180
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
5-2. Rijprocedures
5-2.Rijprocedures
1Trek aan de parkeerremschakelaar
om te controleren of de parkeerrem
is geactiveerd. ( →Blz. 191)
Het waarschuwingslampje van de parkeer-
rem gaat branden.
2Trap het rempedaal stevig in.
en een melding worden op het multi-
informatiedisplay weergegeven.
Als dit niet wordt weergegeven, kan het
brandstofcelsysteem niet worden gestart.
Wanneer stand N geselecteerd is, kan het
brandstofcelsysteem niet worden gestart.
Zet de selectiehendel in stand P wanneer u
het brandstofcelsysteem start. ( →Blz. 187)
3 Druk kort en krachtig op de start-
knop.
Eén keer kort en stevig indrukken van de
startknop is voldoende om deze te bedie-
nen. U hoeft de startknop niet ingedrukt te
houden.
Als het controlelampje READY gaat bran-
den, werkt het brandstofcelsysteem nor-
maal.
Houd het rempedaal ingetrapt tot het contro-
lelampje READY brandt. Het brandstofcelsysteem kan vanuit iedere
stand van het contact worden gestart.
4
Controleer of het controlelampje
READY brandt.
Als het controlelampje READY uit is, kan er
niet met de auto worden gereden.
■Starten van het brandstofcelsysteem bij
lage temperaturen
●Als het brandstofcelsysteem wordt gestart
bij lage temperaturen, wordt het brandstof-
celpakket snel opgewarmd met de rest-
warmte van het opwekken van vermogen.
De werkingsgeluiden zullen luider zijn dan
normaal, maar dat duidt niet op een sto-
ring. Afhankelijk van de situatie kunnen de
werkingsgeluiden ook nadat het controle-
lampje READY is gaan branden nog enige
tijd doorgaan. ( →Blz. 89)
●Bij lage temperaturen kan het langer duren
dan normaal voordat het controlelampje
READY gaat branden. In dergelijke geval-
len wordt de voortgangsstatus weergege-
ven op het multi-informatiedisplay.
“FCV System is Warmed Up Waiting...”
(bezig met opwarmen brandstofcelsys-
teem...)
Startknop
Als u de volgende handelingen
uitvoert terwijl u de elektronische
sleutel bij u hebt, wordt het brand-
stofcelsysteem gestart of worden
de standen van het contact gewij-
zigd.
Starten van het brandstofcel-
systeem
A
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 180 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
181
5
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
5-2. Rijprocedures
Rijden
●Als het brandstofcelsysteem wordt gestart
bij lage temperaturen, wordt “FCV Sys.
OFF Due to Cold Stop in Safe Place See
Owner’s Manual” (brandstofcelsysteem
UIT ten gevolge van kou, stop op een vei-
lige plaats, zie handlei ding) mogelijk weer-
gegeven op het multi-informatiedisplay.
Het brandstofcelsysteem is bevroren en kan
niet worden gestart. Neem contact op met
een erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
●Het uitgangsvermogen wordt tijdelijk
beperkt totdat het brandstofcelsysteem
volledig op bedrijfstemperatuur is.
●Als de tractiebatterij extreem koud is (tem-
peratuur lager dan ongeveer -30°C) als
gevolg van de buitentemperatuur, kan het
brandstofcelsysteem mogelijk niet worden
gestart. Probeer in dat geval het brandstof-
celsysteem nogmaals te starten nadat de
temperatuur van de tractiebatterij is opge-
lopen omdat bijvoorbeeld de buitentempe-
ratuur is gestegen.
■Als het brandstofcelsysteem niet kan
worden gestart
●De startblokkering is mogelijk niet uitge-
schakeld. ( →Blz. 80)
Neem contact op met een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
●Lees de op het multi-informatiedisplay
weergegeven melding m.b.t. het starten en
volg de aanwijzingen op.
●Controleer of de tankdopklep gesloten is.
Het brandstofcelsysteem kan niet worden
gestart als de tankdopklep open is. Sluit de
tankdopklep alvorens het systeem te star-
ten. ( →Blz. 213)
■Geluiden en trillingen die kenmerkend
zijn voor een brandstofcelauto
→ Blz. 89
■Als de 12V-accu is ontladen
Het brandstofcelsysteem kan niet worden
gestart met het Smart entry-systeem met
startknop. Raadpleeg Blz. 455 om het brand-
stofcelsysteem opnieuw te starten.
■Leegraken batterij elektronische sleutel
→ Blz. 132
■Omstandigheden die de werking kun-
nen beïnvloeden
→ Blz. 144
■Aanwijzingen voor de instapfunctie
→ Blz. 145
■Als op het multi-informatiedisplay
“Smart Entry & Start System Malfunc-
tion See Owner’s Manual” (Storing in
Smart entry-systeem met startknop;
raadpleeg handleiding) wordt weerge-
geven
Er is mogelijk een storing in het systeem aan-
wezig. Laat de auto direct nakijken door uw
Toyota-dealer.
■Stuurslotfunctie
●Nadat het contact UIT is gezet en de por-
tieren zijn geopend en gesloten, wordt het
stuurwiel vergrendeld met de stuurslot-
functie. Als u nogmaals op de startknop
drukt, wordt het stuurslot automatisch weer
uitgeschakeld.
●Als het stuurslot niet kan worden ontgren-
deld, wordt “Push POWER Switch while
Turning the Steering Wheel in Either Direc-
tion” (druk de startknop in en draai daarbij
het stuurwiel in een willekeurige richting)
weergegeven op het multi-informatiedis-
play.
Druk kort en krachtig op de startknop ter-
wijl u het stuurwiel naar links en rechts
draait.
●Om te voorkomen dat de elektromotor van
het stuurslot oververhit raakt, kan de wer-
king worden onderbroken als het brand-
stofcelsysteem in ko rte tijd herhaaldelijk
wordt in- en uitgeschakeld. Wacht in dat
geval met het bedienen van de startknop.
Na ongeveer 10 seconden zal de elektro-
motor van het stuurslot weer functioneren.
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 181 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
183
5
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
5-2. Rijprocedures
Rijden
■Uitschakelen van het brandstofcelsys-
teem bij lage temperaturen
●Als de startknop wordt ingedrukt en het
brandstofcelsysteem wordt uitgeschakeld
bij lage temperaturen, kan het uitstoten
van water via de uitlaatpijp langer duren
dan normaal om te voorkomen dat de
vloeistof in het brandstofcelpakket
bevriest.
●Als “FCV System Purge in Progress Purge
will Stop Automatically” (uitstoot brandstof-
celsysteem bezig, uitstoot stopt automa-
tisch) wordt weergegeven op het multi-
informatiedisplay, kunt u de auto gewoon
verlaten.
●Het uitstoten van water kan ook langer
duren als het systeem wordt uitgeschakeld
voordat het brandstofcelsysteem volledig
op bedrijfstemperatuur is.
●Tijdens het uitstoten van water zijn sis-
sende en andere geluiden normaal.
( → Blz. 89)
●Tanken is geen probleem als er water
wordt uitgestoten. Het uitstootproces wordt
na een aantal minuten automatisch uitge-
voerd en er wordt mogelijk een witte mist
uitgestoten. Dit duidt echter niet op een
storing.
■Parkeren van de auto bij koud weer
●Er wordt mogelijk automatisch water uitge-
stoten via de uitlaatpijp, zelfs wanneer het
brandstofcelsysteem is uitgeschakeld, om
te voorkomen dat vloeistof in het brand-
stofcelpakket, waterstofleidingen, enz.
bevriest. Er kan ook waterdamp worden
uitgestoten, maar dit duidt niet op een sto-
ring.
●Tijdens het uitstoten van water zijn sis-
sende en andere geluiden normaal.
( → Blz. 89)
■Bij een storing in de schakelregeling
Wanneer wordt geprobeerd om het contact
UIT te zetten terwijl de schakelregeling defect
is, wordt het contact mogelijk in stand ACC
gezet. In dit geval kan het contact UIT wor-
den gezet door de parkeerrem te activeren
en nogmaals de startknop in te drukken.
Laat de auto onmiddellijk controleren door
een erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige als er een
storing aanwezig is in het systeem.
■Functie automatisch selecteren van
stand P
→ Blz. 188
■Uitstoot van water (H2O-toets)
→ Blz. 196
WAARSCHUWING
■Uitschakelen van het brandstofcel-
systeem in een noodgeval
●Als u in een noodgeval het brandstofcel-
systeem tijdens het rijden wilt stoppen,
houdt u de startknop langer dan 2
seconden ingedrukt of drukt u deze ten
minste 3 keer kort achter elkaar in.
(→ Blz. 416)
Raak de startknop echter tijdens het rij-
den niet aan, behalve in geval van
nood. Door het uitschakelen van het
brandstofcelsysteem tijdens het rijden
verliest u niet de controle over het stuur-
wiel of de remmen. De stuurbekrachti-
ging werkt echter niet meer. Hierdoor
zal het sturen veel zwaarder gaan dan
normaal. Zet in dat geval de auto aan de
kant zodra dit veilig kan.
●Als de startknop wordt bediend terwijl
de auto rijdt, verschijnt er een waar-
schuwingsmelding op het multi-informa-
tiedisplay en klinkt er een zoemer.
●Druk op de startknop om het brandstof-
celsysteem opnieuw te starten nadat dit
ten gevolge van een noodsituatie is uit-
geschakeld.
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 183 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
185
5
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
5-2. Rijprocedures
Rijden
De Br-modus is geen schakelstand.
(→Blz. 189)
■Schakelstanden
●Als het contact UIT of in stand ACC staat,
kan de schakelstand niet worden gewij-
zigd.
●Als het contact AAN staat (het brandstof-
celsysteem werkt niet), kan de scha-
kelstand alleen worden gewijzigd in N.
●Wanneer het controlelampje READY
brandt, kan de schakelstand worden gewij-
zigd van P in D, N of R.
●Wanneer het controlelampje READY knip-
pert, kan de schakelstand niet vanuit P in
een andere stand worden gezet, ook al
wordt de selectiehendel bediend. Wacht
totdat het controlelampje READY na het
knipperen blijft branden en bedien vervol-
gens de selectiehendel nogmaals.
●De schakelstand kan alleen vanuit D recht-
streeks gewijzigd worden naar de Br-
modus.
Als bovendien wordt getracht om de scha-
kelstand te wijzigen door de selectiehendel in
een andere stand te zetten of op de schake-
laar stand P te drukken in één van de vol-
gende situaties, klinkt er een zoemer en is
schakelen niet meer mogelijk of wordt de
schakelstand automatisch gewijzigd naar N. Selecteer in dat geval een geschikte scha-
kelstand.
●Situaties waarbij schakelen niet mogelijk
is:
• Als wordt getracht om vanuit P een andere stand in te schakelen door de selectiehen-
del te bewegen zonder dat het rempedaal
wordt ingetrapt.
• Als wordt geprobeerd de selectiehendel uit stand P of N te zetten terwijl het gaspedaal
wordt ingetrapt en de auto stilstaat
• Als wordt getracht om de selectiehendel
vanuit stand P of N in de Br-modus te zet-
ten.
• Wanneer op de schakelaar voor stand P
wordt gedrukt terwijl de auto rijdt.
*1
●Situaties waarbij de schakelstand automa-
tisch gewijzigd wordt naar N:
• Als wordt getracht om de selectiehendel in stand R te zetten terwijl de auto vooruit-
rijdt.
*2
• Als wordt getracht om de selectiehendel in stand D te zetten terwijl de auto achteruit-
rijdt.
*3
• Als de selectiehendel vanuit stand R in de Br-modus wordt gezet.
●Als tijdens het rijden met een bepaalde
snelheid stand N wordt geselecteerd, ook
al is de selectiehendel niet in stand N
gezet, wordt toch schakelstand N inge-
schakeld. In dit geval klinkt de zoemer en
wordt er een bevestiging weergegeven op
het multi-informatiedisplay om de bestuur-
der te informeren dat de schakelstand is
gewijzigd in stand N.
*1: De schakelstand verandert mogelijk in P
wanneer met zeer lage snelheid wordt
gereden.
*2: De schakelstand verandert mogelijk in R als met lage snelheid wordt gereden.
*3: De schakelstand verandert mogelijk in D
als met lage snelheid wordt gereden.
■Waarschuwingszoemer achteruitrijden
Wanneer de selectiehendel in stand R wordt
gezet, klinkt er een zoemer om de bestuurder
te informeren dat schakelstand R is inge-
schakeld.
Schakelstand
Selecteer de schakelstand op
basis van uw doel en de situatie.
Doel en functie van de
schakelstanden
Schakel- standDoel of functie
PParkeren van de auto/starten van het brandstofcelsysteem
RAchteruit
NNeutraalstand
DNormaal rijden
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 185 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
186
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
5-2. Rijprocedures
■Tijdens het rijden met ingeschakelde
Dynamic Radar Cruise Control met vol-
ledig snelheidsbereik
Ook wanneer de volgende handelingen wor-
den uitgevoerd met als doel regeneratief
remmen toe te passen, wordt niet overge-
schakeld op regeneratief remmen omdat de
Dynamic Radar Cruise Control met volledig
snelheidsbereik niet wordt uitgeschakeld.
●Als tijdens het rijden in stand D de sport-
modus wordt ingeschakeld ( →Blz. 320)
■Beperken plotseling wegrijden (wegrij-
regeling)
→ Blz. 172
■Als er een melding over een schakel-
handeling wordt weergegeven
Om te voorkomen dat de schakelstand
onjuist wordt geselecteerd of dat de auto
onverwachts in beweging komt, kan de scha-
kelstand automatisch worden gewijzigd of is
bediening van de selectiehendel mogelijk
vereist. Wijzig in dit geval de schakelstand
aan de hand van de meldingen op het multi-
informatiedisplay.
■Na het laden/aansluiten van de 12V-
accu
→ Blz. 385
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
De waarschuwingszoemer voor achteruitrij-
den kan aan de persoonlijke voorkeur wor-
den aangepast. ( →Blz. 474)
Selectiehendel
Bedien de selectiehendel soepel en goed in
de richting van de pijl op de schakelstandin-
dicator.
WAARSCHUWING
■Rijden op glad wegdek
Accelereer of wijzig de schakelstand niet
plotseling.
Door plotselinge veranderingen in het
regeneratieve remmen kan de auto in een
slip raken hetgeen een ongeval kan ver-
oorzaken.
OPMERKING
■Situaties waarbij storingen in de
schakelregeling mogelijk zijn
Als een van de volgende situaties zich
voordoet, zijn storingen in de schakelrege-
ling mogelijk. Breng de auto onmiddellijk
op een veilige plaats met een vlakke
ondergrond tot stilstand, activeer de par-
keerrem en neem vervolgens contact op
met een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
●Als de waarschuwingsmelding met
betrekking tot het regelsysteem op het
multi-informatiedisplay verschijnt.
●Op het display wordt aangegeven dat er
gedurende meerdere seconden geen
schakelstand is geselecteerd.
Bedienen van de selectiehen-
del
A
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 186 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
189
5
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
5-2. Rijprocedures
Rijden
2Zet de selectiehendel weer in de
normale stand ( ).
3 Zet de selectiehendel in stand N en
houd hem in die stand tot de zoe-
mer klinkt.
4 Druk binnen 5 seconden na het klin-
ken van de zoemer de startknop in.
Het contact wordt in stand ACC gezet terwijl
de selectiehendel in stand N staat.* Contro-
leer of de zoemer klinkt en “Holding N Push
P Switch When Done” (druk schakelaar
stand P in terwijl selectiehendel in stand N
staat) op het multi-informatiedisplay wordt
weergegeven.
Druk op de schakelaar stand P om
de selectiehendel in een andere
stand dan N te zetten. De selectie-
hendel wordt in stand P gezet.
Zelfs wanneer het brandstofcelsys-
teem niet in werking is, kan het con-
tact door het bedienen van de
selectiehendel en de startknop in
stand ACC worden gezet terwijl
schakelstand N is geselecteerd.
Zorg ervoor dat het brandstofcelsys-
teem in werking is alvorens deze
handeling uit te voeren.
*: Bedien om deze status te behouden de
startknop niet. Als de startknop herhaal-
delijk wordt bediend, wordt het contact uit-
geschakeld nadat de selectiehendel
automatisch in stand P is gezet.
■Rijmodus
→Blz. 320
■SNOW-modus
→Blz. 321
■Br-modus
Geschikt voor rijden waarbij sterke
afremmingskracht noodzakelijk is,
zoals bij het afrijden van een helling.
Beweeg de selectiehendel omlaag om
de Br-modus te selecteren.
De indicator van de Br-modus in het instru-
mentenpaneel gaat branden.
Trap het gaspedaal in of zet de selec-
tiehendel weer in stand D om terug te
keren naar de normale rijmodus.
■Br-modus
Afhankelijk van de staat van de tractiebatterij
is de Br-modus mogelijk niet beschikbaar. In
dat geval wordt er een melding weergegeven
op het multi-informatiedisplay.
■Geluiden tijdens Br-modus
→ Blz. 89
Selecteren van de rijmodus
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 189 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
191
5
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
5-2. Rijprocedures
Rijden
■Gebruik van de handmatige
modus
De parkeerrem kan handmatig worden
geactiveerd en gedeactiveerd.
1 Trek aan de schakelaar om de par-
keerrem te activeren
Het waarschuwingslampje van de parkeer-
rem gaat branden.
Houd de parkeerremschakelaar omhoog
getrokken als u in geval van nood de par-
keerrem tijdens het rijden moet bedienen.
2Druk op de schakelaar om de par-
keerrem te deactiveren
• Bedien de parkeerrems chakelaar terwijl u
het rempedaal intrapt.
• Met de functie voor het automatisch deac- tiveren van de parkeerrem kan de par-
keerrem worden gedeactiveerd door het
gaspedaal in te trappen. Trap bij gebruik
van deze functie het gaspedaal langzaam
in.
Controleer of het waarschuwingslampje van
de parkeerrem uitgaat.
■Schakelt de automatische modus
in
Houd bij stilstaande auto de parkeer-
remschakelaar omhoog getrokken tot-
dat een melding wordt weergegeven op
het multi-informatiedisplay
“EPB Shift Interlock Function Acti-
vated” (schakelblokkeringsfunctie
EPB geactiveerd)
Als de automatische modus wordt inge-
schakeld, werkt de parkeerrem als
volgt.
Als de selectiehendel uit stand P
wordt gezet, wordt de parkeerrem
gedeactiveerd en gaat het waar-
schuwingslampje van de parkeerrem
uit.
Parkeerrem
De parkeerrem kan automatisch of
handmatig worden geactiveerd en
gedeactiveerd.
In de automatische modus kan de
parkeerrem automatisch worden
geactiveerd of gedeactiveerd over-
eenkomstig de bediening van de
selectiehendel. Zelfs in de automa-
tische modus kan de parkeerrem
handmatig worden geactiveerd of
gedeactiveerd.
Bedieningsinstructies
A
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 191 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
192
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
5-2. Rijprocedures
Als de selectiehendel in stand P
wordt gezet, wo rdt de parkeerrem
geactiveerd en gaat het waarschu-
wingslampje van de parkeerrem
branden.
Bedien de selectiehendel en schake-
laar stand P terwijl de auto stilstaat en u
het rempedaal intrapt.
■Schakelt de automatische modus
uit
Houd bij stilstaande auto de parkeer-
remschakelaar ingedrukt totdat een
melding wordt weergegeven op het
multi-informatiedisplay
“EPB Shift Interlock Function Deac-
tivated” (schakelbl okkeringsfunctie
EPB gedeactiveerd)
Bedien de selectiehendel en schake-
laar stand P terwijl de auto stilstaat en u
het rempedaal intrapt.
■Werking van parkeerrem
●Als het contact niet AAN staat, kunt u de
parkeerrem niet met de schakelaar deacti-
veren.
●Als het contact niet AAN staat, is de auto-
matische stand (automatische activering
en deactivering) niet beschikbaar.
■Functie automatisch deactiveren par-
keerrem
●Als de selectiehendel uit stand P wordt
gezet, wordt de parkeerrem gedeactiveerd
in de automatische modus.
●Als aan de volgende voorwaarden wordt
voldaan in de handmatige modus kan de
parkeerrem worden gedeactiveerd door
het gaspedaal in te trappen.
• Het bestuurdersportier is gesloten
• De bestuurder draagt de veiligheidsgordel
• Schakelstand D of P is geselecteerd
■Als “Parking Brake Temporarily
Unavailable” (parkeerrem tijdelijk niet
beschikbaar) wordt weergegeven op het
multi-informatiedisplay
Als de parkeerrem herhaaldelijk gedurende
korte tijd bediend wordt, zal het systeem de
werking beperken om oververhitting te voor-
komen. Gebruik de parkeerrem niet als dit
gebeurt. Na ongeveer 1 minuut zal de wer-
king weer normaal zijn.
■Als “Parking Brake Unavailable” (par-
keerrem niet beschikbaar) wordt weer-
gegeven op het multi-informatiedisplay
Bedien de parkeerremschakelaar. Als de
melding niet verdwijnt nadat de schakelaar
een aantal keer is bediend, zit er mogelijk
een storing in het systeem. Laat de auto
nakijken door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
■Geluid parkeerrem
Wanneer de parkeerrem geactiveerd is, kan
het geluid van een elektromotor (zoemend
geluid) hoorbaar zijn. Dit is normaal en duidt
niet op een storing.
■Werking van parkeerrem
●Afhankelijk van de stand van het contact
gaat het waarschuwingslampje parkeer-
rem branden en blijft het branden zoals
hieronder beschreven:
AAN: Brandt totdat de parkeerrem wordt
gedeactiveerd.
Niet AAN: Blijft gedurende ongeveer 15
seconden branden.
●Wanneer het contact UIT wordt gezet en
de parkeerrem geactiveerd is, zal het
waarschuwingslampje van de parkeerrem
gedurende ongeveer 15 seconden gaan
branden. Dit is normaal en duidt niet op
een storing.
■Bij een storing in de parkeerremschake-
laar
De automatische modus (automatisch active-
ren en deactiveren parkeerrem) wordt auto-
matisch ingeschakeld.
A
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 192 Friday, November 6, 2020 11:27 AM