166Rijden en bediening9Waarschuwing
Voorkom dat er AdBlue in uw ogen
of op uw huid komt.
Bij contact met de ogen of de huid
met water uitspoelen.
Voorzichtig
Voorkom dat er AdBlue op het lakwerk komt.
Bij contact met water afspoelen.
AdBlue bevriest bij een temperatuur
van ongeveer -11 °C. Aangezien de
auto is uitgevoerd met een AdBlue-
voorverwarmer, is er ook bij lage
temperaturen minder uitstoot. De
AdBlue-voorverwarmer werkt auto‐
matisch.
Het karakteristieke AdBlue-verbruik
is zo'n 22 l per 10.000 km tot
15.000 km afhankelijk van het rijge‐
drag (bijv. zware belasting of rijden
met een aanhangwagen).
Peilwaarschuwingen
Afhankelijk van de berekende actie‐
radius van de AdBlue verschijnen er
verschillende berichten op het Driver
Information Center. De berichten en
de beperkingen zijn wettelijk vereist.
1. De eerste mogelijke waarschu‐ wing is Vul additief bij: starten
geblokkeerd over 2400 km .
Bij inschakelen van het contact,
verschijnt deze waarschuwing
even met de berekende actiera‐
dius. Daarbij licht controlelampje
B op en klinkt er een geluids‐
signaal. Doorrijden is zonder
enige beperkingen mogelijk.
2. Het volgende waarschuwingsni‐ veau wordt bereikt bij een actiera‐
dius van minder dan 800 km. Het
bericht met de huidige actieradius
verschijnt altijd bij het inschakelen van het contact. Daarbij licht
controlelampje B op en klinkt
er een geluidssignaal. Tank AdBlue bij voordat u naar het
volgende waarschuwingsniveau
gaat.Onderweg klinkt het geluidssig‐
naal en verschijnt het bericht elke
100 km totdat de AdBlue-tank is
bijgevuld.
3. Het volgende waarschuwingsni‐ veau wordt bereikt bij een actiera‐dius van minder dan 100 km. Het
bericht met de huidige actieradius
verschijnt altijd bij het inschakelen
van het contact. Daarbij knippert
controlelampje B en klinkt er
een geluidssignaal. Vul zo spoe‐
dig mogelijk AdBlue bij voordat
het AdBlue-reservoir geheel leeg
is. Anders kan de motor niet opnieuw worden gestart.
Onderweg klinkt het geluidssig‐
naal en verschijnt het bericht elke 10 km totdat de AdBlue-tank is
bijgevuld.
4. Het laatste waarschuwingsniveau
wordt bereikt wanneer de AdBlue- tank leeg is. Opnieuw starten van
de motor is niet mogelijk. Het
volgende waarschuwingsbericht
verschijnt:
Vul additief bij: Starten
geblokkeerd
Rijden en bediening167Daarbij knippert controlelampje
B en klinkt er een geluidssig‐
naal.
Vul de AdBlue-tank zoveel dat er
minstens 5 l in zit, omdat u anders de motor niet kunt starten.
Let op
Afhankelijk van de motor kunnen er
verschillende peilen van toepassing
zijn.
Waarschuwingen m.b.t. hoge
uitstoot
Bij een storing in de emissieregeling
verschijnen er verschillende berich‐
ten op het Driver Information Center.
De berichten en de beperkingen zijn wettelijk vereist.
1. Als een storing voor het eerst wordt gedetecteerd, verschijnt de
waarschuwing Emissiestoring.
Daarbij lichten controlelampjes
B , C en W op en klinkt er
een geluidssignaal. Doorrijden is
zonder enige beperkingen moge‐
lijk.
Als het een tijdelijke storing is,
verdwijnt de waarschuwingtijdens de volgende rit, na zelfdi‐
agnose van de emissieregeling.
2. Als de storing wordt bevestigd door de emissieregeling,
verschijnt het volgende bericht:
Emissiestoring: starten geblokkeerd over 1100 km .
Daarbij lichten controlelampjes
B , C en W op en klinkt er
een geluidssignaal.
Onderweg verschijnt het bericht
elke 30 s zolang als de storing
aanhoudt.
3. Bij het bereiken van het laatste waarschuwingsniveau verschijnt
het volgende waarschuwingsbe‐
richt:
Emissiestoring: Starten
geblokkeerd
Daarbij lichten controlelampjes
B , C en W op en klinkt er
een geluidssignaal.
Roep de hulp in van een werk‐
plaats.AdBlue bijvullenVoorzichtig
Gebruik alleen AdBlue die aan de
Europese normen DIN 70 070 en
ISO 22241-1 voldoet.
Gebruik geen additieven.
Verdun AdBlue niet.
Anders kan het systeem voor
selectieve katalysatorreductie
beschadigd raken.
Let op
Gebruik wanneer er op een pomp‐ station geen pomp met een vulpis‐
tool voor personenauto's beschik‐
baar is alleen AdBlue-flessen of -
jerrycans met een afgedichte tank‐
adapter om bij te tanken, om terug‐
spatten en morsen te voorkomen en
om ervoor te zorgen dat de dampen uit de AdBlue-tank worden opgeno‐
men en niet eruit stromen. AdBlue in
flessen of jerrycans is verkrijgbaar
168Rijden en bedieningbij veel pompstations en is te koop
bij bijv. Opel dealers en andere
detailhandelaars.
Controleer vóór het bijtanken van
AdBlue de houdbaarheidsdatum ervan, omdat het maar beperkt
meegaat.
Let op
Vul de AdBlue-tank zoveel dat er minstens 5 l in zit om ervoor te
zorgen dat het nieuwe AdBlue-peil wordt geregistreerd.
Als het systeem het bijtanken van
AdBlue niet detecteert:
1. Rijd gelijkmatig gedurende 10 min. en zorg daarbij dat de
rijsnelheid hoger is dan 20 km/h.
2. Als het systeem detecteert dat er
AdBlue bijgetankt is, verdwijnen
de actieradiuswaarschuwingen
of -beperkingen i.v.m. AdBlue.
Roep de hulp van een werkplaats in
als het systeem nog steeds niet
detecteert dat er AdBlue bijgetankt
is.
Bij het bijtanken van AdBlue bij
temperaturen van minder dan
-11 °C wordt dit wellicht niet door hetsysteem gedetecteerd. Parkeer de
auto in dat geval op een locatie met
een hogere buitentemperatuur
totdat de AdBlue weer vloeibaar wordt.
Let op
Bij het losschroeven van de tankdop
van de vulpijp kunnen er ammoniak‐
dampen vrijkomen. Adem deze
dampen niet in, omdat ze scherp
geuren. Eventueel ingeademde
dampen zijn onschadelijk.
Tank de AdBlue-tank helemaal vol.
Doe dit als het waarschuwingsbericht over het voorkomen van opnieuwstarten van de motor al is versche‐
nen.
Zet de auto op een vlakke onder‐
grond.
1. Sleutel uit contactslot verwijde‐ ren.
2. Open het bestuurdersportier ombij de AdBlue-klep te kunnen
komen.
3. Open de AdBlue-klep door een vinger in de sleuf in het onderge‐
deelte van de klep te steken. Trek de klep naar voren.
Rijden en bediening169
4. Schroef de tankdop van devulpijp.
5. Open de AdBlue-jerrycan.
6. Sluit een uiteinde van de slang aan op de jerrycan en schroef het
andere uiteinde op de vulpijp.
7. Til de jerrycan op totdat deze leeg
is of totdat er niets meer uit de
jerrycan stroomt. Dit kan zo'n 5
minuten duren.
8. Zet de jerrycan op de grond om de
slang te laten leeglopen, wacht
15 s.
9. Schroef de slang van de vulpijp.
10. Breng de tankdop aan en schroef deze rechtsom vast.
Let op
Voer de AdBlue-jerrycan volgens de
lokale milieuregels af. De slang kan
worden hergebruikt na doorspoelen met water voordat de AdBlue
opdroogt.Automatische
versnellingsbak
Met de automatische versnellingsbak
kunt u zowel automatisch (automati‐
sche modus) als handmatig schake‐
len (handmatige modus).
In de handgeschakelde modus kunt u
met de hand schakelen.Type A
Zet de keuzehendel in de stand D,
druk op M naast de keuzehendel en
schakel met de stuurwielpeddels + en
- .Type B
Zet de keuzehendel in M en schakel
met de stuurwielpeddels + en -.
Handgeschakelde modus 3 171.
Schakelen 3 170.
272Service en onderhoudHet systeem wordt af fabriek gevuld
met koelvloeistof die een uitstekende
corrosiebescherming biedt en vorst‐
bestendig is tot ca. –37 °C. Deze
concentratie het gehele jaar in stand
houden. Extra koelvloeistofadditie‐
ven die bedoeld zijn om extra corro‐
siebestendigheid te bieden of om
kleine lekken te dichten kunnen func‐
tiestoringen veroorzaken. Aanspra‐
kelijkheid voor eventuele gevolgen
van het gebruik van extra koelvloei‐
stofadditieven wordt niet aanvaard.
Sproeiervloeistof Gebruik uitsluitend voor de auto
goedgekeurde sproeiervloeistof om
schade aan wisserbladen, lakwerk,
kunststof en rubberen onderdelen te
voorkomen. De hulp van een werk‐
plaats inroepen.
Rem- en koppelingsvloeistof
Remvloeistof absorbeert na verloop
van tijd vocht waardoor de remmen
minder efficiënt werken. De remvloei‐ stof moet daarom na het aangegeven interval worden ververst.AdBlue
Gebruik AdBlue alleen voor het terug‐
brengen van het aandeel stikstof‐
oxide in de uitstoot van uitlaatgassen 3 165.
280Technische gegevensAdBlue-tankAdBlue, tankinhoud [I]22
Bandenspanningswaarden
Vivaro Van Raadpleeg voor de bandenspanningswaarden van een specifieke auto het informatie-etiket bandenspanning op de B-stijl.
Het informatie-etiket bandenspanning vermeldt de originele bandenmaat en de bijbehorende bandenspanningswaarden.
Standaard nuttige last
Auto met max. 3 inzittendenBij maximale beladingBandenvoorachtervoorachter[kPa/bar] ([psi])[kPa/bar] ([psi])[kPa/bar] ([psi])[kPa/bar] ([psi])215/65 R16280/2,8 (41)310/3,1 (45)300/3,0 (44)350/3,5 (51)215/60 R17280/2,8 (41)310/3,1 (45)320/3,2 (46)350/3,5 (51)225/55 R17300/3,0 (44)250/2,5 (36)300/3,0 (44)280/2,8 (41)
286KlantinformatieDivX, LLC
DivX ®
en DivX Certified ®
zijn gedepo‐
neerde handelsmerken van DivX,
LLC.Google Inc.
Android™ en Google Play™ Store zijn handelsmerken van Google Inc.Verband der Automobilindustrie e.V.
AdBlue ®
is een gedeponeerd
handelsmerk van de VDA.Registratie van
voertuigdata en privacy
Event Data Recorders(EDR)
Er zijn elektronische regeleenheden
in uw auto gemonteerd. Regeleenhe‐ den verwerken gegeven die, bijvoor‐
beeld, afkomstig zijn van autosenso‐
ren of die de regeleenheden zelf
aanmaken of onderling uitwisselen.
Sommige regeleenheden zijn vereist
voor een veilige werking van uw auto,
andere bieden ondersteuning tijdens
het rijden (bestuurdersondersteu‐
ningssystemen) of verzorgen
comfort- of Infotainmentfuncties.
Hieronder volgt algemene informatie
over gegevensverwerking in de auto.
U vindt extra informatie over welke
specifieke gegevens worden
geüpload, opgeslagen en doorgege‐
ven aan derden en voor welke doel‐
einden in uw auto onder het trefwoord
Gegevensbescherming gekoppeld
aan de verwijzingen voor de desbe‐
treffende functionele eigenschappen
in de desbetreffende gebruikershand‐leiding of in de algemene verkoop‐
voorwaarden. U kunt deze ook online
inzien.
Bedieningsgegevens in de auto Regeleenheden verwerken gege‐
vens voor bediening van de auto.
Dergelijke gegevens omvatten,
bijvoorbeeld:
● statusinformatie over de auto (bijv. snelheid, massatraagheid,
dwarsversnelling, snelheid van
de afzonderlijke wielen, lampje "veiligheidsgordels omgedaan")
● omgevingsomstandigheden (bijv. temperatuur, regensensor,
afstandssensor)
De meeste van deze gegevens zijn
vluchtig van aard en worden alleen in de auto zelf verwerkt, zodat ze niet
buiten de bedieningsperiode om
bewaard blijven. Regeleenheden
(met inbegrip van de autosleutel)
gebruiken vaak een voorziening voor
gegevensopslag. Dit om tijdelijke of
permanente opslag mogelijk te
maken met betrekking tot de autocon‐
ditie, de belasting van componenten,
290TrefwoordenlijstAAan/Uit-knop ............................... 157
Aanbevolen vloeistoffen en smeermiddelen ..............271, 275
Aanduidingen op banden ..........245
Aanhangerkoppeling ..................212
Aanhangerstabilisatie ................217
Aanhanger trekken ....................213
Accessoires en modificaties van auto ........................................ 219
Accu ........................................... 224
Achterdeuren ................................ 31
Achterklep..................................... 34 achterklepruit ................................ 45
Achterlichten .............................. 234
Achterruitverwarming ................... 46
Achterste zijruiten ........................45
Achteruitkijkcamera ...................205
Achteruitrijlichten .......................138
Actieve noodrem ................118, 195
Adaptieve cruise control .....117, 185
AdBlue ................................ 116, 165
Afmetingen auto ........................279
Airbag deactiveren ....................... 68 Airbag-deactivering .................... 113
Airbag en gordelspanners .........113
Airbaglabel.................................... 63
Airbagsysteem ............................. 63
Airconditioning ........................... 144Airconditioning regelmatig
aanzetten ............................... 154
Alarmknipperlichten ...................136
Algemene informatie .................. 212
Algemene richtlijnen voor het rijden ....................................... 156
Andere auto slepen ...................261
Antiblokkeersysteem .................174
Antiblokkeersysteem (ABS) .......114
Armsteun ...................................... 53
Autogegevens ............................ 275
Autokrik....................................... 243
Automatische botsingsmelding (ACN) ...................................... 131
Automatische dimfunctie .............42
Automatische verlichting ............ 134
Automatische versnellingsbak ...169
Automatisch vergrendelen ...........29
Auto ontgrendelen .........................6
Auto slepen ................................ 260
Auto stallen ................................. 219
Autostop ............................. 116, 160
Autozoekverlichting ....................141
B Bagageruimte ................34, 83, 138
Bagageruimte-afdekking .............83
Bagageruimteverlichting .............138
Bandenreparatieset ...................249
Bandenspanning .......................246