5567-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
■Verwijderen van de krik (indien aanwe-
zig)
Verwijder de krik uit de houder onder de
vloerplaat in de bagageruimte.
Raak het schroefdraadgedeelte van de krik
niet aan omdat hier vet op aanwezig is.
■Als de band te hard wordt opgepompt
1 Neem de slang los van het ventiel.
2 Plaats het dopje op het uiteinde van de
slang en duw het uitstekende gedeelte
van het dopje in het ventiel van de band
om wat lucht te laten ontsnappen.
3 Neem de slang los van het ventiel, verwij-
der het dopje van de slang en sluit dan
de slang weer aan.
4 Zet de compressor aan, wacht enkele
seconden en zet de compressor weer uit.
Controleer of de bandenspanningsmeter
de voorgeschreven spanning aangeeft.
Zet de compressor weer aan als de spanning
onder de voorgeschreven waarde ligt en vul
de band tot de juiste spanning is bereikt.
■Nadat een band is gerepareerd met de
bandenreparatieset
●Vervang de bandenspanningssensor en -
zender.
●Zelfs als de bandenspanning op het voor-
geschreven niveau ligt, gaat mogelijk het
waarschuwingslampje lage bandenspan-
ning branden/knipperen.
WAARSCHUWING
■Bij het repareren van een lekke band
●Parkeer de auto op een veilige plaats en
een vlakke ondergrond.
●Raak de wielen of het gedeelte rond de
remmen direct nadat met de auto is
gereden niet aan.
Nadat met de auto is gereden, zijn de
wielen en het gedeelte rond de remmen
mogelijk zeer heet. Wanneer u deze
delen met uw handen, voeten of andere
lichaamsdelen aanraakt, kan dit leiden
tot brandwonden.
●Sluit de slang stevig aan op het ventiel
terwijl het wiel aan de auto bevestigd is.
Als de slang niet goed op het ventiel is
aangesloten, kan er lekkage van lucht
optreden waarbij bandenreparatievloei-
stof naar buiten spuit.
●Als de slang tijdens het vullen loskomt
van het ventiel, is het mogelijk dat de
slang abrupte bewegingen maakt van-
wege de luchtdruk.
●Nadat de band gevuld is, kunnen er
spetters bandenreparatievloeistof naar
buiten komen als de slang wordt losge-
maakt of wanneer u lucht uit de band
laat ontsnappen.
●Volg voor het repareren van de band de
volgende procedure. Als u de procedu-
res niet volgt, kan de bandenreparatie-
vloeistof naar buiten spuiten.
●Bewaar afstand tot de band wanneer
deze gerepareerd wordt, omdat de band
kan klappen. Zet de schakelaar van de
compressor direct uit als u ziet dat de
band scheurtjes vertoont of vervormt.
●De reparatieset kan oververhit raken als
deze langere tijd achter elkaar wordt
gebruikt. Gebruik de reparatieset niet
langer dan 40 minuten achter elkaar.
●Delen van de reparatieset worden tij-
dens het gebruik heet. Behandel de
reparatieset voor en na gebruik voor-
zichtig. Raak het metalen deel rond de
verbinding tussen de fles en de com-
pressor niet aan. Dit is namelijk zeer
heet.
pM_RAV4-HV_OM_OM42D32E_(EE).book Page 556 Wednesday, July 29, 2020 9:01 AM
557
7
7-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
WAARSCHUWING
●Plak de waarschuwi
ngssticker voor de
rijsnelheid alleen op de aangegeven
plaats. Als de sticker wordt aangebracht
op een plaats waar zich een airbag
bevindt, zoals op het stuurwielkussen,
werkt de airbag mogelijk niet goed
meer.
■Rijden om de bandenreparatievloei-
stof gelijkmatig te verdelen
Neem om de kans op ongevallen te beper-
ken de volgende voorzorgsmaatregelen in
acht.
Als u dat niet doet kunt u de macht over
het stuur verliezen, waardoor ernstig letsel
kan ontstaan.
●Rijd langzaam en voorzichtig. Wees
extra voorzichtig bij het maken van
bochten.
●Breng de auto tot stilstand wanneer de
auto niet rechtuit wil rijden of als u voelt
dat er aan het stuurwiel wordt getrokken
en controleer het volgende.
• Toestand van de band. De band kan van de velg zijn afgelopen.
• Bandenspanning. Als de bandenspan- ning 130 kPa (1,3 kg/cm
2 of bar, 19 psi)
of lager is, is de band mogelijk ernstig
beschadigd.
OPMERKING
■Een noodreparatie uitvoeren
●Een band mag alleen met de bandenre-
paratieset worden gerepareerd indien
de beschadiging is veroorzaakt door
perforatie van het loopvlak door een
scherp voorwerp, zoals een spijker of
een schroef.
Verwijder de spijker of de schroef niet
uit de band. Door het verwijderen van
de spijker of de schroef kan het gat gro-
ter worden waardoor de band niet meer
tijdelijk gerepareerd kan worden.
●De reparatieset is niet waterbestendig.
Zorg dat de bandenreparatieset niet in
aanraking komt met water, bijvoorbeeld
bij gebruik tijdens regen.
●Zet de bandenreparatieset niet op een
stoffige ondergrond, zoals in het zand of
in de berm. Als de reparatieset stof e.d.
opzuigt, kunnen er storingen optreden.
●Plaats de bandenreparatieset verticaal.
De bandenreparatieset werkt anders
niet.
■Voorzorgsmaatregelen voor de ban-
denreparatieset
●De reparatieset heeft als voeding 12V-
gelijkstroom nodig. Sluit de reparatieset
niet aan op andere voedingsbronnen.
●Als er brandstofdruppels op de repara-
tieset terechtkomen, kan de set bescha-
digd raken. Zorg dat de set niet met
brandstof in aanraking kan komen.
●Berg de reparatieset op, zodat de set
beschermd is tegen vuil en vocht.
●Berg de reparatieset op in de bagage-
ruimte, buiten bereik van kinderen.
●Demonteer de reparatieset niet en
breng geen wijzigingen aan. Stel onder-
delen als de bandenspanningsmeter
niet bloot aan schokken. Hierdoor kun-
nen storingen optreden.
■Voorkomen van schade aan de ban-
denspanningssensoren en -zenders
Als een band is gerepareerd met banden-
reparatievloeistof, werken de bandenspan-
ningssensor en -zender mogelijk niet
goed. Neem wanneer bandenreparatie-
vloeistof is gebruikt zo snel mogelijk con-
tact op met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige. Vervang na het gebruik van
bandenreparatievloeistof de bandenspan-
ningssensor en -zender wanneer de band
wordt gerepareerd of vervangen.
( Blz. 480)
pM_RAV4-HV_OM_OM42D32E_(EE).book Page 557 Wednesday, July 29, 2020 9:01 AM
5587-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Breng de auto tot stilstand op een veilige plaats en een stevige, vlakke onder-
grond.
Activeer de parkeerrem.
Zet de selectiehendel in stand P.
Schakel de inbraaksensor en hellingsensor uit (indien aanwezig) ( Blz. 112)
Schakel het hybridesysteem uit.
Schakel de alarmknipperlichten in. ( Blz. 524)
Auto's met elektrisch bedienbare achterklep: Schakel de elektrisch bedienbare
achterklep uit. ( Blz. 192)
Als uw auto een lekke band heeft
(auto's met een reservewiel)
Uw auto is voorzien van een reservewiel. De lekke band kan worden vervan-
gen door het reservewiel.
Meer informatie over banden: Blz. 478
WAARSCHUWING
■Als uw auto een lekke band heeft
Rijd niet door met een lekke band.
Zelfs als er over een korte afstand met een lekke band wordt doorgereden, kunnen band en
velg zodanig beschadigd worden dat reparatie niet meer mogelijk is en kan er een ongeval
ontstaan.
Voor het opkrikken van de auto
pM_RAV4-HV_OM_OM42D32E_(EE).book Page 558 Wednesday, July 29, 2020 9:01 AM
5647-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
■Het compacte reservewiel (indien aan-
wezig)
●Op de band van het compacte reservewiel
staat aan de zijkant de aanduiding TEM-
PORARY USE ONLY (alleen voor tijdelijk
gebruik).
Gebruik het compacte reservewiel alleen
tijdelijk en alleen in noodgevallen.
●Controleer de bandenspanning van het
compacte reservewiel. (Blz. 589)
■Gebruik van het compacte reservewiel
(indien aanwezig)
Het compacte reservewiel is niet voorzien
van een bandenspanningssensor en -zender,
waardoor een te lage bandenspanning hier-
van niet wordt aangegeven door het banden-
spanningswaarschuwingssysteem. Verder
zal, als u het compacte reservewiel monteert
nadat het waarschuwingslampje voor een
lage bandenspanning is gaan branden, dit
lampje blijven branden.
■Als het compacte reservewiel (indien
aanwezig) is gemonteerd
De auto ligt lager op de weg als het com-
pacte reservewiel is gemonteerd dan wan-
neer er gereden wordt met de
standaardbanden.
■Als uw auto een lekke voorband krijgt
op een weg die bedekt is met sneeuw of
ijs (auto's met een compact reserve-
wiel)
Vervang een van de achterwielen van de
auto door het compacte reservewiel. Voer
onderstaande stappen uit en monteer
sneeuwkettingen op de voorwielen:
1 Vervang het wiel links of rechts achter
door het compacte reservewiel.
2 Vervang het wiel met de lekke voorband
door het wiel dat van de achterzijde
afkomstig is.
3 Monteer sneeuwkettingen op de voorwie-
len.
■Opbergen van de krik
Stel voor het opbergen van de krik de hoogte
van de krik af totdat deze overeenkomt met
de vorm van de krikhouder.
pM_RAV4-HV_OM_OM42D32E_(EE).book Page 564 Wednesday, July 29, 2020 9:01 AM
5667-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
WAARSCHUWING
•TRC
• Cruise control (indien aanwezig)
• Dynamic Radar Cruise Control met vol-ledig snelheidsbereik (indien aanwezig)
• PCS (Pre-Crash Safety-systeem) (indien aanwezig)
• EPS
• LTA (Lane Tracing Assist) (indien aan- wezig)
• Bandenspanningswaarschuwingssys- teem
• AHB (Automatic High Beam) (indien aanwezig)
• BSM (Blind Spot Monitor) (indien aan- wezig)
• Rear View Monitor-systeem (indien aan- wezig)
• Panoramic View Monitor (indien aanwe- zig)
• Toyota Parking Assist-monitor (indien aanwezig)
• Toyota Parking Assist-sensor (indien aanwezig)
• Navigatiesysteem (indien aanwezig)
Bovendien kan het onderstaande systeem
niet volledig worden gebruikt, maar wor-
den mogelijk ook de onderdelen van de
aandrijflijn negatief beïnvloed:
• E-Four (elektronisch on-demand AWD- systeem) (indien aanwezig)
■Snelheidsbeperking bij gebruik van
het compacte reservewiel (indien
aanwezig)
Rijd niet harder dan 80 km/h als er een
compact reservewiel onder de auto is
gemonteerd.
Het compacte reservewiel is niet ontwor-
pen voor gebruik bij hoge snelheden. Het
niet opvolgen van deze voorzorgsmaatre-
gel kan leiden tot een ongeval en ernstig
letsel.
■Na gebruik van gereedschap en krik
Controleer voor het rijden of het gereed-
schap en de krik weer goed zijn opgebor-
gen en bevestigd. Dit om te voorkomen
dat een van deze voorwerpen bij een aan-
rijding of bij hard remmen letsel veroor-
zaakt.
OPMERKING
■Rijd voorzichtig over oneffenheden
in het wegdek heen als het compacte
reservewiel onder de auto gemon-
teerd is (indien aanwezig)
De auto ligt lager op de weg als het com-
pacte reservewiel is gemonteerd dan wan-
neer er gereden wordt met de
standaardbanden. Wees voorzichtig bij het
rijden over slechte wegen.
■Rijden met sneeuwkettingen en het
compacte reservewiel (indien aanwe-
zig)
Monteer geen sneeuwketting op het com-
pacte reservewiel.
De sneeuwketting kan de carrosserie
beschadigen en het rijgedrag in negatieve
zin beïnvloeden.
■Bij het vervangen van banden
Neem voor het verwijderen en plaatsen
van wielen, banden of bandenspannings-
sensoren en -zenders contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwa-
lificeerde en uitgeruste deskundige, omdat
de bandenspanningssensoren en -zen-
ders beschadigd kunnen raken als er niet
voorzichtig mee wordt omgegaan.
pM_RAV4-HV_OM_OM42D32E_(EE).book Page 566 Wednesday, July 29, 2020 9:01 AM
5948-2. Persoonlijke voorkeursinstellingen
Sommige voorkeursinstellingen zijn van invloed op de instellingen van andere func-
ties. Neem voor meer informatie contact op met een erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Auto's met navigatiesysteem of multimediasysteem: Instellingen die u met het
scherm van het navigatiesysteem of multimediasysteem kunt wijzigen
Instellingen die u met behulp van het multi-informatiedisplay kunt wijzigen
Instellingen die door een erkende Toyota-d ealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige kunnen worden
gewijzigd
Definitie van symbolen: O = beschikbaar, – = niet beschikbaar
■Alarm ( Blz. 111)
*: Indien aanwezig
■Meters, tellers en multi-informatiedisplay ( Blz. 122, 126, 132)
Systemen met mogelijkheden voor persoonlijke
voorkeursinstellingen
FunctieStandaard-
instellingPersoonlijke
voorkeursinstelling
Aanpassen van de gevoeligheid van
de inbraaksensor wanneer een ruit
is geopend
*StandaardLaag––O
Schakelt het alarm uit wanneer de
portieren worden ontgrendeld met
de mechanische sleutel
UitAan––O
Functie*1Standaard-
instelling Persoonlijke
voorkeursinstelling
Klok (instellen tijd)OO*2–
Klok (displaytype)*312-uurs weergave24-uurs weergaveOO*2–
Taal*3“English” (Engels)Behalve Engels*4–O–
Eenheden*3km (l/100 km)km (km/liter)–O–mijlen (MPG)*5
Weergave snelheidsmeter*6AnaloogDigitaal–O–
EV-controlelampjeAanUit–O–
“ECO Guidance” (begeleiding mili-
eubewust bedienen gaspedaal)AanUit–O–
A
B
C
ABC
ABC
pM_RAV4-HV_OM_OM42D32E_(EE).book Page 594 Wednesday, July 29, 2020 9:01 AM
6008-2. Persoonlijke voorkeursinstellingen
■Verlichting (Blz. 307)
■Automatische verlichting ( Blz. 307)
■Achterruitenwisser (Blz. 316)
■PCS (Pre-Crash Safety-systeem)* (Blz. 331)
*: Indien aanwezig
FunctieStandaard-
instelling Persoonlijke
voorkeursinstelling
Zoemer verlichtingAanUit––O
FunctieStandaard-
instelling Persoonlijke
voorkeursinstelling
Gevoeligheid lichtsensorStandaard- 2 - 2O–O
Tijd die verstrijkt voordat de koplam-
pen uitgaan (Extended Headlight
Lighting)
30 seconden
60 seconden
––O90 seconden
120 seconden
FunctieStandaard- instelling Persoonlijke
voorkeursinstelling
Aan het openen van de achterklep
gekoppelde onderbreking van de
werking van de achterruitenwisser
UitAan––O
Ruitensproeiergekoppelde werking
achterruitenwisserAanUit––O
Schakelpositiegekoppelde werking
achterruitenwisser ( Blz. 317)Alleen één keerUit––OContinu
FunctieStandaard-
instelling Persoonlijke
voorkeursinstelling
PCS (Pre-Crash Safety-systeem)AanUit–O–
Afstellen timing waarschuwingGemiddeldVroeg–O–Laat
ABC
ABC
ABC
ABC
pM_RAV4-HV_OM_OM42D32E_(EE).book Page 600 Wednesday, July 29, 2020 9:01 AM
6028-2. Persoonlijke voorkeursinstellingen
■Dynamic Radar Cruise Control met volledig snelheidsbereik* (Blz. 352)
*: Indien aanwezig
■BSM (Blind Sp ot Monitor)* ( Blz. 368)
*: Indien aanwezig
■RCTA (Rear Crossing Traffic Alert)*1 (Blz. 368)
*1: Indien aanwezig
*2: Deze instelling is gekoppeld aan het zoemervolu me van de Toyota Parking Assist-sensor.
FunctieStandaard-
instelling Persoonlijke
voorkeursinstelling
Dynamic Radar Cruise Control met
Road Sign Assist*AanUit–O–
FunctieStandaard-
instelling Persoonlijke
voorkeursinstelling
BSM (Blind Spot Monitor)AanUit–O–
Helderheid indicator in buitenspiegelHelderGedimd–O–
Timing waarschuwing voor aanwe-
zigheid van naderende auto (gevoe-
ligheid)
Gemiddeld
Vroeg
–O–
Laat
Alleen wanneer een auto wordt
gesignaleerd in de dode hoek
FunctieStandaard-instelling Persoonlijke
voorkeursinstelling
RCTA (Rear Crossing Traffic Alert)AanUit–O–
Zoemervolume*2Niveau 2Niveau 1–O–Niveau 3
ABC
ABC
ABC
pM_RAV4-HV_OM_OM42D32E_(EE).book Page 602 Wednesday, July 29, 2020 9:01 AM