7
325
Bij problemen
7
Bij problemen
.7-1. Belangrijke informatie
Alarmknipperlichten ...............326
Als uw auto in geval van
nood tot stilstand moet
worden gebracht .................326
Als de auto onder water
staat of het water op de
weg stijgt .............................3277-2. Stappen die genomen
moeten worden in
noodgevallen
Als uw auto moet worden
gesleept ...............................329
Als u denkt dat er iets
mis is....................................333
Uitschakelsysteem
brandstofpomp .....................334
Als een
waarschuwingslampje
gaat branden of een
waarschuwingszoemer
klinkt.....................................335
Als er een
waarschuwingsmelding
wordt weergegeven .............344
Als uw auto een lekke
band heeft ............................345
Als de motor niet
wil aanslaan .........................355
Als u uw sleutels verliest ........356
Als de tankdopklep niet
kan worden geopend ...........357
Als de elektronische
sleutel niet goed werkt .........357
Als de accu ontladen is ..........359
Als uw auto oververhit raakt ...362
Als de auto vast komt
te zitten ................................364
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 325 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM
3267-1. Belangrijke informatie
7-1.Belangrijke informatie
Druk op de schakelaar.
Alle richtingaanwijzers gaan knipperen.
Druk nogmaals op de schakelaar om ze
weer uit te schakelen.
■Alarmknipperlichten
Als de alarmknipperlichten langere tijd wor-
den gebruikt terwijl de motor niet draait, kan
de accu ontladen raken.
1Trap het rempedaal met beide voe-
ten stevig in.
Rem niet “pompend”; hierdoor is meer
kracht nodig om de auto tot stilstand te bren-
gen.
2Zet de selectiehendel in stand N.
Als de selectiehendel in stand N
staat
3Zet na het afremmen de auto stil op
een veilige plaats langs de weg.
4Zet de motor af.
Als de selectiehendel niet in stand N
kan worden gezet
3Blijf het rempedaal met beide voe-
ten intrappen om de rijsnelheid van
de auto zo veel mogelijk af te rem-
men.
Alarmknipperlichten
De alarmknipperlichten worden
gebruikt om andere bestuurders te
waarschuwen wanneer de auto tot
stilstand moet worden gebracht,
bijvoorbeeld bij pech.
Bedieningsinstructies
Als uw auto in geval van
nood tot stilstand moet
worden gebracht
Breng de auto alleen in noodge-
vallen, bijvoorbeeld wanneer de
auto niet op de normale manier
stilgezet kan worden, als volgt tot
stilstand:
De auto tot stilstand brengen
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 326 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM
345
7 7-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
■Als “Check Owner’s Manual” (raad-
pleeg handleiding) wordt weergegeven
●Als de onderstaande berichten worden
weergegeven, volg dan de desbetreffende
instructies.
• “High Coolant Temperature” (hoge koel-
vloeistoftemperatuur) (→Blz. 362)
• “Transmission Oil Temperature” (tempera-
tuur transmissievloeistof) (→Blz. 143)
●Als een van de onderstaande meldingen
wordt weergegeven op het multi-informa-
tiedisplay, kan dit duiden op een storing.
Laat de auto onmiddellijk nakijken door
een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
• “EyeSight OFF” (EyeSight UIT)
• “Headlights Disabled” (koplampen uitge-
schakeld)
• “ABS”
• “Steering System” (stuurinrichting)
• “Vehicle Stability Control”
• “Transmission” (transmissie)
• “Low Tire Pressure” (lage bandenspan-
ning)
• “RAB Disabled” (RAB uitgeschakeld)
• “BSD/RCTA Disabled” (BSD/RCTA uitge-
schakeld)
• “Keyless Access System Disabled”
(Keyless Entry-systeem uitgeschakeld)
• “Auto Headlight Leveler Disabled” (auto-
matische koplampverstelling uitgescha-
keld)
• “SRH Disabled” (SRH uitgeschakeld)
• “Gasoline Particulate Filter” (benzineroetfil-
ter)
●Als een van de onderstaande meldingen
wordt weergegeven op het multi-informa-
tiedisplay, kan dit duiden op een storing.
Breng de auto onmiddellijk tot stilstand en
neem contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
• “Brake System” (remsysteem)
• “Check Engine” (controleer motor)
• “SRS Airbag System” (SRS-airbagsys-
teem)
Breng de auto tot stilstand op een
veilige plaats en een stevige, vlakke
ondergrond.
Activeer de parkeerrem.
Zet de selectiehendel in stand P
(automatische transmissie) of in de
achteruitversnelling (handgescha-
kelde transmissie).
Zet de motor af.
Schakel de alarmknipperlichten in.
(→Blz. 326)
Controleer de mate waarin de band
beschadigd is.
Een band mag alleen met de bandenre-
paratieset worden gerepareerd indien
de beschadiging te wijten is aan perfo-
ratie van het loopvlak door een spijker
of schroef.
Als uw auto een lekke band
heeft
Uw auto is niet uitgerust met een
reservewiel, maar wel met een
bandenreparatieset.
Een lekke band met perforatie-
schade door een spijker of schroef
kan voorlopig worden gerepareerd
met de bandenreparatieset.
WAARSCHUWING
■Als uw auto een lekke band heeft
Rijd niet door met een lekke band.
Zelfs als er over een korte afstand met een
lekke band wordt doorgereden, kunnen
band en velg zodanig beschadigd worden
dat reparatie niet meer mogelijk is. Door
het rijden met een lekke band kan er op de
wang rondom een groef ontstaan. In zo'n
geval kan de band bij het gebruik van de
bandenreparatieset exploderen, waardoor
dodelijk of ernstig letsel kan ontstaan.
Voordat u de band repareert
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 345 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM
359
7 7-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
■Alarm (indien aanwezig)
Het alarmsysteem wordt niet ingeschakeld
als de mechanische sleutel wordt gebruikt
om de portieren te vergrendelen.
Het alarm kan worden geactiveerd als een
portier met de mechanische sleutel wordt
ontgrendeld terwijl het alarmsysteem is inge-
schakeld.
■Wijzigen van de stand van het contact
Laat het rempedaal (automatische transmis-
sie) of het koppelingspedaal (handgescha-
kelde transmissie) los en druk op de start-
knop tijdens bovenstaande stap 3.
De motor wordt niet gestart en de stand ver-
andert iedere keer dat de knop wordt inge-
drukt. (→Blz. 142)
Als u de beschikking hebt over een set
startkabels en een tweede voertuig met
een 12V-accu, kunt u uw auto starten
met behulp van de onderstaande hulp-
startprocedure.
1Auto's met een alarm (→Blz. 81):
Controleer of u de elektronische
sleutel bij u hebt.
Als u de startkabels aansluit, kan het alarm
afgaan of kunnen de portieren worden ver-
grendeld, afhankelijk van de situatie.
2Open de motorkap. (→Blz. 293)
Als de accu ontladen is
U kunt de volgende procedures
gebruiken om de motor te starten
als de accu leeg is.
U kunt contact ook opnemen met
een erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
Opnieuw starten van de motor
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 359 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM
3788-2. Persoonlijke voorkeursinstellingen
Sommige voorkeursinstellingen zijn van invloed op de instellingen van andere func-
ties. Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Instellingen die u met behulp van het scherm van het multimediasysteem kunt
wijzigen
Instellingen die u met de bedieningstoetsen van het instrumentenpaneel kunt
wijzigen
Instellingen die door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige kunnen worden
gewijzigd
Definitie van symbolen: O = beschikbaar, — = niet beschikbaar
■eCall (→Blz. 70)
■Alarm* (→Blz. 81)
*: Indien aanwezig
■Meters, tellers en multi-informatiedisplay (→Blz. 84, 88, 92)
Systemen met mogelijkheden voor persoonlijke
voorkeursinstellingen
A
C
FunctieStandaardinstellingPersoonlijke
voorkeursinstelling
Automatische noodoproepenAanUit——O
ABC
FunctieStandaardinstellingPersoonlijke
voorkeursinstelling
Werking als de portieren met
de mechanische sleutel wor-
den ontgrendeld
UitAan——O
Functie*1StandaardinstellingPersoonlijke
voorkeursinstelling
Ta a lEngels
De taal van het dis-
play hangt af van het
verkoopland
O——
Eenhedenkm, km/h, l/100 kmmijl, MPH, MPG*2OO*3—
Klok12H24HO——
BeginschermAanUitOO—
ToerentalindicatorUitAanOO—
ABC
ABC
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 378 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM
379
8 8-2. Persoonlijke voorkeursinstellingen
Voertuigspecificaties
*1: Voor meer informatie over elke functie: →Blz. 98
*2: De instellingen die aan de persoonlijke voorkeur kunnen worden aangepast, verschillen per
land.
*3: Sommige uitvoeringen
■Smart entry-systeem met startknop en afstandsbediening (→Blz. 103, 106,
109)
*: Auto's zonder supervergrendeling
REV. (omw/min)Uit (2.000 omw/min)2.000⎯7.400
omw/minOO—
Zoemer motortoerentalUitAanOO—
Volume waarschuwingsgeluidMid (gemiddeld)MinOO*3—Max
Uitschakelen automatisch dim-
men3Uit——O1 - 5
Functie*1StandaardinstellingPersoonlijke
voorkeursinstellingABC
FunctieStandaardinstellingPersoonlijke
voorkeursinstelling
Zoemervolume5Uit——O1 - 7
Bedieningssignaal (alarmknip-
perlichten)AanUitOOO
Tijd totdat na het ontgrendelen,
zonder dat een portier wordt
geopend, de portieren automa-
tisch weer worden vergren-
deld
*
30 seconden
60 seconden
OOO120 seconden
Uit
Waarschuwingszoemer open
portier/achterklepAanUit——O
Functie die het ontladen van
de accu voorkomt door een
geopend portier
AanUit——O
ABC
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 379 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM
383
8 8-2. Persoonlijke voorkeursinstellingen
Voertuigspecificaties
■Reverse Automatic Braking (RAB)* (→Blz. 234)
*: Indien aanwezig
■BSD/RCTA*(→Blz. 226)
*: Indien aanwezig
■Noodstopsignaal (→Blz. 256)
■Automatische airconditioning (→Blz. 264)
■Ve r li c h t in g (→Blz. 271)
FunctieStandaardinstellingPersoonlijke
voorkeursinstelling
Automatisch remmenAanUitOO—
(Sonaralarm)AanUitOO—
ABC
FunctieStandaardinstellingPersoonlijke
voorkeursinstelling
BSD/RCTAAanUitOO—
ABC
FunctieStandaardinstellingPersoonlijke
voorkeursinstelling
NoodstopsignaalAanUit——O
ABC
FunctieStandaardinstellingPersoonlijke
voorkeursinstelling
Verstreken tijd voordat de ach-
terruitverwarming wordt uitge-
schakeld
15 minutenDoorgaanOOO
ABC
FunctieStandaardinstellingPersoonlijke
voorkeursinstelling
Tijd die verstrijkt voordat de
interieurverlichting uitgaat15 seconden7,5 secondenOOO30 seconden
Werking als het contact UIT
wordt gezetAanUit——O
Werking als de portieren wor-
den ontgrendeldAanUit——O
Werking wanneer u de auto
nadert terwijl u de elektroni-
sche sleutel bij u draagt
AanUit——O
InterieurverlichtingAanUit——O
ABC
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 383 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM
3848-2. Persoonlijke voorkeursinstellingen
■Persoonlijke voorkeursinstellingen auto
Als de portieren niet worden geopend nadat
de portieren zijn ontgrendeld en de functie
automatisch opnieuw vergrendelen wordt
geactiveerd, worden er signalen gegenereerd
overeenkomstig de instellingen van de bedie-
ningssignaalfunctie (zoemer en alarmknip-
perlichten).
■In de volgende situaties wordt het
instelscherm waarop de instellingen via
het multi-informatiedisplay kunnen wor-
den gewijzigd, automatisch uitgescha-
keld.
●Er verschijnt een waarschuwingsmelding
nadat het instelscherm wordt weergege-
ven.
●Het contact wordt UIT gezet.
●De auto begint te rijden terwijl het instel-
scherm wordt weergegeven.
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 384 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM