7
De inbouw van een zend-/ontvangin-
stallatie in uw auto kan elektronische
systemen beïnvloeden, zoals:
Hybridesysteem
(Sequentieel) multipoint brandstofin-
spuitsysteem
Toyota Safety Sense
Cruise control-systeem
Antiblokkeersysteem
SRS-airbagsysteem
Gordelspanner
Neem voor voorzorgsmaatregelen of
speciale voorschriften met betrekking
tot de inbouw van een zend-/ontvangin-
stallatie contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
Nadere informatie met betrekking tot
frequenties, vermogens, antenneposi-
ties en montagevoorwaarden voor
zend-/ontvanginstallaties is op verzoek
beschikbaar bij een erkende Toyota-
dealer of hersteller /reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
De hoogspanningsonderdelen en
kabels van hybridea uto's stralen onge-
veer net zo veel e lektromagnetische
golven uit als conventionele auto's met
een benzinemotor of huishoudelijke
elektronische apparatuur, ook al zijn ze
elektromagnetisch afgeschermd.
De ontvangst via een zend-/ontvangin-
stallatie kan in sommige gevallen
gestoord worden. De auto is uitgerust met geavanceerde
computers die bepaalde informatie
opslaan, zoals:
• Motortoerental/toerental elektromo-
tor (toerental tractiemotor)
• Status gaspedaal
• Status rempedaal
• Rijsnelheid
• Bedrijfsstatus van de ondersteu-
nende systemen
• Status batterijpakket (tractiebatterij)
De opgeslagen informatie is afhankelijk
van de uitvoering en de aanwezige
opties van de auto.
Deze computers slaan geen gesprek-
ken of geluiden op en ze slaan alleen in
bepaalde situaties be elden van buiten
de auto op.
Gebruik van gegevens
Toyota kan de gegevens die door deze com-
puter worden opgeslagen, gebruiken om
storingen vast te stellen, onderzoek te doen
en de kwaliteit van haar producten te verbe-
teren.
Toyota stelt de gegevens die zijn opgesla-
gen niet beschikbaar aan derden, behalve:
• Met toestemming van de eigenaar van de
auto of, wanneer het een leaseauto
betreft, van de leaserijder van de auto
• Op officieel verzoek van de politie, de rechtbank of een ander overheidsorgaan
• Voor gebruik door Toyota in een rechts- zaak
• Voor onderzoek waarbij de gegevens niet worden gekoppeld aan een bepaalde auto
of eigenaar
Inbouw van een
zend-/ontvanginstallatieOpslaan voertuiginformatie
pM_RAV4-HV_OM_OM42C86E_(EE).book P age 7 Wednesday, October 9, 2019 11:15 AM
35
1
1-1. Voor een veilig gebruik
Veiligheid en beveiliging
Veiligheidsgordels
Controleer voordat u wegrijdt
eerst of alle inzittenden de veilig-
heidsgordel dragen.
WAARSCHUWING
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht om de kans op letsel bij plotseling
remmen, plotseling uitwijken of een onge-
val te beperken.
Het niet in acht nemen van de voorzorgs-
maatregelen kan ernstig letsel tot gevolg
hebben.
■Dragen van een veiligheidsgordel
●Zorg ervoor dat alle inzittenden de vei-
ligheidsgordel dragen.
●Draag de veiligheidsgordel altijd op de
juiste manier.
●Elke veiligheidsgordel mag maar door
één persoon worden gebruikt. Gebruik
een veiligheidsgordel niet voor twee
personen tegelijk, ook niet als de
tweede persoon een kind is.
●Toyota beveelt aan dat kinderen op de
achterstoel plaatsnemen en altijd op de
juiste manier gebruikmaken van de vei-
ligheidsgordels en het baby- of kinder-
zitje.
●Laat om de juiste zitpositie in te stellen
de rugleuning niet verder achterover
hellen dan nodig is. De veiligheidsgor-
dels werken het best wanneer de inzit-
tenden geheel rechtop en goed tegen
de rugleuning zitten.
●Draag het schouderdeel van uw gordel
nooit onder uw arm.
●Draag de veiligheidsgordel altijd laag en
goed aansluitend over uw heupen.
■Zwangere vrouwen
Win medisch advies in en draag de veilig-
heidsgordel op de juiste manier.
( → Blz. 36)
Zwangere vrouwen moeten het heupge-
deelte van de veiligheidsgordel op
dezelfde manier dragen als de andere
inzittenden, zo laag mogelijk over het bek-
ken, de schoudergordel helemaal uittrek-
ken over de schouder en ervoor zorgen
dat de gordel niet over de buik loopt.
Als de veiligheidsgordel niet op de juiste
wijze gedragen wordt, kan niet alleen de
zwangere vrouw zelf, maar ook het onge-
boren kind ernstig letsel oplopen bij plotse-
ling remmen of een aanrijding.
■Mensen met fysieke beperkingen
Win medisch advies in en draag de veilig-
heidsgordel op de juiste manier.
( → Blz. 36)
■Als er kinderen in de auto aanwezig
zijn
→ Blz. 63
■Beschadiging en slijtage van veilig-
heidsgordels
●Zorg ervoor dat de veiligheidsgordels
niet beschadigd raken doordat de riem,
de gesp of de gordelsluiting bekneld
raakt tussen het portier en de carrosse-
rie.
pM_RAV4-HV_OM_OM42C86E_(EE).boo k Page 35 Wednesday, October 9, 2019 11:15 AM
361-1. Voor een veilig gebruik
Trek de schoudergordel zo ver naar
buiten dat de gordel goed tegen de
schouder aan ligt en niet van de
schouder af glijdt of tegen de nek
aan ligt.
Plaats het heupgedeelte van de gor-
del zo laag mogelijk over de heupen.
Stel de rugleuning af.
Ga zo rechtop mogelijk in de stoel
zitten met uw rug stevig tegen de
leuning.
Zorg ervoor dat de veiligheidsgordel
niet gedraaid zit.
■Gebruik van veiligheidsgordels door
kinderen
De veiligheidsgordels v an uw auto zijn in
principe ontworpen voor gebruik door vol-
wassenen.
●Gebruik een passend baby- of kinderzitje
tot het kind groot genoeg is om de veilig-
heidsgordel van de auto op de juiste wijze
te dragen. (→ Blz. 50)
●Als het kind groot genoeg is om de veilig-
heidsgordel op een juiste manier te dra-
gen, volg dan de instructies met betrekking
tot het gebruik van de veiligheidsgordel op.
(→ Blz. 35)
■Wetgeving met betrekking tot veilig-
heidsgordels
Als er in het land waar in u woont regels zijn
voor veiligheidsgordel s, neem dan contact op
met een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige
voor het vervangen of plaatsen van veilig-
heidsgordels.
1 Maak de veiligheidsgordel vast door
de gesp in de gordel sluiting te druk-
ken totdat u een klik hoort.
WAARSCHUWING
●Controleer het veiligheidsgordelsysteem
regelmatig. Let op beschadigingen,
zoals scheuren en rafels, en op losse
onderdelen. Gebruik een beschadigde
veiligheidsgordel niet, maar laat hem zo
snel mogelijk vervangen. Een bescha-
digde veiligheidsgordel kan de veilig-
heid van de desbetreffende inzittende
niet waarborgen.
●Controleer of de gordel en de gesp ver-
grendeld zijn en of de gordel niet
gedraaid is. Neem direct contact op met
een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige als de veiligheidsgordel niet
goed werkt.
●Laat de stoelen, inclusief de veiligheids-
gordels, vervangen als de auto betrok-
ken is geweest bij een ernstig ongeval,
ook al is er geen zichtbare schade.
●Probeer de veiligheidsgordels niet zelf
te plaatsen, verwi jderen, wijzigen,
demonteren of af te voeren. Laat even-
tueel noodzakelijke reparaties uitvoe-
ren door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige. Als de veiligheidsgordels
niet op de juiste wijze worden gebruikt,
werken ze mogelijk niet meer naar
behoren.
Juist gebruik van de
veiligheidsgordels
Vast- en losmaken van de
veiligheidsgordel
pM_RAV4-HV_OM_OM42C86E_(EE).boo k Page 36 Wednesday, October 9, 2019 11:15 AM
621-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
■Een baby- of kinderzitje plaatsen
met behulp van een veiligheids-
gordel
Plaats het baby- of kinderzitje aan de
hand van de bijgesloten handleiding.
Als het desbetreffende baby- of kinder-
zitje niet binnen de “universele” catego-
rie valt (of de ben odigde informatie
staat niet in de tabel), raadpleeg dan de
“voertuiglijst” van de fabrikant van het
baby- of kinderzitje voor de diverse
mogelijke montageposities of doe
navraag naar de com patibiliteit bij de
verkoper van het zitje. (→Blz. 55, 56)
1 Als het plaatsen van een baby- of
kinderzitje op de voorpassagiers-
stoel onvermijdelijk is, raadpleeg
dan Blz. 52 voor het afstellen van
de voorpassagiersstoel.
2 Zet de rugleuning zo veel mogelijk
rechtop. Indien er bij het plaatsen
van een in de rijr ichting geplaatst
kinderzitje een opening aanwezig is
tussen het kinderzi tje en de rugleu-
ning, stel de rugl euning dan af tot-
dat het zitje en de rugleuning goed
contact maken.
3 Verwijder indien mogelijk de hoofd-
steun indien deze d e plaatsing van
het baby- of kinderzitje hindert. Zet
anders de hoofdsteun in de hoogste
stand. ( →Blz. 263)
4 Voer de veiligheidsgordel door het
baby- of kinderzitje en steek de
gesp in de gordelsluiting. Controleer
of de gordel niet gedraaid is. Maak
de veiligheidsgordel goed vast aan het baby- of kinderzitje aan de hand
van de bijgesloten handleiding.
5 Als uw baby- of kinderzitje niet is
voorzien van een vergrendelsys-
teem voor de veiligheidsgordel, zet
het zitje dan vast met een blokkeer-
clip.
6 Beweeg het baby- of kinderzitje na
het plaatsen naar a chteren en naar
voren om te controleren of het goed
vastzit. ( →Blz. 63)
Baby- of kinderzitje vastgezet
met een veiligheidsgordel
pM_RAV4-HV_OM_OM42C86E_(EE).boo k Page 62 Wednesday, October 9, 2019 11:15 AM
63
1
1-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
Veiligheid en beveiliging
■Verwijderen van een baby- of kin-
derzitje dat is vastgezet met een
veiligheidsgordel
Druk de ontgrendelknop op de gordel-
sluiting in en laat de gordel helemaal
oprollen.
Bij het losmaken van de gordelsluiting komt
het baby- of kinderzitje mogelijk een stukje
omhoog als gevolg van de terugwerking van
de zitting. Maak de gordel sluiting los terwijl u
het baby- en kinderzitje tegenhoudt.
De veiligheidsgordel rolt automatisch op.
Houd de gordel vast, zodat het oprollen rus-
tig gebeurt.
■Als er een baby- of kinderzitje wordt
geplaatst
U moet bij het plaats en van het zitje mogelijk
gebruikmaken van een blokkeerclip. Volg de
aanwijzingen van de fabrikant van het baby-
of kinderzitje. Als uw zi tje niet over een blok-
keerclip beschikt, kunt u deze kopen bij een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige:
blokkeerclip voor baby- of kinderzitje.
(onderdeelnr. 73119-22010)
■Onderste ISOfix-bevestigingspun-
ten (ISOfix-baby- of kinderzitje)
Voor de buitenste zitplaatsen achter
zijn onderste bevestigingspunten aan-
wezig. (Labels ge ven aan waar de
bevestigingspunten zich in de stoelen
bevinden.)
WAARSCHUWING
■Als er een baby- of kinderzitje wordt
geplaatst
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgs-
maatregelen kan ernstig letsel tot gevolg
hebben.
●Laat kinderen niet met de veiligheids-
gordel spelen. Als d e veiligheidsgordel
om de nek van het kind draait, kan het
kind stikken of ernstig letsel oplopen.
Als dit gebeurt en de gordelsluiting niet
kan worden losgemaakt, knip de gordel
dan door met een schaar.
●Controleer of de gesp goed in de gor-
delsluiting is vergrendeld en of de veilig-
heidsgordel niet gedraaid is.
●Beweeg het baby- of kinderzitje naar
links en naar rechts en naar voren en
naar achteren om te controleren of het
goed is geplaatst.
●Verstel de rugleuning niet meer nadat
het baby- of kinderzitje is geplaatst.
●Controleer als er een zitkussen
geplaatst is altijd of de schoudergordel
over het midden van de schouder van
het kind loopt. De gordel mag niet langs
de nek van het kind lopen, maar mag
ook niet van de schouder van het kind
vallen.
●Volg bij het plaatsen van een baby- of
kinderzitje altijd de gebruiksaanwijzing
van de fabrikant.
Baby- of kinderzitje vastgezet
met een onderste ISOfix-beves-
tigingspunt
pM_RAV4-HV_OM_OM42C86E_(EE).boo k Page 63 Wednesday, October 9, 2019 11:15 AM
861-4. Hybridesysteem
■Als de 12V-accu leeg is, vervangen is of
verwijderd is geweest.
De benzinemotor stopt m ogelijk niet, ook niet
als de auto door het batterijpakket (tractiebat-
terij) wordt aangedreven. Als dit probleem
enkele dagen aanhoudt, neem dan contact
op met een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
■Geluiden en trillingen die kenmerkend
zijn voor een hybrideauto
Mogelijk zijn er geen motorgeluiden hoorbaar
of trillingen voelbaar terwijl de auto wel kan
rijden en het controlelampje READY brandt.
Zet uit veiligheidsoverwegingen de selectie-
hendel in stand P en activeer de parkeerrem
wanneer u de auto parkeert.
De volgende geluiden of trillingen kunnen
hoorbaar of voelbaar zijn als het hybridesys-
teem in werking is en deze duiden niet op
een defect:
●Er kunnen motorgeluiden hoorbaar zijn uit
het motorcompartiment.
●Bij het inschakelen of uitschakelen van het
hybridesysteem kan er geluid hoorbaar zijn
dat afkomstig is van het batterijpakket
(tractiebatterij) onder de achterstoelen.
●Bij het inschakelen of uitschakelen van het
hybridesysteem zijn er mogelijk werkings-
geluiden van het relais te horen, zoals een
klik of een vaag gerammel, dat afkomstig
is van het batterijpakke t (tractiebatterij)
onder de achterstoelen.
●Als de achterklep open is, kunnen er gelui-
den van het hybridesysteem hoorbaar zijn.
●Als de benzinemotor start of stopt, bij rij-
den met lage snelheden of als de motor
met stationair toerental draait, kunnen er
geluiden hoorbaar zijn van de transmissie.
●Bij sterk accelereren kunnen er motorgelui-
den hoorbaar zijn.
●Als het rempedaal wordt ingetrapt of het
gaspedaal wordt losgelaten, kunnen er
geluiden hoorbaar zijn die worden veroor-
zaakt door het regeneratief remmen.
●Als de benzinemotor start of stopt, kunnen
trillingen voelbaar zijn.
●U kunt via de ventilatieopening onder de
achterstoel geluid horen dat afkomstig is
van de koelventilator.
■Onderhoud, reparatie, recycling en
afvoer
Neem voor onderhoud, reparatie, recycling
en afvoer contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige. Voer de auto niet zelf af.
Als u rijdt met uitgeschakelde benzine-
motor, wordt er een geluid, dat aange-
past wordt aan de rijsnelheid,
afgespeeld om mense n in de buurt te
waarschuwen dat de auto nadert. Het
geluid stopt als de rijsnelheid hoger
wordt dan onge veer 25 km/h.
■Waarschuwingssysteem naderende
auto
In de volgende gevallen is het waarschu-
wingssysteem voor een naderende auto
mogelijk moeilijk te horen voor mensen in de
buurt.
●In gebieden met harde omgevingsgeluiden
●In de wind of regen
Ook is het waarschuwingssysteem voor een
naderende auto achter de auto mogelijk
moeilijker te horen dan voor de auto omdat
het systeem aan de voorzijde van de auto is
geïnstalleerd.
■Als “Proximity Notification System
Malfunction Visit Your Dealer” (Storing
in waarschuwingssysteem naderende
auto. Ga naar uw dealer) op het multi-
informatiedisplay wordt weergegeven
Er is mogelijk een storing in het systeem aan-
wezig. Laat de auto controleren door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
Waarschuwingssysteem
naderende auto
pM_RAV4-HV_OM_OM42C86E_(EE).boo k Page 86 Wednesday, October 9, 2019 11:15 AM
1603-1. Informatie over sleutels
3-1.Informatie over sleutels
Bij de auto worden de volgende sleu-
tels geleverd.
Elektronische sleutels
• Bedienen van het Smart entry-systeem met startknop ( →Blz. 204)
• Gebruik van de afstandsbedieningsfunctie (→ Blz. 162)
Mechanische sleutels
Plaatje met sleutelnummer
■Aan boord van een vliegtuig
Zorg ervoor dat u aan boord van een vliegtuig
niet op de toetsen van de elektronische sleu-
tel drukt. Zorg ervoor dat de toetsen niet per
ongeluk ingedrukt kunnen worden als u de
elektronische sleutel in bijvoorbeeld een tas
hebt opgeborgen. Bij het indrukken van de
toetsen kan de elektronische sleutel radiogol-
ven uitzenden die de bediening van het vlieg-
tuig kunnen beïnvloeden.
■Leegraken batterij elektronische sleutel
●De standaard levensduur van de batterij is
1 - 2 jaar.
●Als de batterij bijna leeg is, klinkt een waar-
schuwingssignaal in de auto en wordt er
een melding weergegeven op het multi-
informatiedisplay als het hybridesysteem
wordt uitgeschakeld.
●Schakel de energiebespaarmodus van de
elektronische sleutel in om te voorkomen
dat de batterij van de elektronische sleutel
leegraakt wanneer deze gedurende lan-
gere tijd niet wordt gebruikt. ( →Blz. 205)
●Omdat de elektronische sleutel altijd radio-
golven ontvangt, raakt de batterij ook ont-
laden wanneer de elektronische sleutel
niet wordt gebruikt. De volgende sympto-
men geven aan dat de batterij van de elek-
tronische sleutel mogel ijk ontladen is.
Vervang de batterij indien nodig.
• Het Smart entry-systeem met startknop of de afstandsbediening werkt niet.
• Het detectiegebied wordt kleiner.
• Het ledcontrolelampje in de sleutel gaat niet branden.
U kunt zelf de batterij vervangen ( →Blz. 521).
Aangezien echter de elektronische sleutel
beschadigd zou kunnen raken, raden wij u
aan om de vervanging te laten uitvoeren door
een erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
●Houd, om de levensduur van de batterij
niet nodeloos te bekor ten, de elektronische
sleutel op een afstand van minimaal 1 m
van de volgende elektrische apparaten
met een magnetisch veld:
• Televisietoestellen
• Computers
• Mobiele telefoons, draadloze telefoons en batterijladers
• Tafellampen
• Inductiekookplaten
■Als er een melding met betrekking tot
de status van de elektronische sleutel
of de stand van het contact, enz. wordt
weergegeven
Om te voorkomen dat de elektronische sleu-
tel in de auto wordt opgesloten, de auto wordt
achtergelaten terwijl u de elektronische sleu-
tel bij u hebt en het contact niet UIT is gezet,
andere inzittenden per ongeluk de sleutel
mee naar buiten nemen, enz. wordt op het
multi-informatiedisplay mogelijk een melding
weergegeven die de gebruiker vraagt de sta-
tus van de elektronische sleutel of de stand
van het contact te bevestigen. Volg in zo'n
geval de instructies op het display onmiddel-
lijk op.
■Als “Key Battery Low Replace Key Bat-
tery” (sleutelbatterij leeg, vervang sleu-
telbatterij) wordt weergegeven op het
multi-informatiedisplay
De batterij van de elek tronische sleutel is
(bijna) leeg. Vervang de batterij van de elek-
tronische sleutel. ( →Blz. 521)
Sleutels
Soorten sleutels
A
B
C
pM_RAV4-HV_OM_OM42C86E_(EE).boo k Page 160 Wednesday, October 9, 2019 11:15 AM
205
3
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Voordat u gaat rijden
●Wanneer het buiten de auto hoorbare
alarm gedurende 5 seconden één keer
klinkt
●Wanneer het alarm in de auto continu
klinkt
■Energiebesparende functie (auto's met
instapfunctie)
De energiebesparende functie wordt geacti-
veerd om te voorkomen dat de batterij van de
elektronische sleutel en de 12V-accu leeg
raken wanneer de auto gedurende langere
tijd niet wordt gebruikt.
●In de volgende situaties kan het enige tijd
duren voordat de portieren met het Smart
entry-systeem met startknop ontgrendeld
kunnen worden.
• De elektronische sleutel bevindt zich gedu- rende 10 minuten of langer op een afstand
van ongeveer 2 m van de auto.
• Het Smart entry-systeem met startknop is gedurende 5 dagen of langer niet gebruikt.
●Als het Smart entry-systeem met startknop
gedurende 14 dagen of langer niet gebruikt
is, kunnen de portieren alleen via het
bestuurdersportier worden ontgrendeld.
Pak in dat geval de greep van het bestuur-
dersportier vast of gebruik de afstandsbe-
diening of de mechanische sleutel om de
portieren te ontgrendelen.
■De energiebespaarmodus van een elek-
tronische sleutel inschakelen
●Wanneer de energiebespaarmodus is
ingeschakeld, loopt de batterij veel minder
snel leeg omdat de ontvangst van radiogol-
ven door de elektronische sleutel wordt
gestopt.
Druk twee keer in terwijl u
ingedrukt houdt.
Ga na of het controlelampje van de elektroni-
sche sleutel 4 keer knippert.
Het Smart entry-systeem met startknop kan
niet worden gebruikt als de energiebespaar-
modus is ingeschakel d. Druk op een van de
toetsen van de elektronische sleutel om de
functie te annuleren.
●Bij elektronische sleutels die gedurende
langere tijd niet worden gebruikt, kan
vooraf in de energiebespaarmodus worden
ingeschakeld.
■Omstandigheden die de werking kun-
nen beïnvloeden
Het Smart entry-systeem met startknop
maakt gebruik van zwakke radiogolven. In de
volgende situaties kunnen storingen optre-
den in de communicatie tussen de elektroni-
sche sleutel en de auto, waardoor het Smart
entry-systeem met startknop, de afstandsbe-
diening en de startblokkering mogelijk niet
goed werken:
(Oplossingen: →Blz. 582)
●Wanneer de batterij van de elektronische
sleutel leeg is
●In de buurt van een televisiezendmast,
elektriciteitscentrale , tankstation, radiozen-
der, videowall, luchthaven of andere loca-
tie waar sterke radiogolven of
elektromagnetische velden aanwezig zijn
SituatieCorrectieprocedure
Er is geprobeerd de
auto te vergrendelen
terwijl er nog een por-
tier geopend was.Sluit alle portieren en
vergrendel ze
opnieuw.
SituatieCorrectieprocedure
Het contact werd in
de stand ACC gezet
terwijl het bestuur-
dersportier geopend
was (of het bestuur-
dersportier werd
geopend terwijl het
contact in de stand
ACC stond).
Zet het contact UIT
en sluit het bestuur-
dersportier.
pM_RAV4-HV_OM_OM42C86E_(EE).boo k Page 205 Wednesday, October 9, 2019 11:15 AM