207
3
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Voordat u gaat rijden
●Als de portiergreep nat wordt terwijl de
elektronische sleutel z
ich binnen het werk-
zame gebied bevindt, k an het portier her-
haaldelijk worden vergrendeld en
ontgrendeld. Volg in dat geval de correctie-
procedure hieronder bij het wassen van de
auto:
• Plaats de elektronische sleutel op een afstand van ten minste 2 meter van de
auto. (Zorg ervoor dat de sleutel niet
gestolen wordt.)
• Schakel de energiebespaarmodus van de elektronische sleutel in om het Smart
entry-systeem met startknop uit te schake-
len. ( →Blz. 205)
●Als de elektronische sleutel zich in de auto
bevindt en een portiergreep wordt nat tij-
dens het wassen van de auto, wordt er
mogelijk een melding weergegeven op het
multi-informatiedisplay en klinkt er een
zoemer buiten de auto. Vergrendel alle
portieren om het alarm uit te schakelen.
●Als de vergrendelsensor in aanraking komt
met ijs, sneeuw, modder, enz., werkt deze
mogelijk niet goed. Reinig de vergrendel-
sensor en raak hem opnieuw aan of
gebruik de vergrendelsensor aan de
onderzijde van de portiergreep.
●Bij een plotselinge nadering van het detec-
tiegebied of de portiergreep kan het voor-
komen dat de portieren niet ontgrendeld
worden. Laat in dat geval de portiergreep
los en controleer of de portieren worden
ontgrendeld voordat u opnieuw aan de por-
tiergreep trekt.
●Als er zich een andere elektronische sleu-
tel binnen het detectiegebied bevindt, is de
reactietijd voor het ontgrendelen van de
portieren nadat een portiergreep is vastge-
pakt, mogelijk langer.
■Als er gedurende langere tijd niet met
de auto wordt gereden
●Auto's met instapfunctie: Bewaar, om dief-
stal van de auto te voorkomen, de elektro-
nische sleutel niet binnen een afstand van
2 meter van de auto.
●Het Smart entry-systeem met startknop
kan vooraf worden uitgeschakeld.
(→ Blz. 611)
●De energiebespaarmodus kan het energie-
verbruik van de elektr onische sleutels ver-
lagen. ( →Blz. 205)
■Voor een juiste bediening van het sys-
teem
Zorg ervoor dat u de elek tronische sleutel bij
u hebt als u het systeem bedient. Houd bij
auto's met instapfunct ie de elektronische
sleutel niet te dicht bij de auto als u het sys-
teem van buitenaf bedient.
Afhankelijk van de positie en de conditie
waarin de elektronische sleutel wordt
bewaard, wordt de sleutel mogelijk niet cor-
rect door het systeem gesignaleerd, waar-
door het systeem wellicht niet juist
functioneert. (Het ala rm kan per ongeluk
afgaan of de functie die voorkomt dat de por-
tieren per ongeluk worden vergrendeld, werkt
mogelijk niet.)
■Als het Smart entry-systeem met start-
knop niet goed werkt
●Vergrendelen en ontgrendelen van de por-
tieren: Gebruik de mechanische sleutel.
( → Blz. 583)
●Starten van het hybridesysteem:
→Blz. 303
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
Verschillende instellingen (bijv. van het Smart
entry-systeem met startknop) kunnen worden
gewijzigd.
(Systemen met mogelijkheden voor persoon-
lijke voorkeur sinstellingen: →Blz. 610)
Raadpleeg de beschrijvingen voor de vol-
gende handelingen als het Smart entry-sys-
teem met startknop is uitgeschakeld via de
persoonlijke voork eursinstellingen.
●Vergrendelen en ontgrendelen van de por-
tieren:
Gebruik de afstandsbediening of de
mechanische sleutel. ( →Blz. 186, 583)
●Starten van het hybridesysteem en wijzi-
gen van de standen van het contact:
→Blz. 583
●Uitschakelen van het hybridesysteem:
→Blz. 305
pM_RAV4-HV_OM_OM42C86E_(EE).boo k Page 207 Wednesday, October 9, 2019 11:15 AM
321
4
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Rijden
Type B
●Als de lichtschakelaar in de stand of
staat: De koplampen en de mistlam-
pen voor worden automatisch uitgescha-
keld als het contact in stand ACC of UIT
wordt gezet.
●Als de lichtschakelaar in de stand
staat: De koplampen en alle overige ver-
lichting worden automatisch uitgeschakeld
als het contact in stand ACC of UIT wordt
gezet.
Zet om de verlichting weer in te schakelen
het contact AAN of zet de lichtschakelaar een
keer in stand en daarna weer in stand
of .
■Zoemer verlichting
Er klinkt een zoemer als het contact in stand
ACC of UIT wordt gezet en het bestuurders-
portier wordt geopend terwijl de verlichting is
ingeschakeld.
■Automatische verticale koplampverstel-
ling
De koplamphoogte wordt automatisch gere-
geld op basis van het aantal passagiers in de
auto en de mate van belading om verblinding
van andere weggebruikers door de koplam-
pen te voorkomen.
■Energiebesparende functie 12V-accu
Type A
Om te voorkomen dat de 12V-accu van de
auto ontladen raakt wanneer de koplampen
en/of de achterlichten aan zijn terwijl het con-
tact UIT wordt gezet , schakelt de energiebe-
sparende functie van de 12V-accu alle
verlichting na ongeveer 20 minuten automa-
tisch uit.
Onder de volgende omstandigheden wordt
de energiebesparende functie van de 12V-
accu eenmaal uitgeschakeld en vervolgens
weer geactiveerd. Alle verlichting gaat 20
minuten nadat de energiebesparende functie
van de 12V-accu weer is geactiveerd auto-
matisch uit:
●Wanneer de lichtschakelaar wordt bediend
●Wanneer een portier wordt geopend of
gesloten
Type B
Om te voorkomen dat de 12V-accu van de
auto ontladen raakt wanneer de lichtschake-
laar in de stand staat terwijl het contact
UIT wordt gezet, schakelt de energiebespa-
rende functie van de 12V-accu alle verlichting
na ongeveer 20 minuten automatisch uit.
Onder de volgende omstandigheden wordt
de energiebesparende functie van de 12V-
accu eenmaal uitgesc hakeld en vervolgens
weer geactiveerd. Alle verlichting gaat 20
minuten nadat de energiebesparende functie
van de 12V-accu weer is geactiveerd auto-
matisch uit:
●Wanneer de lichtschakelaar wordt bediend
●Wanneer een portier wordt geopend of
gesloten
■Als “Headlight System Malfunction Visit
Your Dealer” (Storing in koplampsys-
teem. Ga naar uw dealer) op het multi-
informatiedisplay wordt weergegeven
Er is mogelijk een storing in het systeem aan-
wezig. Laat de auto nakijken door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
De instellingen (bijv. gevoeligheid lichtsen-
sor) kunnen worden gewijzigd.
(Systemen met mogelijkheden voor persoon-
lijke voorkeur sinstellingen: →Blz. 614)
OPMERKING
■Voorkomen van ontlading van de
12V-accu
Laat de verlichting niet langer ingescha-
keld dan noodzakelijk is als het hybride-
systeem niet in werking is.
pM_RAV4-HV_OM_OM42C86E_(EE).boo k Page 321 Wednesday, October 9, 2019 11:15 AM
3304-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
4 Gelijktijdig inschakelen rui-
tensproeiers en ruitenwissers
Door de hendel naar voren te duwen treden
de ruitenwissers en -sproeiers in werking.
De ruitenwisser maakt automatisch een aan-
tal wisbewegingen nadat de sproeier in wer-
king is getreden.
■De achterruitenwisser en -sproeier kun-
nen worden bediend als
Het contact AAN staat.
■Als er geen ruitensproeiervloeistof op
de ruit terechtkomt
Controleer of er ruitensproeiervloeistof in het
reservoir aanwezig is en controleer, als dat
het geval is, of de sproeierkop niet verstopt
is.
■Aan het openen van de achterklep
gekoppelde onderbreking van de wer-
king van de achterruitenwisser
Als de achterruitenwisser in werking is en bij
stilstaande auto de achterklep wordt
geopend, wordt de werking van de achterrui-
tenwisser onderbroken om te voorkomen dat
iemand in de buurt van de auto natgespetterd
wordt. Als de achterklep wordt gesloten,
wordt de werking van de achterruitenwisser
hervat.
*
*
: De instelling moet aan de persoonlijke voorkeur worden aangepast door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwa-
lificeerde en uitgeruste deskundige.
■Aan de achteruitversnelling gekoppelde
werking van de achterruitenwisser
Als de selectiehendel in stand R wordt gezet
terwijl de ruitenwissers voor in werking zijn,
maakt de achterruitenwisser één wisslag.
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
De instelling van de aan de achteruitversnel-
ling gekoppelde werking kan worden gewij-
zigd.
(Systemen met mogelijkheden voor persoon-
lijke voorkeur sinstellingen: →Blz. 614)
OPMERKING
■Als het sproeierreservoir leeg is
Druk niet constant op de schakelaar, aan-
gezien de sproeierpomp oververhit kan
raken.
■Wanneer een sproeier verstopt raakt
Neem in dit geval contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwa-
lificeerde en uitgeruste deskundige.
Probeer als een sproeierkop verstopt is
geraakt deze niet schoon te maken met
een naald of iets dergelijks. Hierdoor kan
de sproeierkop beschadigd raken.
■Voorkomen van ontlading van de
12V-accu
Laat, als het hybride systeem is uitgescha-
keld, de ruitenwisser niet langer ingescha-
keld dan noodzakelijk is.
pM_RAV4-HV_OM_OM42C86E_(EE).boo k Page 330 Wednesday, October 9, 2019 11:15 AM
4184-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
●Voertuigen vlak bij uw auto die plotseling
accelereren of decelereren
●Vangrails, muren, bebording, geparkeerde
auto's en vergelijkbare stilstaande objec-
ten
*
●Kleine motorfietsen, fietsen, voetgangers,
enz.*
●Voertuigen die van de auto af bewegen
●Voertuigen die naderen vanuit parkeer-
ruimtes naast uw auto*
●Objecten die zich zeer dicht bij een radar-
sensor bevinden*
●Voertuigen die de auto van rechts of links
achter de auto naderen met een snelheid
van minder dan ongeveer 8 km/h
●Voertuigen die de auto van rechts of links
achter de auto naderen met een snelheid
van meer dan ongeveer 24 km/h
*: Afhankelijk van de omstandigheden wordt er mogelijk een auto en/of object gesigna-
leerd.
■Omstandigheden waaronder het sys-
teem mogelijk werkt, zelfs als er geen
kans op een aanrijding is
Onder sommige omstandigheden, zoals de
onderstaande, werkt de Parking Support
Brake-functie (voor voertuigen die achter-
langs rijden) mogelijk z elfs als er geen kans
op een aanrijding is.
●Wanneer de parkeerplaats uitkijkt op een
straat en er auto's over die straat rijden
●Wanneer een gesignaleerde naderende
auto een bocht maakt
●Wanneer een voertuig uw auto van opzij
passeert
●Wanneer de afstand tussen uw auto en
metalen objecten, zoals een vangrail,
muur, verkeersbord of geparkeerde auto,
die mogelijk elektrisc he golven richting de
achterzijde van de auto reflecteren, kort is
●Als er zich ronddraaiende objecten, zoals
een ventilator van een airco-unit, in de
buurt van de auto bevinden
●Als er water op de achterbumper spat of
gespoten wordt, bijvoorbeeld van een
sproeier
pM_RAV4-HV_OM_OM42C86E_(EE).boo k Page 418 Wednesday, October 9, 2019 11:15 AM
4324-6. Rijtips
4-6.Rijtips
Bij gebruik van de ECO-rijmodus kan
het koppel dat correspondeert met de
mate waarin het gaspedaal wordt inge-
trapt geleidelijker worden afgegeven
dan onder normale omstandigheden.
Bovendien wordt de werking van de air-
conditioning (verwarmen/koelen) gemi-
nimaliseerd zodat er minder brandstof
verbruikt wordt. ( →Blz. 420)
Milieubewust rijden is mogelijk door de
hybridesysteemindicator binnen de
Eco-zone te houden. ( →Blz. 131, 136)
Zet de selectiehendel in stand D als u
moet wachten bij een verkeerslicht of
als u in druk verkeer rijdt. Selecteer
stand P wanneer d e auto geparkeerd
wordt. Als u stand N gebruikt, is er
geen positief effect op het brandstofver-
bruik. In stand N werkt de benzinemo-
tor, maar kan er geen elektriciteit
worden opgewekt. Ook bij gebruik van
de airconditioning, enz. wordt het ver-
mogen van het batter ijpakket (tractie-
batterij) verbruikt.
Rijd zo vloeiend mogelijk. Voorkom
onnodig snel accelereren en hard
remmen. Wanneer geleidelijk wordt
geaccelereerd en gedecelereerd,
worden de voordelen van de elektro-
motor (tractiemo tor) beter benut,
zodat het brandsto fverbruik van de
benzinemotor lager is.
Voorkom herhaaldelijk accelereren.
Herhaaldelijk accelereren put het
batterijpakket (tractiebatterij) uit
waardoor de auto meer brandstof
verbruikt. Het batterijpakket kan wor-
den opgeladen door tijdens het rij-
den het gaspedaal iets te laten
opkomen.
Rem rustig en tijdig. Er kan meer elek-
trische energie worden geregenereerd
tijdens het decelereren.
Herhaaldelijk accelereren en decelere-
ren en ook langdurig wachten bij ver-
keerslichten veroorzaakt een hoog
brandstofverbruik. Raadpleeg de ver-
keersberichten en vermijd files zo veel
mogelijk. Laat, als u i n een file komt te
staan, het rempedaal geleidelijk opko-
men zodat de auto za chtjes vooruitrijdt
en vermijd overmatig gebruik van het
gaspedaal. Dit help t het benzinever-
bruik te beperken.
Rijden met een
hybrideauto
Besteed aandacht aan de vol-
gende punten om zuinig en milieu-
vriendelijk te rijden:
Gebruik van de ECO-rijmodus
Gebruik van de
hybridesysteemindicator
Wijzigen van d e schakelstand
Bedienen van het
gaspedaal/rempedaal
Bij het remmen
Files
pM_RAV4-HV_OM_OM42C86E_(EE).boo k Page 432 Wednesday, October 9, 2019 11:15 AM
4384-6. Rijtips
Neem wanneer u gaat terreinrijden de
volgende voorzorgsmaatregelen in acht
voor optimaal rijgenot en om te voorko-
men dat terreinrijden in bepaalde
gebieden niet meer wordt toegestaan:
Rijd alleen in gebieden waar off-
road-auto's mogen rijden.
Respecteer particulier eigendom.
Vraag toestemming aan de eigenaar
voordat u een privéterrein betreedt.
Betreed geen afgesloten gebieden.
Respecteer hekken, afsluitingen en
borden die u de toegang ontzeggen.
Blijf op de gebaande paden. Pas, als
het nat is, uw rijt echniek aan of ga
langzamer rijden om schade aan het
terrein te voorkomen.
Terreinrijden
WAARSCHUWING
■Voorzorgsmaatregelen voor terrein-
rijden
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
altijd in acht om de kans op ernstig letsel
en schade aan uw auto tot een minimum
te beperken:
●Rijd voorzichtig bij terreinrijden. Neem
geen onnodige risico's door op gevaar-
lijke plaatsen te rijden.
●Pak de spaken van het stuurwiel niet
vast als u door terrein rijdt. Een plotse-
linge hobbel kan het stuurwiel ver-
draaien en uw handen verwonden.
Houd beide handen en vooral de dui-
men op de buitenkant van de stuurwiel-
rand.
●Controleer altijd de werking van de rem-
men direct na het rijden door zand,
modder, water of sneeuw.
●Controleer na het rijden door lang gras,
modder, zand, riviertjes, over stenen,
enz. of er geen gras, takken, papier,
doeken, stenen, zand, enz. aan de
onderkant is blijven hangen of vastzit.
Verwijder dergelijke onregelmatighe-
den van de onderkant van de auto. Als
met de auto wordt gereden terwijl deze
materialen onder de auto vastzitten of
blijven hangen, kan de auto kapot gaan
of kan er brand ontstaan.
●Als u over onverharde wegen of door
ruw terrein rijdt, rijd dan niet met hoge
snelheid, spring niet met de auto, maak
geen scherpe bochten, raak geen voor-
werpen, enz. Dit kan ervoor zorgen dat
u de controle over de auto verliest of
over de kop slaat, waardoor ernstig let-
sel kan ontstaan. Bovendien bestaat
dan de kans dat er kostbare schade ont-
staat aan de wielophanging en het
chassis van de auto.
OPMERKING
■Voorkomen van waterschade
Neem alle veiligheidsmaatregelen in acht
om er zeker van te zijn dat er geen water-
schade aan het batterijpakket (tractiebat-
terij), het hybridesysteem of andere
onderdelen ontstaat.
●Water in de motorruimte kan ernstige
schade aan het hybridesysteem veroor-
zaken. Water in het interieur kan kort-
sluiting veroorzaken in het batterijpakket
(tractiebatterij) dat zich onder de achter-
stoelen bevindt.
●Water dat in de hybridetransmissie
komt, beschadigt de transmissie. Het
controlelampje kan gaan branden en er
kan mogelijk niet met de auto gereden
worden.
●Water kan het vet van de wiellagers
spoelen, roestvorming veroorzaken en
zorgen voor storingen. Het water kan in
de hybridetransmissie terechtkomen,
waardoor de smerende eigenschappen
van de olie afnemen.
pM_RAV4-HV_OM_OM42C86E_(EE).boo k Page 438 Wednesday, October 9, 2019 11:15 AM
4746-1. Onderhoud en verzorging
6-1.Onderhoud en verzorging
Spoel de auto van boven naar bene-
den af met veel water en verwijder
zo vuil en stof van de carrosserie, uit
de wielkasten en van de onderkant
van de auto.
Was de auto met een spons of een
zachte doek (bijv. een zeemlap).
Verwijder hardnekkige vlekken met
een autowasmiddel en spoel grondig
af met water.
Veeg overtollig water weg.
Wanneer het water niet meer in
druppels op de lak bl ijft liggen, moet
de auto opnieuw in de was worden
gezet.
Zet de auto alleen in de was als de carrosse-
rie is afgekoeld.
■Wassen in de wasstraat
●Voordat u de wasstraat inrijdt:
• Klap de spiegels in
• Schakel de elektrisch bedienbare achter- klep uit (indien aanwezig)
Begin met wassen vanaf de voorzijde van de
auto. Klap de spiegels weer uit voordat u
gaat rijden.
●Sommige borstels in wasstraten kunnen
krassen veroorzaken op de carrosserie en
andere onderdelen (velgen, enz.), waar-
door de lak van uw auto wordt beschadigd.
●In sommige autowasserettes wordt de ach-
terspoiler mogelijk n iet gereinigd. Ook
bestaat er mogelijk een verhoogde kans op
schade aan de auto.
■Hogedrukreinigers
Spuit niet van dichtbij op de randen van de
portieren of de ruiten en blijf er niet langdurig
op spuiten, omdat er anders water in het inte-
rieur terecht kan komen.
■Opmerking voor auto's met Smart
entry-systeem en startknop (indien aan-
wezig)
Als de portiergreep nat wordt terwijl de elek-
tronische sleutel zic h binnen het werkzame
gebied bevindt, kan het por tier herhaaldelijk
worden vergrendeld en ontgrendeld. Volg in
dat geval de correctieprocedure hieronder bij
het wassen van de auto:
●Leg de sleutel op een afstand van ten min-
ste 2 m van de auto als u de auto wast.
(Zorg ervoor dat de sleutel niet gestolen
wordt.)
●Schakel de energiebespaarmodus van de
elektronische sleutel in om het Smart
entry-systeem met startknop uit te schake-
len. ( →Blz. 205)
■Velgen en wieldoppen
●Verwijder vuil onmiddellijk met een neu-
traal reinigingsmiddel.
●Spoel het reinigingsm iddel direct na het
gebruik met water af.
●Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht om de lak tegen beschadiging te
beschermen.
• Gebruik geen zuurhoudende of alkalische middelen of schuurmiddelen.
• Gebruik geen harde borstels.
• Reinig de velgen niet met reinigingsmidde- len als de velgen, bijvoorbeeld na het rij-
den of stilstaan bij warm weer, nog warm
zijn.
■Bumpers
Gebruik geen schuurmiddelen.
■Verchroomde delen
Als het vuil niet kan worden verwijderd, reinig
de onderdelen dan als volgt:
●Gebruik een zachte doek en sop met
ongeveer 5% neutraal reinigingsmiddel om
het vuil te verwijderen.
●Veeg daarna het resterende vocht van het
leder af met een droge, schone doek.
●Gebruik met alcohol natgemaakte doekjes
o.i.d. om olieresten te verwijderen.
Reinigen en beschermen
van het exterieur van uw
auto
Voer het volgende uit om uw auto
te beschermen en in perfecte staat
te houden:
Reinigingsinstructies
pM_RAV4-HV_OM_OM42C86E_(EE).boo k Page 474 Wednesday, October 9, 2019 11:15 AM
4926-3. Zelf uit te voeren onderhoud
De 12V-accu bevindt zich aan de rech-
terzijde van de bagageruimte.
■Voorzorgsmaatregelen voor het opla-
den van de accu
Tijdens het opladen van de 12V-accu ont-
staat het licht ontvlambare en explosieve
waterstof. Houd u daarom voor het opladen
aan de volgende voorzorgsmaatregelen:
●Als de 12V-accu in de auto is gemonteerd,
moet voorafgaand aan het opladen de
massakabel worden losgenomen.
●Zorg ervoor dat de acculader tijdens het
aansluiten en losnemen van de accuklem-
men is uitgeschakeld.
■Na het laden/aansluiten van de 12V-
accu
Mogelijk start het hybridesysteem niet. Volg
de onderstaande procedure om het systeem
te initialiseren.
1 Zet de selectiehendel in stand P.
2 Open en sluit een van de portieren.
3 Schakel het hybridesysteem weer in.
●Nadat de 12V-accu losgenomen is
geweest en weer is aangesloten, is het
wellicht niet meteen mogelijk om de portie-
ren met het Smart entry-systeem met start-
knop te ontgrendelen. Gebruik in dat geval
de afstandsbediening of de mechanische
sleutel om de portieren te vergrendelen of
ontgrendelen.
●Start het hybridesysteem met het contact
in stand ACC. Het hybridesysteem kan niet
worden gestart als het contact UIT staat.
Het hybridesysteem werkt vanaf de
OPMERKING
■Vul het reservoir uitsluitend met rui-
tensproeiervloeistof
Gebruik geen zeepsop of motorantivries in
plaats van ruitensproeiervloeistof.
Wanneer u dit wel doet, kan de lak van uw
auto worden aangetast en de pomp
beschadigd raken, waardoor er geen rui-
tensproeiervloeistof meer kan worden
gesproeid.
■Verdunnen van ruitensproeiervloei-
stof
Verdun ruitensproeiervloeistof indien
nodig met water.
Raadpleeg de op het etiket van de ruiten-
sproeiervloeistoffles aangegeven tempe-
raturen voor de juiste mengverhouding.
12V-accu
Plaats
pM_RAV4-HV_OM_OM42C86E_(EE).boo k Page 492 Wednesday, October 9, 2019 11:15 AM