3INHOUDSOPGAVE
1
6 5
4
3
2
8
7
3-5. Openen en sluiten van de ruiten en het schuifdak
Elektrisch bedienbare ruiten .... 278
Panoramadak........................... 281
4-1. Voordat u gaat rijden Rijden met de auto ................... 286
Lading en bagage .................... 292
Rijden met een aanhangwagen (Azerbeidzjan en Georgië)..... 293
Rijden met een aanhangwagen (behalve Azerbeidzjan
en Georgië)............................ 294
4-2. Rijprocedures Startknop.................................. 303
EV-modus ................................ 307
Hybridetransmissie .................. 309
Richtingaanwijzerschakelaar ... 313
Parkeerrem .............................. 314
Brake Hold-systeem .................317
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Lichtschakelaar ........................ 320
AHB (Automatic High Beam) ... 322
Schakelaar mistlampen............ 325
Ruitenwissers en -sproeiers..... 326
Achterruitenwisser en -sproeier ................................ 329
4-4. Tanken Openen van de tankdop........... 3314-5. Gebruik van de
ondersteunende systemen
Toyota Safety Sense ................ 333
PCS (Pre-Crash Safety-systeem) .... .................344
LTA (Lane Tracing Assist)......... 352
RSA (Road Sign Assist) ........... 361
Dynamic Radar Cruise Control met volledig
snelheidsbereik ...................... 365
Cruise control ........................... 377
Snelheidsbegrenzer ................. 380
BSM (Blind Spot Monitor)......... 382
Toyota Parking Assist-sensor ... 397
PKSB (Parking Support Brake)....................... 405
Parking Support Brake-functie (voor
stilstaande objecten) .............. 410
Parking Support Brake-functie (voor
voertuigen die achterlangs
rijden) ..................................... 416
Rijmodusselectieschakelaar..... 420
Trail-modus (AWD-uitvoeringen) ............... 422
GPF-systeem (benzineroetfilter) ................... 423
Ondersteunende systemen ...... 425
4-6. Rijtips Rijden met een hybrideauto ..... 432
Rijden in de winter.................... 434
Voorzorgsmaatregelen bij terreinauto's ...................... 437
4Rijden
pM_RAV4-HV_OM_OM42C86E_(EE).book P age 3 Wednesday, October 9, 2019 11:15 AM
1262-1. Instrumentenpaneel
Waarschuwingslampjes informeren de
bestuurder over storingen in de aange-
geven systemen van de auto.
*1: Deze lampjes gaan branden als het con-tact AAN wordt gezet om aan te geven
dat er een systeemcontrole wordt uitge-
voerd. Ze gaan uit nadat het hybridesys-
teem is ingeschakeld of na enkele
seconden. Er kan een storing in een sys-
teem aanwezig zijn als het lampje niet
gaat branden of uitgaat. Laat de auto
controleren door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
*2: Dit lampje brandt op het multi-informatie-display en er wordt een melding weerge-
geven.
Waarschuwingslampjes
(Rood) Waarschuwingslampje rem-
systeem
*1 (
→ Blz. 546)
(Geel) Waarschuwingslampje rem-
systeem
*1 (
→ Blz. 546)
Laadstroomcontrole-
lampje
*1 ( → Blz. 547)
Waarschuwingslampje hoge
koelvloeistoftemperatuur
*2
( → Blz. 547)
Waarschuwingslampje
hybridesysteem overver-
hit
*2 ( → Blz. 547)
Waarschuwingslampje lage
oliedruk
*2 ( → Blz. 547)
Motorcontrolelampje
*1
( → Blz. 548)
Waarschuwingslampje
SRS
*1 ( → Blz. 548)
Waarschuwingslampje
ABS
*1 ( → Blz. 548)
(Rood/geel) Waarschuwingslampje elek-
trische stuurbekrachtiging
*1
( → Blz. 548)
(Knippert of brandt) Waarschuwingslampje
PCS
*1 (indien aanwezig)
( → Blz. 549)
(Oranje) Controlelampje LTA (indien
aanwezig) (
→Blz. 549)
(Knippert) Controlelampje Toyota Par-
king Assist-sensor OFF
*3
(indien aanwezig)
( → Blz. 550)
(Knippert) Controlelampje PKSB
OFF
*1 (indien aanwezig)
( → Blz. 550)
(Knippert) Controlelampje RCTA
OFF
*1 (indien aanwezig)
( → Blz. 551)
Controlelampje Traction
Control
*1 ( → Blz. 551)
Waarschuwingslampje
Brake Override-sys-
teem/wegrijregeling/PKSB
(indien aanwezig)
*2
( → Blz. 552)
(Knippert) Controlelampje Brake Hold-
systeem in werking
*1
( → Blz. 552)
(Knippert) Waarschuwingslampje par-
keerrem (→
Blz. 553)
Waarschuwingslampje lage
bandenspanning
*1 (indien
aanwezig) ( →Blz. 553)
Waarschuwingslampje laag
brandstofniveau
( → Blz. 553)
Controlelampje bestuurders-
en voorpassagiersgordel
( → Blz. 554)
Controlelampje achterpas-
sagiersgordel (indien aan-
wezig) ( →Blz. 554)
pM_RAV4-HV_OM_OM42C86E_(EE).boo k Page 126 Wednesday, October 9, 2019 11:15 AM
1282-1. Instrumentenpaneel
*1: Dit lampje brandt op het multi-informatie-display en er wordt een melding weerge-
geven.
*2: Afhankelijk van de bedr ijfscondities wijzi-
gen de kleur en de status (branden/knip-
peren) van het controlelampje.
*3: Het lampje gaat branden wanneer het systeem wordt uitgeschakeld.
*4: Het controlelampje Toyota Parking
Assist-sensor OFF gaat branden wan-
neer het contact AAN wordt gezet, terwijl
de Toyota Parking Assist-sensor is inge-
schakeld. Het gaat na enkele seconden
uit.
*5: Deze lampjes gaan branden als het con-tact AAN wordt gezet om aan te geven
dat er een systeemcontrole wordt uitge-
voerd. Ze gaan uit nadat het hybridesys-
teem is ingeschakeld of na enkele
seconden. Er kan een storing in een sys-
teem aanwezig zijn als de lampjes niet
gaan branden of niet uitgaan. Laat de
auto controleren door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
*6: Dit lampje gaat branden in de buitenspie-gels.
*7: Wanneer de buitentemperatuur ongeveer 3°C of lager is, gaat het controlelampje
gedurende 10 seconden knipperen en
blijft daarna branden.
*8: Dit lampje brandt in het centrale paneel.
(Knippert)
Controlelampje Traction
Control
*5 (
→ Blz. 426)
Controlelampje VSC
OFF
*3, 5 ( → Blz. 426)
Waarschuwingslampje
PCS
*3, 5 (indien aanwezig)
( → Blz. 346)
BSM-indicatoren in de bui-
tenspiegels
*5, 6 (indien
aanwezig) ( →Blz. 382)
Controlelampje BSM
(indien aanwezig)
( → Blz. 382)
Controlelampje RCTA
OFF
*3, 5 (indien aanwezig)
( → Blz. 382)
Controlelampje stand-bys-
tand Brake Hold-sys-
teem
*5 ( → Blz. 317)
Controlelampje Brake
Hold-systeem in werking
*5
( → Blz. 317)
Controlelampje antidiefstal-
systeem ( →Blz. 92, 118)
Controlelampje READY
( → Blz. 303)
Controlelampje lage bui-
tentemperatuur
*7
( → Blz. 131, 137)
EV-controlelampje
( → Blz. 85)
Waarschuwingslampje par-
keerrem ( →Blz. 314)
Controlelampje EV MODE
( → Blz. 307)
Controlelampje ECO-rijmo-
dus ( →Blz. 420)
Controlelampje SPORT-
modus ( →Blz. 420)
Controlelampje TRAIL
(indien aanwezig)
(→ Blz. 422)
Controlelampje PASSEN-
GER AIR BAG
*5, 8 (indien
aanwezig) ( →Blz. 48)
pM_RAV4-HV_OM_OM42C86E_(EE).boo k Page 128 Wednesday, October 9, 2019 11:15 AM
147
2
2-1. Instrumentenpaneel
Voertuigstatusinformatie en controlelampjes
■ (Toyota Parking Assist-sen-
sor) (indien aanwezig) (
→Blz. 397)
Hiermee kunt u de volgende zaken
instellen.
Toyota Parking Assist-sensor aan/uit
Hiermee kan de Toyota Parking Assist-sen-
sor worden in- of uitgeschakeld.
“Volume”
Hiermee kunt u het volume van de zoemer
die bij het bedienen van de Toyota Parking
Assist-sensor klinkt instellen.
■RCTA (Rear Crossing Traffic Alert)
(indien aanwezig) ( →Blz. 382)
RCTA (Rear Crossing Traffic Alert)
aan/uit
Hiermee kunt u het RCTA-systeem in- of uit-
schakelen.
“Volume”
Hiermee kunt u het volume van de RCTA-
zoemer wijzigen.
■ PKSB (Parking Support
Brake System) (indien aanwezig)
(→Blz. 405)
Hiermee kunt u de Parking Support
Brake-functie in- of uitschakelen.
■ RSA (Road Sign Assist)
(indien aanwezig) ( →Blz. 361)
Hiermee kunt u de volgende zaken
instellen.
Road Sign Assist aan/uit
Hiermee kunt u het RSA-systeem in- of uit-
schakelen.
“Notification method” (meldingsme-
thode)
Hiermee kunt u elke meldingsmethode die
wordt gebruikt om de bestuurder te waar-
schuwen wanneer het systeem een te hoge
snelheid, een verkeersbord voor een inhaal-
verbod of een verkeersbord voor verboden
in te rijden signaleert, wijzigen.
“Notification Level” (meldingsniveau)
Hiermee kunt u elk meldingsniveau dat wordt gebruikt om de bestuurder te waar-
schuwen wanneer het systeem een ver-
keersbord met een snelheidslimiet
signaleert, wijzigen.
■DRCC (RSA) (indi
en aanwezig)
(→Blz. 373)
Hiermee kunt u de Dynamic Radar
Cruise Control met Road Sign Assist in-
of uitschakelen.
■ Voertuiginstellingen
PBD (elektrisch bedienbare
achterklep) (indien aanwezig)
(→Blz. 194)
Hiermee kunt u de volgende zaken instellen.
• Systeeminstellingen
Hiermee kan de functie elektrisch bedien-
bare achterklep worden in- of uitgeschakeld.
• “Kick Sensor” (sens or regeling voetbedie-
ning)
*
Hiermee kunt u de sensor regeling voetbe-
diening in- of uitschakelen.
• “Opening Adjustment” (aanpassen ope- ning)
Selecteer de positie openen wanneer de
elektrisch bedienbare achterklep geheel is
geopend.
•“Volume”
Hiermee kunt u het volume instellen van de
zoemer die klinkt wanneer de elektrisch
bedienbare achterklep in werking is.
*: Auto's met handsfree elektrisch bedien-
bare achterklep
“TPWS” (bandenspanningswaar-
schuwingssysteem) (indien aanwe-
zig) ( →Blz. 497)
• “Set Pressure” (stel bandenspanning in)
Hiermee kan het bandenspanningswaar-
schuwingssysteem worden geïnitialiseerd.
• “Change Wheel” (wielen wijzigen)
Hiermee kunt u de ingestelde identificatie-
code van de sensor van het bandenspan-
ningswaarschuwingssysteem wijzigen. Om
deze functie te kunnen inschakelen moet een
tweede set identificatiecodes van de senso-
ren van het bandenspanningswaarschuwings-
systeem door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateu r of een andere naar
pM_RAV4-HV_OM_OM42C86E_(EE).boo k Page 147 Wednesday, October 9, 2019 11:15 AM
4
285
4
Rijden
Rijden
4-1. Voordat u gaat rijdenRijden met de auto ................ 286
Lading en bagage .................. 292
Rijden met een aanhangwagen
(Azerbeidzjan en Georgië) .. 293
Rijden met een aanhangwagen (behalve
Azerbeidzjan en Georgië) ... 294
4-2. Rijprocedures
Startknop ............................... 303
EV-modus .............................. 307
Hybridetransmissie ................ 309
Richtingaanwijzer schakelaar ........................... 313
Parkeerrem ............................ 314
Brake Hold-systeem .............. 317
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Lichtschakelaar...................... 320
AHB (Automatic High Beam) . 322
Schakelaar mistlampen ......... 325
Ruitenwissers en -sproeiers .. 326
Achterruitenwisser en -sproeier .............................. 329
4-4. Tanken Openen van de tankdop ........ 331
4-5. Gebruik van de ondersteunende
systemen
Toyota Safety Sense.............. 333
PCS (Pre-Crash Safety-systeem) . .................344
LTA (Lane Tracing Assist) ...... 352
RSA (Road Sign Assist) ......... 361Dynamic Radar Cruise
Control met volledig
snelheidsbereik .................... 365
Cruise control ......................... 377
Snelheidsbegrenzer ............... 380
BSM (Blind Spot Monitor)....... 382
Toyota Parking Assist-sensor ....................... 397
PKSB (Parking Support Brake)..................... 405
Parking Support Brake-functie (voor
stilstaande objecten) ............ 410
Parking Support Brake-functie (voor
voertuigen die
achterlangs rijden) ............... 416
Rijmodusselectie schakelaar ........................... 420
Trail-modus (AWD-uitvoeringen) ............. 422
GPF-systeem (benzineroetfilter) ................. 423
Ondersteunende systemen .... 425
4-6. Rijtips
Rijden met een hybrideauto ... 432
Rijden in de winter.................. 434
Voorzorgsmaatregelen bij terreinauto's .................... 437
pM_RAV4-HV_OM_OM42C86E_(EE).boo k Page 285 Wednesday, October 9, 2019 11:15 AM
3464-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
■In-/uitschakelen van het Pre-
Crash Safety-systeem
Het Pre-Crash Safety-systeem kan
worden ingeschakeld/uitgeschakeld via
het scherm ( →Blz. 146) van het
multi-informatiedisplay.
Het systeem wordt automatisch ingescha-
keld telkens wanneer het contact AAN wordt
gezet.
Als het systeem wor dt uitgeschakeld,
gaat het waarschuwingslampje PCS
branden en wordt er een melding weer-
gegeven op het multi-informatiedisplay.
WAARSCHUWING
●Als de auto wordt stilgezet door de wer-
king van de Pre-Crash Brake-functie,
wordt de werking van de functie na
ongeveer 2 seconden uitgeschakeld.
Trap indien nodig het rempedaal in.
●De Pre-Crash Brake-functie werkt
mogelijk niet, afhankelijk van de bedie-
ning van de auto door de bestuurder.
Als het gaspedaal diep wordt ingetrapt
of het stuurwiel wordt gedraaid, oordeelt
het systeem mogelijk dat de bestuurder
een uitwijkactie uitvoert en werkt het
Pre-Crash Brake-systeem mogelijk niet.
●Terwijl het Pre-Crash Brake-systeem is
ingeschakeld, wordt in sommige geval-
len de werking ervan mogelijk uitge-
schakeld, wanneer het gaspedaal diep
wordt ingetrapt of het stuurwiel wordt
gedraaid en het systeem oordeelt dat de
bestuurder een uitwijkactie uitvoert.
●Als het rempedaal wordt ingetrapt, oor-
deelt het systeem mogelijk dat de
bestuurder een uitwijkactie uitvoert en
stelt het mogelijk het werkingstijdstip
van de Pre-Crash Brake-functie uit.
■Wanneer moet het Pre-Crash Safety-
systeem worden uitgeschakeld
Schakel in de volgende situaties het sys-
teem uit, omdat het mogelijk niet juist
werkt, hetgeen kan leiden tot een ongeval
waarbij ernstig letsel kan ontstaan:
●Als de auto wordt gesleept
●Bij het slepen van een andere auto
●Bij het vervoeren van de auto op een
vrachtwagen, boot, trein of vergelijkbaar
transportmiddel
●Wanneer de auto wordt opgetakeld ter-
wijl het hybridesysteem aan staat en de
wielen vrij kunnen draaien
●Bij het controleren van de auto op een
rollenbank, bijvoorbeeld een vermo-
gensbank of een snelheidsmetertester,
of bij het balanceren van de wielen op
de auto
●Als er veel kracht wordt uitgeoefend op
de voorbumper of de grille door een
aanrijding of een andere oorzaak
●Als niet op een stabiele wijze kan wor-
den gereden met de auto, bijvoorbeeld
als hij betrokken is geweest bij een
ongeval of als er storingen zijn
●Als met een sportieve rijstijl of in het ter-
rein wordt gereden
●Als de banden niet de juiste banden-
spanning hebben
●Als de banden zeer versleten zijn
●Als er een andere maat banden dan
voorgeschreven is gemonteerd
●Als er sneeuwkettingen zijn aange-
bracht
●Wanneer er een compact reservewiel is
gemonteerd of een bandenreparatieset
is gebruikt
●Als er tijdelijk uitrusting (sneeuwploeg,
enz.) die de radarsensor of de camera
voor kan hinderen op de auto is
geplaatst
Wijzigen van instellingen van
het Pre-Crash Safety-systeem
pM_RAV4-HV_OM_OM42C86E_(EE).boo k Page 346 Wednesday, October 9, 2019 11:15 AM
351
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
• Als de voorligger een
kinderfiets, een fiets
met bepakking, een fiets met iemand ach-
terop of een fiets met een bijzondere vorm
(fiets met een kinderzitje, tandem, enz.)
is
*2
• Als een voetganger of de rijhoogte van een fietser korter is dan ongeveer 1 m of langer
is dan ongeveer 2 m
*2
• Als een voetganger of fietser breed val-lende kleding (regenjas, lange rok, enz.)
draagt, waardoor zijn of haar silhouet
onduidelijk wordt
*2
• Als een voetganger vooroverbuigt of
gehurkt zit of een fietser vooroverbuigt*2
• Als een voetganger of fietser zich snel voortbeweegt*2
• Als een voetgangers een wandelwagentje, rolstoel, fiets of ander voertuig voortduwt*2
• Bij het rijden onder barre weersomstandig-heden, bijvoorbeeld bij zware regenval,
mist, sneeuw of een zandstorm
• Bij het rijden door stoom of rook
• Als er weinig omgevi ngslicht is, zoals tij-
dens de schemering, of 's nachts of in een
tunnel, waardoor een si gnaleerbaar object
bijna dezelfde kleur l ijkt te hebben als zijn
omgeving
• Bij het rijden in een omgeving waarbij de helderheid van het omgevingslicht plotse-
ling verandert, zoals bi j het in- of uitrijden
van een tunnel
• Nadat het hybridesyst eem gestart is, is er
gedurende een bepaalde tijd niet met de
auto gereden
• Bij het afslaan naar links/rechts en gedu- rende een paar seconden na het afslaan
naar links/rechts
• Tijdens het rijden in een bocht en gedu- rende enkele seconden na het rijden in
een bocht
• Wanneer uw auto slipt
• Als de voorzijde van de auto omhoog of omlaag staat
• Als de wielen niet goed zijn uitgelijnd
• Als een ruitenwisserb lad de camera voor
blokkeert • Er wordt met extreem hoge snelheden
gereden
• Als op een helling wordt gereden
• Wanneer de radarsensor of de camera voor niet goed is uitgelijnd
●In sommige situaties, zoals de onder-
staande, kan wellicht onvoldoende rem-
kracht worden gerealiseerd, waardoor het
systeem mogelijk niet goed werkt:
• Als de remmen niet op volle sterkte kun- nen werken, bijvoorbeeld wanneer de
onderdelen van het remsysteem extreem
koud, extreem heet of nat zijn
• Als de auto niet volgens de voorschriften is onderhouden (remmen of banden zijn in
verregaande mate versleten, onjuiste ban-
denspanning, enz.)
• Als er met de auto gereden wordt op grind of een andere gladde ondergrond
*1: Van toepassing op uitvoeringen voor lan-
den waar geen fietsers kunnen worden
gesignaleerd ( →Blz. 344)
*2: Van toepassing op uitvoeringen voor lan-
den waar voetgangers en/of fietsers kun-
nen worden gesignaleerd ( →Blz. 344)
■Als de VSC wordt uitgeschakeld
●Als de VSC wordt uitgeschakeld
(→ Blz. 426), worden ook de Pre-Crash
Brake Assist-functie en de Pre-Crash
Brake-functie uitgeschakeld.
●Het waarschuwingslampje PCS gaat bran-
den en “VSC Turned Off Pre-Collision
Brake System Unavailable” (VSC uitge-
schakeld, Pre-Crash Brake-systeem niet
beschikbaar) wordt weergegeven op het
multi-informatiedisplay.
pM_RAV4-HV_OM_OM42C86E_(EE).boo k Page 351 Wednesday, October 9, 2019 11:15 AM
3744-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
U kunt de Dynamic Radar Cruise Con-
trol met Road Sign Assist inschake-
len/uitschakelen via het scherm op
het multi-informatiedisplay. (→Blz. 146)
■De Dynamic Radar Cruise Control met
volledig snelheidsbereik kan worden
gebruikt als
●De selectiehendel in stand D staat.
●De gewenste snelheid kan worden inge-
steld wanneer de rijsnelheid ongeveer 30
km/h of hoger is.
(Als de snelheid echter wordt ingesteld ter-
wijl de rijsnelheid lager is dan ongeveer 30
km/h, wordt de snelheid ingesteld op onge-
veer 30 km/h.)
■Accelereren na het instellen van de rij-
snelheid
Bedien het gaspedaal om te accelereren. Na
het accelereren gaat de auto weer rijden met
de ingestelde snelheid. Als de afstandsregel-
modus is ingeschakeld, neemt de rijsnelheid
echter mogelijk af to t onder de ingestelde
snelheid, zodat de afstand tot de voorligger
gehandhaafd blijft.
■Als de auto stopt tijdens rijden met de
volgregeling
●Door op de schakelaar +RES te drukken
terwijl de voorligger stopt, wordt, als de
voorligger begint te rijden, binnen onge-
veer 3 seconden nadat op de schakelaar is
gedrukt het rijden met de volgregeling her-
vat.
●Als de voorligger binnen 3 seconden nadat
uw auto is gestopt begint te rijden, wordt
het rijden met de volgregeling hervat.
■Automatisch uitschakelen van de
afstandsregelmodus
De afstandsregelmodus wordt automatisch
uitgeschakeld in de volgende situaties.
●De VSC is geactiveerd.
●De TRC is gedurende een bepaalde peri-
ode geactiveerd.
●Wanneer de VSC of TRC wordt uitgescha-
keld.
●De sensor kan niet goed signaleren omdat
hij ergens door bedekt is.
●Pre Crash Brake-func tie is geactiveerd.
●De parkeerrem is geactiveerd.
●De auto wordt door het systeem stilgezet
op een steile helling.
●Als de auto door het systeem is stilgezet,
wordt het volgen van de voorligger in de
volgende gevallen niet hervat:
• De bestuurder draagt geen veiligheidsgor- del.
• Het bestuurdersportier wordt geopend.
• De auto heeft ongeveer 3 minuten stilge- staan.
Als de afstandsregelmodus om een andere
dan de hierboven genoemde redenen auto-
matisch uitgeschakeld wordt, kan er een sto-
ring in het systeem aanwezig zijn. Neem
contact op met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
■Automatisch uitschakelen van de con-
stante-snelheidsregelmodus
De constante-snelhei dsregelmodus wordt
automatisch uitgeschakeld in de volgende
situaties:
●Actuele rijsnelheid zakt tot meer dan onge-
veer 16 km/h onder de ingestelde rijsnel-
heid.
●Werkelijke rijsnelheid zakt onder ongeveer
30 km/h.
●De VSC is geactiveerd.
●De TRC is gedurende een bepaalde peri-
ode geactiveerd.
●Wanneer de VSC of TRC wordt uitgescha-
keld.
●Pre Crash Brake-func tie is geactiveerd.
Als de constante-s nelheidsregelmodus om
een andere dan de hierboven genoemde
redenen automatisch uitgeschakeld wordt,
kan er een storing in het systeem aanwezig
zijn. Neem contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige.
Inschakelen/uitschakelen
Dynamic Radar Cruise Control
met Road Sign Assist (auto's
met RSA)
pM_RAV4-HV_OM_OM42C86E_(EE).boo k Page 374 Wednesday, October 9, 2019 11:15 AM