40
Handleiding YARIS CROSS_Europa_M52K60_nl
1-1. Voor een veilig gebruik
Controlelampje PASSENGER AIR BAG
Airbag-ECU
De belangrijkste onderdel en van het SRS-airbagsysteem zijn hierboven afgebeeld.
Het SRS-airbagsysteem wordt aangestuurd door de airbag-ECU. Bij het activeren
van de airbags zorgt een chemische reacti e in de ontstekingsmechanismen ervoor
dat de airbags snel gevuld worden met niet-giftig gas om de beweging van de inzit-
tenden te helpen beperken.
■Als de airbags worden geactiveerd
●U kunt lichte schaafplekken, brandwonden,
kneuzingen, e.d. oplopen als gevolg van
de zeer hoge snelheid waarmee de air-
bags worden geactiveerd door hete gas-
sen.
●Er is een luide knal hoorbaar en er komt
wit poeder vrij.
●Gedurende enkele minuten na het active-
ren van de airbags kunnen de onderdelen
van de airbagmodule (stuurwielnaaf,
afdekkap airbag en ontstekingsmecha-
nisme) evenals de voorstoelen, delen van
de voor- en achterstijlen en de daklijstbe-
kleding nog heet zijn. De airbag zelf kan
ook heet zijn.
●De voorruit kan barsten.
●Het hybridesysteem wordt uitgezet en de
brandstoftoevoer naar de motor wordt
gestopt. ( Blz. 83)
●Het remsysteem en de remlichten worden
automatisch aangestuurd. ( Blz. 337)
●De interieurverlichting gaat automatisch
branden. ( Blz. 359)
●De alarmknipperlichten worden automa-
tisch ingeschakeld. ( Blz. 430)
●Auto's met eCall: Als een van de volgende
situaties zich voordoet, verstuurt het sys-
teem automatisch een noodoproep
* naar
het eCall-controlecentrum. De locatie van
de auto wordt doorgegeven (zonder dat de
toets SOS hoeft te worden ingedrukt) en
een medewerker zal proberen om met de
inzittenden te praten om de ernst van de
situatie vast te stellen en te bepalen of hulp
nodig is. Als de inzittenden niet in staat zijn
om te communiceren, behandelt de mede-
werker de oproep automatisch als een
noodgeval en schakelt hij of zij de noodza-
kelijke hulpdiensten in. ( Blz. 65) • Een airbag is geactiveerd.
• Een gordelspanner is geactiveerd.
• De auto is betrokken bij een ernstige aan-
rijding van achteren.
*: In sommige gevallen kan er geen oproep
worden verzonden. ( Blz. 66)
■Voorwaarden voor activering van de air-
bags (airbags voor)
●De airbags voor worden geactiveerd als
een bepaalde drempelwaarde wordt over-
schreden (vergelijkbaar met een frontale
aanrijding met een snelheid van ongeveer
20 - 30 km/h tegen een muur die niet kan
bewegen of vervormen).
Deze drempelsnelheid kan in de volgende
situaties echter veel hoger liggen:
• Wanneer de auto iets raakt dat kan bewe- gen en/of vervormen, zoals een gepar-
keerde auto of lantaarnpaal
• Wanneer de auto betrokken raakt bij een ongeval waarbij de neus van de auto onder
een vrachtwagen terechtkomt
●Afhankelijk van het type aanrijding worden
mogelijk alleen de gordelspanners geacti-
veerd.
■Voorwaarden voor activering van de air-
bags (side airbags, curtain airbags en
airbags middenvoor)
●De side airbags, curtai n airbags en airbags
middenvoor worden geactiveerd als een
bepaalde drempelwaarde wordt overschre-
den (vergelijkbaar met ter plaatse van het
passagierscompartiment aangereden wor-
den met een snelheid van ongeveer 20 -
30 km/h door een ongeveer 1.500 kg
wegend voertuig, komend vanuit een rich-
ting die haaks staat op de positie van de
auto).
●Beide curtain airbags worden mogelijk ook
geactiveerd bij een zware aanrijding van
opzij.
YARIS_CROSS_HV_OM_Europe_OM52K60E.book Page 40 Tuesday, June 1, 2021 1:48 PM
58
Handleiding YARIS CROSS_Europa_M52K60_nl
1-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
■Informatie aanbevolen baby- en kinderzitjes
*1: Verstel de hoofdsteun van het zitje zodanig dat deze geen contact maakt met het interieur van de auto.
*2: Geleid de veiligheidsgordel door de SecureGuard om deze vast te maken.
De in de tabel genoemde baby- en kinderzi tjes zijn mogelijk niet verkrijgbaar buiten
de EU en het Verenigd Koninkrijk.
I9 - 18 kg
AF3In de rijrichting geplaatst baby- of kin- derzitje, volledige hoogte
BF2In de rijrichting geplaatst baby- of kin- derzitje, verlaagd
B1F2XIn de rijrichting geplaatst baby- of kin-derzitje, verlaagd
CR3Tegen de rijrichting in geplaatst baby- of kinderzitje, volledig formaat
DR2Tegen de rijrichting in geplaatst baby- of kinderzitje, kleiner formaat
II15 - 25 kg—B2, B3ZitkussenIII22 - 36 kg
GewichtsgroepenAanbevolen baby- of kinderzitje
Bevestiging
Vastgezet met
een veiligheids- gordelVastgezet met een onderste
bevestigings- punt
Tegen de rijrichting in
Groep 0 of 0+
Minder dan 10 kg of 13 kgTOYOTA
G0+, BABY SAFE
PLUS
JaNiet van toe-
passing
In de rijrichting
Groep I
9 - 18 kgTOYOTA
DUO PLUSJaJa
Zittingverhoger
Groep II en III
15 - 25 kg en 22 - 36 kgTOYOTA
KIDFIX 2S*1, 2JaJa
TOYOTA
MAXI PLUSJaJa
Gewichts-groepenGewicht kindKlasseISO-beves- tigingBeschrijving
YARIS_CROSS_HV_OM_Europe_OM52K60E.book Page 58 Tuesday, June 1, 2021 1:48 PM
59
1
Handleiding YARIS CROSS_Europa_M52K60_nl
1-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
Veiligheid en beveiliging
Bij het vastzetten van sommige typen
baby- of kinderzitjes op de achterstoel
kunnen de veiligheidsgordels op de
plaatsen naast het zitje mogelijk niet
goed worden gebruikt en komen ze
mogelijk in aanraking met het zitje. Ook
kan de werking van de veiligheidsgor-
del negatief worden beïnvloed. Draag
uw veiligheidsgordel goed aansluitend
over uw schouder en laag over uw heu-
pen. Wanneer dit niet het geval is of
wanneer hij in aanraking komt met het
zitje, ga dan ergens anders zitten. Het
niet in acht nemen van de voorzorgs-
maatregelen kan ernstig letsel tot
gevolg hebben.
Verstel bij het plaatsen van een
baby- of kinderzitje op de achter-
stoelen de voorstoel zodanig dat
deze niet in aanraking komt met het
kind of het baby- of kinderzitje.
Indien bij het plaatsen van een kin-
derzitje met steunvoet de rugleu-
ning in de weg zit wanneer u het zitje
op de steunvoet wilt bevestigen, zet
dan de rugleuning naar achteren tot
er voldoende ruimte is.
Als het schouderbevestigingspunt
van de veiligheidsgordel zich vóór
de gordelgeleider van het kinderzitje
bevindt, verplaatst u de zitting naar
voren.
Indien bij het plaatsen van een zit-
kussen het kind in het baby- of kin-
derzitje erg rechtop zit, zet u de rug-
leuning in een comfortabelere stand.
En als het schouderbevestigings-
punt van de veiligheidsgordel zich
vóór de gordelgeleider van het kin-
derzitje bevindt, verplaatst u de zit-
ting naar voren.
Geleid bij gebruik van een kinderzitje
met SecureGuard het heupgedeelte
van de gordel door de SecureGuard
zoals aangegeven in de afbeel-
ding.
YARIS_CROSS_HV_OM_Europe_OM52K60E.book Page 59 Tuesday, June 1, 2021 1:48 PM
231
4
Handleiding YARIS CROSS_Europa_M52K60_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
*: Indien aanwezig
Het systeem kan de volgende zaken signaleren (de waarneembare zaken verschil-
len afhankelijk van de functie):
De landen en regio's in het overzicht zijn van toepassing vanaf september 2021.
Afhankelijk van wanneer de auto is verkocht kunnen de landen en regio's echter
verschillen. Neem voor meer informatie contact op met een erkende Toyota-dealer
of hersteller/reparateur of een andere n aar behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
PCS (Pre-Crash Safety-systeem)*
Het Pre-Crash Safety-systeem maakt gebruik van een radarsensor en een
camera voor om objecten ( Blz. 231) vóór de auto te signaleren. Wanneer
het systeem oordeelt dat de kans op een frontale aanrijding met een object
groot is, wordt een waarschuwing geactiveerd om de bestuurder aan te
sporen om uit te wijken en wordt de potentiële remdruk verhoogd om de
bestuurder te helpen een aanrijding te voorkomen. Wanneer het systeem
oordeelt dat de kans op een frontale aanrijding met een object zeer groot is,
worden de remmen automatisch bekrachtigd om te helpen een aanrijding te
voorkomen of om de impact van een aanrijding te helpen verminderen.
Het Pre-Crash Safety-systeem kan worden in-/uitgeschakeld en het waarschu-
wingstijdstip kan worden gewijzigd. ( Blz. 235)
Signaleerbare objecten en beschikbaarheid functie
Regio'sSignaleerbare objec-
tenBeschikbaarheid functieLanden/gebieden
AVoertuigen
Fietsers
Voetgangers
De Pre-Crash-waarschu-
wing, Pre-Crash Brake
Assist, Pre-Crash Brake-
functie, Emergency Stee-
ring Assist en assistentie bij
het rechts/links afslaan op
een kruispunt zijn beschik-
baar
Behalve Azerbeidzjan,
Colombia, Ecuador en
Georgië
BDe Pre-Crash-waarschu-
wing, Pre-Crash Brake
Assist en Pre-Crash Brake- functie zijn beschikbaarColombia en Ecuador
CVoertuigenAzerbeidzjan en Georgië
YARIS_CROSS_HV_OM_Europe_OM52K60E.book Page 231 Tuesday, June 1, 2021 1:48 PM
399
6
Handleiding YARIS CROSS_Europa_M52K60_nl
6-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Onderhoud en verzorging
5Druk op / om “TPWS set-
ting” (instelling TPWS) te selecteren
en druk vervolgens op .
6 Druk op / om “Setting Unit”
(eenheid instellen) te selecteren.
7 Druk op / om de gewenste
eenheid te selecteren en druk ver-
volgens op .
■Periodieke controle van de banden-
spanning
Het bandenspanningswaarschuwingssys-
teem vervangt de periodieke controle van de
bandenspanning niet. Controleer daarom ook
zelf regelmatig de bandenspanning.
■Bandenspanning
●Nadat het contact AAN is gezet, kan het
enkele minuten duren voordat de banden-
spanning wordt weergegeven. Het kan ook
enkele minuten duren voordat de banden-
spanning wordt weergegeven nadat de
banden op spanning zijn gebracht.
●De bandenspanning verandert met de tem-
peratuur. De weergegeven waarden kun-
nen verschillen van de waarden die met
andere bandenspanningmeters worden
gemeten.
■Situaties waarin het bandenspannings-
waarschuwingssysteem mogelijk niet
goed werkt
●Onder de volgende omstandigheden werkt
het bandenspanningswaarschuwingssys-
teem mogelijk niet goed.
• Als er niet-originele Toyota-velgen zijn gemonteerd.
• Er is een band vervangen door een exem- plaar dat niet overeenkomt met de OE-
specificaties (Original Equipment).
• Er is een band vervangen door een exem- plaar dat niet de voorgeschreven maat
heeft.
• Er zijn sneeuwkettingen gemonteerd.
• Er is een run-flat band met ondersteu- nende ring gemonteerd.
• Als de ruiten zijn voorzien van een coating die de ontvangst van de radiografische sig- nalen nadelig beïnvloedt.
• Als de auto bedekt is met sneeuw of ijs, vooral bij de wielen of de wielkasten.
• Als de bandenspanning aanzienlijk hoger is dan de voorgeschreven waarde.
• Als er banden zonder bandenspannings- sensoren en -zenders worden gebruikt.
• Als de identificatiecode op de banden- spanningssensoren en -zenders niet is
geregistreerd in de bandenspanningswaar-
schuwingssysteem-ECU.
●In de volgende situaties kunnen de presta-
ties worden beïnvloed.
• In de buurt van een televisiezendmast, elektriciteitscentrale, tankstation, radiozen-
der, videowall, luchthaven of andere loca-
tie waar sterke radiogolven of elektromag-
netische velden aanwezig zijn.
• Als u een draagbare radio, mobiele tele- foon, draadloze telefoon of een ander
draadloos communicatiemiddel bij u
draagt.
●Wanneer de auto geparkeerd is, kan het
langer duren voordat de waarschuwing
verschijnt of verdwijnt.
●Wanneer de bandenspanning snel daalt,
zoals bij een klapband, dan verschijnt de
waarschuwing mogelijk niet.
■Waarschuwingen bandenspannings-
waarschuwingssysteem
De eventuele waarschuwing van het banden-
spanningswaarschuwingssysteem is geba-
seerd op de rijomstandigheden. Daarom laat
het systeem mogelijk zelfs een waarschu-
wing zien wanneer de bandenspanning niet
laag genoeg is of wanneer de druk hoger is
dan de druk die was ingesteld tijdens het ini-
tialiseren van het systeem.
YARIS_CROSS_HV_OM_Europe_OM52K60E.book Page 399 Tuesday, June 1, 2021 1:48 PM
400
Handleiding YARIS CROSS_Europa_M52K60_nl
6-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Bij het vervangen van banden of velgen
moeten de bandenspanningssensoren
en -zenders ook worden geplaatst.
Als er nieuwe bandenspanningssenso-
ren en -zenders geplaatst worden,
moeten de identificatiecodes van deze
componenten worden geregistreerd in
de bandenspanningswaarschuwings-
systeem-ECU en moet het banden-
spanningswaarschuwingssysteem
worden geïnitialiseerd. Laat de identifi-
catiecodes van de bandenspannings-
sensoren en -zenders registreren door
een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige. ( Blz. 403)
■Vervangen van banden en velgen
Als de identificatiecode van de bandenspan-
ningssensor en -zender niet is geregistreerd,
werkt het bandenspanningswaarschuwings-
systeem niet correct. Na ongeveer 10 minu-
ten rijden gaat het waarschuwingslampje
lage bandenspanning gedurende 1 minuut
knipperen en het blijft daarna branden om
aan te geven dat er een storing in het sys-
teem aanwezig is.
Plaatsen van banden-
spanningssensoren
en -zendersOPMERKING
■Repareren of vervangen van banden,
velgen, bandenspanningssensoren,
-zenders en ventieldopjes
●Neem voor het verwijderen en plaatsen
van wielen, banden of bandenspan-
ningssensoren en -zenders contact op
met een erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige omdat de bandenspan-
ningssensoren en -zenders beschadigd
kunnen raken als er niet voorzichtig
mee wordt omgegaan.
●Vergeet niet de dopjes weer op de ven-
tielen aan te brengen. Als de ventieldop-
jes niet geplaatst worden, kan er water
in de bandenspanningssensoren
terechtkomen, waardoor deze kunnen
gaan roesten. Hierdoor kunnen ze vast
gaan zitten en kan er lucht uit de ban-
den lopen.
●Vervang ventieldopjes alleen door het
voorgeschreven type ventieldopje. De
dop kan anders vast gaan zitten.
■Voorkomen van schade aan de ban-
denspanningssensoren en -zenders
Als een band is gerepareerd met banden-
reparatievloeistof, werken de bandenspan-
ningssensor en -zender mogelijk niet
goed. Neem wanneer bandenreparatie-
vloeistof is gebruikt zo snel mogelijk con-
tact op met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige. Vervang bij het vervangen
van de band de bandenspanningssensor
en -zender. ( Blz. 400)
YARIS_CROSS_HV_OM_Europe_OM52K60E.book Page 400 Tuesday, June 1, 2021 1:48 PM
478
Handleiding YARIS CROSS_Europa_M52K60_nl
7-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
6Auto's met Smart entry-systeem en
startknop: Open en sluit een van de
portieren terwijl het contact UIT staat.
7Laat de motor van de tweede auto
met een iets verhoogd toerental
draaien en start het hybridesysteem
van uw auto door het contact AAN
te zetten.
8 Controleer of het controlelampje
READY gaat branden. Neem als het
controlelampje niet gaat branden
contact op met een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
9 Verwijder de startkabels als het
hybridesysteem gestart is in exact
de omgekeerde volgorde van aan-
sluiten.
10 Sluit het deksel van de speciale
hulpstartaansluiting en plaats het
deksel van de zekeringenkast weer
in de oorspronkelijke positie.
Laat, nadat het hybridesysteem is
gestart, de auto zo snel mogelijk nakij-
ken door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige.
■Starten van het hybridesysteem wanneer
de 12V-accu ontladen is
Het hybridesysteem kan niet worden gestart
door de auto aan te duwen.
■Voorkomen van ontlading van de 12V-
accu
●Zet de koplampen en het audiosysteem uit
als het hybridesystee m is uitgeschakeld.
●Schakel niet-noodzakelijke elektrische ver-
bruikers uit als er gedurende langere tijd
met lage snelheden gereden wordt, bijvoor-
beeld in een file.
■Als de 12V-accu verwijderd of ontladen
is
●De in de ECU opgeslagen informatie wordt
gewist. Laat wanneer de 12V-accu volledig
is ontladen de auto nakijken door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
●Sommige systemen moeten mogelijk wor-
den geïnitialiseerd. (Blz. 509)
■Bij het losnemen van de 12V-accuklem-
men
Wanneer de 12V-accuklemmen worden losge-
nomen, wordt de in de ECU opgeslagen infor-
matie gewist. Neem voordat u de 12V-accu-
klemmen losneemt contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
■Opladen van de 12V-accu
De 12V-accu zal geleidelijk aan ontladen, zelfs
wanneer de auto niet in gebruik is. Dit wordt
veroorzaakt door natuurlijke ontlading en het
effect van bepaalde elektrische apparatuur.
Als de auto langere tijd niet gebruikt wordt,
kan de 12V-accu ontladen en kan het hybride-
systeem mogelijk niet meer worden gestart.
(De 12V-accu laadt automatisch op wanneer
het hybridesysteem in werking is.)
■Opladen of vervangen van de 12V-accu
(auto's met Smart entry-systeem en
startknop)
●Wanneer de 12V-accu is ontladen, is het in
sommige gevallen niet mogelijk om de por-
tieren te ontgrendelen met het Smart entry-
systeem met startknop. Gebruik de
afstandsbediening of de mechanische sleu-
tel om de portieren te vergrendelen of te
ontgrendelen.
●Mogelijk start het hybrid esysteem niet bij de
eerste poging nadat de 12V-accu weer is
opgeladen, maar start hij wel normaal na de
tweede poging. Dit duidt niet op een storing.
●De stand van het contact wordt door de
auto geregistreerd. Wanneer de 12V-accu
weer wordt aangesloten, keert het systeem
terug naar de stand die was geselecteerd
voordat de 12V-accu ontladen was. Zorg
dat het contact UIT staat voordat de 12V-
accu wordt losgenomen.
Wees extra voorzichtig bij het aansluiten
van de 12V-accu wanneer u niet zeker weet
in welke stand het contact stond voordat de
12V-accu werd opgeladen.
YARIS_CROSS_HV_OM_Europe_OM52K60E.book Page 478 Tuesday, June 1, 2021 1:48 PM
609
Handleiding YARIS CROSS_Europa_M52K60_nl
Voor auto's die in Servië zijn verkocht
Slimme ECU/antenne
YARIS_CROSS_HV_OM_Europe_OM52K60E.book Page 609 Tuesday, June 1, 2021 1:48 PM