315
4
Handleiding YARIS CROSS_Europa_M52K60_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
■Situaties waarin de functie wegrijden na
fileparkeren niet werkt
In de volgende situaties werkt de functie
wegrijden na fileparkeren niet:
●Als er in de vertrekrichting auto's staan te
wachten bij een verkeerslicht
●Als er een auto stilstaat in het gebied ach-
ter de plek van waaruit de auto vertrekt
●Als er wordt gesignaleerd dat er zich een
muur, pilaar of persoon in de buurt van een
zijsensor voor of achter bevindt
●Wanneer de auto geparkeerd staat op een
stoeprand en een zijsensor het wegdek
signaleert
●Als er geen auto geparkeerd staat vóór de
auto
●Als er heel veel ruimte zit tussen de voor-
zijde van de auto en een geparkeerde auto
WAARSCHUWING
■Functie wegrijden na fileparkeren
Rijd in de volgende situatie voorzichtig
omdat de zijsensoren obstakels mogelijk
niet juist detecteren, waardoor er een
ongeval kan ontstaan.
●Als er een object aanwezig is in een
gebied dat buiten het detectiebereik van
de zijsensoren valt
Obstakel
●Het kan voorkomen dat de sensoren
bepaalde objecten niet signaleren, zoals
de volgende:
• Dunne objecten zoals draden, hekken en touwen
• Katoen, sneeuw en andere materialen die geluidsgolven absorberen
• Zeer hoekige objecten
• Lage objecten
• Hoge objecten waarbij het bovenste deel uitsteekt
• Bewegende objecten zoals mensen of dieren
Mensen worden mogelijk ook niet gesigna-
leerd als ze bepaalde soorten kleding dra-
gen. Controleer altijd de omgeving van de
auto.
YARIS_CROSS_HV_OM_Europe_OM52K60E.book Page 315 Tuesday, June 1, 2021 1:48 PM
327
4
Handleiding YARIS CROSS_Europa_M52K60_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
Als het regent of geregend heeft
waardoor het wegdek nat is en
reflecteert of als er plassen op het
wegdek staan
Als er zonlicht direct op een camera
valt, zoals bij laagstaande zon
Als het parkeervak bedekt is met
sneeuw of strooizout
Als er sporen van reparaties of
andere sporen zichtbaar zijn op het
wegdek of als er een verkeerszuil of
ander object aanwezig is op het
wegdek
Als de kleur of de helderheid van het
wegdek niet overal gelijk is
Als er warm of koud water op de
camera terecht is gekomen en de
lens is beslagen
Als het uiterlijk van het parkeervak
wordt beïnvloed door de schaduw
van een voertuig of bomen
Als een cameralens vuil is of bedekt
is met waterdruppels
In de volgende situaties wordt het
beoogde parkeervak mogelijk niet goed
herkend:
Als er sporen van reparaties of
andere sporen zichtbaar zijn op het
wegdek of als er een parkeerblok,
verkeerszuil of ander object aanwe-
zig is op het wegdek
Als het regent of geregend heeft
waardoor het wegdek nat is en
reflecteert of als er plassen op het
wegdek staan
Als de kleur of de helderheid van het
wegdek niet overal gelijk is
Als het parkeervak zich op een hel-
ling bevindt
Als het uiterlijk van het parkeervak
wordt beïnvloed door de schaduw
van een geparkeerde auto of bomen
(bijvoorbeeld de schaduw van de
grille of de dorpel van een gepar-
keerde auto)
Als de parkeervaklijnen vervaagd of
vuil zijn, waardoor ze slecht zicht-
baar zijn
Als het uiterlijk van het parkeervak
wordt beïnvloed door de schaduw
van een voertuig of bomen
■Camera's en sensoren
Camera's en sensoren worden gebruikt
om geparkeerde auto's te signaleren
waardoor het identificeren van parkeer-
vakken gemakke lijker wordt.
Camera voor
Camera's opzij
YARIS_CROSS_HV_OM_Europe_OM52K60E.book Page 327 Tuesday, June 1, 2021 1:48 PM
328
Handleiding YARIS CROSS_Europa_M52K60_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Camera achter
Sensoren
Blz. 276
■Camerabeelden
Omdat er speciale camera's worden gebruikt,
wijken de kleuren in de weergegeven afbeel-
dingen mogelijk af van de werkelijke kleuren.
■Detectiebereik van de sensoren
●Detectiebereik van de sensoren bij gebruik
van de functie haaks inparkeren
Locatie beoogd parkeervak
●Detectiebereik van de sensoren bij gebruik
van de functie fileparkeren Locatie beoogd parkeervak
●Als er een auto geparkeerd staat achter
het beoogde parkeervak en de afstand tus-
sen deze auto en uw auto te groot wordt,
kan deze auto mogelijk niet meer worden
gesignaleerd. Afhankelijk van de vorm en
de staat van een geparkeerde auto, wordt
het detectiebereik mogelijk te kort of kan
de auto wellicht niet worden gesignaleerd.
●Andere objecten dan geparkeerde auto's,
zoals een pilaar of muur, worden mogelijk
niet gesignaleerd. En als ze wel worden
gesignaleerd, wordt het beoogde parkeer-
vak mogelijk ni
et goed ingesteld.
WAARSCHUWING
■Ervoor zorgen dat Advanced Park
goed werkt
Blz. 278
Raadpleeg daarnaast “Panoramic View
Monitor” of “Peripheral Monitoring-sys-
teem” in de handleiding voor het navigatie-
en multimediasysteem.
■Als de sensoren niet goed werken
●In de volgende situaties werken de sen-
soren mogelijk niet goed, hetgeen kan
leiden tot een ongeval. Rijd voorzichtig
verder.
YARIS_CROSS_HV_OM_Europe_OM52K60E.book Page 328 Tuesday, June 1, 2021 1:48 PM
329
4
Handleiding YARIS CROSS_Europa_M52K60_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
Selecteer op het multimedia-dis-
play en selecteer vervolgens “Advan-
ced Park”.
■Snelheidsprofiel
De rijsnelheid waarmee het parkeren
wordt begeleid, kan worden ingesteld.
Deze instelling kan ni et worden gewijzigd tij-
dens het registreren van een parkeervak in
de geheugenfunctie.
■Detectiegebied voor obstakels
De afstand waarop obstakels worden
vermeden tijdens de parkeerbegelei-
ding kan worden ingesteld.
■Voorkeursparkeermethode
De voorkeursparkeerrichting die wordt
weergegeven bij een parkeervak waar-
bij haaks inparkeren en fileparkeren
mogelijk zijn, kan worden ingesteld.
■Aanpassen parkeerkoers
De koers die wordt aangehouden bij de
parkeerbegeleiding, kan naar binnen of
naar buiten worden aangepast.
Als de banden versleten zijn, kan de koers
van de auto afwijken van het midden van het
parkeervak.
WAARSCHUWING
• Wanneer een sensor is bevroren. (Het ontdooien van de sensor zal het pro-
bleem oplossen.) Vooral bij lage buiten-
temperaturen kan het gebeuren dat er
ten gevolge van een bevroren sensor
een abnormaal beeld te zien is op het
display of dat geparkeerde auto's niet
worden gesignaleerd.
• Als de auto schuin staat onder een steile hoek
• Als het extreem warm of koud is
• Bij rijden op hobbelige wegen, hellin- gen, grindwegen of gras
• Als er door claxons, motorfietsmotoren, luchtremmen van vrachtwagens of sen-
soren van andere voertuigen ultrasoon-
golven worden geproduceerd in de
buurt van de auto
• Als het regent of als er water op een sensor is gespat
• Als het gebied rond de auto donker is of bij tegenlicht
• Als de auto is uitgerust met een spatbor- dantenne of radioantenne
• Wanneer een sensor zich extreem dicht in de buurt van een geparkeerde auto
bevindt
• Als er zich een geparkeerde auto naast het beoogde parkeervak bevindt en het
weergegeven beoogde parkeervak zich
ver van het werkelijke beoogde parkeer-
vak bevindt, is een sensor mogelijk ver-
keerd uitgelijnd. Laat de auto nakijken
door een erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
• Plaats geen accessoires binnen het detectiegebied van de sensoren.
●Advanced Park begeleidt de auto naar
een geschikte positie om de rijrichting te
veranderen, maar als u merkt dat de
auto op een bepaald moment de
ernaast geparkeerde auto te dicht
nadert, trap dan het rempedaal in en zet
de selectiehendel in een andere stand.
Als u dat doet, neemt het aantal keer
dat moet worden gedraaid echter moge-
lijk toe en wordt de auto mogelijk schuin
geparkeerd.
Wijzigen van de instellingen
YARIS_CROSS_HV_OM_Europe_OM52K60E.book Page 329 Tuesday, June 1, 2021 1:48 PM
337
4
Handleiding YARIS CROSS_Europa_M52K60_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
■TRC (Traction Control)
Zorgt ervoor dat de aandrijfkracht
behouden blijft en voorkomt dat de aan-
drijvende wielen gaan doorslippen bij
het wegrijden met de auto of bij het
accelereren op gladde wegen
■Active Cornering Assist (ACA)
Helpt te voorkomen dat de auto naar de
buitenkant van de bocht uitwijkt door
remregeling uit te oefenen op de wielen
aan de binnenzijde wanneer tijdens het
rijden in een bocht wordt geprobeerd te
accelereren
■Hill Start Assist Control
Helpt te voorkomen dat de auto achter-
uit rolt bij helling op wegrijden
■EPS (elektrische stuurbekrachti-
ging)
Maakt gebruik van een elektromotor om
de benodigde kracht voor het rond-
draaien van het stuurwiel te verminde-
ren.
■E-Four (elektronisch on-demand
AWD-systeem) (AWD-uitvoerin-
gen)
Schakelt afhankelijk van de rijomstan-
digheden automatisch van voorwiel-
aandrijving naar vierwielaandrijving
(AWD), wat bijdraagt aan betrouwbaar
rijgedrag en stabiliteit. Voorbeelden van
omstandigheden waaronder het sys-
teem overschakelt op AWD zijn het
nemen van bochten, heuvelopwaarts
rijden, wegrijden of accelereren en als
het wegoppervlak glad is ten gevolge
van sneeuw, regen, enz.
■Noodstopsignaal
Als het rempedaal plotseling wordt
ingetrapt, gaan de alarmknipperlichten
automatisch knipperen om het achter-
opkomende verkeer te waarschuwen.
■Secondary Collision Brake
Als de airbagsensor een aanrijding sig-
naleert en het systeem in werking is,
worden de remmen en remlichten auto-
matisch geregeld om de rijsnelheid te
verlagen en te helpen de kans op ver-
dere schade ten gevolge van een
tweede aanrijding te verkleinen.
■Als het TRC/VSC/ABS-systeem in wer-
king is
Het controlelampje Traction Control knippert
wanneer het TRC/VSC/ABS-systeem in wer-
king is.
■Uitschakelen van het TRC-systeem
Als u met uw auto vast komt te zitten in mod-
der of sneeuw, kan het TRC-systeem het
aandrijfvermogen van het hybridesysteem
naar de wielen beperken. Als u op drukt
om het systeem uit te schakelen, kunt u de
auto waarschijnlijk gemak kelijker los krijgen
door te ‘schommelen’.
Schakel het TRC-systeem uit door snel
in te drukken en weer los te laten.
“Traction Control Turned OFF” (tractiecon-
trole UIT) wordt op het multi-informatiedisplay
weergegeven.
Druk nogmaals op om het systeem
weer in te schakelen.
YARIS_CROSS_HV_OM_Europe_OM52K60E.book Page 337 Tuesday, June 1, 2021 1:48 PM
339
4
Handleiding YARIS CROSS_Europa_M52K60_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
■Werkingsgeluiden ECB
In de volgende gevallen zijn mogelijk wer-
kingsgeluiden van de ECB te horen. Dit duidt
echter niet op een storing.
●Werkingsgeluiden vanuit de motorruimte
die zich voordoen wanneer het rempedaal
wordt bediend.
●Wanneer het bestuurdersportier wordt
geopend, kan aan de voorzijde van de
auto een geluid hoorbaar zijn dat afkomstig
is van het remsysteem.
●Werkingsgeluiden vanuit de motorruimte
die zich voordoen wanneer nadat na het
uitschakelen van het hybridesysteem een
of twee minuten zijn verstreken.
■Geluiden en trillingen tijdens de wer-
king van de Active Cornering Assist
Tijdens de werking van de Active Cornering
Assist kunnen geluiden en trillingen vanuit
het remsysteem worden waargenomen, maar
deze duiden niet op een storing.
■Geluid EPS
Wanneer het stuurwiel bediend wordt, kan
het geluid van een elektromotor (zoemend
geluid) hoorbaar zijn. Dit is normaal en duidt
niet op een storing.
■Automatisch opnieuw inschakelen van
de TRC- en VSC-systemen
Als de TRC- en VSC-systemen zijn uitge-
schakeld, worden deze automatisch opnieuw
ingeschakeld in de volgende situaties:
●Als het contact UIT wordt gezet
●Als alleen het TRC-systeem wordt uitge-
schakeld, wordt de TRC weer ingescha-
keld zodra de rijsnelheid toeneemt.
Als zowel het TRC- als het VSC-systeem
is uitgeschakeld, worden deze niet auto-
matisch weer ingeschakeld als de rijsnel-
heid toeneemt.
■Werkingsvoorwaarden van de Active
Cornering Assist
Het systeem werkt wanneer het volgende
zich voordoet.
●De TRC/VSC kan in werking treden
●De bestuurder probeert tijdens het rijden in
een bocht te accelereren
●Het systeem signaleert dat de auto naar de
buitenkant van de bocht uitwijkt
●Het rempedaal wordt losgelaten
■Gereduceerde bekrachtiging door het
EPS-systeem
De mate van bekrachtiging door het EPS-
systeem wordt gereduceerd om het systeem
tegen oververhitting te beschermen als er
gedurende langere tijd veel stuurbewegingen
worden uitgevoerd. Hierdoor kan de bestu-
ring zwaar aanvoelen. Probeer als dat het
geval is minder frequent te sturen of breng de
auto tot stilstand en sc hakel het hybridesys-
teem UIT. Het EPS-systeem moet binnen 10
minuten weer normaal werken.
■Voorwaarden voor werking noodstop-
signaal
Als aan de volgende voorwaarden wordt vol-
daan, werkt het noodstopsignaal:
●De alarmknipperlichten zijn uit
●De werkelijke rijsnelheid is hoger dan 55
km/h
●Het systeem oordeelt op basis van de
deceleratie van de auto dat het om een
noodstop gaat.
■Automatisch uitschakelen van nood-
stopsignaal
Het noodstopsignaal wordt in de volgende
situaties uitgeschakeld:
●De alarmknipperlichten worden ingescha-
keld.
●Het systeem oordeelt op basis van de
deceleratie van de auto dat het niet om
een noodstop gaat.
■Uitschakelen werking Secondary Colli-
sion Brake
Het systeem werkt als de airbagsensor een
aanrijding signaleert terwijl de auto in bewe-
ging is.
Het systeem werkt echter niet wanneer
onderdelen beschadigd zijn.
■Automatisch uitschakelen Secondary
Collision Brake
Het systeem wordt automatisch uitgescha-
keld in een van de volgende situaties.
●De rijsnelheid daalt tot ongeveer 0 km/h.
●Er verstrijkt een bepaalde tijd tijdens de
werking
●Het gaspedaal wordt flink ingetrapt.
YARIS_CROSS_HV_OM_Europe_OM52K60E.book Page 339 Tuesday, June 1, 2021 1:48 PM
345
4
Handleiding YARIS CROSS_Europa_M52K60_nl
4-6. Rijtips
Rijden
Gebruik vloeistoffen die geschikt zijn
voor winterse omstandigheden.
• Motorolie
• Koelvloeistof motor/vermogensregeleen-
heid
• Ruitensproeiervloeistof
Laat de toestand van de 12V-accu
controleren door een monteur.
Laat vier winterbanden onder uw
auto monteren of schaf een set
sneeuwkettingen voor de voorwielen
aan.
Controleer of alle banden dezelfde maat
hebben en van hetzelfde merk zijn en con-
troleer of de sneeuwkettingen geschikt zijn
voor de bandenmaat van uw auto.
Rijden in de winter
Tref voor het aanbreken van de
winter de noodzakelijke voorberei-
dingen en voer de benodigde con-
troles uit. Pas uw rijgedrag altijd
aan de actuele weersomstandighe-
den aan.
Voorbereidingen voor de winter
WAARSCHUWING
■Rijden met winterbanden
Neem om de kans op ongevallen te beper-
ken de volgende voorzorgsmaatregelen in
acht.
Als u dat niet doet, kunt u de macht over
het stuur verliezen, waardoor ernstig letsel
kan ontstaan.
●Gebruik banden met de voorgeschreven
maat.
●Zorg ervoor dat de bandenspanning aan
de specificatie voldoet.
●Rijd niet harder dan de toegestane snel-
heid of harder dan de snelheidslimiet
die geldt voor de gebruikte winterban-
den.
●Monteer winterbanden op alle wielen.
■Rijden met sneeuwkettingen
Neem om de kans op ongevallen te beper-
ken de volgende voorzorgsmaatregelen in
acht.
Anders kunnen een aanrijding en ernstig
letsel het gevolg zijn.
●Rijd niet harder dan de maximaal toege-
stane snelheid voor de gebruikte
sneeuwkettingen of niet harder dan 50
km/h, afhankelijk van welke snelheid de
laagste is.
●Vermijd het rijden over slechte wegdek-
ken en over gaten.
●Vermijd plotseling accelereren, abrupte
stuuracties, plotseling remmen en scha-
kelhandelingen die een plotselinge
motorremwerking veroorzaken.
●Minder uw snelheid alvorens een bocht
aan te snijden zodanig, dat u zeker weet
dat de auto bestuurbaar blijft.
●Gebruik het LTA-systeem (Lane Tracing
Assist) niet. (indien aanwezig)
OPMERKING
■Repareren of vervangen van winter-
banden
Laat winterbanden repareren of vervangen
door een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige
of door een bandenspecialist.
Het verwijderen en plaatsen van winter-
banden heeft namelijk invloed op de wer-
king van de bandenspanningssensoren en
-zenders.
YARIS_CROSS_HV_OM_Europe_OM52K60E.book Page 345 Tuesday, June 1, 2021 1:48 PM
347
4
Handleiding YARIS CROSS_Europa_M52K60_nl
4-6. Rijtips
Rijden
Gebruik de juiste maat sneeuwkettin-
gen.
De maat van de sneeuwkettingen is
afgestemd op de bandenmaat.
Zijketting:diameter 3 mm
breedte 10 mm
lengte 30 mm
Dwarsketting:diameter 4 mm
breedte 14 mm
lengte 25 mm De wetgeving met betrekking tot het
gebruik van sneeuwkettingen verschilt
per land en per soort weg. Stel u op de
hoogte van lokale voorschriften alvo-
rens sneeuwkettingen te monteren.
■Monteren van sneeuwkettingen
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in
acht bij het monteren en verwijderen van
sneeuwkettingen:
●Monteer en verwijder de sneeuwkettingen
op een veilige locatie.
●Monteer de sneeuwkettingen uitsluitend op
de voorwielen. Gebruik geen sneeuwket-
tingen om de achterwielen.
●Plaats de sneeuwkettingen zo strak moge-
lijk om de voorwielen. Zet de sneeuwkettin-
gen na 0,5 - 1 km opnieuw vast.
●Monteer de sneeuwkettingen volgens de
meegeleverde gebruiksaanwijzing.
Kiezen van sneeuwkettingenWetgeving met betrekking tot
het gebruik van
sneeuwkettingen
OPMERKING
■Monteren van sneeuwkettingen
Als er sneeuwkettingen gemonteerd zijn,
werken de bandenspanningssensoren en -
zenders mogelijk niet goed.
YARIS_CROSS_HV_OM_Europe_OM52K60E.book Page 347 Tuesday, June 1, 2021 1:48 PM