397
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
*: Indien aanwezig
■Locatie en soorten sensoren
Hoeksensoren voor (indien aanwe-
zig)
Binnenste sensoren voor (indien
aanwezig)
Hoeksensoren achter
Binnenste sensoren achter
■Display (multi-informatiedisplay)
Wanneer de sensoren een object, zoals
een muur, signaler en, wordt er een
afbeelding weergege ven op het multi-
informatiedisplay overeenkomstig de
positie van en de afstand tot het object.
Signalering hoeksensor voor (indien
aanwezig)
Signaleren binnenste sensor voor
(indien aanwezig)
*1
Signaleren hoeksensor achter*2
Signaleren binnenste sensor ach-
ter
*2
*1: Weergegeven als de selectiehendel in een rijpositie staat
*2: Weergegeven als de selectiehendel in
stand R staat
■Display (sche rm audiosysteem)
Wanneer de sensoren een object, zoals
een muur, signaler en, wordt er een
afbeelding weergegeven op het scherm
van het navigatiesysteem (indien aan-
wezig) of het sche rm van het multime-
diasysteem (ind ien aanwezig)
overeenkomstig de positie van en de
afstand tot het object.
Wanneer de Toyota Parking Assist-
monitor (indien aanwezig) wordt
weergegeven
Toyota Parking
Assist-sensor*
De afstand van uw auto tot objec-
ten, zoals een muur, bij het filepar-
keren en inparkeren in een garage
wordt gemeten door sensoren en
wordt doorgegeven via het scherm
van het navigati esysteem of het
scherm van het multimediasys-
teem en een zoemer. Controleer bij
gebruik van dit systeem ook altijd
zelf de omgeving.
Systeemonderdelen
A
B
C
D
A
B
C
D
pM_RAV4-HV_OM_OM42C86E_(EE).boo k Page 397 Wednesday, October 9, 2019 11:15 AM
3984-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Bij detectie van een obstakel verschijnt er in
de bovenhoek van het scherm een vereen-
voudigde weergave.
Wanneer de Panoramic View Moni-
tor-monitor (indien aanwezig) wordt
weergegeven
Panoramabeeld*
Er wordt een afbeelding weergegeven wan-
neer de Panoramic View Monitor wordt
weergegeven.
*: Bij detectie van een obstakel verschijnt er in de bovenhoek van het scherm een ver-
eenvoudigde weergave terwijl de vergrote
weergave wordt getoond.
Behalve panoramabeeld
Bij detectie van een obstakel verschijnt er in
de bovenhoek van het scherm een vereen-
voudigde weergave.
De Toyota Parking Assist-sensor kan
worden ingeschakeld/uitgeschakeld via
het scherm van het multi-informa-
tiedisplay. ( →Blz. 146)
Wanneer de Toyota Parking Assist-sensor
wordt uitgeschakeld, gaat het controlelampje
Toyota Parking Assist-sensor OFF
(→ Blz. 127) op het multi-informatiedisplay
branden.
Als u het systeem weer wilt inschakelen,
selecteer dan op het multi-informatie-
display, selecteer en zet het vervol-
gens aan.
Wanneer het systeem is uitgeschakeld, blijft
het uitgeschakeld, zelfs als het contact AAN
wordt gezet nadat dit UIT was gezet.
Toyota Parking Assist-sensor
in-/uitschakelen
WAARSCHUWING
■Voorzorgsmaatregelen Toyota Par-
king Assist-sensor
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht.
Anders kan een ongeval het gevolg zijn.
●Rijd als het syst eem is ingeschakeld
niet harder dan 10 km/h.
●Het detectiegebied van de sensoren en
de reactietijden zijn beperkt. Controleer
tijdens het voor- of achteruitrijden of de
omgeving (vooral naast de auto) veilig is
en rijd langzaam. Regel de snelheid met
het rempedaal.
pM_RAV4-HV_OM_OM42C86E_(EE).boo k Page 398 Wednesday, October 9, 2019 11:15 AM
399
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
■Het systeem kan worden geactiveerd
wanneer
●Het contact AAN staat.
●De Toyota Parking Assist-sensor is inge-
schakeld.
●De rijsnelheid lager is dan ongeveer 10
km/h.
●De selectiehendel in een andere stand dan
P staat.
■Als “Parking Assist Unavailable Clean
Parking Assist Sensor” (Parking Assist
niet beschikbaar, reinig Parking Assist-
sensor) wordt weergegeven op het
multi-informatiedisplay
Mogelijk is een van de sensoren bedekt met
bijvoorbeeld ijs, sneeuw of v uil. Verwijder dit
van de sensor om te zorgen dat het systeem
weer normaal werkt.
Ook wordt er bij lage temperaturen mogelijk
een waarschuwingsmelding weergegeven
doordat zich ijs vormt op een sensor en een
sensor daardoor mogelij k geen obstakels sig-
naleert. Zodra het ijs sme lt, zal het systeem
weer normaal werken.
Als er een waarschuwingsmelding wordt
weergegeven terwijl de s ensor schoon is, is
er mogelijk een storing aanwezig in de sen-
sor. Laat de auto controleren door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
WAARSCHUWING
●Monteer geen accessoires in de buurt
van de bumpers omdat deze gebieden
binnen de detectiegebieden van de sen-
soren vallen.
●Objecten direct onder de bumper wor-
den niet waargenomen.
Smalle paaltjes of objecten die lager zijn
dan de sensor worden mogelijk niet
gesignaleerd wanneer u ze nadert, zelfs
als ze eenmaal zijn gesignaleerd.
■Wanneer moet de functie uitgescha-
keld worden
Schakel in de volgende situaties de functie
uit, omdat deze anders mogelijk zelfs
werkt als er geen kans op een aanrijding
is.
●De auto is uitgerust met een universele
staafantenne, een draadloze antenne of
mistlampen.
●De voor- of achterbumper of een sensor
ondergaat een sterke schok.
●Als een niet-originele Toyota-wielop-
hanging (bijvoorbeeld verlaagde wielop-
hanging) is gemonteerd.
●Er zijn sleepogen geplaatst.
●Er is een kentekenplaat met achter-
grondverlichting gemonteerd.
■Bij gebruik van de Toyota Parking
Assist-sensor
In de volgende gevallen werkt het systeem
mogelijk niet goed als gevolg van een sto-
ring in een sensor, enz. Laat de auto nakij-
ken door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
●Het display van de Toyota Parking
Assist-sensor knippert of wordt continu
weergegeven en er klinkt een piepsig-
naal terwijl er geen objecten worden
gesignaleerd.
●Als het gedeelte rond de sensor in aan-
raking komt met iets of wordt blootge-
steld aan een krachtige schok.
●Als de bumper of grille ergens tegenaan
komt.
●Als het display knippert of continu wordt
weergegeven en er geen zoemer klinkt,
behalve wanneer het geluid is gedempt.
■Opmerkingen bij het wassen van de
auto
Stel de omgeving van de sensoren niet
bloot aan sterke waterstralen of stoom.
Anders kan de sensor defect raken.
●Spuit bij het wassen van de auto met
een hogedrukreiniger niet rechtstreeks
op de sensoren, omdat dit er toe kan lei-
den dat een sensor niet meer goed
werkt.
●Richt bij het wassen van de auto met
stoom de stoom niet rechtstreeks op de
sensoren, omdat dit er toe kan leiden
dat een sensor niet meer goed werkt.
pM_RAV4-HV_OM_OM42C86E_(EE).boo k Page 399 Wednesday, October 9, 2019 11:15 AM
4004-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
■Als “Parking Assist Unavailable” (Par-
king Assist niet beschikbaar) wordt
weergegeven op het multi-informatie-
display (auto's met PKSB)
●Er kan continu water over de sensor stro-
men, zoals bij zware regenval. Als het sys-
teem signaleert dat de toestand weer
normaal is, zal het systeem weer normaal
werken.
●Mogelijk is het systeem na het losnemen
en weer aansluiten van een accuklem niet
geïnitialiseerd. Initialiseer het systeem.
( → Blz. 400)
Als deze melding na de initialisatie nog
steeds wordt weergegeven, laat de auto
dan controleren door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
■Als een accuklem is losgenomen en
weer is aangesloten (auto's met PKSB)
Het systeem moet worden geïnitialiseerd.
Rijd om het systeem te initialiseren gedu-
rende ten minste 5 seconden recht vooruit
met een snelheid van ongeveer 35 km/h of
hoger.
■Detectie-informatie sensoren
●Het detectiegebied van de sensoren is
beperkt tot het gebied rond de voor- en
achterbumper van de auto.
●Tijdens het gebruik kunnen zich de vol-
gende situaties voordoen:
• Afhankelijk van de vorm van het object en andere factoren kan de detectieafstand
korter worden of kan detectie niet mogelijk
zijn.
• Als het stilstaande object zich te dicht bij de sensor bevindt, is detectie wellicht niet
mogelijk.
• Tussen het signaleren van een statisch object en de weergave zit een kleine ver-
traging (geluid waarschuwingszoemer).
Ook als er met lage snelheid wordt gere-
den, bestaat de mogelijkheid dat het object
binnen 30 cm van de sensoren komt voor-
dat het display wordt weergegeven en de
waarschuwingszoemer hoorbaar is.
• Het kan moeilijk zij n om de zoemer te
horen als het audiosysteem hard staat of
als de luchtcirculatie van de airconditioning
veel geluid produceert.
• Het kan moeilijk zijn om de geluidssignalen te horen ten gevolge van geluiden van
andere systemen.
■Omstandigheden waaronder de functie
mogelijk niet goed werkt
De staat van de auto en de omgeving kunnen
van invloed zijn op de capaciteit van de sen-
sor om objecten correct te signaleren. Speci-
fieke situaties waarin dit voor kan komen ziet
u hieronder.
●De sensor is bedekt met vuil, sneeuw of ijs.
(Het reinigen van de sensoren zal het pro-
bleem oplossen.)
●De sensor is bevroren. (Het ontdooien van
de sensor zal het probleem oplossen.)
Vooral bij lage buitentemperaturen kan het
gebeuren dat er ten gevolge van een
bevroren sensor een abnormaal beeld te
zien is op het display of dat objecten, zoals
een muur, niet worden gesignaleerd.
●Een sensor wordt ergens door afgedekt.
●Wanneer een sensor of de omgeving van
een sensor zeer heet of koud is.
●De auto rijdt op een bijzonder hobbelige
weg, op een helling, op grind of op gras.
●Er is veel omgevingslawaai rond de auto
van claxons, motorfietsmotoren, luchtrem-
men van vrachtwagens of andere geluids-
bronnen die ultrasone geluidsgolven
produceren.
●Er is een andere auto uitgerust met Par-
king Assist-sensoren in de nabije omge-
ving.
●Een sensor is bedekt met een waterfilm of
er is sprake van zware regenval.
●Als een sensor wordt geraakt door een
grote hoeveelheid water, zoals bij het rij-
den op een overstroomde weg.
●Als de auto sterk naar één kant helt.
●De auto nadert een hoge of gebogen
stoeprand.
●Als het object zich te dicht bij de sensor
bevindt.
■Objecten die mogelijk niet goed worden
gesignaleerd
Door de vorm van het object kan de sensor
het mogelijk niet signaleren. Let goed op bij
de volgende objecten:
●Kabels, hekken, touwen, enz.
●Katoen, sneeuw en andere materialen die
geluidsgolven absorberen
●Zeer hoekige objecten
●Lage objecten
pM_RAV4-HV_OM_OM42C86E_(EE).boo k Page 400 Wednesday, October 9, 2019 11:15 AM
401
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
●Hoge obstakels waarbij het bovenste deel
uitsteekt in de richting van uw auto
Mogelijk worden mensen die bepaalde soor-
ten kleding dragen niet gesignaleerd.
■Detectiebereik van de sensoren
Auto's zonder PKSB
Ongeveer 100 cm
*
Ongeveer 150 cm*
Ongeveer 65 cm
Ongeveer 60 cm
Auto's met PKSB
Ongeveer 100 cm
Ongeveer 150 cm
Ongeveer 63 cm
Ongeveer 63 cm
Het schema toont he t detectiebereik
van de sensoren. Houd er rekening
mee dat de sensor en geen objecten
kunnen signaleren die zich extreem
dicht bij de auto bevinden.
Het bereik van de sensoren kan ver-
schillend zijn, afhankelijk van bijvoor-
beeld de vorm van het object.
*: Indien aanwezig
■Weergave afstand
Wanneer er een object wordt gesi gnaleerd door een sensor, wordt de globale
afstand tot het object weergege ven op het scherm van het multi-informatiedisplay,
het navigatiesysteem o f het multimediasysteem (indien aanwezig) . (Als de afstand
tot het object klein wordt, ga an de afstandssegmenten mogelijk knipperen.)
De afbeeldingen wijken mogelijk af van de getoonde afbeeldingen .
Weergave sensorsignalering,
afstand tot object
A
B
C
D
A
B
C
D
pM_RAV4-HV_OM_OM42C86E_(EE).book Page 401 Wednesday, October 9, 2019 11:15 AM
4024-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Auto's zonder PKSB
Globale afstand tot object
• Binnenste sensor voor: 100 cm - 60 cm
• Binnenste sensor achter: 150 cm - 65 cm
Globale afstand tot object
• Sensor voor: 60 cm - 47,5 cm
• Sensor achter: 65 cm - 50 cm
Globale afstand tot object
• Sensor voor: 47,5 cm - 35 cm
• Sensor achter: 50 cm - 35 cm
Globale afstand tot object: 35 cm - 28 cm
*: De afstandssegmenten zul len langzaam knipperen.
Multi-informatiedisplayScherm navigatie- of multimediasysteem
Multi-informatiedisplayScherm navigatie- of multimediasysteem
Multi-informatiedisplayScherm navigatie- of multimediasysteem
Multi-informatiedisplay*Scherm navigatie- of multimediasysteem
pM_RAV4-HV_OM_OM42C86E_(EE).boo k Page 402 Wednesday, October 9, 2019 11:15 AM
403
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
Globale afstand tot obj ect: minder dan 28 cm
*: De afstandssegmenten zullen snel knipperen.
Auto's met PKSB
Globale afstand tot object
• Binnenste sensor voor: 100 cm - 63 cm
• Binnenste sensor achter: 150 cm - 63 cm
Globale afstand tot object: 63 cm - 48 cm
Globale afstand tot object: 48 cm - 34 cm
Multi-informatiedisplay*Scherm navigatie- of multimediasysteem
Multi-informatiedisplayScherm navigatie- of multimediasysteem
Multi-informatiedisplayScherm navigatie- of multimediasysteem
Multi-informatiedisplayScherm navigatie- of multimediasysteem
pM_RAV4-HV_OM_OM42C86E_(EE).boo k Page 403 Wednesday, October 9, 2019 11:15 AM
4044-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Globale afstand tot object: 34 cm - 15 cm
*: De afstandssegmenten zul len langzaam knipperen.
Globale afstand tot obj ect: minder dan 15 cm
*: De afstandssegmenten zullen snel knipperen.
■Werking zoemer en afstand tot
een object
Een zoemer klinkt als de sensoren in
werking zijn.
De geluidssignalen volgen elkaar
sneller op naarmate de auto dichter
bij het object komt.
Als de auto het object genaderd is
tot onderstaande afs tand, klinkt de
zoemer continu.
• Auto's zonder PKSB: Ongeveer 35 cm
• Auto's met PKSB: Ongeveer 34 cm
Als 2 of meer sensoren gelijktijdig
een statisch object signaleren, klinkt
de zoemer voor het dichtstbijzijnde
object.
Zelfs als de sensoren in werking zijn,
kan het geluid van de zoemer in
sommige gevallen worden gedempt.
(functie automatisch dempen zoe-
mer)
■Dempen van geluid zoemer (auto's met
PKSB)
●Functie automatisch dempen zoemer
Zelfs als de sensoren in werking zijn, zal het
geluid van de zoemer in de volgende geval-
len worden gedempt:
• De afstand tussen de auto en het gedetec- teerde object wordt niet kleiner (behalve
als de afstand tussen de auto en het object
34 cm of kleiner is).
• Uw auto beweegt zich van het object af.
• Er zijn geen signaleerbare objecten in de rijrichting van uw auto.
Als echter een ander object gesignaleerd
wordt of de situatie verandert terwijl de zoe-
mer gedempt is, begint de zoemer weer
geluid te maken.
●Dempen van het geluid van de zoemer
De zoemer kan tijdelijk worden gedempt door
op van de bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel te drukken terwijl op het
multi-informatiedisplay de suggestie wordt
weergegeven dat dempen mogelijk is.
Multi-informatiedisplay*Scherm navigatie- of multimediasysteem
Multi-informatiedisplay*Scherm navigatie- of multimediasysteem
pM_RAV4-HV_OM_OM42C86E_(EE).boo k Page 404 Wednesday, October 9, 2019 11:15 AM