Page 150 of 430
150
Proace_nl_Chap04_eclairage-et-visibilite_ed01-2019
Deze functie zorgt er voor dat na het afzetten van het contact de dimlichten nog even blijven branden om het uitstappen in het donker te vergemakkelijken.
Handbediende follow me
home-verlichting
F Geef bij afgezet contact een "lichtsignaal" met de lichtschakelaar.
F Geef nogmaals een "lichtsignaal" om de functie uit te schakelen.
Uitschakelen
Na het vergrendelen van de auto wordt de handbediende follow me home-verlichting na een bepaalde tijd automatisch uitgeschakeld.
Automatische follow me
home-verlichting
Als de functie automatische verlichting is geactiveerd, wordt onder donkere omstandigheden het dimlicht automatisch ingeschakeld bij het afzetten van het contact.
Instellen
Inschakelen
Met audiosysteem of touchscreen
U kunt de functie in- en uitschakelen en de tijdsduur van de follow me home-verlichting instellen via het configuratiemenu van de auto.
Verlichting en zicht
Page 151 of 430
151
Proace_nl_Chap04_eclairage-et-visibilite_ed01-2019
Instapverlichting
buitenzijde
De instapverlichting is bedoeld om op donkere plaatsen het lokaliseren van de auto en het instappen te vergemakkelijken. De instapverlichting is actief als de lichtschakelaar in de stand "AUTO" staat en de lichtsensor weinig omgevingslicht detecteert.
Inschakelen
F Druk op het geopende hangslotje op de afstandsbediening of een van de voorportiergrepen met Smart entry-systeem met star tknop.
Uitschakelen
De instapverlichting buitenzijde gaat na een bepaalde tijd automatisch uit of gaat uit na het afzetten van het contact of het vergrendelen van de auto.
Programmeren
Het dimlicht en het parkeerlicht gaan branden en uw auto wordt gelijktijdig ontgrendeld.
Met audiosysteem of touchscreen
Het in- of uitschakelen van de functie en de tijdsduur van de instapverlichting zijn in te stellen via het configuratiemenu op het scherm van de auto.
4
Verlichting en zicht
Page 152 of 430
152
Proace_nl_Chap04_eclairage-et-visibilite_ed01-2019
Standaard is de statische bochtverlichting ingeschakeld.
ProgrammerenStatische bochtverlichting
Tijdens het rijden met dim- of grootlicht wordt de mistlamp vóór ingeschakeld om de binnenkant van de bocht extra te verlichten bij snelheden tot 40 km/h (handig in de stad, op bochtige wegen, kruispunten, parkeergarages e n z .) .
Met statische bochtverlichting
Zonder statische bochtverlichting
Statische bochtverlichting ingeschakeld
De bochtverlichting wordt in de volgende gevallen ingeschakeld:- bij het inschakelen van een richtingaanwijzer,of- als het stuur wiel ver genoeg wordt
verdraaid.
Statische bochtverlichting werkt niet
De verlichting werkt in de volgende gevallen niet:- bij een geringe stuuruitslag,- bij snelheden boven 40 km/h,- als de achteruit is ingeschakeld.
Met audiosysteem of touchscreen
Deze functie kan worden in- en uitgeschakeld via het configuratiemenu van de auto.
Verlichting en zicht
Page 154 of 430

154
Proace_nl_Chap04_eclairage-et-visibilite_ed01-2019
Met touchscreen
Met / zonder autoradio
Uitschakelen van het systeem:
Inschakelen van het systeem:
F Druk op deze knop, het verklikkerlampje er van gaat branden; het systeem is ingeschakeld.
F Druk op deze knop, het verklikkerlampje er van dooft; het systeem is uitgeschakeld.
Er kunnen storingen in de werking van het systeem optreden:- als het zicht slecht is (bijvoorbeeld bij sneeuwval, zware regenval of dichte mist, ...),- als het gedeelte van de voorruit voor de camera vuil, beslagen of bedekt is (bijvoorbeeld met een sticker),- als de verlichting van uw auto wordt weerkaatst door spiegelende of reflecterende panelen (bijvoorbeeld verkeersborden).Bij te dichte mist wordt het systeem automatisch uitgeschakeld.
Het systeem signaleert geen:- weggebruikers die geen verlichting voeren, zoals voetgangers,- weggebruikers van wie de verlichting wordt afgeschermd (bijvoorbeeld door een vangrail op de snelweg),- weggebruikers die zich aan de top of de voet van een steile helling, in een bocht of op een zijweg bevinden.
De functie kan worden in- en uitgeschakeld in het configuratiemenu van de auto.
Verlichting en zicht
Page 158 of 430

158
Proace_nl_Chap04_eclairage-et-visibilite_ed01-2019
Deactiveer de automatische werking van de ruitenwisser achter bij sneeuwval of strenge vorst en bij montage van een fietsendrager op de achterklep.
Deze functie is standaard geactiveerd.
Achteruitversnelling
Als de ruitenwissers vóór zijn ingeschakeld op het moment dat u de achteruitversnelling inschakelt, wordt automatisch de ruitenwisser achter ingeschakeld.
Activeren/Deactiveren
Deze functie kan worden geactiveerd of gedeactiveerd via het configuratiemenu van de auto.
F Trek de ruitenwisserschakelaar naar u toe. De ruitensproeiers treden in werking, waarna enige tijd de ruitenwissers worden ingeschakeld om de ruit schoon te wissen.De koplamsproeiers worden alleen geactiveerd als de dimlichten branden en de auto rijdt.Bij auto's met dagrijverlichting moet de lichtschakelaar in de stand dimlichten worden gezet om de koplampsproeiers te activeren.
Ruitensproeiers vóór en
koplampsproeiers
Bij auto's met automatische airconditioning wordt tijdens het bedienen van de ruitensproeiers vóór automatisch de luchttoevoer afgesloten om stank in het interieur te voorkomen.
Te laag niveau ruiten-/koplampsproeiervloeistof
Als uw auto is voorzien van koplampsproeiers en het niveau van het reser voir te laag is, verschijnt dit pictogram op het instrumentenpaneel in combinatie met een geluidssignaal en een melding.
Het pictogram verschijnt als het contact wordt aangezet of als de schakelaar wordt bediend, zolang het reser voir niet gevuld is.Vul het ruiten-/koplampsproeierreser voir bij of laat het bijvullen.
Met audiosysteem of touchscreen
Deze functie kan worden in- en uitgeschakeld via het configuratiemenu van de auto.
Verlichting en zicht
Page 163 of 430

163
Proace_nl_Chap05_securite_ed01-2019
In dat geval gaat dit verklikkerlampje op het instrumentenpaneel knipperen.
Uitschakelen
In bijzondere omstandigheden (als de auto vastzit in de modder, sneeuw, in mulle grond, ...) kan het nuttig zijn het CDS-systeem uit te schakelen, zodat de wielen kunnen spinnen en weer grip kunnen krijgen.Het is echter aanbevolen het systeem zo snel mogelijk weer in te schakelen.
StoringOpnieuw inschakelen
F Druk op deze knop.
F Zet de draaiknop in deze stand.
Of
Als het lampje op de (draai)knop gaat branden, grijpt het CDS-systeem niet meer in op de werking van de motor.
Het systeem wordt automatisch weer ingeschakeld als het contact opnieuw wordt aangezet of vanaf snelheden boven 50 km/h.Maar bij snelheden tot 50 km/h kunt u het systeem handmatig opnieuw inschakelen.
F Druk op deze knop.
Of
F Zet de draaiknop in deze stand.
Het lampje op de (draai)knop gaat uit.
Het CDS-systeem zorgt voor meer veiligheid tijdens het rijden. De bestuurder mag zich echter nooit laten verleiden tot het nemen van meer risico's of te hard rijden.De goede werking van het systeem wordt verzekerd door de naleving van de voorschriften van de constructeur met betrekking tot de wielen (banden en velgen), onderdelen van het remsysteem, elektronische onderdelen alsmede de montageprocedure en het uitvoeren van werkzaamheden door het Toyota-netwerk.Laat na een aanrijding het systeem nakijken door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Als dit verklikkerlampje gaat branden in combinatie met een geluidssignaal en een melding op het display, duidt dit op een storing in het systeem.Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige om het systeem te laten nakijken.
Activeer het DSC/ASR-systeem in het menu "Rijden/Auto".
Deactiveer het DSC/ASR-systeem in het menu "Rijden/Auto".
Opnieuw activeren via het touchscreen
Uitschakelen via het touchscreen
5
Veiligheid
Page 220 of 430

220
Proace_nl_Chap06_conduite_ed01-2019
Uitschakelen / inschakelen
Met / Zonder autoradio
F Druk op deze knop: het lampje er van gaat branden, het systeem is uitgeschakeld.
F Druk op deze knop: het lampje er van dooft, het systeem is ingeschakeld.
Uitschakelen van het systeem:
Met touchscreen
Het systeem wordt automatisch weer ingeschakeld zodra u de motor opnieuw start.
Als u het systeem uitschakelt ter wijl de motor in de STOP-stand staat, wordt de motor onmiddellijk opnieuw gestart.
Openen van de motorkapSchakel omwille van uw veiligheid het Stop & Start-systeem altijd uit alvorens werkzaamheden onder de motorkap uit te voeren om ver wondingen als gevolg van het automatisch inschakelen van de START-stand te voorkomen.
Rijden op een overstroomde weg
Schakel het Stop & Start-systeem uit wanneer u over een overstroomde weg moet rijden.Raadpleeg de desbetreffende rubriek
voor meer rijadviezen, met name over het rijden op overstroomde wegen.
Inschakelen van het systeem:
De functie kan worden in- en uitgeschakeld in het configuratiemenu van de auto.
Rijden
Page 224 of 430
224
MEM
Proace_nl_Chap06_conduite_ed01-2019
Adjustable Speed Limiter (ASL)
Programmeren
Met behulp van deze functie kunt u snelheden opslaan die u vervolgens kunt gebruiken voor de configuratie van de twee functies snelheidsbegrenzer (maximumsnelheid) en snelheidsregelaar (kruissnelheid).U kunt voor beide functies zes snelheden opslaan in het geheugen van het systeem.
Voer deze handelingen omwille van de veiligheid alleen uit als de auto stilstaat.
F Selecteer de functie waar voor u nieuwe snelheden wilt opslaan:
● snelheidsbegrenzer
of
F Druk op de toets van de snelheid die u wilt wijzigen.
● snelheidsregelaar.
U kunt de opgeslagen snelheden weergeven door op deze toets te drukken.
F Voer de nieuwe waarde in met de nummertoetsen en bevestig.F Bevestig om de wijzigingen op te slaan en sluit het menu af.
De snelheidsdrempels kunnen worden ingesteld via het configuratiemenu van de auto met behulp van het touchscreen.
Rijden