Page 505 of 784

5054-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
PRIUS_OM_OM47E11E_(EE)■
Wanneer de bediening tijdelijk wordt onderbroken
MeldingSituatie/oplossing
De bestuurder houdt
het stuurwiel vast tij-
dens de ondersteu-
ningsregeling.
→
Breng de auto tot stilstand
en laat uw handen op het
stuurwiel rusten zonder
druk uit te oefenen. Druk
vervolgens op de S-IPA-
schakelaar om de onder-
steuningsregeling weer te
starten.
De rijsnelheid wordt tij-
dens de ondersteu-
ningsregeling hoger dan
7km/h.
De S-IPA-schakelaar
wordt ingedrukt terwijl
de ondersteuningsrege-
ling tijdelijk is onderbro-
ken en het stuurwiel
stevig wordt vastgehou-
den. →
Laat uw handen op het
stuurwiel rusten zonder
druk uit te oefenen. Breng
vervolgens de auto tot stil-
stand om de ondersteu-
ningsregeling weer te
starten.
De S-IPA-schakelaar
wordt ingedrukt terwijl
de ondersteuningsrege-
ling tijdelijk is onderbro-
ken en de auto rijdt.
De ondersteuningsre-
geling wordt tijdelijk
onderbroken (kan
opnieuw worden
gestart) →
Breng de auto tot stilstand
en laat uw handen op het
stuurwiel rusten zonder
druk uit te oefenen. Druk
vervolgens op de S-IPA-
schakelaar om de onder-
steuningsregeling weer te
starten.
De auto kwam te dicht
bij een obstakel voor de
auto.
→Druk, nadat u de selectie-
hendel in stand R hebt
gezet, op de S-IPA-schake-
laar om de ondersteu-
ningsregeling weer te
starten.
PRIUS_OM_OM47E11E_(EE).book Page 505 Monday, July 6, 2020 1:18 PM
Page 506 of 784
5064-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
PRIUS_OM_OM47E11E_(EE)
De auto kwam te dicht
bij een obstakel achter
de auto.
→Druk, nadat u de selectie-
hendel in stand D hebt
gezet, op de S-IPA-schake-
laar om de ondersteu-
ningsregeling weer te
starten.
MeldingSituatie/oplossing
PRIUS_OM_OM47E11E_(EE).book Page 506 Monday, July 6, 2020 1:18 PM
Page 507 of 784
5074-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
PRIUS_OM_OM47E11E_(EE)■
Sensoren
Signaleren de auto om de parkeerplaats te helpen bepalen.
Zijsensoren voor
Zijsensoren achter
Voorzorgsmaatregelen tijdens het gebruik
1
2
●Het detectiegebied van de sensor bij het
gebruik van de modus automatisch achteruit
inparkeren
Beoogde parkeerplaats
● Het detectiegebied van de sensor bij het
gebruik van de Parallel Parking Assist-modus
Beoogde parkeerplaats
1
1
PRIUS_OM_OM47E11E_(EE).book Page 507 Monday, July 6, 2020 1:18 PM
Page 508 of 784
5084-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
PRIUS_OM_OM47E11E_(EE)●
Wanneer er een auto geparkeerd staat achter de beoogde parkeerplaats, wordt deze
als gevolg van de afstand mogelijk niet gesignaleerd. Ook wordt, afhankelijk van de
vorm van de auto en andere omstandigheden, de detectieafstand mogelijk korter of
is signalering wellicht niet mogelijk.
● Het Simple Intelligent Parking Assist-systeem werkt mogelijk niet wanneer roosters,
traanplaten o.i.d. worden gesignaleerd op de parkeerplaats.
●
Andere objecten dan geparkeerde auto's,
zoals een paal of muur, worden mogelijk niet
gesignaleerd. Zelfs wanneer deze objecten
kunnen worden gesignaleerd, wijkt de
beoogde parkeerplaats mogelijk af.
Palen
Muur
● Ook wijkt de beoogde parkeerplaats mogelijk
af wanneer een voetganger, enz. wordt
gesignaleerd.
Voetganger
1
2
1
PRIUS_OM_OM47E11E_(EE).book Page 508 Monday, July 6, 2020 1:18 PM
Page 509 of 784

5094-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
PRIUS_OM_OM47E11E_(EE)
WAARSCHUWING
●Vertrouw niet uitsluitend op het Simple Intelligent Parking Assist-systeem. Rijd, net
als bij auto's zonder dit systeem, voorzichtig vooruit en achteruit terwijl u de omge-
ving van de auto in de gaten houdt.
● Rijd niet achteruit terwijl u op het multi-informatiedisplay kijkt. Als u tijdens het ach-
teruitrijden alleen op het scherm van de monitor let, kan dat een aanrijding of onge-
val tot gevolg hebben, aangezien het beeld dat op het scherm van de monitor
wordt weergegeven, kan afwijken van de werkelijke situatie. Controleer de omge-
ving van de auto tijdens het achteruitrijden altijd visueel, zowel met als zonder spie-
gels.
● Rijd langzaam terwijl u bij het achteruit- en vooruitrijden de snelheid regelt met het
rempedaal.
● Als de kans bestaat dat de auto een voetganger, een andere auto of een ander
obstakel zal raken, breng de auto dan tot stilstand door het rempedaal in te trappen
en druk op de S-IPA-schakelaar om het systeem uit te schakelen.
● Gebruik het systeem op een parkeerplaats met een vlakke ondergrond.
● Houd u aan de volgende voorzorgsmaatregelen, aangezien het stuurwiel tijdens
het gebruik automatisch wordt gedraaid.
• Het risico bestaat dat een stropdas, sjaal, uw arm, enz. vast komt te zitten in het
stuurwiel. Zorg dat uw bovenlichaam niet te dicht bij het stuurwiel komt. Voor-
kom ook dat kinderen te dicht bij het stuurwiel komen.
• U kunt uzelf tijdens het draaien van het stuurwiel bezeren als u lange vingerna-
gels hebt.
• Breng in een noodgeval de auto tot stilstand door het rempedaal in te trappen en druk op de S-IPA-schakelaar om het systeem uit te schakelen.
● Controleer altijd of er voldoende ruimte is voordat u probeert de auto te parkeren
en het systeem te bedienen.
PRIUS_OM_OM47E11E_(EE).book Page 509 Monday, July 6, 2020 1:18 PM
Page 510 of 784

5104-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
PRIUS_OM_OM47E11E_(EE)
WAARSCHUWING
●Gebruik het systeem in de volgende situat ies niet, aangezien het systeem u moge-
lijk niet goed kan ondersteunen bij het bereiken van de beoogde parkeerplaats, wat
een ongeval tot gevolg kan hebben.
• In een gebied waar geen parkeerplaatsen zijn
• Op een onverharde parkeerplaats zonder belijning, bijvoorbeeld op zand of grind
• Op een parkeerplaats waarbij een helling of golving in de weg is
• Op een bevroren, met sneeuw bedekte of gladde weg
• Op asfalt dat door hoge buitentemperaturen zacht is geworden
• Als er een obstakel aanwezig is tussen de auto en het beoogde parkeervak
• Gebruik van de sneeuwkettingen of het compacte reservewiel (indien aanwezig)
● Gebruik geen andere dan de door de fabrikant aanbevolen banden. Mogelijk werkt
het systeem niet goed. Neem voor het vervangen van de banden contact op met
een erkende Toyota-dealer of hersteller /reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
● In de volgende situaties kan het systeem de auto mogelijk niet op de ingestelde
locatie brengen.
• Als de banden erg versleten zijn of als de bandenspanning te laag is
• De auto is zeer zwaar beladen
• De auto staat schuin doordat bagage e.d. zich aan één kant van de auto bevindt
• De parkeerplaats is voorzien van wegverwarming om te voorkomen dat het
wegdek bevriest
Laat in eventuele andere gevallen waarbij de instelde positie en de positie van de
auto erg verschillen de auto nakijken door een erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
● Neem de volgende voorzorgsmaatregelen met betrekking tot de modus parkeer-
plaats fileparkeren verlaten in acht.
De modus parkeerplaats fileparkeren verlaten is een functie die wordt gebruikt bij
het wegrijden van een parkeerplaats na het fileparkeren. Deze functie kan echter
mogelijk niet worden gebruikt wanneer obstakels of mensen worden gesignaleerd
vóór de auto. Gebruik deze functie uitsluitend bij het wegrijden van een parkeer-
plaats na het fileparkeren. Wanneer de stuurregeling in werking is, schakel dan
het systeem uit met de S-IPA-schakelaar of bedien het stuurwiel om de regeling te
beëindigen.
● Als de modus parkeerplaats fileparkeren verlaten in de volgende gevallen abusie-
velijk wordt gebruikt, raakt de auto mogelijk een obstakel.
De functie voor het verlaten van de parkeerplaats wordt gebruikt in een richting
waar zich een obstakel bevindt, maar het obstakel wordt niet gesignaleerd door de
zijsensoren (bijvoorbeeld wanneer de auto direct naast een paal staat).
PRIUS_OM_OM47E11E_(EE).book Page 510 Monday, July 6, 2020 1:18 PM
Page 511 of 784

5114-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
PRIUS_OM_OM47E11E_(EE)
WAARSCHUWING
●Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht, aangezien de sensoren mogelijk
niet meer goed werken, wat een ongeval tot gevolg kan hebben.
• Stel de sensor niet bloot aan sterke schokken door er tegen te slaan, enz.
Anders werken de sensoren mogelijk niet goed.
• Spuit bij het wassen van de auto met een hogedrukreiniger niet rechtstreeks op de sensoren. De apparatuur werkt mogelijk niet goed als gevolg van blootstel-
ling aan een sterke waterdruk. Wanneer de bumper iets raakt, werkt de appara-
tuur mogelijk niet goed meer als gevolg van een storing in de sensor. Laat de
auto nakijken door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
● De sensoren werken in de volgende situaties mogelijk niet goed, wat een ongeval
tot gevolg kan hebben. Rijd met de nodige voorzichtigheid.
• Obstakels aan de zijkant kunnen niet worden gesignaleerd totdat de scan van
de zijkanten is voltooid. ( →Blz. 459)
• Zelfs nadat de scan van de zijkanten is voltooid, kunnen obstakels zoals andere voertuigen, mensen of dieren die vanaf opzij naderen niet worden gesignaleerd.
• De sensor is bevroren (zodra de sens or ontdooit, zal het systeem weer normaal
werken).
Er wordt mogelijk een waarschuwingsmelding weergegeven bij zeer lage tem-
peraturen doordat de sensor is bevror en en hij daardoor mogelijk geen gepar-
keerde auto's signaleert.
• De sensor wordt geblokkeerd door iemands hand.
• De auto staat erg schuin.
• Bij extreem hoge of lage temperaturen.
• Er wordt gereden op een golvende weg, helling, grindweg, in een gebied waar het gras hoog is, enz.
• Er bevindt zich een bron van ultrasoongolven in de buurt, zoals een claxon of sensoren van een ander voertuig, de motor van een motorfiets of de luchtrem-
men van een groot voertuig.
• Zware regenval of een andere oorzaak w aardoor er te veel water op uw auto
terechtkomt.
• De hoek van de sensor wijkt mogelijk af wanneer de ondersteuningsregeling
start, zelfs wanneer er een geparkeerde auto op de beoogde parkeerplaats
staat. Laat de auto nakijken door een erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekw alificeerde en uitgeruste deskundige.
• Monteer geen accessoires binnen het detectiegebied van de sensor.
PRIUS_OM_OM47E11E_(EE).book Page 511 Monday, July 6, 2020 1:18 PM
Page 512 of 784

5124-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
PRIUS_OM_OM47E11E_(EE)
GPF-systeem (benzineroetfilter)∗
■Als “Exhaust Filter Full See Owner’s Ma nual” (Uitlaatgasfiltersysteem vol, zie
handleiding) op het multi-informatiedisplay wordt weergegeven
● Deze melding wordt mogelijk weergegeven wanneer de auto tijdens het rijden zwaar
wordt belast terwijl roetdeeltjes zich ophopen.
● Het vermogen van het hybridesysteem (m otortoerental) wordt beperkt bij een
bepaalde hoeveelheid roetdeeltjes. Er kan echter nog met de auto worden gereden,
tenzij het motorcontrolelampje gaat branden.
● Roetdeeltjes hopen zich sneller op wanneer er regelmatig korte ritten worden gere-
den met de auto, wanneer er met lage snelheden wordt gereden of als het hybride-
systeem regelmatig wordt gestart in een extreem koude omgeving. Overmatige
ophoping van roetdeeltjes kan worden voorkomen door periodiek lange afstanden te
rijden waarbij het gaspedaal af en toe wordt losgelaten, zoals bij het rijden op auto-
wegen en snelwegen.
■ Als het motorcontrolelampje gaat branden of “Exhaust Filter Full Visit Your Dea-
ler” (Uitlaatgasfiltersysteem vol, ga n aar uw dealer) wordt weergegeven op het
multi-informatiedisplay
De hoeveelheid opgehoopte roetdeeltjes heeft een bepaald niveau overschreden. Laat
de auto onmiddellijk nakijken door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
∗: Indien aanwezig
Het benzineroetfiltersysteem verzam elt met behulp van een uitlaatgas-
filter roetdeeltjes in de uitlaatgassen.
Het systeem werkt om het filter automatisch te regenereren, afhankelijk
van de voertuigcondities.
OPMERKING
■ Voorkomen dat het benzineroetfiltersysteem niet goed werkt
● Gebruik geen andere brandstof dan het voorgeschreven type brandstof
● Breng geen wijzigingen aan de uitlaatpijp aan
PRIUS_OM_OM47E11E_(EE).book Page 512 Monday, July 6, 2020 1:18 PM