1022-1. Plug-in hybridesysteem
De op de SOC-meter (State of Charge,
ladingstoestand) (Blz. 174) weerge-
geven waarde is gebaseerd op de vol-
gende informatie.
De actuele lading van het batterij-
pakket (tractiebatterij)
Het elektriciteitsverbruik (de
geschatte afstand die elektrisch
gereden kan worden per eenheid
elektrische energie) gebaseerd op
de opgeslagen waarde
Het elektriciteitsverbruik van de air-
conditioning in het verleden
Het elektriciteitsverbruik is afhankelijk
van de manier waarop er met de auto
gereden wordt. De auto registreert
automatisch het elektriciteitsverbruik
als hij geladen wordt en gebruikt het elektriciteitsverbruik voor het inschatten
van de actieradius voor elektrisch rij-
den. Daarom kan de actieradius voor
elektrisch rijden die wordt weergegeven
als het batterijpakket (tractiebatterij)
volledig geladen is anders zijn dan de
vorige actieradius voor elektrisch rijden,
afhankelijk van de manier waarop er
met de auto gereden is.
De actieradius voor elektrisch rijden
kan per keer laden aanzienlijk verschil-
len totdat het elektriciteitsverbruik
gebaseerd op de opgeslagen waarde
stabiel is (na een tot twee maanden).
Dit duidt echter niet op een storing.
Als het airconditioningsysteem in wer-
king is, wordt de actieradius voor elek-
trisch rijden (met ingeschakeld
airconditioningsysteem) geschat op
basis van het elektriciteitsverbruik door
het airconditioningsysteem in het verle-
den, rekening houdend met het feit dat
het elektriciteitsverbruik hoger kan wor-
den.
De afstand die elektrisch gereden kan
worden, is sterk afhankelijk van hoe er
met de auto gereden wordt, de weg-
condities, het weer, de buitentempera-
tuur, het gebruik van elektrische
componenten en het aantal inzittenden.
De afstand die elektrisch gereden kan
worden, kan worden vergroot door
onderstaande aanwijzingen te volgen:
Actieradius elektrisch
rijden
De actieradius voor elektrisch rij-
den die wordt weergegeven op het
multi-informatiedisplay toont de
referentieafstand waarover elek-
trisch (uitsluitend aangedreven
door de elektromotor) gereden kan
worden. De werkelijke afstand die
gereden kan worden, kan afwijken
van de afstand die wordt weerge-
geven.
Zelfs als de actieradius voor elek-
trisch rijden wordt weergegeven kan
het elektrisch rijden worden uitge-
schakeld en wordt zowel de benzine-
motor als de elektromotor gebruikt.
(Blz. 91)
Weergegeven waarde
Tips voor het vergroten van
de actieradius voor elektrisch
rijden
pM_RAV4-Plug-in-Hybrid_OM_OM42E06E_(EE).book Pa
ge 102 Wednesday, February 3, 2021 2:42 PM
103
2
2-1. Plug-in hybridesysteem
Plug-in hybridesysteem
■Trap bij het wegrijden het gaspe-
daal geleidelijk in om te accelere-
ren
Accelereer als richtlijn maximaal onge-
veer 20 km/h in de eerste 5 seconden.
Het elektriciteits- en brandstofverbruik
kunnen eenvoudig worden verbeterd
door de begeleiding milieubewust
bedienen gaspedaal die wordt weerge-
geven op het multi-informatiedisplay te
gebruiken en door rustig weg te rijden.
(Blz. 182)
Wanneer de rijmodus is ingesteld op de
ECO-rijmodus, wordt door het intrappen van
het gaspedaal geleidelijk koppel gegene-
reerd waardoor het gemakkelijker wordt het
gaspedaal rustig te bedienen.
■Houd voldoende tussenafstand
en accelereer en decelereer niet
onnodig
Probeer tijdens het rijden een con-
stante snelheid aan te houden. Het rij-
den met een korte tussenafstand
resulteert in herhaaldelijk onnodig
accelereren en decelereren, waardoor
het elektriciteits- en brandstofverbruik
toenemen.
■Laat het gaspedaal vóór het tot
stilstand brengen van de auto, bij-
voorbeeld bij ee n verkeerslicht,
tijdig los.
Het regeneratieve remsysteem treedt in
werking om de kinetische energie van
de auto om te zetten in elektrische
energie, waarmee het batterijpakket
(tractiebatterij) geladen wordt.
De regeneratiestatus kan worden
gecontroleerd op de hybridesysteemin-
dicator. ( Blz. 177) Als het rempedaal tijdens het decelere-
ren licht wordt ingetrapt, neemt de hoe-
veelheid geregenereerde energie toe,
waardoor meer elektrische energie kan
worden teruggewonnen.
Als het rempedaal te sterk wordt ingetrapt,
bereikt de indicator voor de hoeveelheid
geregenereerde energie het maximumni-
veau en wordt de bovenste limiet van de
regenereerbare energie overschreden.
Bedien het rempedaal om die reden tijdig.
■Gebruik de airconditioning op de
juiste manier en gebruik tevens
de stuurwielverwarming (indien
aanwezig) en de stoelverwarming
In de EV-modus wordt de auto gekoeld
en verwarmd met elektrische energie.
(Behalve bij extreem lage temperaturen
van ongeveer -10°C of lager.)
Voorkomen van overmatig afkoelen of
opwarmen van de auto beperkt het
energieverbruik en komt de elektrische
efficiëntie ten goede.
De stuurwielverwarming (indien aanwe-
zig) en stoelverwarming zijn efficiënte
verwarmingsapparaten die het lichaam
rechtstreeks verwarmen terwijl ze min-
der elektrisch vermogen verbruiken.
In combinatie met de airconditioning kan
een lage temperatuurinstelling worden
gebruikt om het elektriciteits- en brandstof-
verbruik te verbeteren.
■Controleer de bandenspanning
Als de bandenspanning lager is dan
voorgeschreven, nemen het elektrici-
teits- en brandstofverbruik toe.
Een bandenspanning die 50 kPa (0,5 kg/
cm2 of bar, 7 psi) lager is dan voorgeschre-
ven zal een toename van enkele procent-
punten veroorzaken.
pM_RAV4-Plug-in-Hybrid_OM_OM42E06E_(EE).book Pa ge 103 Wednesday, February 3, 2021 2:42 PM
1282-2. Laden
■De laadtijd kan toenemen
In de volgende situaties kan de laadtijd lan-
ger zijn dan normaal:
●Bij erg hoge of bij erg lage temperaturen.
●Wanneer het batterijpakket (tractiebatterij)
heet wordt, bijvoorbeeld onmiddellijk na
het rijden onder zware belasting.
●De auto verbruikt veel elektriciteit, bijvoor-
beeld wanneer de koplampen zijn inge-
schakeld, enz.
●Bij gebruik van de “Mijn ruimte-modus”.
( Blz. 153)
●Tijdens het laden is de stroom uitgevallen.
●Er is een onderbreking in de stroomvoor-
ziening.
●Er is sprake van een spanningsval bij de
externe voedingsbron.
●De lading van de 12V-accu is te laag, bij-
voorbeeld omdat er gedurende langere tijd
niet met de auto is gereden.
●De maximale laadstroom is ingesteld op
8 A of 16 A* via “Vehicle Settings” (voertui-
ginstellingen). ( Blz. 125)
●Als de “Battery Heater” (batterijverwar-
ming) in werking is. ( Blz. 128)
●Als de “Battery Cooler” (batterijkoeler) in
werking is geweest vóór het laden.
( Blz. 129)
●Als de stekker warmte genereert door een
losse aansluiting, enz.
*: Alleen auto's met 6,6 kW tractiebatterijla-
der
■Gebruik van een gelijkstroomlader
Gelijkstroomladers kunnen niet worden
gebruikt voor deze auto.
■Elektriciteit voor laden
Deze auto kan worden geladen tot maximaal
ongeveer 3,3 kW of 6,6 kW
*.
Afhankelijk van de gebruikte lader of de AC-
laadkabel wordt de elektriciteit voor laden
mogelijk beperkt.
*: Alleen auto's met 6,6 kW tractiebatterijla- der
Deze auto is uitgerust met meerdere
functies die aan het laden gekoppeld
zijn.
■“Mijn ruimte-modus” ( Blz. 153)
Als de AC-laadkabel is aangesloten op
de auto, kunnen elektrische componen-
ten, zoals de airconditioning of het
audiosysteem, worden gebruikt met de
externe voedingsbron
*.
*: Afhankelijk van de situatie kan de energie van het batterijpakket (tractiebatterij) wor-
den gebruikt.
■“Battery Heater” (batterijverwar-
ming)
Als de buitentemperatuur laag is en de
AC-laadkabel is aangesloten op de
auto, verwarmt deze functie automa-
tisch het batterijpakket (tractiebatterij)
totdat deze een bepaalde temperatuur
bereikt of overschrijdt.
De “Battery Heater” (batterijverwar-
ming) werkt als “Battery Heater” (bat-
terijverwarming) van de “Charging
Settings” (oplaadinstell.) op het multi-
informatiedisplay aan is. ( Blz. 188)
■Opwarmregeling batterijpakket
(tractiebatterij) (alleen Groenland)
Deze regeling treedt in werking als de
AC-laadkabel gedurende 3 dagen op
de auto aangesloten blijft en de “Bat-
tery Heater” (batterijverwarming) auto-
matisch stopt. De regeling isoleert het
batterijpakket (tractiebatterij) automa-
tisch bij extreem lage temperaturen.
Deze regeling stop 31 dagen nadat
de AC-laadkabel is aangesloten,
zelfs als hij nog steeds is aange-
sloten op de auto.
Laadgekoppelde functies
pM_RAV4-Plug-in-Hybrid_OM_OM42E06E_(EE).book Pa ge 128 Wednesday, February 3, 2021 2:42 PM
129
2
2-2. Laden
Plug-in hybridesysteem
Als deze regeling in werking is, wor-
den de instellingen van het laad-
schema genegeerd en start het
laden.
■“Battery Cooler” (batterijkoeler)
Als het batterijpakket (tractiebatterij)
heet is en de AC-laadkabel is aange-
sloten op de auto, koelt deze functie het
batterijpakket (tractiebatterij) voordat
het laden wordt uitgevoerd.
De “Battery Coole r” (batterijkoeler)
werkt als “Battery Cooler” (batterijkoe-
ler) van de “Charging Settings”
(oplaadinstell.) op het multi-informatie-
display aan is. ( Blz. 188)
■Verwarmings- en koelsysteem tractie-
batterij (“Battery Heater” (batterijver-
warming) en “Battery Cooler”
(batterijkoeler))
●Het systeem werkt als de temperatuur van
het batterijpakket (tractiebatterij) boven of
onder een bepaalde waarde ligt.
●Het systeem werkt mogelijk als er niet
geladen wordt.
●Als het laadschema wordt gebruikt
( Blz. 143), werkt deze functie overeen-
komstig het laadschema.
■“Battery Heater” (batterijverwarming)
●Als de “Battery Heater” (batterijverwar-
ming) in werking is, brandt de laadindica-
tor.
●Als de AC-laadkabel wordt verwijderd van
de auto of ongeveer 3 dagen op de auto
aangesloten blijft, wordt het systeem auto-
matisch uitgeschakeld.
●Als de “Battery Heater” (batterijverwar-
ming) in werking is tijdens het laden, kan
het laden langer duren dan normaal.
●Als de buitentemperatuur hoog wordt ter-
wijl de “Battery Heater” (batterijverwar-
ming) in werking is, kan het laden voltooid
zijn voor de ingestelde “Departure”-tijd
(vertrektijd). ( Blz. 143)
●Als de tractiebatteri j bijna volledig geladen
is, werkt de “Battery C ooler” (batterijkoeler)
mogelijk niet.
●Als de volgende handelingen worden uit-
gevoerd terwijl de “Battery Heater” (bat-
terijverwarming) in werking is, wordt het
verwarmen van het batterijpakket (tractie-
batterij) gestopt.
• De selectiehendel wordt in een andere stand dan P gezet
• De op afstand bedienbare airconditioning is ingeschakeld ( Blz. 460)
●De “Battery Heater” (batterijverwarming)
werkt mogelijk zelfs als het batterijpakket
(tractiebatterij) volledig geladen is, afhan-
kelijk van de temperatuur van het batterij-
pakket (tractiebatterij).
• De resterende lading in het batterijpakket (tractiebatterij) neemt af als de “Battery
Heater” (batterijverwarming) is ingescha-
keld. De laadprocedure start mogelijk
opnieuw om het batterijpakket (tractiebat-
terij) te laden.
• “Charging Stopped Due to Pulled Charging Connector” (laden gestopt vanwege losge-
trokken laadstekker) wordt mogelijk weer-
gegeven als de laadstekker tijdens het
opnieuw laden wordt verwijderd.
( Blz. 160)
■“Battery Cooler” (batterijkoeler)
●De laadindicator brandt wanneer de “Bat-
tery Cooler” (batteri jkoeler) stand-by staat
of in werking is.
●De “Battery Cooler” (koeler batterijpakket)
werkt maximaal ongeveer 30 minuten. Als
echter de “Departure”-tijd (vertrektijd) is
ingesteld ( Blz. 143) en er niet voldoende
tijd zit tussen het huidi ge tijdstip en het tijd-
stip waarop het laden voltooid is, kan de
tijd dat de “Battery Cooler” (batterijkoeler)
in werking is, korter worden.
●Als er nog maar weinig resterende lading
in het batterijpakket (tractiebatterij) aanwe-
zig is, werkt de “Battery Cooler” (batterij-
koeler) mogelijk niet, ook al is de
temperatuur van het batterijpakket (tractie-
batterij) hoog.
●Als de volgende handelingen worden uit-
gevoerd terwijl de “Battery Cooler” (batte-
rijkoeler) in werking is, wordt het koelen
van het batterijpakket (tractiebatterij)
gestopt.
• De motorkap wordt geopend
• Het contact wordt in een andere stand dan UIT gezet
• De op afstand bedienbare airconditioning is ingeschakeld ( Blz. 460)
• “Nu opladen” wordt uitgevoerd ( Blz. 144)
pM_RAV4-Plug-in-Hybrid_OM_OM42E06E_(EE).book Pa ge 129 Wednesday, February 3, 2021 2:42 PM
1302-2. Laden
●De “Battery Cooler” (batterijkoeler)
gebruikt de energie van het batterijpakket
(tractiebatterij) en de externe voedings-
bron.
• Als de “Battery Cooler” (batterijkoeler) in werking is, neemt de resterende lading in
het batterijpakket (tractiebatterij) binnen
een zekere marge toe en af en neemt hij
niet toe zoals bij normaal laden.
• De werking van de “Battery Cooler” (batte- rijkoeler) wordt herkend als laden door een
laadsysteem. De lader berekent hiervoor
dan ook kosten op basis van de laadtijd.
Om de EV-modus of de AUTO EV-/HV-
modus te kunnen gebruiken adviseren
we het systematisch laden van de auto.
■Voor vertrek van huis
Om de EV-modus of de AUTO EV-/HV-
modus te kunnen gebruiken moet het
batterijpakket (tractiebatterij) voor het
vertrek van huis worden geladen.
De laadschemafunctie ( Blz. 143) kan wor-
den gebruikt om het systeem zo in te stellen
dat het batterijpakket (tractiebatterij) auto-
matisch volledig geladen wordt vóór het door
u gewenste vertrektijdstip. Het is ook moge-
lijk de airconditioning in te stellen, zodat er
een aangenaam klimaat heerst in het interi-
eur op het door u gewenste vertrektijdstip.
■Op uw bestemming
Gebruik een openbaar laadstation om
het batterijpakket (tractiebatterij) te
laden.
Als er op uw bestemming geen laadfa-
ciliteiten zijn, kan het batterijpakket
Laadtips
In dit hoofdstuk worden methoden
toegelicht voor het gebruiken van
de laadfunctie van deze auto en
het bekijken van informatie met
betrekking tot het laden.
Systematisch laden
pM_RAV4-Plug-in-Hybrid_OM_OM42E06E_(EE).book Pa ge 130 Wednesday, February 3, 2021 2:42 PM
145
2
2-2. Laden
Plug-in hybridesysteem
Het laadschema kan worden geregis-
treerd op het multi-informatiedisplay:
Blz. 146
■Laadschema
●Het laadschema kan niet tijdens het rijden
worden ingesteld.
●Er kunnen maximaal 15 laadschema's wor-
den geregistreerd.
■Controleren of de laadschemafunctie
goed werkt
Controleer het volgende.
●Stel de klok in op het juiste tijdstip
( Blz. 179)
●De kalender wordt op de juiste datum inge-
steld ( Blz. 186)
●Controleer of het contact UIT staat.
●Sluit na het opslaan van het laadschema
de AC-laadkabel aan.
Het starttijdstip voor het laden wordt vast-
gesteld op basis van het laadschema op
het moment dat de AC-laadkabel werd
aangesloten.
●Controleer na het aansluiten van de AC-
laadkabel of de laadindicator van de laad-
aansluiting knippert. ( Blz. 106)
●Gebruik geen contactdoos met uitscha-
kelfunctie (of timerfunctie).
Gebruik een contactdoos waar constant
spanning op staat. Bij contactdozen met
uitschakelfunctie door bijvoorbeeld een
timer verloopt het laden mogelijk niet vol-
gens plan als de spanning tijdens de inge-
stelde tijd uitgeschakeld wordt.
■Als de AC-laadkabel aangesloten blijft
op de auto
Zelfs als er meerdere opeenvolgende laad-
schema's zijn geregistreerd, wordt de vol-
gende laadprocedure niet uitgevoerd volgens
het laadschema als de AC-laadkabel na het
voltooien van de laadprocedure niet is verwij-
derd en opnieuw is aangesloten. Verder zal,
als het batterijpakket (tractiebatterij) volledig
geladen is, het laadschema niet worden uit-
gevoerd.
■“Voorber. klim.”
●Als de aircogekoppelde instelling aan
staat, werkt de airconditioning tot de inge-
stelde vertrektijd. De airconditioning ver-
bruikt dan elektriciteit waardoor het laden
mogelijk niet voltooi d is op de ingestelde
vertrektijd.
●Als het batterijpakket (tractiebatterij) volle-
dig geladen is, zal er niet worden geladen,
ook al is er een laadschema ingesteld. Als
“Voorber. klim.” echter aan is gezet, werkt
de airconditioning slechts één keer als het
tijdstip nadert dat is ingesteld bij “Depar-
ture” (vertrek). Als dat gebeurt, zal de air-
conditioning elektriciteit verbruiken en kan
de resterende lading in het batterijpakket
(tractiebatterij) bij het vertrek zijn afgeno-
men.
●Als de portieren ontgrendeld zijn, werkt de
airconditioning niet.
■Als laadschema's worden genegeerd
Als de volgende handelingen worden uitge-
voerd terwijl het laadschema stand-by staat,
wordt het laadschema tijdelijk geannuleerd
en wordt er begonnen met laden.
●Als de op afstand bedienbare airconditio-
ning ( Blz. 460) wordt ingeschakeld
●Als de “Mijn ruimte-modus” wordt inge-
schakeld ( Blz. 153)
●Als “Nu opladen” wordt ingeschakeld
( Blz. 149)
●Als er een handeling wordt uitgevoerd
waardoor het laden middels het tijdschema
tijdelijk wordt geannuleerd ( Blz. 138)
■Effecten van de buitentemperatuur
Als de laadmodus is ingesteld op “Vertrek”,
wordt het laadschema mogelijk genegeerd
vanwege de buitentemperatuur en kan het
laden beginnen.
Registreren van het
laadschema
pM_RAV4-Plug-in-Hybrid_OM_OM42E06E_(EE).book Pa ge 145 Wednesday, February 3, 2021 2:42 PM
147
2
2-2. Laden
Plug-in hybridesysteem
6
Druk op of van de bedie-
ningstoetsen van het instrumenten-
paneel om “+” te selecteren en druk
vervolgens op .
Het scherm “Oplaadmodus” wordt weerge-
geven.
7Druk op of van de bedie-
ningstoetsen van het instrumenten-
paneel om het te wijzigen item te
selecteren en druk vervolgens op
of om de instelling te wijzi-
gen.
Stel de gewenste laadmodus en starttijd
voor het laden (of vertrektijd) in.
Als de laadmodus ingesteld is op “Starten”,
wordt hier het starttijdstip van het laden
ingesteld. Als de laadmodus is ingesteld op
“Vertrek”, wordt hier het eindtijdstip van het
laden ingesteld.
Druk nadat de instellingen zijn aangepast op
. Als de laadmodus is ingesteld op “Vertrek”,
wordt het scherm “Voorber. klim.” weergege-
ven. Als de laadmodus is ingesteld op “Star-
ten”, wordt het scherm “Herhalen” (stap 9
)
weergegeven.
8 Als de laadmodus is ingesteld op
“Vertrek”, stel dan “Voorber. klim.”
in op aan of uit.
*
Druk op of van de bedieningstoet-
sen van het instrumentenpaneel, selecteer
JA of NEE en druk vervolgens op .
Selecteer JA om de airconditioning in te
schakelen en selecteer NEE om hem uit te
schakelen. Het scherm “Herhalen” wordt
weergegeven.
*: Als de laadmodus is ingesteld op “Star-
ten”, wordt het scherm “Voorber. klim.”
niet weergegeven.
9Druk, om herhalingsinstelling in te
schakelen, op of van de
bedieningstoetsen van het instru-
mentenpaneel om de gewenste dag
voor de herhalingsinstelling te selec-
teren en druk vervolgens op .
pM_RAV4-Plug-in-Hybrid_OM_OM42E06E_(EE).book Pa ge 147 Wednesday, February 3, 2021 2:42 PM
153
2
2-2. Laden
Plug-in hybridesysteem
1
Sluit de AC-laadkabel aan op de
auto en begin met laden
2 Zet het contact AAN tijdens het
laden
Het instelscherm van de “Mijn ruimte-
modus” wordt automatisch weergegeven op
het multi-informatiedisplay.
3Druk op of van de bedie-
ningstoetsen van het instrumenten-
paneel, selecteer JA en druk
vervolgens op .
De “Mijn ruimte-modus” wordt ingeschakeld
en systemen als de airconditioning en het
audiosysteem kunnen in de auto worden
gebruikt.
Selecteer NEE en druk vervolgens op
als u de “Mijn ruimte-modus” niet gebruikt.
Zet het contact UIT om de “Mijn ruimte-
modus” uit te schakelen. Als de “Mijn ruimte-modus” wordt inge-
schakeld, wordt het scherm voor de
weergave van de resterende lading
voor het batterijpakket (tractiebatterij)
automatisch weergegeven op het multi-
informatiedisplay. De geschatte ener-
giebalans (balans tussen energievoor-
ziening en -verbruik) bij het gebruik van
de “Mijn ruimte-modus” kan worden
gecontroleerd aan de hand van de
kleur en de grootte van de pijlen.
Ontlaadstatus
Laadstatus
Als de energievoorziening van de AC-laad-
kabel hoger is dan het energieverbruik in de
auto, wordt groter. Als het energiever-
bruik hoger is dan de energievoorziening,
wordt groter.
Als de energievoorziening en het energie-
verbruik in balans zijn (als wordt geoordeeld
dat de energiebalans nul is), worden en even groot weergegeven.
Gebruik van de
“Mijn ruimte-modus”
Als de AC-laadkabel is aange-
sloten op de auto, kunnen elektri-
sche componenten, zoals de
airconditioning of het audiosys-
teem, worden gebruikt met de
externe voedingsbron.
Inschakelen van de
“Mijn ruimte-modus”
Weergave van informatie
over de energiebalans bij het
gebruik van de “Mijn
ruimte-modus”
A
B
B
A
A
B
pM_RAV4-Plug-in-Hybrid_OM_OM42E06E_(EE).book Pa ge 153 Wednesday, February 3, 2021 2:42 PM