Buitenspiegels (→blz. 156)
FunctieStandaardin-
stellingPersoonlijke
voorkeursinstel-
lingABC
Automatisch in- en uitklap-
pen*
Gekoppeld aan
het
vergrendelen/
ontgrendelen
van de portierenUit
––O Gekoppeld aan
bediening
startknop
*Indien aanwezig
Elektrisch bedienbare ruiten en panoramadak
*(→blz. 157, blz. 160)
FunctieStandaardin-
stellingPersoonlijke
voorkeursinstel-
lingABC
Aan mechanische sleutel ge-
koppelde werking (openen)Uit Aan – – O
Aan mechanische sleutel ge-
koppelde werking (sluiten)Uit Aan – – O
Gekoppelde werking aan af-
standsbediening (openen)Uit Aan – – O
Gekoppelde werking aan af-
standsbediening (sluiten)Uit Aan – – O
Koppeling van werking aan
afstandsbediening (zoemer)Aan Uit – – O
Waarschuwingsfunctie zijrui-
ten openAan Uit – – O
Waarschuwingsfunctie
schuifdak openAan Uit – – O
*Indien aanwezig
Verlichting (→blz. 196)
FunctieStandaardin-
stellingPersoonlijke
voorkeursinstel-
lingABC
Zoemer verlichting Aan Uit – – O
Automatische verlichting (→blz. 196)
FunctieStandaardin-
stellingPersoonlijke
voorkeursinstel-
lingABC
Gevoeligheid lichtsensor Standaard-2-2 O – O
Tijd die verstrijkt voordat de
koplampen uitgaan (Extended
Headlight Lighting)30 seconden60 seconden
––O 90 seconden
120 seconden
8.2 Persoonlijke voorkeursinstellingen
451
8
Voertuigspecificaties
RCTA (Rear Crossing Traffic Alert)*1(→blz. 249)
FunctieStandaardinstel-
lingPersoonlijke
voorkeursinstel-
lingABC
RCTA (Rear Crossing Traffic
Alert)Aan Uit – O –
Zoemervolume
*2Niveau 2Niveau 1
–O–
Niveau 3
*1Indien aanwezig
*2Deze instelling is gekoppeld aan het zoemervolume van de Toyota Parking
Assist-sensor.
Toyota Parking Assist-sensor
*1(→blz. 268)
FunctieStandaardinstel-
lingPersoonlijke
voorkeursinstel-
lingABC
Toyota Parking Assist-sensor Aan Uit – O O
Zoemervolume
*221
–OO
3
*1Indien aanwezig
*2Deze instelling is gekoppeld aan het zoemervolume van de RCTA-functie (Rear Crossing
Traffic Alert).
PKSB (Parking Support Brake)
*(→blz. 277)
FunctieStandaardinstel-
lingPersoonlijke
voorkeursinstel-
lingABC
PKSB-functie (Parking Sup-
port Brake)Aan Uit – O –
*Indien aanwezig
Airconditioning (→blz. 304)
FunctieStandaardinstel-
lingPersoonlijke
voorkeursinstel-
lingABC
Schakelen tussen buiten-
luchtmodus en de aan de
toets AUTO gekoppelde recir-
culatiemodusAan Uit O – O
Automatische bediening air-
coschakelaarAan Uit O – O
Schakelen naar de buiten-
luchtmodus als de auto ge-
parkeerd isAan Uit – – O
8.2 Persoonlijke voorkeursinstellingen
454
8.3 Initialisatie
8.3.1 Te initialiseren onderdelen
Na bijvoorbeeld het loskoppelen en weer aansluiten van de 12V-accu of onderhoud aan
de auto, moeten de volgende items worden geïnitialiseerd, zodat het systeem weer op de
juiste manier werkt:
Overzicht van te initialiseren onderdelen
Onderwerp Wanneer initialiseren Overzicht
Elektrisch bedienbare achterklep*■Na het aansluiten of vervangen
van de 12V-accu
■Na het vervangen van een
zekeringBlz. 129
Toyota Parking Assist-sensor
*Blz. 271
Parking Support Brake
*Blz. 282
Elektrisch bedienbare ruiten■Wanneer de werking abnormaal
isBlz. 158
Panoramadak
*Blz. 162
Bandenspanningswaarschuwings-
systeem
*
■Bij het wisselen van wielen
■Als de band is gewisseld
■Nadat de identificatiecodes zijn
geregistreerdBlz. 355
Toyota Parking Assist Monitor
*■Na het aansluiten of vervangen
van de 12V-accu
■Na het vervangen van een
zekeringRaadpleeg de
handleiding voor
het navigatie- en
multimediasys-
teem of de hand-
leiding voor het
multimediasys-
teem. Panoramic View Monitor
*
*Indien aanwezig
8.3 Initialisatie
456
De selectiehendel kan niet
vanuit stand P in een andere
stand worden gezet, zelfs al
trapt u het rempedaal in
• Staat het contact AAN? Als u de
selectiehendel niet in een andere
stand kunt zetten na het intrappen
van het rempedaal terwijl het contact
AAN staat. (→Blz. 187)
Het stuurwiel kan niet wor-
den gedraaid nadat het hy-
bridesysteem is
uitgeschakeld
• Het wordt automatisch vergrendeld
om diefstal van de auto te voorkomen.
(→Blz. 181)
De ruiten kunnen niet wor-
den geopend of gesloten
met de schakelaars van de
ruitbediening
• Is de blokkeerschakelaar van de
ruitbediening ingedrukt? De
elektrisch bedienbare ruiten, behalve
die van het bestuurdersportier,
kunnen niet worden bediend als de
blokkeerschakelaar van de
ruitbediening wordt ingedrukt.
(→Blz. 160)
Het contact wordt automa-
tisch UIT gezet
• De auto power off-functie wordt
bediend als het contact gedurende
een bepaalde tijd in stand ACC of AAN
staat (het hybridesysteem werkt niet).
(→Blz. 183)
Tijdens het rijden klinkt een
waarschuwingszoemer
• Het controlelampje van de
veiligheidsgordel knippert
Dragen de bestuurder en de
passagiers hun veiligheidsgordel?
(→Blz. 396, Blz. 396)
• Het waarschuwingslampje van de
parkeerrem brandt
Is de parkeerrem gedeactiveerd?
(→Blz. 190)
Afhankelijk van de situatie klinken er
mogelijk ook andere soorten
waarschuwingszoemers. (→Blz. 390,
blz. 398)
Er wordt een alarm geacti-
veerd en de claxon klinkt
(indien aanwezig)
• Heeft iemand een portier geopend
tijdens het instellen van het alarm? De
sensor signaleert dit en laat het alarm
klinken. (→Blz. 74)
Zet om het alarm te stoppen het
contact AAN of start het
hybridesysteem.
Bij het verlaten van de auto
klinkt een
waarschuwingszoemer
• Wordt de melding weergegeven op
het multi-informatiedisplay?
Controleer de melding op het
multi-informatiedisplay. (→Blz. 398)
Er gaat een waarschuwings-
lampje branden of er wordt
een waarschuwingsmelding
weergegeven
• Wanneer een waarschuwingslampje
gaat branden of een
waarschuwingsmelding wordt
weergegeven, raadpleeg dan blz. 390,
blz. 398.
Wat moet u doen als... (Problemen oplossen)
459
Millimetergolf-radarsensor
Verklaringen
560
A
Antidiefstalsysteem...........73
Alarm*..................74
Bedienen van het systeem......73
Inbraaksensor en hellingsensor . . .76
Inschakelen/uitschakelen/uitzetten
van het alarmsysteem.........74
Inschakelen/uitschakelen van de
supervergrendeling..........74
Startblokkering.............73
Supervergrendeling*.........74
B
Bedienen van verlichting en
ruitenwissers...............196
Achterruitenwisser en -sproeier . .205
AHB (Automatic High Beam)* . . .198
Bedienen van de
ruitenwisserhendel......202
,205
Bediening...............201
Extended Headlight
Lighting-systeem..........198
Handmatig in- en uitschakelen van
het grootlicht.............200
Inschakelen van de koplampen . . .196
Inschakelen van het Automatic High
Beam-systeem............198
Inschakelen van het grootlicht . . .198
Lichtschakelaar............196
Ruitenwissers en -sproeiers. . . .202
Schakelaar mistlampen.......201
Belangrijke informatie.........384
Alarmknipperlichten.........384
Als de onder water staat of het water
op de weg stijgt............385
Als uw auto in geval van nood tot
stilstand moet worden gebracht . .384
Bedieningsinstructies........384
De auto tot stilstand brengen . . .384
G
Gebruik van de airconditioning en de
achterruitverwarming.........304
Automatische airconditioning . . .304
Bedienen van de
stoelverwarming...........311Bedienen van de stoelverwarming en
-ventilatoren.............311
Bedieningspaneel
airconditioning............304
Gebruik van de automatische
modus.................307
Geconcentreerde
luchtcirculatiemodus voorstoel
(S-FLOW-modus)..........308
Overzicht en bediening
uitstroomopeningen.........309
Stuurwielverwarming........310
Stuurwielverwarming*/
stoelverwarming*/
stoelventilatoren*..........310
Voorruitverwarming (indien
aanwezig)/voorruitontwaseming
(indien aanwezig)...........307
Gebruik van de
interieurverlichting...........312
Bedienen van de
interieurverlichting.........313
Bedienen van de leeslampjes. . . .313
Overzicht interieurverlichting . . .312
Plaats van de interieurverlichting .312
Gebruik van de ondersteunende
systemen.................208
BSM (Blind Spot Monitor)*.....249
Cruise control*............245
De Blind Spot Monitor-functie . . .262
De Rear Crossing Traffic Alert-functie
(indien aanwezig)...........264
Dynamic Radar Cruise Control met
Road Sign Assist (auto's met
RSA)...................241
Dynamic Radar Cruise Control met
volledig snelheidsbereik*......234
Functies die zijn opgenomen in het
LTA-systeem..............224
GPF-systeem
(benzineroetfilter)*.........289
Hervatten van het rijden met de
volgregeling als de auto is stilgezet
door het systeem
(afstandsregelmodus)........240
Inschakelen/uitschakelen Dynamic
Radar Cruise Control met Road Sign
Assist (auto's met RSA).......242
Inschakelen/uitschakelen van de
Parking Support Brake........279
Index
589
Inschakelen van het
LTA-systeem..............226
Inschakelen van het systeem. . . .288
Instellen van de rijsnelheid . .246
,248
Instellen van de rijsnelheid
(afstandsregelmodus)........238
Instellingen tussenafstand
(afstandsregelmodus)........239
In-/uitschakelen van de
BSM-functie/RCTA-functie.....250
LTA (Lane Tracing Assist)*.....220
Meldingen op het multi-
informatiedisplay...........226
Naderingswaarschuwing
(afstandsregelmodus)........240
Ondersteunde soorten
verkeersborden............231
Ondersteunende systemen.....290
Ondersteunend systeem......208
Overzicht systeem..........280
Overzicht van de ondersteunende
systemen................290
Parking Support Brake-functie (voor
stilstaande objecten)*........282
Parking Support Brake-functie (voor
voertuigen die achterlangs
rijden)*.................285
PCS (Pre-Crash Safety-
systeem)*...............212
PKSB (Parking Support Brake)* . .277
PKSB-systeem (Parking Support
Brake)..................277
Rijden in de
afstandsregelmodus.........237
Rijmodusselectieschakelaar. . . .286
RSA (Road Sign Assist)*.......230
Selecteren van de constante-
snelheidsregelmodus........240
Selecteren van een rijmodus. . . .286
Sensoren................209
Signaleerbare objecten.......212
Snelheidsbegrenzer*........247
Soorten sensoren.......283
,285
Systeemfuncties...........213
Systeemonderdelen . .235
,245,250,268
Toyota Parking Assist-sensor* . . .268
Toyota Parking Assist-sensor
in-/uitschakelen...........269
Toyota Safety Sense*........208Trail-modus (AWD-
uitvoeringen).............288
Uitschakelen en hervatten van de
constante-snelheidsregeling. . . .246
Uitschakelen en hervatten van de
snelheidsbegrenzer.........248
Uitschakelen en hervatten van de
snelheidsregeling...........240
Voorbeelden van het in werking
treden van de functie.....282
,285
Waarschuwingsfunctie.......233
Wanneer de Trail-modus in werking
is.....................288
Weergave en zoemer voor
begrenzingsregeling hybridesysteem
en remregeling............279
Weergave op het multi-
informatiedisplay...........231
Weergave sensorsignalering, afstand
tot object................274
Wijzigen van de ingestelde
snelheid..........238
,246,248
Wijzigen van de tussenafstand
(afstandsregelmodus)........239
Wijzigen van instellingen van het
Pre-Crash Safety-systeem.....214
Gebruik van de
opbergmogelijkheden.........314
Afdekplaat...............318
Bagageafdekking (indien
aanwezig)...............321
Bagagehaken.............318
Bekerhouders.............316
Consolevak..............315
Dashboardkastje...........315
Extra opbergvak (indien
aanwezig)...............317
Extra opbergvak opzij........320
Fleshouders..............316
Opbergruimte onder de afdekplaat
(indien aanwezig)...........320
Open opbergvak...........317
Overzicht van
opbergmogelijkheden........314
Pasjeshouder (auto's met rechtse
besturing)...............317
Plaats van de
opbergmogelijkheden........314
Voorzieningen in de
bagageruimte.............318
Index
590
Plaatsen van
bandenspanningssensoren en
-zenders................354
Plaatsen van een garagekrik. . . .343
Plaats lamp..............374
Plaats van het kriksteunpunt. . . .343
Registreren van
identificatiecodes..........356
Ruitenwisserrubber vervangen . .366
Ruitenwissers voor..........366
Schoonmaken van de
ventilatieopening...........362
Schoonmaken van de
ventilatieopening en het filter van het
batterijpakket (tractiebatterij) . . .362
Verwijderen..............359
Verwijderen van de afdekkap van de
12V-accu................350
Voorzorgsmaatregelen bij zelf uit te
voeren onderhoud..........340
Wanneer stof en verontreinigingen
niet geheel verwijderd kunnen
worden.................363
Wielen.................357
Wisselen van banden........352
Zaken die u dient klaar te leggen . .369
Zorg voor een nieuwe lamp.....374
Zoekmethoden...............8
Index
596