250
Proace_nl_Chap06_conduite_ed01-2019
Driver Attention Alert
Het systeem wordt gereset als aan een van de volgende woor waarden is voldaan:- de auto staat gedurende meer dan 15 minuten stil met draaiende motor,- sinds het afzetten van het contact zijn enkele minuten verstreken,- de veiligheidsgordel van de bestuurder is losgemaakt en het portier is geopend.
Zodra de snelheid lager is dan 65 km/h, gaat het systeem over in de wachtstand.De rijtijd wordt opnieuw berekend zodra de snelheid hoger is dan 65 km/h.
Deze systemen zijn hulpmiddelen voor de bestuurder die desondanks waakzaam moet blijven.
Ga niet rijden als u moe bent.
Het systeem geeft een waarschuwing zodra het detecteert dat de bestuurder langer dan twee uur heeft gereden met een snelheid van meer dan 65 km/h zonder dat hij een pauze heeft genomen.
Het is raadzaam om een pauze te nemen wanneer u zich moe voelt. Pauzeer in elk geval elke twee uur.Afhankelijk van de uitvoering beschikt de auto over alleen het waarschuwingssysteem voor rijtijd, of is dit gecombineerd met het waarschuwingssysteem m.b.t. onoplettendheid bestuurder.
Waarschuwing
overschrijding rijtijd
Inschakelen/uitschakelen
Deze waarschuwing bestaat uit een melding die de bestuurder adviseert een pauze te nemen, en een geluidssignaal.Als de bestuurder dit advies niet opvolgt, wordt de waarschuwing elk uur herhaald tot de motor wordt afgezet.
Met audiosysteem of touchscreen
De functie kan worden in- en uitgeschakeld in het configuratiemenu van de auto.
Rijden
254
Proace_nl_Chap06_conduite_ed01-2019
Storing
Laat het nakijken door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Bij slechte weersomstandigheden (zware regen, hagel enz.) kan het systeem tijdelijk minder nauwkeurig werken.Vooral het rijden op een nat wegdek of van een droog wegdek op een nat wegdek terechtkomen kan tot een vals alarm leiden (zo kan een wolk waterdruppels in de dode hoek worden aangezien voor een voertuig).Let er bij slecht weer en in de winter altijd op dat de sensoren niet met modder, sneeuw of ijs bedekt zijn.Plak geen stickers of andere zaken op het gedeelte onder de buitenspiegels waar de waarschuwingslampjes zitten, omdat de de dodehoekbewaking dan mogelijk niet goed werkt. Dit geldt ook voor de detectiezones op de voor- en achterbumper.
Afhankelijk van de uitrusting van uw auto:
Met touchscreen
Een storing wordt aangegeven door het knipperen van dit (deze) verklikkerlampje(s).
Het lampje van deze toets knippert en er verschijnt een melding in combinatie met een geluidssignaal.
Bij het afzetten van het contact wordt de status van het systeem opgeslagen.
De dodehoekbewaking wordt automatisch uitgeschakeld als u een aanhanger trekt met een door het Toyota-netwerk gehomologeeerde trekhaak.
Wassen met hogedrukspuitHoud tijdens het wassen van de auto het uiteinde van de hogedrukspuit
op minimaal 30 centimeter van de sensoren, omdat ze anders beschadigd kunnen raken.
ofDe functie kan worden in- en uitgeschakeld in het configuratiemenu van de auto.
Rijden
256
Proace_nl_Chap06_conduite_ed01-2019
Parkeerhulp vóór
De parkeerhulp vóór is een aanvulling op de parkeerhulp achter en wordt geactiveerd zodra er bij een wagensnelheid van maximaal 10 km/h vóór de auto een obstakel wordt gedetecteerd.De parkeerhulp vóór wordt uitgeschakeld zodra de auto langer dan drie seconden stilstaat met een ingeschakelde versnelling vooruit, als er geen obstakel meer wordt gedetecteerd of wanneer de wagensnelheid hoger wordt dan 10 km/h.
Uitschakelen/inschakelen
De functie kan worden uitgeschakeld of ingeschakeld via het configuratiemenu van de auto.
Aan de hand van het geluid dat via de luidspreker (voor of achter) wordt weergegeven, is te herkennen of het obstakel zich voor of achter de auto bevindt.
De functie wordt automatisch uitgeschakeld als een aanhanger wordt aangekoppeld of een fietsendrager op de trekhaak wordt bevestigd (indien de auto is uitgerust met een volgens de voorschriften van het Toyota-netwerk gemonteerde trekhaak).Zonder autoradio
Uitschakelen van het systeem:
F Druk op deze knop: het lampje er van gaat branden, het systeem is uitgeschakeld.
Inschakelen van het systeem:
F Druk op deze knop: het lampje er van dooft, het systeem is ingeschakeld.
Met audiosysteem of touchscreen
De functie kan worden inen uitgeschakeld via het configuratiemenu van de auto.
Rijden
261
Proace_nl_Chap06_conduite_ed01-2019
Inschakelen
Het systeem wordt automatisch ingeschakeld als de achteruitversnelling wordt ingeschakeld.De functie wordt weergegeven op het touchscreen. Druk op het rode kruis links boven op het venster om het weergegeven venster te sluiten.
Wanneer het submenu wordt weergegeven, kunt u een van de vier beeldopties kiezen:
"Standaardbeeld".
"180°-beeld".
"Ingezoomd beeld".
" M o dus AUTO ".
Door op deze zone te drukken kunt u op elk gewenst moment de weergavemodus kiezen.
Controleer regelmatig of de lenzen van de camera's schoon zijn.Reinig regelmatig de achteruitrijcamera met een zachte en droge doek.
"Modus AUTO"
Deze modus is standaard geactiveerd.Dankzij de sensoren in de achterbumper kan, wanneer de auto een obstakel nadert, automatisch worden overgeschakeld van het beeld van de omgeving achter de auto naar het birdview-beeld.
De functie wordt automatisch uitgeschakeld als een aanhanger wordt getrokken of als een fietsendrager op de trekhaak is gemonteerd (auto met een volgens de voorschriften van de fabrikant gemonteerde trekhaak).
Snelstartmodus
Met de snelstartmodus kan zo snel mogelijk de omgeving van de auto (linker gedeelte) en de bovenzijde van de auto worden weergegeven.
Wassen met hogedrukspuit (bijv. bij modder op de camera's)Houd tijdens het wassen van de auto het uiteinde van de hogedrukspuit op minimaal 30 cm van de lenzen van de camera's, omdat
deze anders beschadigd kunnen raken.
Een melding (in het Engels) geeft aan dat u de omgeving van de auto moet controleren voordat u de manoeuvre uitvoert.
6
Rijden
264
Proace_nl_Chap06_conduite_ed01-2019
Storing
Wanneer het waarschuwingslampje lage bandenspanning knippert en vervolgens blijft branden en tegelijkertijd het onderhoudswaarschuwingslampje brandt, betekent dit dat er een storing in het systeem zit.
In dit geval kan de bewaking van de bandenspanning niet langer worden gegarandeerd.Laat het nakijken door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Controleer na werkzaamheden aan het systeem altijd de spanning van de vier banden en reset het systeem vervolgens.
Zonder autoradio
F Druk gedurende ongeveer 3 seconden op deze knop en laat de knop ver volgens los; het resetten wordt bevestigd door een geluidssignaal.
Met audiosysteem of touchscreen
Opnieuw initialiseren wordt uitgevoerd via het configuratiemenu van de auto.
Rijden
318
Proace_nl_Chap08_En-cas-de-panne_ed01-2019
Zekeringn r.Ampère(A)Functies
F110Elektrische stuurbekrachtiging, koppelingspedaalschakelaar.
F415Claxon.
F520Ruitensproeierpomp voor/achter.
F620Ruitensproeierpomp voor/achter.
F71012V-aansluiting achter.
F820Ruitenwisser(s) achter.
F10/F1130Sloten binnen- en buitenzijde, voor en achter.
F1310Bediening airconditioning vóór, bediening autoradio, selectiehendel, head-up display.
F145Alarm, noodoproepsysteem ER A-GLONASS.
F175Instrumentenpaneel.
F193Stuurkolomschakelaars.
F213Smart entry-systeem met startknop of contactslot.
F223Regen-/lichtsensor, multifunctionele detectiecamera.
F235Pictogrammendisplay veiligheidsgordels losgemaakt/niet vastgemaakt.
F245Touchscreen, achteruitrijcamera en parkeerhulp.
F255Airbags.
F2920Autoradio, touchscreen, CD-speler, navigatiesysteem.
F3115Autoradio (+ accu).
F321512V-aansluiting vóór.
F345Dodehoekbewaking, elektrische functies buitenspiegels.
F355Ruitensproeierverwarming, hoogteverstelling koplampen.
F365Opladen uitneembare lamp, plafonnier achter.
Versie 1 (Eco)
De aanwezigheid van de hieronder beschreven zekeringen is afhankelijk van de uitrusting van uw auto.
Storingen verhelpen
319
Proace_nl_Chap08_En-cas-de-panne_ed01-2019
Zekeringn r.Ampère (A)Functies
F13Smart entry-systeem met startknop of contactslot.
F55Touchscreen, achteruitrijcamera en parkeerhulp.
F710Bediening airconditioning achter, hifi-versterker.
F820Ruitenwisser(s) achter.
F10/F1130Sloten binnen- en buitenzijde, voor en achter.
F123Inbraakalarm.
F171012V-aansluiting achter.
F185Alarm, noodoproepsysteem ER A-GLONASS.
F213Opladen uitneembare lamp, plafonnier achter.
F223Verlichting dashboardkastje, plafonniers achter.
F235Dodehoekbewaking, elektrische functies buitenspiegels.
F245Stuurkolomschakelaars.
F255Hoogteverstelling koplampen.
F263Pictogrammendisplay veiligheidsgordels losgemaakt/niet vastgemaakt.
F273Regen-/lichtsensor, multifunctionele detectiecamera.
F2810Bediening airconditioning vóór, bediening autoradio, selectiehendel, head-up display.
F30A of B15Autoradio (+ accu).
F315Airbags.
F331512V-aansluiting vóór.
F355Instrumentenpaneel.
F3620Autoradio, touchscreen, CDs-speler, navigatiesysteem.
Versie 2 (Full)
De aanwezigheid van de hieronder beschreven zekeringen is afhankelijk van de uitrusting van uw auto.
8
Storingen verhelpen
341
GPS-navigatie -
Applicaties - Multimedia-
autoradio - Bluetooth®-
telefoon
Inhoud
De eerste stappen 341Stuurkolomschakelaars 342Menu’s 3 43Gesproken commando’s 344Navigatie 352Online navigatie 354Applicaties 357Radio 360Digitale radio (DAB, Digital Audio Broadcasting) 362Media 362Telefoon 364Configuratie 368Veelgestelde vragen 370
De beschreven functies en instellingen kunnen afwijken van die van het systeem in de auto.
De volgende handelingen mogen om veiligheidsredenen en vanwege het feit dat deze handelingen de volledige aandacht van de bestuurder vragen, uitsluitend worden uitgevoerd bij vstilstaande auto en uitgezet contact:- Het gebruiken van een smartphone.- Het koppelen van een mobiele telefoon met Bluetooth aan het handsfree-systeem van de autoradio- Het verbinden van een smartphone via CarPlay®, MirrorLinkTM of Android Auto (bij bepaalde toepassingen wordt de weergave onderbroken wanneer het voertuig weer rijdt).- Het bekijken van een video (de videoweergave wordt gestopt wanneer het voertuig weer rijdt).- Het configureren van profielen.
Het systeem is zodanig beveiligd dat het uitsluitend in uw auto functioneert.De overgang naar de waakfase wordt aangekondigd door de melding Eco-mode.
De eerste stappen
Als u bij draaiende motor op de toets drukt, wordt het geluid onderbroken.Als u bij afgezet contact op de toets drukt, wordt het systeem ingeschakeld.
Verhoog of verlaag het volume met het wieltje of de toetsen "plus" of "min" (afhankelijk van de uitvoering).
Gebruik de menutoetsen aan weerszijden van of onder het touchscreen om de menu's te openen en druk ver volgens op de virtuele toetsen op het touchscreen.
Gebruik afhankelijk van de uitvoering de toetsen "Bron" of "Menu" om de menu's te openen en druk ver volgens op de op het touchscreen weergegeven toetsen.
U kunt op elk gewenst moment het menu oproepen door het scherm kort met drie vingers aan te raken.
Alle aanraakfuncties op het touchscreen zijn wit.Druk op de pijl Terug om één niveau terug te gaan.Druk op "OK" om te bevestigen.
Toyota Pro Touch with
navigation system
.
Toyota Pro Touch with navigation system