299
4
Handleiding YARIS CROSS_Europa_M52K60_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
Blz. 276
■Voorwaarden voor werking van de Par-
king Support Brake-functie (voor stil-
staande objecten)
De functie werkt als het controlelampje PKSB
OFF niet brandt of knippert ( Blz. 92, 445)
en aan alle onderstaande voorwaarden wordt
voldaan:
●Begrenzingsregeli ng hybridesysteem
• De Parking Support Brake is ingeschakeld.
• De rijsnelheid is ongeveer 15 km/h of lager.
• Er bevindt zich een stilstaand object in de rijrichting van de auto, op een afstand van
ongeveer 2 tot 4 m.
• De Parking Support Brake stelt vast dat er harder dan normaal moet worden geremd
om een aanrijding te voorkomen.
●Remregeling
• De begrenzingsregeling van het hybride- systeem is in werking.
• De Parking Support Brake stelt vast dat er onmiddellijk moet worden geremd om een
aanrijding te voorkomen.
■Voorwaarden voor het stoppen van de
werking van de Parking Support Brake-
functie (voor stilstaande objecten)
De werking van de functie stopt als aan één
van de volgende voorwaarden wordt voldaan:
●Begrenzingsregeling hybridesysteem
• De Parking Support Brake is uitgescha- keld.
• Het systeem stelt vast dat de aanrijding voorkomen kan worden met normaal rem-
men.
• Het statische object bevindt zich niet lan-
ger op een afstand van ongeveer 2 tot 4 m
van de auto in de rijrichting van de auto.
●Remregeling
• De Parking Support Brake is uitgescha- keld.
• Er zijn ongeveer 2 seconden verstreken nadat de auto door de remregeling tot stil-
stand is gebracht.
• Het rempedaal wordt ingetrapt nadat de auto tot stilstand is gebracht door de rem-
regeling.
• Het statische object bevindt zich niet lan- ger op een afstand van ongeveer 2 tot 4 m
van de auto in de rijrichting van de auto.
■Opnieuw inschakelen van de Parking
Support Brake-functie (voor stilstaande
objecten)
Blz. 296
■Detectiebereik van de Parking Support
Brake-functie (voor stilstaande objec-
ten)
Het detectiebereik van de Parking Support
Brake-functie (voor stilstaande objecten) ver-
schilt van dat van de Toyota Parking Assist-
sensor. ( Blz. 281) Daardoor wordt de Par-
king Support Brake-functie (voor stilstaande
objecten) mogelijk niet geactiveerd, ook al
signaleert de Toyota Parking Assist-sensor
een obstakel en wordt er een waarschuwing
gegeven.
■Objecten die mogelijk niet goed worden
gesignaleerd door het systeem
Blz. 279
Soorten sensoren
WAARSCHUWING
■Ervoor zorgen dat het systeem goed
werkt
Blz. 278
■Als de Parking Support Brake-functie
(voor stilstaande objecten) onnodig
wordt geactiveerd, bijvoorbeeld op
een spoorwegovergang
Blz. 296
■Opmerkingen bij het wassen van de
auto
Blz. 278
YARIS_CROSS_HV_OM_Europe_OM52K60E.book Page 299 Tuesday, June 1, 2021 1:48 PM
302
Handleiding YARIS CROSS_Europa_M52K60_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Blz. 272
■Voorwaarden voor werking van de Par-
king Support Brake-functie (voor voer-
tuigen die achterlangs rijden)
De functie werkt als het controlelampje PKSB
OFF niet brandt of knippert ( Blz. 92, 445)
en aan alle onderstaande voorwaarden wordt
voldaan:
●Begrenzingsregeli ng hybridesysteem
• De Parking Support Brake is ingeschakeld.
• De rijsnelheid is ongeveer 15 km/h of lager.
• Voertuigen die de auto van rechts of links achter naderen met een snelheid van
ongeveer 8 km/h of meer.
• De selectiehendel in stand R staat.
• De Parking Support Brake stelt vast dat er harder dan normaal moet worden geremd
om een aanrijding met een naderende auto
te voorkomen.
●Remregeling
• De begrenzingsregeling van het hybride- systeem is in werking.
• De Parking Support Brake stelt vast dat een noodstop noodzakelijk is om een aan-
rijding met een naderende auto te voorko-
men.
■Voorwaarden voor het stoppen van de
werking van de Parking Support Brake-
functie (voor voertuigen die achterlangs
rijden)
De werking van de functie stopt als aan één
van de volgende voorwaarden wordt voldaan:
●Begrenzingsregeli ng hybridesysteem
• De Parking Support Brake is uitgescha- keld.
• De aanrijding kan worden voorkomen met normaal remmen.
• Er nadert niet langer een auto van rechts of links achter de auto.
●Remregeling
• De Parking Support Brake is uitgescha- keld.
• Er zijn ongeveer 2 seconden verstreken nadat de auto door de remregeling tot stil-
stand is gebracht.
• Het rempedaal wordt ingetrapt nadat de auto tot stilstand is gebracht door de rem-
regeling.
• Er nadert niet langer een auto van rechts of links achter de auto.
■Opnieuw inschakelen van de Parking
Support Brake-functie (voor voertuigen
die achterlangs rijden)
Blz. 296
■Detectiegebied van de Parking Support
Brake-functie (voor voertuigen die ach-
terlangs rijden)
Het detectiegebied van de Parking Support
Brake-functie (voor voertuigen die achter-
langs rijden) verschilt van dat van de RCTA
( Blz. 289). Daardoor wordt de Parking Sup-
port Brake-functie (voor voertuigen die ach-
terlangs rijden) mogelijk niet geactiveerd, ook
al signaleert de RCTA een auto en wordt er
een waarschuwing gegeven.
■Situaties waarin het systeem geen auto
signaleert
Blz. 290
■RCTA-zoemer
Als, ongeacht of de RCTA is ingeschakeld of
niet ( Blz. 287), de Parking Support Brake-
functie is ingeschakeld ( Blz. 294) en de
remregeling wordt uitgevoerd, klinkt een zoe-
mer om de bestuurder hierop te attenderen.
■Situaties waarin het systeem mogelijk
niet goed werkt
Blz. 290
■Situaties waarin het systeem mogelijk
werkt, zelfs als er geen kans op een
aanrijding is
Blz. 291
Soorten sensoren
WAARSCHUWING
■Ervoor zorgen dat het systeem goed
werkt
Blz. 272
YARIS_CROSS_HV_OM_Europe_OM52K60E.book Page 302 Tuesday, June 1, 2021 1:48 PM
331
4
Handleiding YARIS CROSS_Europa_M52K60_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
is geschikt voor wanneer wendbaarheid is
gewenst, bijvoorbeeld bij het rijden op zeer
bochtige wegen.
Wanneer de POWER-modus wordt geselec-
teerd, gaat de POWER-modusindicator
branden.
3ECO-rijmodus
Helpt de bestuurder op milieuvriendelijke
wijze te accelereren en het brandstofver-
bruik te verlagen door een gematigde afstel-
ling van de smoorklep en door het regelen
van de werking van de airconditioning (ver-
warmen/koelen).
Wanneer de ECO-rijmodus wordt geselec-
teerd, gaat de ECO-rijmodusindicator bran-
den.
■Werking van de airconditioning in de
ECO-rijmodus
De ECO-rijmodus regelt het verwarmen/koe-
len en de aanjagersnelheid van het airconditi-
oningsysteem om brandstof te besparen.
Doe het volgende om de prestaties van de
airconditioning te verbeteren:
●Schakel de ECO-modus van de airconditi-
oning uit ( Blz. 350)
●Wijzig de aanjagersnelheid ( Blz. 351)
●Schakel de ECO-rijmodus uit
■Automatisch uitschakelen van de
POWER-modus
Als het contact UIT wordt gezet nadat is
gereden in de POWER-modus, wijzigt de rij-
modus in de normale modus.
Trail-modus
(AWD-uitvoeringen)
De Trail-modus is ontworpen om
het doorslippen van de aangedre-
ven wielen te voorkomen door de
geïntegreerde regeling van het
AWD-systeem, het remsysteem en
het regelsysteem voor de aandrijf-
kracht. Gebruik de Trail-modus bij
het rijden over hobbelige wegen,
enz.
WAARSCHUWING
■Voordat u de Trail-modus gebruikt
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht. Wanneer u deze voorzorgsmaatre-
gelen niet in acht neemt, kan een ongeval
ontstaan.
●De Trail-modus is ontworpen voor het
gebruik op onverharde wegen.
●Controleer of het controlelampje TRAIL
brandt alvorens weg te rijden.
●De Trail-modus is niet ontworpen voor
het vergroten van de limieten van de
auto. Controleer altijd zorgvuldig de
conditie van de weg en rijd veilig.
OPMERKING
■Ervoor zorgen dat de Trail-modus
goed werkt
Gebruik de Trail-modus niet continu gedu-
rende langere tijd. Afhankelijk van de
rijomstandigheden neemt de belasting op
de gerelateerde onderdelen toe en werkt
het systeem mogelijk niet goed.
YARIS_CROSS_HV_OM_Europe_OM52K60E.book Page 331 Tuesday, June 1, 2021 1:48 PM
332
Handleiding YARIS CROSS_Europa_M52K60_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
1Inschakelen van de SNOW-modus
(Blz. 333)
2 Inschakelen van de normale modus
3 Inschakelen van de Trail-modus
Als de wielen spinnen, knippert het
controlelampje Traction Control om aan
te geven dat de Trail-modus het spin-
nen van de wielen regelt.
■Trail-modus
●De Trail-modus regelt de auto zo dat deze
bij het rijden op onverharde wegen over de
maximale aandrijfkracht beschikt. Het
resultaat kan zijn dat het brandstofverbruik
toeneemt vergeleken met wanneer de
Trail-modus uit is.
●Als de Trail-modus gedurende een langere
periode continu wordt gebruikt, neemt
afhankelijk van de rijomstandigheden de
belasting op gerelateerde onderdelen toe en werkt het systeem mogelijk niet goed.
In dit geval wordt “Traction Control Turned
OFF” (tractiecontrole UIT) weergegeven
op het multi-informatiedisplay, maar kan er
normaal met de auto worden gereden.
“Traction Control Turned Off” (tractiecon-
trole UIT) op het multi-informatiedisplay
dooft na een poosje en het systeem werkt
naar behoren.
■Als de Trail-modus wordt uitgeschakeld
In de volgende situaties wordt de Trail-modus
automatisch uitgeschakeld, zelfs wanneer de
modus is geselecteerd:
●Als de rijmodus is gewijzigd. ( Blz. 330)
●Als het hybridesysteem is gestart.
■Geluiden en trillingen tijdens het rijden
in de Trail-modus
Elk van de volgende ver schijnselen kan zich
voordoen als de Trail-mo dus in werking is.
Geen van deze verschijnselen duidt op een
storing:
●Er kunnen trillingen gevoeld worden in de
carrosserie en de stuurinrichting
●Er kunnen geluiden hoorbaar zijn uit de
motorruimte.
■Als het controlelampje TRAIL-modus
niet gaat branden
Als het controlelampje TRAIL-modus niet
gaat branden, ook al wordt de Trail-modus
geselecteerd, is er mogelijk een storing aan-
wezig in het systeem. Laat de auto onmiddel-
lijk nakijken door een erkende Toyota-dealer
of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
Inschakelen van het systeem
Wanneer de Trail-modus in
werking is
YARIS_CROSS_HV_OM_Europe_OM52K60E.book Page 332 Tuesday, June 1, 2021 1:48 PM
333
4
Handleiding YARIS CROSS_Europa_M52K60_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
1Inschakelen van de SNOW-modus
2 Inschakelen van de normale modus
3 Inschakelen van de Trail-modus
(Blz. 331)
■Uitschakelen van de SNOW-modus
De SNOW-modus wordt automatisch uitge-
schakeld als het contact UIT wordt gezet of
als de Trail-modus wordt geselecteerd.
Druk op de schakelaar DAC.
Het controlelampje van de Downhill Assist
Control gaat branden en het systeem treedt
in werking.
Wanneer het systeem in werking is, gaat het
controlelampje Traction Control knipperen
en gaan de remlichten en het derde remlicht
branden. Tijdens de werking van het sys-
teem kan een geluid worden waargenomen.
Dit duidt niet op een storing.
SNOW-modus
(AWD-uitvoeringen)
De SNOW-modus kan worden
geselecteerd om de auto af te
stemmen op de omstandigheden
bij rijden op een glad wegdek, bij-
voorbeeld als het heeft
gesneeuwd.
Werking systeem
Downhill Assist Control
(AWD-uitvoeringen)
De Downhill Assist Control helpt
te hoge snelheden op steile neer-
waartse hellingen te voorkomen.
Het systeem wordt ingeschakeld
als de rijsnelheid lager is dan 30
km/h terwijl het gaspedaal en het
rempedaal niet ingetrapt zijn.
WAARSCHUWING
■Bij gebruik van Downhill Assist Con-
trol
Vertrouw niet uitsluitend op de Downhill
Assist Control. Met deze functie worden
de fysieke grenzen van de auto niet ver-
legd. Controleer altijd zorgvuldig de condi-
tie van de weg en rijd veilig.
Werking systeem
YARIS_CROSS_HV_OM_Europe_OM52K60E.book Page 333 Tuesday, June 1, 2021 1:48 PM
334
Handleiding YARIS CROSS_Europa_M52K60_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Druk op de schakelaar DAC terwijl het
systeem in werking is.
Het controlelampje van de Downhill Assist
Control gaat knipperen terwijl het systeem
geleidelijk wordt uitgeschakeld, en dooft
wanneer het systeem volledig is uitgescha-
keld.
Druk op de schakelaar DAC terwijl het con-
trolelampje van het Downhill Assist Control
knippert om het systeem opnieuw in te scha-
kelen.
■Bedieningstips
Het systeem werkt wanneer de selectiehen-
del in een andere stand dan P staat.
■Als het controlelampje Downhill Assist
Control knippert
●In de volgende situaties knippert het con-
trolelampje en werkt het systeem niet:
• De selectiehendel staat in stand P.
• Het gaspedaal of het rempedaal is inge- trapt.
• De rijsnelheid wordt hoger dan ongeveer 30 km/h.
• Het remsysteem raakt oververhit.
●In de volgende situatie knippert het contro-
lelampje om de bestuurder te waarschu-
wen, maar werkt het systeem wel:
• De selectiehendel staat in stand N.
• De schakelaar DAC wordt uitgeschakeld terwijl het systeem in werking is.
Het systeem zal de werking geleidelijk onder-
breken. Het controlelampje zal knipperen tij-
dens de werking en gaat uit wanneer het sys-
teem volledig is uitgeschakeld.
■Wanneer de Downhill Assist Control
continu wordt gebruikt
Hierdoor kan de hydr aulische regeleenheid
oververhit raken. In dat geval stopt de wer-
king van de Downhill Assist Control, er klinkt
een zoemer, het controlelampje Downhill
Assist Control gaat knipperen en “Traction
Control Turned OFF” (tractiecontrole UIT)
wordt weergegeven op het multi-informatie-
display. Gebruik het systeem niet voordat het
controlelampje Downhill Assist Control blijft
branden en de melding “Traction Control Tur-
ned OFF” (tractiecontrole UIT) verdwijnt.
(Gedurende deze periode kan normaal met
de auto worden gereden.)
■Bijgeluiden en trillingen die worden ver-
oorzaakt door de Downhill Assist Con-
trol
●Tijdens het inschakelen van het hybride-
systeem of kort nadat de auto begint te rij-
den kan in de motorruimte een geluid wor-
den gehoord. Dit duidt niet op een storing
in de Downhill Assist Control.
●Elk van de onderstaande omstandigheden
treedt mogelijk op wanneer de Downhill
Assist Control in werking is. Geen van
deze verschijnselen duidt op een storing.
• Er kunnen trillingen gevoeld worden in de carrosserie en de stuurinrichting.
• Nadat de auto tot stilstand is gekomen, kan het geluid van een elektromotor hoor-
baar zijn.
■Systeemstoring
Laat uw auto in de volgende gevallen nakij-
ken door een erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige.
●Het controlelampje Downhill Assist Con-
trol gaat niet branden wanneer het contact
AAN wordt gezet.
●Het controlelampje Downhill Assist Con-
trol gaat niet branden wanneer de schake-
laar DAC wordt ingedrukt.
●Als het controlelampje Traction Control
gaat branden.
Uitschakelen van het systeem
YARIS_CROSS_HV_OM_Europe_OM52K60E.book Page 334 Tuesday, June 1, 2021 1:48 PM
335
4
Handleiding YARIS CROSS_Europa_M52K60_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
*: Indien aanwezig
■Als “Exhaust Filter Full See Owner’s
Manual” (Uitlaatgasfiltersysteem vol,
zie handleiding) op het multi-informatie-
display wordt weergegeven
●Deze melding wordt mogelijk weergegeven
wanneer de auto tijdens het rijden zwaar
wordt belast terwijl roetdeeltjes zich opho-
pen.
●Het vermogen van het hybridesysteem
(motortoerental) wordt beperkt bij een
bepaalde hoeveelheid roetdeeltjes. Er kan
echter nog met de auto worden gereden,
tenzij het motorcontrolelampje gaat bran-
den.
●Roetdeeltjes hopen zich sneller op wan-
neer er regelmatig korte ritten worden
gereden met de auto, wanneer er met lage
snelheden wordt gereden of als het hybri-
desysteem regelmatig wordt gestart in een
extreem koude omgeving. Overmatige
ophoping van roetdeeltjes kan worden
voorkomen door periodiek lange afstanden
te rijden waarbij het gaspedaal af en toe
wordt losgelaten, zoals bij het rijden op
autowegen en snelwegen.
WAARSCHUWING
■Mogelijk werkt het systeem niet op
de onderstaande ondergronden. Dit
kan leiden tot een ongeval met ern-
stig letsel tot gevolg
●Gladde ondergronden, zoals een natte
of met modder bedekte weg
●Een gladde weg
●Onverharde wegen
GPF-systeem
(benzineroetfilter)*
Het benzineroetfiltersysteem ver-
zamelt met behulp van een uitlaat-
gasfilter roetdeeltjes in de uitlaat-
gassen.
Het systeem werkt om het filter
automatisch te regenereren,
afhankelijk van de voertuigcondi-
ties.
YARIS_CROSS_HV_OM_Europe_OM52K60E.book Page 335 Tuesday, June 1, 2021 1:48 PM
336
Handleiding YARIS CROSS_Europa_M52K60_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
■Als het motorcontrolelampje gaat bran-
den of “Hybrid System Malfunction Out-
put Power Reduced Visit Your Dealer”
(Storing in hybridesysteem, geredu-
ceerd uitgangsvermogen, ga naar uw
dealer) wordt weergegeven op het
multi-informatiedisplay
De hoeveelheid opgehoopte roetdeeltjes
heeft een bepaald niveau overschreden. Laat
de auto onmiddellijk nakijken door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
■ECB (elektronisch geregeld rem-
systeem)
Het elektronisch geregelde remsys-
teem genereert remkracht overeen-
komstig de bediening van de remmen.
■ABS (antiblokkeersysteem)
Helpt het blokkeren van de wielen te
voorkomen bij plotseling remmen of
remmen op een glad wegdek
■Brake Assist
Zorgt voor een grotere remkracht nadat
het rempedaal is in getrapt als het sys-
teem oordeelt dat er sprake is van een
noodstop
■VSC (Vehicle Stability Control)
Helpt de bestuurder de auto onder con-
trole te houden bij uitwijkmanoeuvres
en het nemen van bochten op een glad
wegdek.
OPMERKING
■Voorkomen dat het benzineroetfilter-
systeem niet goed werkt
●Gebruik geen andere brandstof dan het
voorgeschreven type brandstof
●Breng geen wijzigingen aan de uitlaat-
pijp aan
Ondersteunende systemen
Om de veiligheid en de prestaties
tijdens het rijden te verbeteren is
uw auto uitgerust met de volgende
systemen die automatisch in wer-
king treden als de omstandighe-
den daar om vragen. Houd er ech-
ter rekening mee dat dit aanvul-
lende systemen zijn en vertrouw
niet in al te sterke mate op deze
systemen als u de auto bedient.
Overzicht van de
ondersteunende systemen
YARIS_CROSS_HV_OM_Europe_OM52K60E.book Page 336 Tuesday, June 1, 2021 1:48 PM