Page 81 of 574

80
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
1-4. Antidiefstalsysteem
1-4.Antidiefstalsysteem
Het controlelampje knippert nadat het
contact UIT is gezet om aan te geven
dat het systeem in werking is.
Het controlelampje houdt op met knip-
peren als het contact in stand ACC of
AAN is gezet om aan te geven dat het
systeem is uitgeschakeld.
■Onderhoud van het systeem
De auto is voorzien van een onderhoudsvrije
startblokkering.
■Omstandigheden waardoor het systeem
mogelijk niet goed werkt
●Als de greep van de sleutel tegen een
metalen voorwerp wordt gehouden
●Als de sleutel dicht bij of tegen een sleutel
met ingebouwde transponderchip van een
andere auto wordt gehouden
■Ve r k l a r i n g
→ Blz. 512
Startblokkering
De sleutels van de auto zijn uitge-
rust met ingebouwde transponder-
chips die voorkomen dat het
brandstofcelsysteem gestart kan
worden met een sleutel die niet in
een eerder stadium is geregis-
treerd in de computer van de auto.
Laat de sleutels nooit in de auto
achter als u de auto verlaat.
Dit systeem is ontworpen om
autodiefstal te voorkomen, maar
absolute beveiliging tegen elke
vorm van diefstal kan niet worden
gegarandeerd.
Bedienen van het systeem
OPMERKING
■Ervoor zorgen dat het systeem goed
werkt
Verander of verwijder het systeem niet. Na
veranderen of verwijderen kan de juiste
werking van het systeem niet worden
gegarandeerd.
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 80 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
Page 82 of 574

81
1
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
1-4. Antidiefstalsysteem
Veiligheid en beveiliging
*: Indien aanwezig
■Instelling
Zet het contact UIT, laat alle inzittenden
de auto verlaten en controleer of alle
portieren gesloten zijn.
Bij gebruik van de instapfunctie: Raak
binnen 5 seconden tweemaal het sen-
sorgebied van de buitenportiergreep
aan.
Bij gebruik van de afstandsbediening:
Druk tweemaal binnen 5 seconden op
.
■Uitschakelen
Bij gebruik van de instapfunctie: Houd
de buitenportiergree p van het voorpor-
tier vast.
Bij gebruik van de afstandsbediening:
Druk op .Super vergrendeling*
Toegang door onbevoegden wordt
voorkomen door het ontgrendelen
van de portieren zowel van bui-
tenaf als van binnenuit onmogelijk
te maken.
Auto's die met dit systeem zijn uit-
gerust, zijn voorzien van labels op
de ruiten van de beide voorportie-
ren.
Inschakelen/uitschakelen van
de supervergrendeling
WAARSCHUWING
■Voorzorgsmaatregelen voor de
supervergrendeling
Schakel de supervergrendeling nooit in als
er zich nog personen in de auto bevinden,
omdat de portieren dan niet van binnenuit
kunnen worden geopend.
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 81 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
Page 83 of 574

82
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
1-4. Antidiefstalsysteem
*: Indien aanwezig
■Zaken die gecontroleerd moeten
worden alvorens de auto te ver-
grendelen
Controleer onderstaande zaken om
ongewild activeren van het alarm en
diefstal te voorkomen:
Er is niemand in de auto.
De ruiten zijn gesloten voordat het
alarm wordt ingeschakeld.
Er zijn geen waardevolle spullen of
persoonlijke zaken in de auto achter-
gebleven.
■Instelling
Sluit de portieren, de achterklep en de
motorkap en vergrendel alle portieren
met de instapfunctie of de afstandsbe-
diening. Na 30 seconden wordt het sys-
teem automatisch ingeschakeld.
Het systeem is ingeschakeld zodra het con-
trolelampje niet meer constant brandt maar
knippert.
■Deactiveren of uitschakelen
Voer een van de onderstaande hande-
lingen uit om het alarm te deactiveren
of uit te schakelen:
Ontgrendel de portieren of de ach-
terklep met de instapfunctie of de
afstandsbediening.
Start het br andstofcelsysteem. (Het
alarm wordt na enkele seconden
gedeactiveerd of uitgeschakeld.)
■Onderhoud van het systeem
De auto is voorzien van een onderhoudsvrij
alarmsysteem.
Alarm*
Met licht en geluid worden alarm-
signalen gegeven wanneer er een
inbraakpoging wordt gedetec-
teerd.
Wanneer het alarmsysteem is
ingeschakeld, wordt het alarm
onder de volgende omstandighe-
den geactiveerd:
Een vergrendeld portier of de ach-
terklep wordt ontgrendeld of
geopend zonder gebruik te maken
van de instapfunctie of de
afstandsbediening. (De portieren
zullen automatisch opnieuw wor-
den vergrendeld.)
De motorkap wordt geopend.
De inbraaksensor signaleert een
beweging in de auto. (Voorbeeld:
een indringer breekt een ruit en
dringt de auto binnen.)
De hellingsensor (indien aanwe-
zig) signaleert een verandering in
de hoek van de auto ten opzichte
van het wegdek.
Inschakelen/uitschakelen/
uitzetten van het alarmsysteem
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 82 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
Page 84 of 574

83
1
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
1-4. Antidiefstalsysteem
Veiligheid en beveiliging
■Activeren van het alarm
Het alarm kan in de volgende situaties geac-
tiveerd worden:
(Door het stopzetten van het alarm wordt het
systeem gedeactiveerd.)
●De portieren worden ontgrendeld met de
mechanische sleutel.
●De achterklep kan met de mechanische
sleutel worden geopend.
●Een persoon in de auto opent een portier,
de achterklep of de motorkap of ontgren-
delt de auto.
●De 12V-accu wordt opgeladen of vervan-
gen terwijl de auto is vergrendeld.
( → Blz. 458)
■Door alarmsysteem bediende portier-
vergrendeling
In de volgende gevallen worden, afhankelijk
van de situatie, de portieren automatisch ver-
grendeld om potentiële indringers buiten de
auto te houden:
●Wanneer een in de auto achtergebleven
persoon het portier ontgrendelt en het
alarm wordt geactiveerd.
●Terwijl het alarm is geactiveerd, ontgren-
delt een in de auto achtergebleven per-
soon het portier.
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
Bepaalde functies kunnen worden aangepast
aan de persoonlijke voorkeur. ( →Blz. 474)
■Signalering inbraaksensor en hel-
lingsensor
De inbraaksensor signaleert indrin-
gers of een beweging in de auto.
De hellingsensor signaleert een ver-
andering van de hoek van de auto
ten opzichte van het wegdek, die bij-
voorbeeld ontstaat als de auto weg-
gesleept wordt.
Dit systeem is ontworpen om diefstal te
voorkomen, maar een optimale beveili-
ging tegen elke vorm van inbraak kan
niet worden gegarandeerd.
OPMERKING
■Ervoor zorgen dat het systeem goed
werkt
Verander of verwijder het systeem niet. Na
veranderen of verwijderen kan de juiste
werking van het systeem niet worden
gegarandeerd.
Signalering inbraaksensor
en hellingsensor (indien
aanwezig)
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 83 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
Page 85 of 574

84
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
1-4. Antidiefstalsysteem
■De inbraaksensor en hellingsen-
sor instellen
Als het alarm wordt ingeschakeld, wor-
den de inbraaksensor en de hellingsen-
sor automatisch ingesteld. ( →Blz. 82)
■De inbraaksensor en de helling-
sensor uitschakelen
Als u huisdieren of bewegende voor-
werpen in de auto achterlaat, moet u
ervoor zorgen dat u de inbraaksensor
en de hellingsensor uitschakelt voordat
u het alarm instelt, omdat deze senso-
ren reageren op bewegingen binnen in
de auto.
1 Zet het contact UIT.
2 Druk op de uitschakeltoets van de
inbraaksensor en hellingsensor.
Druk opnieuw op de toets om de inbraak-
sensor en de hellingsensor weer in te scha-
kelen.
Telkens wanneer de inbraaksensor en de
hellingsensor worden uitgeschakeld/inge-
schakeld, wordt er een melding weergege-
ven op het multi-informatiedisplay.
■Uitschakelen en automatisch weer
inschakelen van de inbraaksensor en
hellingsensor
●Het alarm wordt ingeschakeld zelfs wan-
neer de inbraaksensor en de hellingsensor
zijn uitgeschakeld.
●Nadat de inbraaksensor en de hellingsen-
sor uitgeschakeld zijn, worden deze
opnieuw ingeschakeld door op de start-
knop te drukken of de portieren te ontgren-
delen met de instapfunctie of de
afstandsbediening.
●De inbraaksensor en de hellingsensor zul-
len automatisch weer worden ingescha-
keld wanneer het alarmsysteem
gedeactiveerd wordt.
■Informatie over de inbraaksensor
De sensor activeert in de volgende gevallen
mogelijk het alarm:
●Er bevinden zich nog personen of huisdie-
ren in de auto.
●Er is een portierruit geopend.
In dit geval registreert de sensor mogelijk het
volgende:
• Wind of beweging van voorwerpen, zoals bladeren en insecten, in de auto
• Ultrasoongolven van apparaten, zoals de inbraaksensoren van andere auto's
• Het bewegen van mensen buiten de auto
●Kleine insecten, zoals motvlinders of vlie-
gen, in de auto.
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 84 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
Page 86 of 574

85
1
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
1-4. Antidiefstalsysteem
Veiligheid en beveiliging
●Er bevinden zich onstabiele voorwerpen,
zoals loshangende accessoires of kleding
aan kledinghaakjes, in de auto.
●De auto is geparkeerd op een plek waar
extreme trillingen of geluiden optreden,
zoals in een parkeergarage.
●Er wordt ijs of sneeuw van de auto verwij-
derd, waardoor de auto herhaaldelijk wordt
blootgesteld aan schokken of trillingen.
●De auto staat in een wasstraat of een
hogedruk-wasinstallatie.
●De auto is blootgesteld aan schokken die
het gevolg zijn van hagel, onweer of
andere van buitenaf komende herhaalde
schokken of trillingen.
■Informatie over de hellingsensor
De sensor activeert in de volgende gevallen
mogelijk het alarm:
●De auto wordt vervoerd per boot, aanhang-
wagen, trein, enz.
●De auto staat geparkeerd in een parkeer-
garage.
●De auto bevindt zich in een wasstraat
waarin de auto verplaatst wordt.
●Een van de banden verliest zijn spanning.
●De auto wordt opgekrikt.
●Er doet zich een aardbeving of wegverzak-
king voor.
●Er wordt bagage op het imperiaal geladen
of er vanaf gehaald.
OPMERKING
■Om de inbraaksensor goed te laten
functioneren
●Raak de sensoren niet aan en bedek ze
ook niet, omdat hierdoor de werking van
de sensoren in negatieve zin beïnvloed
kan worden.
●Spuit geen luchtverfrisser of andere pro-
ducten rechtstreeks in de openingen
van de sensoren.
●Als u andere accessoires installeert dan
originele Toyota-onderdelen of wanneer
u voorwerpen achterlaat tussen de
bestuurdersstoel en de stoel van de
voorpassagier, werkt de inbraaksensor
mogelijk minder goed.
●De werking van de inbraaksensor wordt
mogelijk gestopt wanneer de elektroni-
sche sleutel zich in de buurt van de auto
bevindt.
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 85 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
Page 87 of 574
86
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
1-4. Antidiefstalsysteem
*: Indien aanwezig
Antidiefstallabels*
Deze labels moeten de kans op
diefstal van de auto beperken door
het vergemakkelijken van de
opsporing van onderdelen van
gestolen auto's. Deze mogen wet-
telijk niet worden verwijderd.
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 86 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
Page 88 of 574
2
87
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
2
Brandstofcelsysteem
Brandstofcelsysteem
2-1. BrandstofcelautoEigenschappen brandstofcelauto..................... 88
Voorzorgsmaatregelen brandstofcelauto..................... 91
Rijtips brandstofcelauto ......... 102
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 87 Friday, November 6, 2020 11:27 AM