeeld wanneer u in een file staat, treedt
deze functie in werking om te helpen een
voorligger te volgen door de positie van die
voorligger in de gaten te houden.
■De Lane Centering-functie aan-/
uitzetten
Druk op de toets LTA.
De Lane Centering-functie wordt telkens
wanneer de toets wordt ingedrukt aan/uit
gezet.
De actuele instelling wordt weergegeven op
het multi-informatiedisplay.
Lane Centering-functie aan
“LTA Steering Assist Active Lane
Centering Active” (Active Lane Cen-
tering-functie van de LTA-stuuras-
sistentie ingeschakeld)
Lane Centering-functie uit“LTA Steering Assist Active” (LTA-
stuurassistentie ingeschakeld)
■LTA-systeem uitschakelen
Houd de toets LTA ingedrukt.
Het controlelampje LTA dooft wanneer de
LTA wordt uitgeschakeld.
Druk nogmaals op de toets om het systeem
weer in te schakelen.
De LTA wordt ingeschakeld telkens wanneer
het contact AAN wordt gezet.
De Lane Centering-functie blijft echter de
status (AAN/UIT) houden die de functie had
voordat het contact UIT werd gezet.
Instellingen LTA-systeem
YARIS_CROSS_OM_Europe_OM52N20E.book Page 232 Monday, September 6, 2021 11:13 AM