3545-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
●Als in de volgende situaties de situatie is gewijzigd (of enige tijd met de auto is gereden) en
wordt gesignaleerd dat weer aan de normale werkingsvoorwaarden wordt voldaan, verdwijnt
de melding en werkt het systeem weer normaal.
Neem, als de melding niet verdwijnt, contact op met een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren ge kwalificeerde en uitgeruste deskundige.
• Als de temperatuur rondom de camera voor niet binnen het werkingsbereik ligt, bijvoorbeeld
doordat de auto in de zon of een zeer koude omgeving staat
• Als de camera voor geen objecten voor de auto kan detecteren, zoals 's nachts op een onverlichte weg, bij sneeuw, bij mist of als er fel licht in de camera voor schijnt
Als de temperatuur rondom de camera voor
niet binnen het werkingsbereik ligt, bijvoor-
beeld doordat de auto in de zon of een zeer
koude omgeving staat
Als de camera voor heet is, bijvoorbeeld door-
dat de auto in de zon heeft gestaan, maak dan
gebruik van de airconditioning om het
gedeelte rondom de camera voor af te koelen.
Als bij het parkeren van de auto gebruik is
gemaakt van een zonnescherm, kan bij
bepaalde typen zonnescherm door het zon-
licht dat door het oppervlak ervan wordt gere-
flecteerd de temperatuur van de camera voor
extreem hoog oplopen.
Als de camera voor koud is, bijvoorbeeld
doordat de auto in een zeer koude omgeving
heeft gestaan, maak dan gebruik van het air-
conditioningsysteem om het gedeelte rondom
te camera voor op te warmen.
Het gedeelte vóór de camera voor wordt afge-
dekt, bijvoorbeeld doordat de motorkap is
geopend of doordat een sticker op het
gedeelte van de voorruit vóór de camera voor
is geplakt.
Sluit de motorkap, verwijder de sticker, enz.,
zodat de camera voor niet meer wordt afge-
dekt.
SituatieHandelingen
pM_RAV4-Plug-in-Hybrid_OM_OM42E06E_(EE).book Pa ge 354 Wednesday, February 3, 2021 2:42 PM
417
5
5-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
■Als “Parking Assist Unavailable” (Par-
keerhulp niet beschikbaar) wordt weer-
gegeven op het multi-informatiedisplay
(auto's met PKSB)
Er kan continu water over de sensor stromen,
zoals bij zware regenval. Als het systeem sig-
naleert dat de toestand weer normaal is, zal
het systeem weer normaal werken.
■Detectie-informatie sensoren
●Het detectiegebied van de sensoren is
beperkt tot het gebied rond de voor- en
achterbumper van de auto.
●Tijdens het gebruik kunnen zich de vol-
gende situaties voordoen:
• Afhankelijk van de vorm van het object en andere factoren kan de detectieafstand
korter worden of kan detectie niet mogelijk
zijn.
• Als het stilstaande object zich te dicht bij de sensor bevindt, is detectie wellicht niet
mogelijk.
• Tussen het signaleren van een statisch object en de weergave zit een kleine ver-
traging (geluid waarschuwingszoemer).
Ook als er met lage snelheid wordt gere-
den, bestaat de mogelijkheid dat het object
binnen 25 cm van de sensoren komt voor-
dat het display wordt weergegeven en de
waarschuwingszoemer hoorbaar is.
• Het kan moeilijk zijn om de zoemer te horen als het audiosysteem hard staat of
als de luchtcirculati e van de airconditioning
veel geluid produceert.
• Het kan moeilijk zijn om de geluidssignalen te horen ten gevolge van geluiden van
andere systemen.
■Omstandigheden waaronder de functie
mogelijk niet goed werkt
De staat van de auto en de omgeving kunnen
van invloed zijn op de capaciteit van de sen-
sor om objecten correct te signaleren. Speci-
fieke situaties waarin dit voor kan komen ziet
u hieronder.
●De sensor is bedekt met vuil, sneeuw of ijs.
(Het reinigen van de sensoren zal het pro-
bleem oplossen.)
●De sensor is bevroren. (Het ontdooien van
de sensor zal het probleem oplossen.)
Vooral bij lage buitentemperaturen kan het
gebeuren dat er ten gevolge van een
bevroren sensor een abnormaal beeld te
zien is op het display of dat objecten, zoals
een muur, niet worden gesignaleerd.
●Een sensor wordt ergens door afgedekt.
●Wanneer een sensor of de omgeving van
een sensor zeer heet of koud is.
●De auto rijdt op een bijzonder hobbelige
weg, op een helling, op grind of op gras.
●Er is veel omgevingslawaai rond de auto
van claxons, motorfietsmotoren, luchtrem-
men van vrachtwagens of andere geluids-
bronnen die ultrasone geluidsgolven
produceren.
●Er is een andere auto uitgerust met Par-
king Assist-sensoren in de nabije omge-
ving.
●Een sensor is bedekt met een waterfilm of
er is sprake van zware regenval.
●Als een sensor wordt geraakt door een
grote hoeveelheid water, zoals bij het rij-
den op een overstroomde weg.
●Als de auto sterk naar één kant helt.
●De auto nadert een hoge of gebogen
stoeprand.
●Als het object zich te dicht bij de sensor
bevindt.
■Objecten die mogelijk niet goed worden
gesignaleerd
Door de vorm van het object kan de sensor
het mogelijk niet signaleren. Let goed op bij
de volgende objecten:
●Kabels, hekken, touwen, enz.
●Katoen, sneeuw en andere materialen die
geluidsgolven absorberen
●Zeer hoekige objecten
●Lage objecten
●Hoge obstakels waarbij het bovenste deel
uitsteekt in de richting van uw auto
Mogelijk worden mensen die bepaalde soor-
ten kleding dragen niet gesignaleerd.
pM_RAV4-Plug-in-Hybrid_OM_OM42E06E_(EE).book Pa ge 417 Wednesday, February 3, 2021 2:42 PM
433
5
5-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
1
ECO-rijmodus
Geschikt voor het rijden met een lager
brandstofverbruik doordat er soepeler kop-
pel wordt gegenereerd in reactie op de
bediening van het gaspedaal dan in de nor-
male modus en beperking van de werking
van het airconditioningsysteem (verwar-
men/koelen).
Als de schakelaar naar links wordt gedraaid
terwijl de ECO-rijmodus niet is ingeschakeld,
schakelt het systeem naar de ECO-rijmodus
en gaat de ECO-rijmodusindicator op het
multi-informatiedisplay branden.
2Normale modus
Geschikt voor normaal rijden. De rijmodus gaat naar de normale modus
als de schakelaar wordt ingedrukt in de
ECO-rijmodus of sportmodus.
3
Sportmodus
Regelt het stuurgevoel en het hybridesys-
teem voor een acceleratiereactie die
geschikt is voor een sportieve rijstijl.
Geschikt voor wanneer wendbaarheid
gewenst is, bijvoorbeeld bij het rijden in
bergachtige gebieden.
Als de schakelaar naar rechts wordt
gedraaid terwijl de sportmodus niet is inge-
schakeld, schakelt het systeem naar de
sportmodus en gaat het controlelampje voor
de sportmodus op het multi-informatiedis-
play branden.
■Als een andere rijmodus geselecteerd
wordt dan de normale modus
●De achtergrondkleur van het multi-informa-
tiedisplay wijzigt overeenkomstig de gese-
lecteerde rijmodus.
●Als de snelheidsmeter is ingesteld op ana-
loge weergave, wijzigt ook de kleur van het
snelheidsmeterdisplay.
●De kleur van de schakelaar wijzigt over-
eenkomstig de geselecteerde rijmodus.
(sommige uitvoeringen)
■Werking airconditioningsysteem in
ECO-rijmodus
In de ECO-rijmodus worden de verwar-
ming/koeling en de aanjagersnelheid gere-
geld voor een zo laag mogelijk
brandstofverbruik. Voer de volgende proce-
dures uit om de prestaties van de airconditio-
ning te verbeteren.
●Wijzig de aanjagersnelheid ( Blz. 453)
●Annuleren ECO-rijmodus
■Annuleren van een rijmodus
●De sportmodus wordt automatisch gean-
nuleerd als de rijmodus naar de normale
modus gaat als het contact UIT wordt
gezet.
●De normale modus en de ECO-rijmodus
worden niet geannuleerd zolang er geen
andere rijmodus wordt geselecteerd. (Zelfs
als het contact UIT wordt gezet, worden de
normale modus en de ECO-rijmodus niet
automatisch geannuleerd.)
Rijmodusselectie-
schakelaar
De rijmodi kunnen worden gese-
lecteerd overeenkomstig de rij- en
gebruiksomstandigheden.
Selecteren van een rijmodus
pM_RAV4-Plug-in-Hybrid_OM_OM42E06E_(EE).book Pa ge 433 Wednesday, February 3, 2021 2:42 PM
6
451
6
Voorzieningen in het interieur
Voorzieningen inhet interieur
6-1. Gebruik van de
airconditioning en de
achterruitverwarming
Automatische airconditioning ..................... 452
Op afstand bedienbare airconditioning ..................... 460
Stuurwielverwarming/ stoelverwarming voor/
stoelverwarming en
-ventilatoren voor/
stoelverwarming achter ....... 462
6-2. Gebruik van de interieurverlichting
Overzicht interieurverlichting . 465
6-3. Gebruik van de opbergmogelijkheden
Overzicht van opbergmogelijkheden .......... 468
Voorzieningen in de bagageruimte ...................... 472
6-4. Gebruik van de overige voorzieningen in het
interieur
Overige voorzieningen in het interieur ......................... 476
pM_RAV4-Plug-in-Hybrid_OM_OM42E06E_(EE).book Pa ge 451 Wednesday, February 3, 2021 2:42 PM
4526-1. Gebruik van de airconditioning en de achterruitverwarming
6-1.Gebruik van de airconditioning en de achterruitverwarming
Schakelaar automatische modus
Knop temperatuurregeling links
Schakelaar temperatuurregeling rechts
DUAL-schakelaar
Schakelaar OFF
Schakelaar voorruitverwarming
Schakelaar achterruit- en buitenspiegelverwarming
Keuzeschakelaar aanjager
Schakelaar verlagen aanjagersnelheid
Schakelaar verhogen aanjagersnelheid
Schakelaar luchtcirculatieregeling
Schakelaar buitenlucht-/recirculatiemodus
Schakelaar S-FLOW-modus
Aircoschakelaar
Deze afbeelding is voor auto's met linkse besturing. Voor uitvoeringen met rechtse
besturing is de positie van de knoppen omgekeerd.
Automatische airconditioning
De uitstroomopeningen waaruit de lucht komt en de aanjagersnelheid
worden automatisch geregeld op basis van de gekozen temperatuur.
Bedieningspaneel airconditioning
A
B
C
D
E
F
G
H
I
J
K
L
M
N
pM_RAV4-Plug-in-Hybrid_OM_OM42E06E_(EE).book Pa ge 452 Wednesday, February 3, 2021 2:42 PM
453
6
6-1. Gebruik van de airconditioning en de achterruitverwarming
Voorzieningen in het interieur
■Wijzigen van de ingestelde
temperatuur
Draai de draaiknop voor de tempera-
tuurregeling aan bestuurderszijde
rechtsom om de temperatuur te verho-
gen en linksom om de temperatuur te
verlagen.
De functies van de toetsen van de airconditi-
oning wijzigen van gescheiden naar
gemeenschappelijke bediening en omge-
keerd als de DUAL-schakelaar wordt inge-
drukt.
Gemeenschappelijke bediening (het contro-
lelampje in de DUAL-schakelaar is uit):
De draaiknop voor de temperatuurregeling
aan de bestuurderszijde kan worden
gebruikt om de temperatuur aan de bestuur-
ders- en passagierszijde in te stellen. Bedien
de draaiknop voor de temperatuurregeling
aan de passagierszijde om de gescheiden
bediening te activeren.
Gescheiden bediening (het controlelampje in
de DUAL-schakelaar brandt):
De temperatuur aan de bestuurders- en pas-
sagierszijde kan afzonderlijk worden inge-
steld.
■Instellen van de aanjagersnelheid
Druk op de schakelaar voor het verho-
gen van de aanjagersnelheid om de
aanjagersnelheid te verhogen en de
schakelaar voor het verlagen van de
aanjagersnelheid om de aanjagersnel-
heid te verlagen.
Druk op de schakelaar OFF om de aanjager
uit te schakelen.
■Wijzigen van de luchtcirculatie-
modus
Druk op de toets voor de luchtcirculatie-
regeling.
De luchtcirculatiemodus verandert telkens
wanneer de schakelaar wordt ingedrukt als
volgt:
1 Bovenlichaam
2 Bovenlichaam en voeten
3 Voeten
4 Voeten en voorruitontwaseming
■Schakelen tussen buitenlucht-
modus en recirculatiemodus
Druk op de schakelaar buitenlucht-
/recirculatiemodus.
Iedere keer als er op de toets wordt gedrukt,
wordt er geschakeld tussen de buitenlucht-
modus (controlelampje brandt niet) en de
recirculatiemodus (controlelampje brandt).
■In-/uitschakelen van de koel- en
ontvochtigingsfunctie
Druk op de aircoschakelaar.
Wanneer de functie is ingeschakeld, brandt
het controlelampje op de toets A/C.
■Ontwasemen van de voorruit
De ruitverwarming wordt gebruikt om
de voorruit en de zijruiten voor te ont-
wasemen.
Druk op de schakelaar voor de voorruit-
verwarming.
Zet, als de recirculat iemodus is ingescha-
keld, de schakelaar voor de buitenlucht-
/recirculatiemodus in de buitenluchtmodus.
(Mogelijk gaat dit automatisch.)
112233
44
pM_RAV4-Plug-in-Hybrid_OM_OM42E06E_(EE).book Pa ge 453 Wednesday, February 3, 2021 2:42 PM
4546-1. Gebruik van de airconditioning en de achterruitverwarming
Verhoog de aanjagersnelheid en de tempe-
ratuur om de voorruit en zijruiten snel te ont-
wasemen.
Druk wanneer de voorruit is ontwasemd
nogmaals op de schakelaar voor de voorruit-
verwarming om terug te keren naar de
vorige modus.
Als de voorruitverwarmi ng is ingeschakeld,
brandt het controlelampje op de schakelaar
voorruitontwaseming.
■Ontwasemen van de achterruit en
buitenspiegels
De achterruit- en buitenspiegelverwar-
ming worden gebruikt om de achterruit
te ontwasemen en om regendruppels,
dauw en ijs van de buitenspiegels te
verwijderen.
Druk op de schakelaar achterruit- en
buitenspiegelverwarming.
De buitenspiegelverwarming schakelt na 15
minuten automatisch uit.
Als de achterruit- en buitenspiegelverwar-
ming is ingeschakeld, brandt het controle-
lampje op de schakelaar achterruit- en
buitenspiegelverwarming.
■Persoonlijke voorkeursinstellin-
gen aanjager
De aanjagersnelheid kan naar wens
worden ingesteld.
1 Druk op de schakelaar voor de
automatische modus of de schake-
laar voor de luchtcirculatieregeling.
2 Druk op de keuzeschakelaar voor
de aanjager.
3 Elke keer als de keuzeschakelaar
voor de aanjager wordt ingedrukt,
verandert de aanjagersnelheid als
volgt.
Normal (normaal) ECO FAST (snel)
■Verwarming
●In de HV-modus wordt de benzinemotor
mogelijk ingeschakeld om warmte van de
koelvloeistof via de verwarming af te voe-
ren.
●In de EV-modus zorgt een verwarmings-
pompsysteem voor het verwarmen.
• Als de buitentemperatuur laag is of als het sneeuwt, is de verwarming mogelijk min-
der effectief dan bij conventionele auto's
en stroomt er mogelijk geen warme lucht
uit de uitstroomopening.
• Als de warmtewisselaar aan de buitenzijde bedekt is met rijp, neemt de aanjagersnel-
heid af en wordt het mogelijk moeilijker om
het interieur te verwarmen. Dit duidt echter
niet op een storing. In deze situatie veran-
dert de temperatuur van de lucht die uit de
uitstroomopeningen komt mogelijk niet,
zelfs niet als de ingestelde temperatuur
wordt verhoogd.
• Als er zich rijp gevormd heeft op de warm- tewisselaar aan de buitenzijde, nemen de
verwarmingsprestaties af. De rijp kan van
de warmtewisselaar aan de buitenzijde
worden verwijderd door voor het rijden de
op afstand bedienbare airconditioning in te
schakelen ( Blz. 460). Na het ontdooien
wordt de verwarmingsfunctie van de op
afstand bedienbare airconditioning inge-
schakeld.
• Als schakelaar AUTO wordt ingeschakeld, wordt de verwarming optimaal geregeld.
Daardoor worden de ingestelde verwar-
mingsprestaties mogelijk niet bereikt, zelfs
niet als de aanjagersnelheid wordt ver-
hoogd.
Warmtewisselaar buitenzijde
●In de volgende situaties treedt de benzine-
motor mogelijk in werking om, ook in de
EV-modus, warmte van de koelvloeistof
via de verwarming af te voeren.
• De buitentemperatuur is ongeveer -10°C of lager
A
pM_RAV4-Plug-in-Hybrid_OM_OM42E06E_(EE).book Pa ge 454 Wednesday, February 3, 2021 2:42 PM
455
6
6-1. Gebruik van de airconditioning en de achterruitverwarming
Voorzieningen in het interieur
• is ingeschakeld
■Waterdruppels tijdens aircowerking
Op de warmtewisselaar aan de buitenzijde,
de accumulator en de aircoleidingen kan zich
condens of rijp vormen. Tijdens of na de air-
cowerking kunnen waterdruppels van de auto
vallen. Dit duidt echter niet op een storing.
Accumulator
Warmtewisselaar buitenzijde
■Beslaan van de ruiten
●Wanneer de luchtvochtigheid in de auto
hoog is, zullen de ruiten gemakkelijk
beslaan. Als u de aircoschakelaar inscha-
kelt, wordt de lucht die via de uitstroom-
openingen stroomt, ontvochtigd en wordt
de voorruit efficiënt ontwasemd.
●Als u de aircoschakelaar uitschakelt, zullen
de ruiten mogelijk sneller beslaan.
●De ruiten zullen mogelijk beslaan als de
recirculatiemodus is ingeschakeld.
■Bij gebruik van de “Mijn ruimte-modus”
●Er wordt mogelijk niet zo goed ontwasemd
als beoogd, zelfs niet als wordt
ingedrukt. Wanneer de ruiten vóór het rij-
den moeten worden ontwasemd, stop dan
met het laden en druk vervolgens op
.
●Wanneer de buitentemperatuur laag is,
wordt er mogelijk onvoldoende verwarmd
als gevolg van de beperkte werking van de
airconditioning. Er kan niet worden ver-
warmd bij een temperatuur van -10°C of
lager, aangezien de benzinemotor niet kan
worden gestart wanneer “Mijn ruimte-
modus” is ingeschakeld. Wanneer u wilt
verwarmen, stop dan met het laden en ver-
wijder de AC-laadkabel van de auto.
■Bij het rijden op stoffige wegen
Sluit alle ruiten. Als er na het sluiten van de
ruiten nog altijd stof wordt aangezogen, zet
dan de luchttoevoerregeling in de buiten-
luchtmodus en schakel de aanjager in.
■Buitenlucht-/recirculatiemodus
●Het wordt aangeraden om de recirculatie-
modus tijdelijk in te schakelen om te voor-
komen dat er vuile lucht wordt aangevoerd
en om de auto te helpen koelen wanneer
het buiten warm is.
●Mogelijk wordt de buitenluchtmodus/recir-
culatiemodus automat isch ingeschakeld
afhankelijk van de inges telde temperatuur
of de temperatuur in de auto.
■Werking van de airconditioning in de
ECO-rijmodus
●In de ECO-rijmodus wordt de airconditio-
ning als volgt bediend voor een laag
brandstofverbruik:
• Het motortoerental en de werking van de compressor worden geregeld om de ver-
warm-/koelcapaciteit te beperken
• Wanneer de automatische modus is geko- zen, wordt de aanjagersnelheid beperkt
●Doe het volgende om de prestaties van de
airconditioning te verbeteren:
• Schakel de ECO-rijmodus uit ( Blz. 433)
• Schakel de persoonlijk e voorkeursinstellin-
gen van de aanjager uit ( Blz. 454)
■Wanneer de buitentemperatuur tot bijna
0°C daalt
De ontvochtigingsfuncti e werkt mogelijk niet,
zelfs niet wanneer de aircoschakelaar wordt
ingedrukt.
■Geuren ventilatie en airconditioning
●Zet de airconditioning in de buitenluchtmo-
dus om frisse lucht binnen te laten.
●Tijdens het gebruik kunnen verschillende
geuren van binnen en buiten de auto in het
airconditioningsysteem terechtkomen. Dit
kan tot gevolg hebben dat de lucht die uit
de uitstroomopeningen komt niet lekker
ruikt.
●Het voorkomen van mogelijke geuren:
• We raden u aan het airconditioningsys- teem in de buitenluchtmodus te zetten
voordat u de motor uitschakelt.
• Mogelijk wordt het inschakelen van de aanjager direct nadat de airconditioning in
de automatische modus wordt ingescha-
keld even vertraagd.
A
B
pM_RAV4-Plug-in-Hybrid_OM_OM42E06E_(EE).book Pa ge 455 Wednesday, February 3, 2021 2:42 PM