Page 369 of 784

3694-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
PRIUS_OM_OM47E11E_(EE)
WAARSCHUWING
■Beperkingen van het Pre-Crash Safety-systeem
● De bestuurder is zelf verantwoordelijk voor een veilig rijgedrag. Rijd altijd veilig en
houd rekening met de omgeving.
Gebruik het Pre-Crash Safety-systeem nooit in plaats van normaal remmen. Dit
systeem voorkomt niet in alle gevallen e en aanrijding en vermindert ook niet altijd
de schade of het letsel bij de aanrijding. Vertrouw niet uitsluitend op dit systeem.
Als u dat wel doet, kan dat leiden tot een ongeval, met ernstig letsel tot gevolg.
● Hoewel dit systeem is ontworpen om aanrijdingen te helpen voorkomen of de
impact van een aanrijding te helpen verminderen, is het effect afhankelijk van aller-
lei omstandigheden. Hierdoor bereikt het systeem mogelijk niet altijd hetzelfde
prestatieniveau.
Lees de hierna gegeven aanwijzingen aandachtig door. Vertrouw niet blindelings
op dit systeem en rijd altijd voorzichtig.
• Omstandigheden waaronder het systeem mogelijk werkt, zelfs als er geen kans op een aanrijding is: →Blz. 373
• Omstandigheden waaronder het systeem mogelijk niet juist werkt: →Blz. 375
● Probeer niet zelf de werking van het Pre-Crash Safety-systeem te testen.
Afhankelijk van de objecten die voor het testen worden gebruikt (dummy's, karton-
nen imitaties van signaleerbare objecten, enz.) werkt het systeem mogelijk niet
goed, hetgeen kan leiden tot een ongeval.
■ Pre-Crash Brake-functie
● Als de Pre-Crash Brake-functie in werking is, wordt er veel remkracht toegepast.
● Als de auto wordt stilgezet door de werkin g van de Pre-Crash Brake-functie, wordt
de werking van de functie na ongeveer 2 seconden uitgeschakeld. Trap indien
nodig het rempedaal in.
● De Pre-Crash Brake-functie werkt mogelijk niet, afhankelijk van de bediening van
de auto door de bestuurder. Als het gaspedaal diep wordt ingetrapt of het stuurwiel
wordt gedraaid, oordeelt het systeem mogelijk dat de bestuurder een uitwijkactie
uitvoert en werkt het Pre-Crash Brake-systeem mogelijk niet.
● Terwijl het Pre-Crash Brake-systeem is ingeschakeld, wordt in sommige gevallen
de werking ervan mogelijk uitgeschakeld, wanneer het gaspedaal diep wordt inge-
trapt of het stuurwiel word t gedraaid en het systeem oordeelt dat de bestuurder een
uitwijkactie uitvoert.
● Als het rempedaal wordt ingetrapt, oor deelt het systeem mogelijk dat de bestuurder
een uitwijkactie uitvoert en stelt het mogelijk het werkingstijdstip van de Pre-Crash
Brake-functie uit.
PRIUS_OM_OM47E11E_(EE).book Page 369 Monday, July 6, 2020 1:18 PM
Page 370 of 784

3704-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
PRIUS_OM_OM47E11E_(EE)
WAARSCHUWING
■Wanneer moet het Pre-Crash Safety-systeem worden uitgeschakeld
Schakel in de volgende situaties het systeem uit, omdat het mogelijk niet juist werkt,
hetgeen kan leiden tot een ongeval waarbij ernstig letsel kan ontstaan:
● Als de auto wordt gesleept
● Bij het slepen van een andere auto
● Bij het vervoeren van de auto op een vrachtwagen, boot, trein of vergelijkbaar
transportmiddel
● Wanneer de auto wordt opgetakeld terwijl het hybridesysteem aan staat en de wie-
len vrij kunnen draaien
● Bij het controleren van de auto op een rollenbank, bijvoorbeeld een vermogens-
bank of een snelheidsmetertester, of bij het balanceren van de wielen op de auto
● Als er veel kracht wordt uitgeoefend op de voorbumper of de grille door een aanrij-
ding of een andere oorzaak
● Als niet op een stabiele wijze kan worden gereden met de auto, bijvoorbeeld als hij
betrokken is geweest bij een ongeval of als er storingen zijn
● Als met een sportieve rijstijl of in het terrein wordt gereden
● Als de banden niet de juiste bandenspanning hebben
● Als de banden zeer versleten zijn
● Als er een andere maat banden dan voorgeschreven is gemonteerd
● Als er sneeuwkettingen zijn aangebracht
● Wanneer er een compact reservewiel is gemonteerd of een bandenreparatieset is
gebruikt
● Als er tijdelijk uitrusting (sneeuwploeg, enz.) die de radarsensor of de camera voor
kan hinderen op de auto is geplaatst
PRIUS_OM_OM47E11E_(EE).book Page 370 Monday, July 6, 2020 1:18 PM
Page 371 of 784

3714-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
PRIUS_OM_OM47E11E_(EE)■
In-/uitschakelen van het Pre-Crash Safety-systeem
Het Pre-Crash Safety-systeem kan worden ingeschakeld/uitgeschakeld via
(→ Blz. 161) van het multi-informatiedisplay.
Het systeem wordt automatisch ingeschak eld telkens wanneer het contact AAN
wordt gezet.
Als het systeem wordt uitgescha-
keld, gaat het waarschuwings-
lampje PCS branden en wordt er
een melding weergegeven op het
multi-informatiedisplay.
■Wijzigen van de timing van de Pre-Crash-waarschuwing
De timing van de Pre-Crash-waar schuwing kan worden gewijzigd via
( → Blz. 161) van het multi-informatiedisplay.
De instelling van de timing van de waarschuwing blijft behouden als het contact
UIT wordt gezet.
Als het Pre-Crash Safety-systeem echter is uitgeschakeld en weer is ingescha-
keld, wordt de timing weer ingesteld op de standaardinstelling (gemiddeld).
Vroeg
Gemiddeld
Dit is de standaardinstelling.
Laat
Wijzigen van instellingen van het Pre-Crash Safety-systeem
1
2
3
PRIUS_OM_OM47E11E_(EE).book Page 371 Monday, July 6, 2020 1:18 PM
Page 372 of 784

3724-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
PRIUS_OM_OM47E11E_(EE)
■Werkingsvoorwaarden
Het Pre-Crash Safety-systeem wordt inge schakeld en het systeem oordeelt dat de
kans op een frontale aanrijding met een obstakel groot is.
De verschillende functies werken bij de volgende snelheden:
● Pre-Crash-waarschuwing
● Pre-Crash Brake Assist
● Pre-Crash Brake-systeem
Het systeem werkt in de volgende situaties mogelijk niet:
● Als een accupool is losgenomen en weer aangesloten en er vervolgens gedurende
een bepaalde tijd niet met de auto is gereden
● Als de selectiehendel in stand R staat
● Als het controlelampje VSC OFF brandt (alleen de Pre-Crash-waarschuwingsfunctie
werkt)
Signaleerbare objectenRijsnelheidSnelheidsverschil tussen
uw auto en het object
VoertuigenOngeveer 10 - 180 km/hOngeveer 10 - 180 km/h
Fietsers en voetgangersOngeveer 10 - 80 km/hOngeveer 10 - 80 km/h
Signaleerbare objectenRijsnelheidSnelheidsverschil tussen uw auto en het object
VoertuigenOngeveer 30 - 180 km/hOngeveer 30 - 180 km/h
Fietsers en voetgangersOngeveer 30 - 80 km/hOngeveer 30 - 80 km/h
Signaleerbare objectenRijsnelheidSnelheidsverschil tussen uw auto en het object
VoertuigenOngeveer 10 - 180 km/hOngeveer 10 - 180 km/h
Fietsers en voetgangersOngeveer 10 - 80 km/hOngeveer 10 - 80 km/h
PRIUS_OM_OM47E11E_(EE).book Page 372 Monday, July 6, 2020 1:18 PM
Page 373 of 784

3734-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
PRIUS_OM_OM47E11E_(EE)■
Objectdetectiefunctie
■ Uitschakelen van het Pre-Crash Brake-systeem
Als zich een van de volgende situaties voordoet terwijl het Pre-Crash Brake-systeem
in werking is, wordt dit systeem uitgeschakeld:
●Het gaspedaal wordt diep ingetrapt.
● Er wordt een scherpe stuurbeweging gemaakt of het stuurwiel wordt plotseling
gedraaid.
■ Omstandigheden waaronder het systeem mogelijk werkt, zelfs als er geen kans
op een aanrijding is
●In bepaalde situaties, zoals de onderstaande, oordeelt het systeem mogelijk dat een
aanrijding aan de voorzijde waarschijnlijk is en treedt het in werking.
• Wanneer een signaleerbaar object wordt gepasseerd
• Bij het veranderen van rijstrook om een signaleerbaar object in te halen
• Wanneer u een signaleerbaar object snel nadert
• Bij het naderen van objecten in de berm, zoals signaleerbare objecten, vangrails,
telefoonpalen, bomen of muren
Het systeem signaleert obstakels op basis van
hun formaat, vorm, beweging, enz. Afhankelijk
van de helderheid van het omgevingslicht en
de beweging, het postuur en de hoek van het
gesignaleerde object wordt een object mogelijk
niet gesignaleerd, waardoor het systeem niet
goed werkt. (
→Blz. 375)
De afbeelding geeft aan welke objecten gesig-
naleerd kunnen worden.
• Wanneer het signaleerbare object datwordt genaderd zich op een naastlig-
gende rijstrook of langs de weg bevindt,
bijvoorbeeld bij het veranderen van koers
of bij het rijden op een bochtige weg
PRIUS_OM_OM47E11E_(EE).book Page 373 Monday, July 6, 2020 1:18 PM
Page 374 of 784

3744-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
PRIUS_OM_OM47E11E_(EE)• Als er (geverfde) patronen vóór uw auto
aanwezig zijn die ten onrechte aangezien
kunnen worden voor een signaleerbaar object
• Als de voorzijde van de auto wordt geraakt door water, sneeuw, stof, enz.
• Als een signaleerbaar object uw auto zeer dicht nadert en vervolgens stopt voor- dat het zich in de rijrichting van uw auto bevindt
• Als de voorzijde van de auto omhoog of omlaag gaat, bijvoorbeeld op een oneffen of golvend wegdek
• Bij het rijden op een weg omringd door een constructie, zoals een tunnel of een
stalen brug
• Als er zich metalen objecten (putdeksel, staalplaat, enz.), opstaande randen of uitstekende delen voor uw auto bevinden
• Bij het naderen van een slagboom van een elektronische tolpoort, slagboom bij een parkeerterrein of andere afscheiding die open en dicht gaat
• Bij het wassen van de auto in een wasstraat • Als er een signaleerbaar object of ander
object langs de weg staat aan het begin
van een bocht
• Bij het inhalen van een signaleerbaar object dat van rijstrook verandert of een
bocht naar rechts/links maakt
• Bij het passeren van een signaleerbaar object dat stilstaat op de rijstrook voor het
tegemoetkomend verkeer om rechtsaf of
linksaf te slaan
• Wanneer onder een object (verkeersbord, billboard, enz.) door wordt gereden
PRIUS_OM_OM47E11E_(EE).book Page 374 Monday, July 6, 2020 1:18 PM
Page 375 of 784

3754-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
PRIUS_OM_OM47E11E_(EE)• Bij het rijden door stoom of rook
• Wanneer dicht bij een object wordt gereden dat radiogolven weerkaatst, zoals een
grote vrachtwagen of een vangrail
• Als wordt gereden in de buurt van een televisiezendmast, radiozender, elektrici- teitscentrale of andere locatie waar sterke radiogolven of elektromagnetische vel-
den aanwezig zijn
■ Situaties waarin het systeem mogelijk niet goed werkt
● In sommige situaties, zoals onderstaande, wordt een object mogelijk niet gesigna-
leerd door de radarsensor en de camera voor, waardoor het systeem niet goed
werkt:
• Wanneer een signaleerbaar object uw auto nadert
• Wanneer uw auto of een signaleerbaar object een schommelende beweging
maakt
• Als een signaleerbaar object een abrupte beweging maakt (zoals een uitwijkma- noeuvre, plotseling versnellen of afremmen)
• Wanneer uw auto een signaleerbaar object snel nadert
• Wanneer een signaleerbaar object zich vlak bij bijvoorbeeld een muur, hek, vang-
rail, putdeksel, voertuig of stalen rijplaat bevindt
• Wanneer een signaleerbaar object zich onder een constructie bevindt
• Wanneer een signaleerbaar object gedeeltelijk verborgen is achter een object zoals een groot stuk bagage, een paraplu of een vangrail
• Wanneer zich meerdere signaleerbare objecten dicht bij elkaar bevinden
• Als de zon of ander licht rechtstreeks op een signaleerbaar object schijnt
• Wanneer een signaleerbaar object wit is en er extreem licht uitziet
• Wanneer een signaleerbaar object bijna dezelfde kleur heeft of even licht is als zijn omgeving
• Wanneer een signaleerbaar object uw auto afsnijdt of plotseling opduikt voor uw auto
• Als de voorzijde van de auto wordt geraakt door water, sneeuw, stof, enz.
• Wanneer een zeer fel licht aan de voorzijde, bijvoorbeeld de zon of de koplampen
van tegemoetkomend verkeer, rechtstreeks in de camera voor schijnt
• Bij het naderen van de zijkant of voorkant van een voorligger
• Als de voorligger een motorfiets is • Bij het rijden door of onder objecten die in
contact kunnen komen met uw auto, zoals
hoog gras, boomtakken of een spandoek
• Wanneer een signaleerbaar object zich niet direct voor uw auto bevindt
PRIUS_OM_OM47E11E_(EE).book Page 375 Monday, July 6, 2020 1:18 PM
Page 376 of 784

3764-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
PRIUS_OM_OM47E11E_(EE)• Als de voorligger smal is, zoals een scootmobiel
• Als de achterzijde van de voorligger smal is, zoals een lege truck
• Als de voorligger een lading vervoert die uitsteekt voorbij de achterbumper
• Als een voorligger een onregelmatige vorm heeft, zoals een tractor of een zijspan
• Als de voorligger een kinderfiets, een fiets met bepakking, een fiets met iemand
achterop of een fiets met een bijzondere vorm (fiets met een kinderzitje, tandem,
enz.) is
• Als een voetganger of de rijhoogte van een fietser korter is dan ongeveer 1 m of langer is dan ongeveer 2 m
• Als een voetganger of fietser breed vallende kleding (regenjas, lange rok, enz.) draagt, waardoor zijn of haar silhouet onduidelijk wordt
• Als een voetganger vooroverbuigt of gehurkt zit of een fietser vooroverbuigt
• Als een voetganger of fietser zich snel voortbeweegt
• Als een voetgangers een wandelwagentje, rolstoel, fiets of ander voertuig voort-
duwt
• Bij slecht weer zoals bij hevige regen, mist, sneeuw of een zandstorm
• Bij het rijden door stoom of rook
• Als er weinig omgevingslicht is, zoals tijdens de schemering, of 's nachts of in een tunnel, waardoor een signaleerbaar object bijna dezelfde kleur lijkt te hebben als
zijn omgeving
• Bij het rijden in een omgeving waarbij de helderheid van het omgevingslicht plot- seling verandert, zoals bij het in- of uitrijden van een tunnel
• Nadat het hybridesysteem gestart is, is er gedurende een bepaalde tijd niet met de auto gereden
• Bij het afslaan naar links/rechts en gedurende een paar seconden na het afslaan
naar links/rechts
• Tijdens het rijden in een bocht en gedurende een paar seconden na het rijden in een bocht
• Wanneer uw auto slipt • Als de voorligger een lage achterzijde heeft, zoals een oprijwagen
• Als de voorligger een extreem grote bodemvrijheid heeft
PRIUS_OM_OM47E11E_(EE).book Page 376 Monday, July 6, 2020 1:18 PM