Page 97 of 260

95
Rijden
6Controleer voordat u de auto verlaat of
de parkeerrem is aangetrokken: de
lampjes op het instrumentenpaneel en de
hendel moeten permanent branden.
Als de parkeerrem niet is aangetrokken, klinkt
er een geluidssignaal en wordt er een melding
weergegeven als het bestuurdersportier wordt
geopend.
Laat kinderen nooit alleen in de auto: ze
zouden de parkeerrem kunnen vrijzetten.
Wanneer de auto staat geparkeerd op
een steile helling, de auto zwaar
beladen is of als een aanhanger wordt
getrokken
Bij een handgeschakelde versnellingsbak
draait u de wielen naar de stoeprand toe en
schakelt u een versnelling in.
Bij een automatische transmissie of
selectiehendel (elektrisch) draait u de wielen
naar de stoeprand toe en zet u de transmissie
in stand P.
Als er een aanhangwagen achter uw auto is
gekoppeld, mag het hellingspercentage bij het
parkeren niet hoger zijn dan 12%.
Handbediende werking
Handmatig vrijzetten
Contact aan of draaiende motor:► Trap het rempedaal in.
► Houd het rempedaal ingetrapt en druk kort op de hendel.
Als u op de hendel drukt zonder het rempedaal in te trappen, wordt de
parkeerrem niet vrijgezet en wordt er een
melding weergegeven.
Handmatig aantrekken
Bij stilstaande auto:► Trek kort aan de hendel.Het lampje voor de hendel gaat knipperen om
het verzoek te bevestigen.
Automatische werking
Automatisch vrijzetten
Controleer eerst of de motor draait en het
bestuurdersportier goed is gesloten.
De elektrische parkeerrem wordt automatisch
geleidelijk vrijgezet bij het wegrijden .
Bij een handgeschakelde versnellingsbak
► Trap het koppelingspedaal volledig
in en schakel de eerste versnelling of de
achteruitversnelling in.
► Geef gas en laat het koppelingspedaal opkomen.
Bij een automatische transmissie
► Trap het rempedaal in.► Selecteer stand D, M of R.► Laat het rempedaal los en geef gas.Met een selectiehendel (elektrisch)► Trap het rempedaal in.
► Selecteer stand D, B of R.► Laat het rempedaal los en geef gas.
Als de parkeerrem bij een auto met een
automatische transmissie of
selectiehendel (elektrisch) niet automatisch
wordt vrijgezet, controleer dan of de
voorportieren goed zijn gesloten.
Als de auto stilstaat met draaiende motor, trap dan niet onnodig het gaspedaal in.
De parkeerrem kan dan worden vrijgezet.
Automatisch aantrekken
Wanneer de auto stilstaat, wordt de parkeerrem
automatisch aangetrokken als u de motor
afzet.
De parkeerrem wordt niet automatisch
aangetrokken als de auto afslaat of de
STOP-stand van het Stop & Start-systeem
wordt ingeschakeld.
In de automatische stand kunt u op elk
moment zelf de parkeerrem met de
hendel aantrekken en vrijzetten.
Page 98 of 260

96
Rijden
Bijzonderheden
De auto met draaiende motor op zijn
plaats houden
Trek kort aan de hendel om de auto met
draaiende motor op zijn plaats te houden.
De auto met uitgeschakelde
parkeerrem parkeren
Bij zeer lage temperaturen (ijs) raden wij
u af om de parkeerrem aan te trekken.
Voorkom dat de auto wegrolt door de
versnellingsbak in een versnelling te zetten
of plaats de wielblokken tegen een van de
wielen.
De auto met vrijgezette parkeerrem op zijn
plaats houden
► Zet de motor af.► Zet het contact weer aan, zonder de motor te starten.► Schakel de parkeerrem handmatig uit door
op de hendel te drukken terwijl u het rempedaal
ingetrapt houdt.
► Zet het contact af.
Bij een auto met een automatische
transmissie of selectiehendel (elektrisch)
wordt stand P automatisch geselecteerd als
het contact wordt afgezet. De wielen zijn dan
geblokkeerd.
Zie het desbetreffende hoofdstuk voor meer
informatie over de vrijloop.
Bij een auto met een automatische
transmissie of selectiehendel (elektrisch)
klinkt er een geluidssignaal als het
bestuurdersportier wordt geopend terwijl
stand N is geselecteerd. Dit stopt als het
bestuurdersportier weer wordt gesloten.
De automatische werking
uitschakelen
Onder bepaalde omstandigheden, bijvoorbeeld
bij zeer koud weer, bij het trekken van een
aanhanger of bij slepen, moet de automatische
werking van het systeem worden uitgeschakeld.
► Start de motor .► Gebruik de hendel om de parkeerrem aan te trekken als deze is vrijgezet.► Laat het rempedaal volledig los.► Houd de hendel 10 tot maximaal 15 seconden in de richting voor het vrijzetten.► Laat de hendel los.► Trap het rempedaal in en houd het ingetrapt.► Trek de hendel 2 seconden in de richting voor
het aantrekken.Dit lampje op het instrumentenpaneel gaat branden om te bevestigen dat de
automatische functies zijn uitgeschakeld.
► Laat de hendel en het rempedaal los.Vanaf dit moment kan de parkeerrem alleen
handmatig met behulp van de hendel worden
aangetrokken en vrijgezet. Herhaal deze procedure voor het inschakelen
van de automatische werking (het lampje op het
instrumentenpaneel gaat ter bevestiging uit).
Noodremfunctie
Wanneer het rempedaal niet werkt of in
uitzonderlijke situaties (bijvoorbeeld wanneer de
bestuurder onwel wordt of bij het geven van rijles
(indien wettelijk toegestaan)), kan de auto tot
stilstand worden gebracht door continu aan de
hendel van de elektrische parkeerrem te trekken.
De auto blijft remmen zolang er aan de hendel
wordt getrokken en het remmen stopt als de
hendel wordt losgelaten.
De ABS- en DSC-systemen zorgen ervoor dat
de auto stabiel blijft wanneer de noodremfunctie
actief is.
Bij een storing in het systeem van de
noodremfunctie verschijnt de melding
"Parkeerrem defect" op het instrumentenpaneel.
Bij een storing in de ABS- en DSC-systemen, aangegeven door
het branden van een of beide
waarschuwingslampjes op het
instrumentenpaneel, kan de stabiliteit van de
auto niet meer worden gegarandeerd.
De bestuurder moet de auto dan stabiel houden
door afwisselend aan de hendel te trekken en
deze weer los te laten tot de auto stilstaat.
Page 99 of 260

97
Rijden
6Handgeschakelde
5-versnellingsbak
Inschakelen van de
achteruitversnelling
► Trap het koppelingspedaal volledig in.► Beweeg de versnellingspook helemaal naar rechts en vervolgens naar achteren.
Schakel de achteruitversnelling alleen in
als de auto stilstaat en de motor
stationair draait.
Voor uw veiligheid en om het starten van
de motor te vergemakkelijken:
– Zet de versnellingspook altijd in de neutraalstand.– Trap het koppelingspedaal in.
Handgeschakelde
6-versnellingsbak
Inschakelen van de 5e of 6e
versnelling
► Beweeg de versnellingshendel zo ver mogelijk naar rechts om de 5e of 6e versnelling in
te schakelen.
Doet u dit niet, dan kan de
versnellingsbak zwaar beschadigd raken
(per ongeluk inschakelen van de 3
e of 4e
versnelling).
De achteruitversnelling
inschakelen
► Trek de ring onder de knop omhoog en beweeg de versnellingshendel eerst naar links
en dan naar voren.
Schakel de achteruitversnelling alleen in
als de auto stilstaat en de motor
stationair draait.
Voor uw veiligheid en om het starten van
de motor te vergemakkelijken:
– Zet de versnellingshendel altijd in de neutraalstand.– Druk het koppelingspedaal in.
Automatische transmissie (EAT6)
Bij deze automatische transmissie met 6
versnellingen kunt u kiezen voor automatisch of
handmatig schakelen.
Er zijn twee gebruiksmogelijkheden:
– Automatisch schakelen: het schakelen wordt
elektronisch aangestuurd door de transmissie.
– Handmatig schakelen: in deze stand kan de
bestuurder zelf sequentieel schakelen.
Page 100 of 260

98
Rijden
Selectiehendelmodule
P.Parkeren– Stilstaande auto, met aangetrokken
of losgelaten parkeerrem.– Starten van de motor .
R.Achteruitversnelling– Achteruitrijden, stilstaande auto, stationair draaiende motor.
N. Neutraalstand
– Stilstaande auto, met aangetrokken parkeerrem.– Starten van de motor .
D.Automatische werking
M. + / - Handmatig schakelen
► Duw de hendel naar voren of naar achteren om terug of op te schakelen.
Informatie op het
instrumentenpaneel
Als de selectiehendel in een stand van het
schakelpatroon staat, gaat het desbetreffende
lampje op het instrumentenpaneel branden.
P.Parkeerstand
R. Achteruitversnelling
N.Neutraalstand
D. Drive (rijden, automatisch schakelen)
1...6. Ingeschakelde versnelling bij handmatig
schakelen
-. Schakelcommando in de handbediende
stand niet opgevolgd
De auto starten
► Zet, met het rempedaal ingetrapt, de selectiehendel in stand P of N.► Start de motor.Als niet aan deze voorwaarden is voldaan, klinkt
een geluidssignaal en wordt er een melding
weergegeven.
► Trap met een draaiende motor het rempedaal in.► Zet de parkeerrem vrij als deze niet in de automatische stand staat.► Selecteer stand R, D of M.► Laat het rempedaal geleidelijk los.De auto begint onmiddellijk te rijden.
Als tijdens het rijden per ongeluk de
stand N wordt geselecteerd, laat het
motortoerental dan zakken tot stationair
toerental, zet de selectiehendel in de stand D
en trap het gaspedaal weer in.
Als de motor stationair draait, het rempedaal is losgelaten en de stand R,
D of M is geselecteerd, zet de auto zich zelfs
al in beweging als het gaspedaal niet is
ingetrapt.
Laat bij een draaiende motor daarom geen
kinderen alleen in de auto achter.
Trek de parkeerrem aan en selecteer de
stand P indien er onderhoudswerkzaamheden
moeten worden uitgevoerd bij een draaiende
motor.
Automatische werking
► Selecteer de stand D om automatisch te
laten schakelen tussen de zes versnellingen.
De transmissie werkt dan in de auto-adaptieve
stand; u hoeft zelf niet te schakelen. De
transmissie kiest voortdurend de meest
geschikte versnelling, afhankelijk van de rijstijl,
het profiel van de weg en de belading van de
auto.
Voor een maximale acceleratie zonder de stand
van de selectiehendel te wijzigen, dient u het
gaspedaal volledig in te trappen (kickdown).
De transmissie schakelt automatisch terug of
handhaaft de ingeschakelde versnelling totdat de
motor het maximum toerental bereikt.
Bij het remmen schakelt de transmissie
automatisch terug voor een betere
motorremwerking.
Om de veiligheid te verbeteren schakelt de
transmissie niet naar een hogere versnelling als
u het gaspedaal plotseling loslaat.
Page 101 of 260

99
Rijden
6Zet de selectiehendel nooit in de stand N
als de auto rijdt.
Zet de selectiehendel nooit in de stand P of R
als de auto niet volledig stilstaat.
Handmatig schakelen
U kunt het brandstofverbruik beperken wanneer u langere tijd met draaiende
motor stilstaat (bijvoorbeeld in de file) door de
selectiehendel in stand N te zetten en de
parkeerrem aan te trekken.
► Wanneer u de hendel in stand M zet,
kunt u sequentieel schakelen tussen de zes
versnellingen.
► Beweeg de selectiehendel kort naar achteren om één versnelling op te schakelen.► Beweeg de selectiehendel kort naar voren om één versnelling terug te schakelen.
Het schakelen naar een andere versnelling kan
alleen als de rijsnelheid en het motortoerental dit
toestaan, anders wordt er tijdelijk overgegaan op
de automatische modus.
D verdwijnt en op het instrumentenpaneel
worden de achtereenvolgend
ingeschakelde versnellingen weergegeven.
Bij een te laag of te hoog toerental knippert de
geselecteerde versnelling enkele seconden
waarna de werkelijk ingeschakelde versnelling
wordt weergegeven.
Er kan elk moment van stand D naar stand M
worden geschakeld.
Als de auto stopt of langzaam rijdt, kiest de
transmissie automatisch stand M1.
Dit symbool verschijnt als een versnelling
niet goed is ingeschakeld (de
selectiehendel bevindt zich tussen twee standen
in).
De auto uit zetten
Voordat u de motor afzet, kunt u de
selectiehendel in de stand P of N zetten om de
transmissie in de neutraalstand te zetten.
Trek in beide gevallen de parkeerrem aan om de
auto te blokkeren (als de parkeerrem niet in de
automatische stand staat).
Als de selectiehendel niet in de stand P
staat, klinkt bij het openen van het
bestuurdersportier of na ongeveer 45
seconden een geluidssignaal en verschijnt
een melding op het display.
► Zet de selectiehendel weer in stand P; het
geluidssignaal stopt en de melding verdwijnt.
Storing
Wanneer het contact is ingeschakeld en er zich een storing voordoet, gaat dit
waarschuwingslampje branden en wordt er een
melding weergegeven.
De transmissie werkt dan met een
noodprogramma en de 3
e versnelling blijft ingeschakeld. Tijdens het schakelen van P
naar R en van N naar R is het mogelijk dat u
een behoorlijke schok voelt (deze heeft geen
gevolgen voor de transmissie).
Rijd niet harder dan 100 km/h (afhankelijk van de geldende snelheidslimiet).
Laat het systeem controleren door een
PEUGEOT-dealer of een gekwalificeerde
werkplaats.
De transmissie kan beschadigd raken:– Wanneer het gaspedaal en de rempedalen tegelijkertijd worden ingetrapt.– Wanneer er een probleem met de accu is waardoor de selectiehendel vanuit stand P
naar een andere stand wordt geforceerd.
Automatische transmissie (EAT8)
Automatische transmissie met acht versnellingen
en een impulsselectiehendel. De transmissie
biedt ook de mogelijkheid handmatig te
schakelen met de schakelflippers achter het
stuurwiel.
Standen van de
selectiehendel
P. Parkeerstand
Parkeren van de auto: de voorwielen worden
geblokkeerd.
R. Achteruitversnelling
Page 102 of 260

100
Rijden
N.Neutraalstand
Om de auto te verplaatsen met afgezet
contact, of om de vrijloop te gebruiken.
Zie het desbetreffende hoofdstuk voor meer
informatie over de vrijloop.
D. Rijden in de automatische stand
De transmissie schakelt zelf de juiste
versnelling in, op basis van uw rijstijl, het
wegprofiel en de belading van de auto.
M. Rijden in de handmatige stand
De bestuurder kan schakelen met de
schakelflippers.
Impulsselectiehendel
A.Toets P
Voor het inschakelen van de parkeerstand. B.
Toets Unlock
Om de transmissie te deblokkeren en, met
ingetrapt rempedaal, vanuit stand P een
andere stand te selecteren of stand R
te selecteren.
Houd deze toets ingedrukt voordat u de
selectiehendel beweegt.
C. Toets M
Om vanuit stand D over te schakelen op de
handbediende stand.
(Afhankelijk van de uitvoering: met Full
Park Assist kunt u de handbediende stand
inschakelen via de schakelaar DRIVE MODE)
D. Lampjes voor de transmissiestand (P, R, N,
D)
► Beweeg de hendel een of twee keer naar voren (N of R) of naar achteren (N of D), indien
nodig tot voorbij het weerstandspunt.
De hendel gaat terug naar zijn oorspronkelijke
positie wanneer u de hendel loslaat.
Als u bijvoorbeeld van P naar R wilt schakelen,
duwt u de hendel twee keer naar voren zonder
het weerstandspunt te passeren of een keer
waarbij u wel het weerstandspunt passeert:
– In het eerste geval gaat de transmissie van P
naar N en vervolgens van N naar R.
– In het tweede geval gaat de transmissie direct van P naar R.
Schakelflippers
In stand M of D kan de bestuurder met de
schakelflippers schakelen.
Met de flippers is het niet mogelijk om de
neutraalstand of de achteruitversnelling in
te schakelen of uit de achteruitversnelling te
schakelen.
Page 103 of 260

101
Rijden
6► Beweeg flipper "+” of "-” kort naar u toe
om naar een hogere of lagere versnelling te
schakelen.
Informatie op het
instrumentenpaneel
Wanneer het contact wordt aangezet,
wordt de status van de transmissie op het
instrumentenpaneel weergegeven:
P : Parkeerstand.
R : Achteruitversnelling.
N : Neutraalstand.
D1...D8 : Automatische stand.
M1...M8 : Handbediende stand.
- : Schakelcommando in de handbediende stand
niet opgevolgd.
Als het contact aan staat en het
bestuurdersportier wordt geopend, dan wordt
er een melding weergegeven waarin u wordt
gevraagd om de transmissie in stand P te zetten.
Werking
Als bij draaiende motor het rempedaal
moet worden ingetrapt en/of de toets
Unlock moet worden ingedrukt om van
stand te veranderen, wordt dit aangegeven
met een waarschuwingsmelding op het
instrumentenpaneel.
Alleen de verzoeken voor het veranderen van
de stand die correct uitvoerbaar zijn, worden
uitgevoerd.
Als bij draaiende motor en vrijgezette
parkeerrem stand R, D of M wordt
geselecteerd, zet de auto zich in beweging
zonder dat u het gaspedaal hoeft in te
trappen.
Trap nooit tegelijkertijd op het gas- en het rempedaal - Kans op beschadiging van
de transmissie!
Plaats bij een lege accu altijd de met het
boordgereedschap meegeleverde wielblokken
tegen een van de wielen om de auto op zijn
plaats te houden.
Deblokkeren van de transmissie
– Vanuit stand P:► Trap het rempedaal volledig in.► Druk op de toets Unlock.► Selecteer een andere stand terwijl u het rempedaal ingetrapt en de toets Unlock
ingedrukt houdt.
– Als de neutraalstand N is geselecteerd en bij een snelheid lager dan 5 km/u:
► Trap het rempedaal volledig in.► Selecteer een andere stand terwijl u het rempedaal ingetrapt houdt.
Inschakelen van de achteruitversnelling
► Breng de auto volledig tot stilstand.► Trap het rempedaal in en druk daarna op de toets Unlock.► Houd het pedaal ingetrapt en de toets ingedrukt en selecteer stand R.
Permanente handbediende stand
Inschakelen van de stand:
Bij EAT8 zonder toets Full Park Assist:
► Met stand D geselecteerd.► Druk op toets M; het groene lampje in de
toets gaat branden.
Bij EAT8 en toets Full Park Assist:
► Druk op de schakelaar DRIVE MODE.► Selecteer de “Handmatige” stand: deze verschijnt op het instrumentenpaneel.
Uitschakelen van de stand:
► Duw de hendel één keer naar voren om stand D weer te selecteren.
of
► Druk op toets M; het lampje in de toets gaat
uit.
of
► Selecteer een andere stand met de schakelaar DRIVE MODE.
Afzetten van het contact
Zet het contact alleen af als de auto stilstaat.
Activeren van de vrijloop
Zie het desbetreffende hoofdstuk voor meer
informatie over de vrijloop.
Als u het bestuurdersportier opent terwijl
stand N is geselecteerd, klinkt er een
geluidssignaal. Het geluidssignaal stopt zodra
u het bestuurdersportier sluit.
Page 104 of 260

102
Rijden
Bijzonderheden van de automatische
stand
De transmissie schakelt zelf de meest geschikte
versnelling in, waarbij rekening wordt gehouden
met de buitentemperatuur, het wegprofiel,
de belading van de auto en de rijstijl van de
bestuurder.
Trap voor een maximale acceleratie het
gaspedaal volledig in (kick-down): De
transmissie schakelt automatisch terug of
handhaaft de ingeschakelde versnelling totdat de
motor het maximumtoerental bereikt.
Met de schakelflippers kan de bestuurder tijdelijk
zelf schakelen als de wagensnelheid en het
motortoerental dit toelaten.
Bijzonderheden van de handbediende
stand
De transmissie schakelt alleen een andere
versnelling in als de wagensnelheid en het
motortoerental dit toelaten.
Starten van de auto
Vanuit stand P:► Trap het rempedaal volledig in.► Start de motor.► Houd het rempedaal ingetrapt en druk op de toets Unlock.► Duw de hendel een of twee keer naar achteren om de automatische stand
D te selecteren of naar voren om de
achteruitversnelling R in te schakelen.
Vanuit de neutraalstand N:► Trap het rempedaal volledig in.► Start de motor.► Houd het rempedaal ingetrapt, druk de selectiehendel naar achteren om de
automatische stand D te selecteren of naar
voren terwijl u de toets Unlock indrukt om de
achteruitversnelling R in te schakelen.
En daarna vanuit stand D of R:
► Laat het rempedaal los.► Geef geleidelijk gas om de elektrische parkeerrem automatisch vrij te zetten.
De auto begint onmiddellijk te rijden.
Het aanduwen van de auto om de motor
te starten is bij een auto met een
automatische transmissie niet toegestaan.
Parkeren van de auto
Ongeacht de stand van de transmissie wordt bij
het afzetten van het contact automatisch stand P
ingeschakeld.
Alleen als de transmissie in stand N staat, wordt
stand P pas na 5 seconden ingeschakeld (om de
vrijloop te kunnen activeren).
Controleer of stand P inderdaad is ingeschakeld
en of de elektrische parkeerrem automatisch is
aangetrokken; zo niet, trek de parkeerrem dan
handmatig aan.
De desbetreffende lampjes van de selectiehendel en de hendel van de
elektrische parkeerrem, en de lampjes op het
instrumentenpaneel moeten branden.
Storing in de transmissie
Dit waarschuwingslampje gaat branden, in combinatie met een geluidssignaal en
een melding.
Neem contact op met een PEUGEOT-dealer of
een gekwalificeerde werkplaats.
Rijd niet sneller dan 100 km/u, waar dat is toegestaan.
De transmissie gaat over op het
noodprogramma: de transmissie wordt
geblokkeerd in de derde versnelling van stand
D, de schakelflippers werken niet meer en stand
M kan niet meer worden gebruikt. U kunt een
hevige schok voelen als de achteruitversnelling
wordt ingeschakeld. Dit is niet schadelijk voor de
transmissie.
Storing in de selectiehendel
Kleine storing
Dit waarschuwingslampje gaat branden, in combinatie met een melding en een
geluidssignaal.
Rijd voorzichtig en neem contact op met een
PEUGEOT-dealer of een gekwalificeerde
werkplaats.
In bepaalde gevallen gaan de lampjes van de
selectiehendel niet meer branden, maar wordt
de status van de transmissie nog wel op het
instrumentenpaneel weergegeven.