Functie*1StandaardinstellingPersoonlijke voor-
keursinstellingABC
Herinneringsfunctie achter-
stoelAan Uit – O –
Comfortvoorzieningen (sug-
gestiefunctie)AanAan (bij stilstaande
auto)
O–O
Uit
*1Voor meer informatie over elke functie:→blz. 163
*2De standaardinstelling verschilt per land.
*3De beschikbare talen kunnen per regio verschillend zijn.
*4Indien aanwezig
*5Dit kan alleen worden ingesteld als GPS-kalibratie van de klok is uitgeschakeld in de
instellingen van het multimediasysteem.
Multi-informatiedisplay
*1(→blz. 167)
Functie*2StandaardinstellingPersoonlijke voor-
keursinstellingABC
Head-up display Aan Uit – O –
Informatie van instrumenten-
paneelHybridesysteemin-
dicatorToerenteller
–O–
Geen inhoud
Routebegeleiding naar
bestemming/straatnaam
*1Aan Uit – O –
Weergave informatie onder-
steunend systeemAan Uit – O –
Kompas
*1Aan Uit – O –
Status bediening audiosys-
teem
*1Aan Uit – O –
*1Indien aanwezig
*2Voor meer informatie over elke functie:→blz. 168
9.2 Persoonlijke voorkeursinstellingen
522
De selectiehendel kan niet
vanuit stand P in een an-
dere stand worden gezet,
zelfs al trapt u het rempe-
daal in
• Staat het contact AAN? Als u de
selectiehendel niet in een andere
stand kunt zetten na het intrappen
van het rempedaal terwijl het contact
AAN staat. (→Blz. 252)
Het stuurwiel kan niet
worden gedraaid nadat het
hybridesysteem is
uitgeschakeld
• Het wordt automatisch vergrendeld
om diefstal van de auto te voorkomen.
(→Blz. 247)
De ruiten kunnen niet
worden geopend of geslo-
ten met de schakelaars van
de ruitbediening
• Is de blokkeerschakelaar van de
ruitbediening ingedrukt? De
elektrisch bedienbare ruiten, behalve
die van het bestuurdersportier,
kunnen niet worden bediend als de
blokkeerschakelaar van de
ruitbediening wordt ingedrukt.
(→Blz. 226)
Het contact wordt automa-
tisch UIT gezet
• De auto power off-functie wordt
bediend als het contact gedurende
een bepaalde tijd in stand ACC of AAN
staat (het hybridesysteem werkt niet).
(→Blz. 249)
Tijdens het rijden klinkt
een waarschuwingszoemer
• Het controlelampje van de
veiligheidsgordel knippert
Dragen de bestuurder en de
passagiers hun veiligheidsgordel?
(→Blz. 471, Blz. 471)
• Het waarschuwingslampje van de
parkeerrem brandt
Is de parkeerrem gedeactiveerd?
(→Blz. 255)
Afhankelijk van de situatie klinken er
mogelijk ook andere soorten
waarschuwingszoemers. (→Blz. 466,
blz. 474)
Er wordt een alarm geacti-
veerd en de claxon klinkt
(indien aanwezig)
• Heeft iemand een portier geopend
tijdens het instellen van het alarm? De
sensor signaleert dit en laat het alarm
klinken. (→Blz. 63)
Zet om het alarm te stoppen het
contact AAN of start het
hybridesysteem.
Bij het verlaten van de
auto klinkt een
waarschuwingszoemer
• Wordt de melding weergegeven op
het multi-informatiedisplay?
Controleer de melding op het
multi-informatiedisplay. (→Blz. 474)
Wat moet u doen als... (Problemen oplossen)
535
Index
Hervatten van het rijden met de
volgregeling als de auto is stilgezet
door het systeem
(afstandsregelmodus)........307
Inschakelen/uitschakelen Dynamic
Radar Cruise Control met Road Sign
Assist (auto's met RSA).......310
Inschakelen/uitschakelen van de
Parking Support Brake........348
Inschakelen van het
LTA-systeem..............294
Inschakelen van het systeem. . . .356
Instellen van de rijsnelheid . .313
,315
Instellen van de rijsnelheid
(afstandsregelmodus)........306
Instellingen tussenafstand
(afstandsregelmodus)........307
In-/uitschakelen van de
BSM-functie/RCTA-functie.....318
LTA (Lane Tracing Assist)*.....289
Meldingen op het multi-
informatiedisplay...........294
Naderingswaarschuwing
(afstandsregelmodus)........308
Ondersteunde soorten
verkeersborden............299
Ondersteunende systemen.....358
Ondersteunend systeem......271
Overzicht systeem..........350
Overzicht van de ondersteunende
systemen................358
Parking Support Brake-functie (voor
stilstaande objecten)*........351
Parking Support Brake-functie (voor
voertuigen die achterlangs
rijden)*.................353
PCS (Pre-Crash Safety-
systeem)*...............281
PKSB (Parking Support Brake)* . .347
PKSB-systeem (Parking Support
Brake)..................347
Rijden in de
afstandsregelmodus.........305
Rijmodusselectieschakelaar. . . .355
RSA (Road Sign Assist)*.......298
Selecteren van de constante-
snelheidsregelmodus........308
Selecteren van een rijmodus. . . .355
Sensoren................272
Signaleerbare objecten.......281
Snelheidsbegrenzer*........315Soorten sensoren.......352
,354
Systeemfuncties...........282
Systeemonderdelen . .303
,313,317,339
Toyota Parking Assist-sensor. . . .339
Toyota Parking Assist-sensor
in-/uitschakelen...........340
Toyota Safety Sense*........271
Trail-modus..............356
Uitschakelen en hervatten van de
constante-snelheidsregeling. . . .314
Uitschakelen en hervatten van de
snelheidsbegrenzer.........316
Uitschakelen en hervatten van de
snelheidsregeling...........308
Voorbeelden van het in werking
treden van de functie.....351
,354
Waarschuwingsfunctie.......301
Wanneer de Trail-modus in werking
is.....................356
Weergave en zoemer voor
begrenzingsregeling hybridesysteem
en remregeling............349
Weergave op het multi-
informatiedisplay...........299
Weergave sensorsignalering, afstand
tot object................345
Wijzigen van de ingestelde
snelheid..........306
,314,316
Wijzigen van de tussenafstand
(afstandsregelmodus)........307
Wijzigen van instellingen van het
Pre-Crash Safety-systeem.....283
Gebruik van de
opbergmogelijkheden.........386
Afdekplaat...............390
Bagageafdekking (indien
aanwezig)...............391
Bagagehaken.............390
Bekerhouders.............388
Consolevak..............387
Dashboardkastje...........387
Extra opbergvak (indien
aanwezig)...............389
Fleshouders..............388
Opbergvakje onder de
afdekplaat...............391
Open opbergvak...........389
Overzicht van
opbergmogelijkheden........386
Trefwoordenlijst
594
Pasjeshouder (auto's met rechtse
besturing)...............389
Plaats van de
opbergmogelijkheden........386
Voorzieningen in de
bagageruimte.............390
Gebruik van de overige voorzieningen
in het interieur..............393
Accessoireaansluiting........394
Armsteun...............402
Draadloze lader (indien
aanwezig)...............396
Handgrepen..............402
Kledinghaakjes............403
Make-upspiegels...........393
Overige voorzieningen in het
interieur................393
Uitneembare asbak (indien
aanwezig)...............393
USB-laadaansluitingen type C . . .395
Zonnekleppen.............393
I
Informatie over sleutels........178
Afstandsbediening..........180
Gebruik van de mechanische
sleutel.................181
Sleutels.................178
Soorten sleutels...........178
Initialisatie................531
Overzicht van te initialiseren
onderdelen..............531
Te initialiseren onderdelen.....531
Instrumentenpaneel..........146
Aan audiosysteem gekoppelde
weergave................161
Afstellen van de klok.........156
Comfortvoorzieningen
(suggestiefunctie)..........166
Controlelampjes...........148
De weergave wijzigen........157
Energiemonitor............171
Energiemonitor/
verbruiksscherm...........171
Gebruik van de toets ODO TRIP . .156
Gebruik van het head-up display. .168
Head-up display*...........167Hybridesysteemindicator/
toerenteller..............171
Informatie ondersteunend
systeem/aan navigatiesysteem
gekoppelde displayzone (indien
aanwezig)...............169
Informatie op display........156
Instrumentenpaneel.........146
Menu-iconen.............157
Meters en tellers...........151
Multi-informatiedisplay.......156
Pop-updisplay.............170
Systeemonderdelen......167
,171
Verbruik................173
Waarschuwingslampjes.......147
Waarschuwingslampjes en
controlelampjes............146
Weergave informatie ondersteunend
systeem................161
Weergave instellingen........163
Weergave instrumentenpaneel . .151
Weergave rij-informatie.......158
Weergave voertuiginformatie . . .162
Weergave
waarschuwingsmelding.......166
L
Laden....................90
Aarden (AC-laadkabel Mode 2)....96
AC-laadkabel*.............92
Als de laadschemafunctie niet
normaal werkt.............138
Als er een laadgerelateerde melding
wordt weergegeven.........140
Bekijken van informatie met
betrekking tot het laden.......114
Bijlage (AC-laadkabel Mode 2) . . .101
Controleer voorafgaand aan het laden
het volgende.............115
Controlelampjes CCID (Charging
Circuit Interrupting Device,
onderbrekingsapparaat laadsysteem)
(AC-laadkabel modus 2)........97
Controleren en onderhouden van de
AC-laadkabel.............100
Controleren van de AC-laadkabel .116
De namen van alle onderdelen van de
AC-laadkabel..............94
Trefwoordenlijst
595
Trefwoordenlijst