Page 226 of 430
226
Proace_nl_Chap06_conduite_ed01-2019
Het systeem is ingeschakeld maar ontvangt geen informatie over de snelheidslimiet.
De bestuurder kan, als hij dat wil, zijn snelheid aanpassen op basis van de door het systeem geleverde gegevens.
Weergave van de snelheid
1. Weergave van de snelheidslimiet.
Weergave op het head-up display
Inschakelen/uitschakelen
Deze functie kan worden in- en uitgeschakeld via het configuratiemenu van de auto.
Weergave op het instrumentenpaneel
Zodra er informatie over de snelheidslimiet wordt ontvangen, geeft het systeem de waarde w e e r.
Met audiosysteem of touchscreen
De functie kan worden in- en uitgeschakeld in het configuratiemenu van de auto.
Rijden
Page 228 of 430
228
MEM
MEM
Proace_nl_Chap06_conduite_ed01-2019
3. Weergave van de snelheidslimiet.4. Verzoek om opslaan van de snelheid.5. Huidige ingestelde snelheid.
Weergave op het instrumentenpaneel
Weergave op het head-up display
Opslaan
F Als de snelheidsbegrenzer/snelheidsregelaar wordt ingeschakeld, worden de desbetreffende gegevens weergegeven.
Als een verkeersbord wordt gedetecteerd, geeft het systeem de snelheidslimiet weer. U kunt dan deze snelheid als ingestelde snelheid opslaan.De letters "MEM" knipperen enkele seconden op het display.
F Druk eerst op deze knop om
de voorgestelde snelheidslimiet weer te geven.
F Druk nogmaals op deze knop om deze nieuwe ingestelde snelheid te bevestigen.
Rijden
Page 229 of 430

229
GAP
MEM
Proace_nl_Chap06_conduite_ed01-2019
Bediening op het stuurwiel
6. Snelheidsbegrenzer ingeschakeld/onderbroken.7. Snelheidsbegrenzer geselecteerd.8. Ingestelde snelheid.
Snelheidsbegrenzer ("LIMIT")
De snelheidsbegrenzer voorkomt dat de auto de door de bestuurder ingestelde maximumsnelheid overschrijdt.
Bij het gebruik van de snelheidsbegrenzer moet de bestuurder te allen tijde de snelheidslimiet in acht nemen en zijn aandacht op het verkeer blijven vestigen.
Als de ingestelde maximumsnelheid is bereikt, heeft het dieper intrappen van het gaspedaal geen effect.
1. Selecteren van de snelheidsbegrenzer.2. Verlagen van de ingestelde snelheid.3. Verhogen van de ingestelde snelheid.4. Inschakelen/onderbreken van de snelheidsbegrenzing.5. Als uw auto hiermee is uitgerust, kunt u een overzicht weergeven van de opgeslagen snelheden of snelheden opslaan die door het Road Sign Assist-systeem worden voorgesteld.
Weergave op het instrumentenpaneel
De ingestelde maximumsnelheid blijft na het afzetten van het contact opgeslagen in het geheugen.
Zie het desbetreffende hoofdstuk voor meer informatie over deze toets en de adaptieve cruise control.
Zie het desbetreffende hoofdstuk
voor meer informatie over de instelbare snelheidsbegrenzer (AS L).
Head-up display
Zie het desbetreffende hoofdstuk voor meer informatie over de Road Sign Assist en in het bijzonder het opslaan van verkeersborden.
6
Rijden
Page 230 of 430

230
Proace_nl_Chap06_conduite_ed01-2019
Inschakelen / Pause
F Draai de rolknop 1 in de stand "LIMIT": de snelheidsbegrenzer is geselecteerd, maar nog niet ingeschakeld (Pause).F Schakel de snelheidsbegrenzer in door op de toets 4 te drukken, als de gewenste snelheid wordt weergegeven (standaard de laatste geprogrammeerde snelheid).F U kunt de werking van de snelheidsbegrenzer tijdelijk onderbreken door nogmaals op de toets 4 te drukken: het onderbreken wordt bevestigd op het display (Pause).
Er kan een snelheid worden ingesteld zonder de begrenzer in te schakelen.Als de functie is geselecteerd, kunt u als volgt de waarde van de snelheid wijzigen:- druk op de toets 2 of 3 om de weergegeven snelheid te verhogen of te verlagen:F herhaaldelijk kort indrukken om te
wijzigen in stappen van + of - 1 km/h,F ingedrukt houden om te wijzigen in stappen van + of - 5 km/h.
- door, indien uw auto is uitgerust met snelheidslimietherkenning, op de toets 5 te drukken:F de zes opgeslagen snelheden worden weergegeven op het touchscreen,F druk op de toets van de door u gewenste snelheid.De waarde wordt direct weergegeven op het instrumentenpaneel.Het selectiescherm wordt na enkele seconden gesloten.
Instellen van de
maximumsnelheid (instelling)Om de snelheidsbegrenzer te kunnen inschakelen moet de ingestelde snelheid minimaal 30 km/h bedragen.Het onderbreken van de snelheidsbegrenzer geschiedt eveneens via de toets.
De geprogrammeerde snelheid kan tijdelijk worden overschreden door het gaspedaal volledig in te drukken.
Laat om terug te keren naar de ingestelde maximumsnelheid het gaspedaal los tot de wagensnelheid weer beneden de ingestelde snelheid ligt.
Rijden
Page 231 of 430

231
MEM
Proace_nl_Chap06_conduite_ed01-2019
Bij snel accelereren, bijvoorbeeld in een steile afdaling, kan de snelheidsbegrenzer niet altijd voorkomen dat de ingestelde snelheid wordt overschreden.De snelheidsbegrenzer wordt dan tijdelijk uitgeschakeld en de ingestelde snelheid knippert op het display.Als de ingestelde snelheid zonder ingreep van de bestuurder wordt overschreden, knippert de snelheid in combinatie met een geluidssignaal.
Het knipperen van streepjes wijst op een storing in de snelheidsbegrenzer.Laat het direct nakijken door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
StoringTijdelijk overschrijden van
de ingestelde snelheid
Uitschakelen
F Om het geprogrammeerde toerental tijdelijk te overschrijden, drukt u het gaspedaal volledig in.De werking van de snelheidsregelaar wordt tijdelijk onderbroken en de weergegeven ingestelde snelheid knippert.Als de ingestelde snelheid zonder ingreep van de bestuurder wordt overschreden (bijvoorbeeld in een steile afdaling), knippert de snelheid in combinatie met een geluidssignaal.Zodra de wagensnelheid weer is gedaald tot beneden de ingestelde snelheid, werkt de snelheidsbegrenzer weer en stopt het knipperen van de snelheid.
F Draai de knop 1 in de stand "0". De informatie van de snelheidsbegrenzer wordt niet meer weergegeven.
- door het indrukken van toets 5, indien uw auto is uitgerust met Road Sign Assist:F de opgeslagen snelheid verschijnt op het instrumentenpaneel,F druk nogmaals op de toets 5 om de snelheid op te slaan.De waarde wordt direct op het instrumentenpaneel weergegeven.
Zie het desbetreffende hoofdstuk voor meer informatie over de Road Sign Assist.
Bij gebruik van matten die niet zijn goedgekeurd door Toyota kan de werking van de snelheidsbegrenzer worden gehinderd.Om te voorkomen dat de pedalen blijven hangen:- controleer of de mat goed is bevestigd,- gebruik nooit meer dan één mat per plaats.
6
Rijden
Page 233 of 430

233
Proace_nl_Chap06_conduite_ed01-2019
Bij een auto met handgeschakelde versnellingsbak moet minimaal de derde of vierde versnelling zijn ingeschakeld.
Als uw auto is uitgerust met een automatische transmissie of elektronisch gestuurde versnellingsbak, moet minimaal de tweede versnelling zijn ingeschakeld.
6. Snelheidsregeling onderbroken/hervat.7. Snelheidsregelaar geselecteerd.8. Ingestelde snelheid.
Weergave op het instrumentenpaneel
Weergave op het head-up display
Inschakelen
F Draai de rolknop 1 in de stand "CRUISE": de snelheidsregelaar is geselecteerd, maar nog niet ingeschakeld (Pause).F Druk op de toets 2 of 3: de actuele snelheid van uw auto wordt de ingestelde snelheid.De snelheidsregelaar is geactiveerd (ON).
Door het gaspedaal in te trappen, kan de ingestelde snelheid tijdelijk worden overschreden.Om weer terug te keren naar de ingestelde snelheid is het voldoende het gaspedaal los te laten tot de wagensnelheid weer gelijk is aan de geprogrammeerde snelheid.
Het inschakelen van de snelheidsregelaar geschiedt handmatig: daar voor moet de auto met een snelheid van minstens 40 km/h rijden.
6
Rijden
Page 234 of 430

234
Proace_nl_Chap06_conduite_ed01-2019
Onderbreken
Het onderbreken van de snelheidsregelaar geschiedt handmatig met de toets, door het rem- of koppelingspedaal in te trappen of om veiligheidsredenen, door activering van de ESC.
- druk, indien uw auto is uitgerust met snelheidslimietherkenning, op de toets 5:F de opgeslagen snelheid verschijnt op het instrumentenpaneel,
F druk nogmaals op de toets 5 om de snelheid op te slaan.De waarde wordt direct op het instrumentenpaneel weergegeven.
Als de snelheidsregelaar is ingeschakeld, kunt de werking er van tijdelijk onderbreken door op de toets 4 te drukken: op het display wordt de onderbreking aangegeven (Pause).
Als de snelheidsregelaar is ingeschakeld, kunt u vervolgens de snelheid wijzigen:- met behulp van de toetsen 2 of 3 :F herhaaldelijk kort indrukken om te wijzigen in stappen van + of - 1 km/h,F ingedrukt houden om te wijzigen in stappen van + of - 5 km/h.
Wijzigen van de oorspronkelijke
(ingestelde) snelheid
- door, indien uw auto is uitgerust met snelheidslimietherkenning, op de toets 5 te drukken:F de zes opgeslagen snelheden worden
weergegeven op het touchscreen,F selecteer een waarde: deze verschijnt op het instrumentenpaneel.Het selectiescherm wordt na enkele seconden gesloten.De wijziging is opgeslagen.Zie het desbetreffende hoofdstuk voor meer informatie over de Road Sign Assist.
Rijden
Page 237 of 430

237
Proace_nl_Chap06_conduite_ed01-2019
Als uw auto is uitgerust met een automatische transmissie of elektronisch gestuurde versnellingsbak, moet minimaal de tweede versnelling zijn ingeschakeld.
Bij een auto met handgeschakelde versnellingsbak moet minimaal de derde of vierde versnelling zijn ingeschakeld.
7. Snelheidsregeling onderbroken/hervat.8. Snelheidsregelaar geselecteerd of bijstelfase van de wagensnelheid.9. Ingestelde snelheid.
Weergave op het instrumentenpaneel
Head-up display
De adaptieve cruise control wordt handmatig ingeschakeld. Hier voor moet de rijsnelheid tussen de 40 en 150 km/h zijn.Als de ingestelde snelheid voor de cruise control hoger is dan 150 km/h, schakelt de adaptieve cruise control over naar de normale cruise control-modus (zonder automatische regeling van een veilige tussenafstand).
Inschakelen
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer informatie over het head-up display.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer informatie over de snelheidsregelaar.
De adaptieve cruise control moet worden geselecteerd in het menu “Driving” (rijden).
F Draai de rolknop 1 in de stand "CRUISE": de snelheidsregelaar is geselecteerd, maar nog niet ingeschakeld (Pause).F Druk op een van de toetsen 2 of 3: de actuele snelheid van uw auto wordt de ingestelde snelheid.De snelheidsregelaar is geactiveerd (ON).
6
Rijden