256
► Sluit de rode kabel aan op de pluspool (+) van de ontladen accu A (bij het gebogen metalen gedeelte) en vervolgens op de pluspool (+) van hulpaccu B of de startbooster.► Sluit het ene uiteinde van de groene of zwarte kabel aan op de minpool (-) van hulpaccu B of de startbooster (of op een massapunt van de auto met de hulpaccu).► Sluit het andere uiteinde van de groene of zwarte kabel aan op massapunt C.► Start de motor van de auto met de hulpaccu en laat deze gedurende enkele minuten draaien.► Stel de startmotor van de auto met de ontladen accu in werking en laat de motor draaien.Als de motor niet direct start, zet dan het contact UIT en wacht even alvorens een nieuwe poging te doen.► Wacht tot de motor stationair draait.► Neem vervolgens de startkabels in omgekeerde volgorde los.
► Laat de motor minimaal 30 minuten draaien, bij stilstaande auto, om de ladingstoestand van de accu op een correct peil te krijgen.
WARNI NG
Wanneer u direct gaat rijden zonder dat de accu voldoende is geladen, kan dit een negatieve invloed hebben op de werking van de auto (bijvoorbeeld het Stop & Start-systeem).
WARNI NG
Neem de kabels in omgekeerde volgorde los.
WARNI NG
Automatische transmissieHet aanduwen van de auto om de motor te starten is niet toegestaan.
NOTIC E
Sommige functies, waaronder Stop & Start, zijn niet beschikbaar wanneer de laadtoestand van de accu onvoldoende is.
De accu opladen met een
acculader
Voor een optimale levensduur van de accu is het noodzakelijk om de ladingstoestand van de accu op peil te houden.In sommige gevallen kan het dan ook nodig zijn om de accu op te laden:– als u voornamelijk korte ritten maakt;– voordat de auto meerdere weken niet wordt gebruikt.Neem contact op met een TOYOTA-dealer of een gekwalificeerde werkplaats.
WARNI NG
Als u zelf de accu van uw auto gaat opladen, gebruik dan uitsluitend een lader die geschikt is voor loodzuuraccu's en die een nominale spanning van 12 V heeft.
WARNI NG
Volg de aanwijzingen van de fabrikant van de acculader.Sluit de kabels nooit aan op de verkeerde polen.
NOTIC E
De accu hoeft niet te worden losgekoppeld.
► Zet het contact UIT.
258
► Beweeg accupoolklem B omhoog om hem te verwijderen.
Weer aansluiten van de pluspool (+)
► Trek hendel A helemaal omhoog.► Plaats de geopende accupoolklem B op de pluspool (+).► Druk de accupoolklem B volledig omlaag.► Beweeg hendel A omlaag om accupoolklem B te vergrendelen.► Beweeg, afhankelijk van de uitrusting, het kunststof kapje van de pluspool (+) omlaag.
WARNI NG
Forceer de hendel niet door er hard op te duwen, aangezien de klem niet kan worden vergrendeld als deze niet correct is geplaatst. Herhaal de procedure.
Nadat de accu weer is aangesloten
Na het aansluiten van de accu moet u het contact AAN zetten en vervolgens 1 minuut wachten alvorens de motor te starten, om de elektronische systemen te initialiseren.Mochten er zich na deze handeling kleine storingen blijven voordoen, neem dan contact op met een erkende Toyota-dealer of Toyota-hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.Raadpleeg de volgende rubriek om bepaalde systemen zelf te resetten, zoals:– De sleutel met afstandsbediening of de elektronische sleutel (afhankelijk van de uitvoering),– De elektrisch bedienbare ruiten,– De datum en de tijd,– De voorkeuzezenders.
NOTIC E
Tijdens de rit die volgt op de eerste keer dat de motor weer is gestart, werkt het Stop & Start-systeem mogelijk niet.
In dat geval werkt het systeem pas weer als de auto gedurende een bepaalde periode, die afhankelijk is van de omgevingstemperatuur en de ladingstoestand van de accu (maximaal 8 uur), niet is gebruikt.
Slepen/trekken
Procedure voor het laten slepen van uw auto of het slepen van een andere auto met behulp van het sleepoog.
NOTIC E
Algemene adviezenNeem de geldende wetgeving in het land waar u zich bevindt in acht.Controleer of het gewicht van de trekkende auto hoger is dan van de auto die wordt gesleept.Er moet iemand achter het stuurwiel van de gesleepte auto blijven zitten. Deze persoon moet beschikken over een geldig rijbewijs.Gebruik bij het slepen met vier wielen op de grond altijd een goedgekeurde sleepstang; touwen en riemen zijn verboden.De bestuurder van de trekkende auto moet voorzichtig wegrijden.Als de auto wordt gesleept met uitgezette motor, werken ook de rem- en stuurbekrachtiging niet.
318
Auxiliary-aansluiting (AUX)
Afhankelijk van de uitrustingSluit een draagbaar apparaat (MP3-speler enz.) met een audiokabel (niet meegeleverd) aan op de AUX-aansluiting.Deze geluidsbron is uitsluitend beschikbaar als Extra ingang is geselecteerd in de audio-instellingen.Stel eerst het volume van het draagbare apparaat af (hoog geluidsniveau). Stel vervolgens het volume van het audiosysteem af.De bediening gebeurt via het draagbare apparaat.
Selecteren van de bron
Druk op Radio Media om de hoofdpagina weer te geven.Selecteer “BRONNEN”.Selecteer de bron.
Een video bekijken
Afhankelijk van de uitrusting/afhankelijk van de uitvoering/afhankelijk van het land.
Plaats een USB-stick in de USB-aansluiting.
NOTIC E
De videobedieningscommando's zijn alleen toegankelijk via het touchscreen.
Druk op Radio Media om de hoofdpagina weer te geven.Selecteer “BRONNEN”.
Selecteer Video om de video te starten.
Druk, om de USB-stick te verwijderen, op de pauzetoets om de video te stoppen en verwijder de USB-stick.Het systeem kan videobestanden afspelen in de formaten MPEG-4 Part 2, MPEG-2, MPEG-1, H.264, H.263, VP8, WMV en RealVideo.
Bluetooth®-audiostreaming
Met audiostreaming kunt u muziekbestanden op de smartphone via het audiosysteem in de auto afspelen.Het profiel Bluetooth moet zijn geactiveerd.Stel eerst het volume van het draagbare apparaat af (hoog geluidsniveau).Stel vervolgens het volume van het audiosysteem af.Als de weergave niet automatisch begint, kan het zijn dat u de audioweergave moet starten via de smartphone.Bediening verloopt via het draagbare apparaat of via de aanraaktoetsen van het systeem.
NOTIC E
Als de streaming eenmaal is gestart, wordt uw smartphone als een mediabron beschouwd.
Aansluiten van een
Apple®-speler
Sluit de Apple®-speler met een geschikte kabel (niet meegeleverd) aan op de USB-aansluiting.Het afspelen begint automatisch.De bediening gebeurt via het audiosysteem van de auto.
NOTIC E
De beschikbare indeling is die van het aangesloten apparaat (artiesten/albums/genres/afspeellijsten/audioboeken/podcasts).De standaardindeling is de indeling per artiest. Ga om de indeling te wijzigen terug naar het eerste niveau van het menu, selecteer de gewenste indeling (bijvoorbeeld afspeellijsten) en bevestig om in het menu naar het gewenste nummer te scrollen.
De softwareversie van het audiosysteem kan incompatibel zijn met de generatie van de Apple®-speler.
Informatie en tips
Het systeem is geschikt voor USB-geheugens, BlackBerry®-apparaten en spelers van Apple® die op de USB-aansluiting kunnen worden aangesloten. De adapterkabel is niet meegeleverd.Het apparaatbeheer vindt plaats met de bedieningsorganen van het audiosysteem.
328
12V-accu 221, 231, 254–255, 254–257
A
Aanhanger 111, 223Aanhangergewichten 267–268, 270–272Aansluiting 12 V 68, 70Aansluiting 220 V 71ABS 11 0Accessoires 106Accu 254Accu laden 256–257Achterbank 64, 66Achterdeuren 41–42Achterklep 41, 44Achterlichten 252Achterportierruiten 55Achterruitverwarming 60, 91Achteruitrijcamera 167, 195, 200Achteruitrijlicht 252Actieradius AdBlue 231
Active Safety Brake 182–184Adaptieve cruise control met Stop-functie 170–171Adaptieve snelheidsregelaar 177AdBlue® 234AdBlue® bijvullen 235AdBlue®-reservoir 235Afmetingen 261Afstandsbediening 34–38, 40, 42, 140Afstellen van de koplamphoogte 101
Afzetten van de motor 141, 143–144Airbags 11 9–120, 122–123, 125Airbags vóór 120, 122, 126Airconditioning 84, 88Airconditioning (handbediend) 86Airconditioning met gescheiden regeling 90Alarmknipperlichten 77, 109Alarmsysteem 51–52Algemeen menu 31Allesdragers 225–226Android Auto verbinding 293, 313Antiblokkeersysteem (ABS) 11 0Antidiefstalsysteem/Startblokkering 36Antispinregeling (ASR) ~ Antislipregeling 11 0, 11 2–11 3Apple®-speler 279, 292, 318Apple CarPlay verbinding 293, 313Apps 313Armleuning 58Armleuning vóór 68Audiokabel 318Automatische airconditioning (met display) 91
Automatische airconditioning met gescheiden regeling 87Automatische ruitenwissers 105Automatische transmissie ~ Versnellingsbak, automatische 150–157, 161, 232, 256Automatisch inschakelen verlichting 98–99Automatisch noodremsysteem 182–184AUX-aansluiting 279, 292, 318
B
Bagageafdekking 75Bagageafdekscherm 75–76Bagagenet voor hoge belading 73Banden 233, 273Banden oppompen 233, 273Bandenreparatieset 240Bandenspanning 233, 244, 247, 273Bandenspanningscontrole (met set) 242–243Bandenspanning te laag (detectie) 162Batterij afstandsbediening ~ Afstandsbediening, batterij 44, 93Batterij afstandsbediening vervangen ~ Afstandsbediening, batterij vervangen 44Bediening autoradio aan stuurkolom ~ Autoradio, bedieningen aan stuurkolom 275, 286, 301Bekerhouder 68Beladen 77, 225Benzinemotor 228, 268Bijvullen AdBlue® 231, 235Binnenspiegel 61
Bluetooth (handsfree set) 280–281, 294–295, 319–320Bluetooth (telefoon) 280–281, 294–295, 319–320Bluetooth- verbinding 280–281, 294–295, 314, 319–320Boordcomputer 28–29Boordgereedschap 240–241Brandstof 8, 206Brandstofadditief 230, 232Brandstofniveaumeter 206–208
331
Alfabetische index
Laden accu ~ Accu laden 256–257Laden tractiebatterij 213Laden via een normaal stopcontact 213Lader voor versneld laden (wallbox) 2 11Lak 239, 273Lampen 248Lampen (vervangen) 248–249Lampen vervangen 248–249Lampen (vervangen, referenties) 249Lane Departure Warning System 185LED-verlichting 99, 248–249Lekke band 242, 244Lendensteun 57Lendensteun, verstelling 57Lichtschakelaar 96, 98Lokaliseren van de auto 36Luchtfilter 232Luchtfilter (vervangen) 232Luchtrecirculatie 87
M
Matten 68, 167Mat verwijderen 68Meldingen 321Menu 293Menu's (audio) 276, 287–288, 302–303Menustructuren display 293Milieu 8, 44, 93, 139Mistachterlicht 96, 252Mistlampen 252
Mistlampen vóór 96, 249Mobiele app 32, 94, 219Monteren allesdragers ~ Allesdragers monteren 225–226Motoren 267–268, 270–271Motorkap 226–227Motorkapsteun 227Motorolie 229Multiflex bank ~ Cabine Extenso 79
N
Navigatiesysteem 307–309Neerklappen stoelen achter 64–65Netaansluiting (standaardstekker) 2 11Niveau AdBlue® 231Niveau brandstofadditief diesel ~ Brandstofaddititiefniveau 230, 232Niveau koelvloeistof ~ Koelvloeistofniveau 21, 230Niveau koplampsproeiervloeistof ~
Koplampsproeiervloeistofniveau 103Niveau remvloeistof ~ Remvloeistofniveau 230Niveau ruitensproeiervloeistof ~ Ruitensproeiervloeistofniveau 103, 230Niveaus controleren 228–230Niveaus en controles 228–230Noodbediening achterklep 44Noodbediening portieren 35, 42–43Noodoproep ~ Urgence-oproep 107Noodprocedure starten 145, 255
Noodremassistentie ~ Brake Assist System (BAS) 184Noodremassistentie (AFU) ~ Brake Assist System (BAS) 11 0
O
Oliefilter 232Oliefilter (vervangen) 232Olieniveau 229Oliepeilstok 229Olieverbruik 229Onder de motorkap ~ Motorruimte 228Onderhoud (adviezen) 209, 238Onderhoudsadviezen 209, 238Onderhoudscontroles 231Onderhoudsindicator ~ Onderhoudsintervalindicator 21Ontdooien 61, 89–90Ontgrendelen 34–35, 37–40Ontgrendelen van binnenuit ~
Interieur ontgrendelen 46–47Ontluchten brandstofsysteem ~ Brandstofsysteem ontluchten 240Ontwasemen 89–90Ontwasemen achter ~ Achterruitverwarming 60, 91Op afstand bedienbare functies 219Op afstand bedienbare functies (elektrische auto) 94Opbergvak boven voorruit 68
333
Alfabetische index
Set voor tijdelijke bandenreparatie ~ Bandreparatieset 240, 242–244Sierdeel 247Signalering onoplettendheid 191–192Sjorogen 76Sleepoog 260Slepen 258Slepen van een auto 258, 260Sleutel 34–38, 40, 42–43Sleutel met afstandsbediening 40–41Sleutel niet herkend 145SMS 321Sneeuwkettingen 163, 221–222Snelheidsbegrenzer 170–173, 181–182Snelheidslimietherkenning 168–169Snelheidsregelaar 170–171, 174, 176–177, 181–182Snelheidsregeling met snelheidslimietherkenning 170–171Snelmenu's 31Soort lamp 249Spaarfase 221
Spiegel naar achterpassagiers 62Sport-stand 159Sproeiers, verwarmd 90Starten 255Starten dieselmotor ~ Dieselmotor starten 206Starten van de auto 142, 145, 151–154, 157Starten van de motor 141, 144Steunstang voor lange voorwerpen 50Stickers 239Stickerset 239
Stilzetten van de auto 143, 145, 151–154, 157Stoelen achter ~ Achterbank 56, 62, 64–66, 124Stoelen verstellen 57, 66Stoelverwarming 59Stop & Start 29, 85, 90, 160–162, 207, 226, 231, 258Streaming audio Bluetooth 278–279, 292, 318Stuurwiel (verstellen) 60Supersnel laden (elektrische auto) 218, 220, 272Supervergrendeling 41–42Surround Rear Vision 197Synchroniseren afstandsbediening 45Synchroniseren van de afstandsbediening ~ Afstandsbediening synchroniseren 45
T
Tankbeveiliging 208Technische gegevens 268, 270–272Te laag brandstofniveau ~ Brandstofniveau 206–208
Telefoon 71, 280–282, 294–296, 319–322Teller 12, 167Temperatuurregeling 87Terugwinnen van energie 158Tijdelijke bandenspanning (met set) ~ Banden, noodreparatie 242–243Tijd instellen 282, 297, 324TMC (verkeersinformatie) 309Toegang tot de 3e zitrij 66Toegang tot het reservewiel 244–245
Toevoer van buitenlucht ~ Luchttoevoer (bediening) 87Top Rear Vision 200Touchscreen 30–32, 94Tractiebatterij (elektrische auto) 32, 208, 210, 272Tractiebatterij opladen (elektrische auto) 208, 217–218, 220Trailer Stability Management (TSM) 111Trekhaak 111, 223Tweepersoons voorbank 62–64, 11 6Tweezitsbank vóór 62–63
U
Uitgebreide verkeersbordherkenning 171Uitneembaar luik 79Uitschakelen airbag passagier ~ Passagiersairbag uitschakelen 120, 125–126Uitschakelen ASR/CDS (ESC) 111USB 278, 291, 293, 312, 317
USB-aansluiting 70, 278, 291, 293, 312, 317USB-poort 278, 291, 317
V
Veiligheidsgordels 11 5–11 8, 127Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen 120, 123–126, 128, 134–135, 136