Page 49 of 244

op het display verschijnt een bericht
met het verzoek om bevestiging;
druk op de knoppen+of–om "Ja"
te selecteren (om het inschakelen/
uitschakelen te bevestigen) of "Nee"
(om te annuleren);
druk kort op de knop MENU;er
verschijnt een bevestigingsbericht van
de gekozen instelling waarna wordt
teruggekeerd naar het menuscherm of,
als de knop ingedrukt gehouden wordt,
wordt teruggekeerd naar het
standaardscherm zonder op te slaan.
Reset banden (reset iTPMS)
(Voor bepaalde versies/markten)
Met deze functie kan het iTPMS
gereset worden (zie paragraaf “iTPMS”).
Ga als volgt te werk om de
Resetprocedure uit te voeren:
druk kort op de knop MENUop
het display wordt Reset weergegeven;
druk op de knop+of–om te
selecteren (“Ja” of “Nee”);
druk kort op de knop MENUop
het display wordt "Bevestigen"
weergegeven;
selecteer met een druk op knop+of
–("Ja" om te resetten of "Nee" om de
pagina te verlaten). Een bericht dat
het resetten bevestigt zal worden
weergegeven;
druk nogmaals op de MENU-knop
om terug te keren naar het
standaardscherm of het hoofdmenu
afhankelijk van waar u zich in het menu
bevindt.
HOOGTEREGELING
KOPLAMPEN
Druk, met de contactsleutel in de stand
MAR en ingeschakeld dimlicht, op de
knop – om de koplampen omhoog
te verstellen of op de knop om de
koplampen omlaag te verstellen.TRIP COMPUTER
ALGEMENE INFORMATIE
De Trip Computer geeft informatie over
de werking van de auto weer wanneer
de contactsleutel in de stand MAR
staat.
Met deze functie kunnen twee
afzonderlijke functies worden
aangemaakt, “Trip A” en Trip B”
genaamd, waarmee grootheden tijdens
reis van de auto worden vastgelegd.
Beide functies werken onafhankelijk van
elkaar. Voor bepaalde versies/markten
zijn ook "Instant info" en "Best
gemiddeld verbruik" beschikbaar.
Zowel Trip A als Trip B kunnen op nul
worden gezet (reset - start van een
nieuwe rit).
“Trip A”kan worden gebruikt om de
waarden weer te geven over:
Actieradius (voor bepaalde
versies/markten, waar voorzien)
Afgelegde afstand A
Gemiddeld verbruik A
Huidig verbruik (voor bepaalde
versies/markten)
Gemiddelde snelheid A
Reistijd A (rijtijd)
“Trip B”toont de volgende waarden:
Afgelegde afstand B
47
Page 50 of 244
Gemiddeld verbruik B
Gemiddelde snelheid B
Reistijd B (rijtijd)
OPMERKING “Trip B” kan worden
uitgeschakeld. De parameters
“Actieradius” en “Huidig verbruik"
kunnen niet worden gereset.
In "Best gemiddeld verbruik" wordt in
de ECO-modus een scherm
weergegeven waarin het beste
gemiddelde verbruik wordt samengevat
(waar aanwezig).
Het symbool
geeft de beste
prestaties weer. Deze informatie kan
worden gereset door Trip A te resetten.
48
KENNISMAKING MET HET INSTRUMENTENPANEEL
Page 51 of 244

LAMPJES EN BERICHTEN
BELANGRIJKE OPMERKINGEN
BELANGRIJK Lampjes worden vergezeld van een specifiek bericht en/of een geluidssignaal, wanneer van toepassing. Deze
meldingen zijn korte waarschuwingen en mogen vanwege hun beknopte karakter niet worden beschouwd als volledig en/of
een alternatief voor de informatie die is opgenomen in het Instructieboek. Het wordt daarom geadviseerd het instructieboek
altijd aandachtig te lezen. In geval van een storingsmelding moet men zich altijd aan de instructies houden die in dit hoofdstuk
zijn beschreven.
BELANGRIJK De storingen die op het display worden weergegeven, kunnen worden onderverdeeld in twee categorieën:
ernstige storingen en minder ernstige storingen. Ernstige storingen worden herhaaldelijk en langdurig weergegeven. Minder
ernstige storingen worden kort herhaaldelijk weergegeven. De weergavecyclus van beide categorieën kan worden onderbroken
door op de knop MENU
te drukken. Het lampje op het instrumentenpaneel blijft branden tot de oorzaak van de storing is
verholpen.
LAMPJES OP INSTRUMENTENPANEEL
Rode waarschuwingslampjes
Waarschuwingslampje Wat het betekent
roodGORDELVERKLIKKER
Het lampje gaat continu branden wanneer bij stilstaand voertuig de veiligheidsgordel aan bestuurders- of
passagierszijde (indien een passagier aanwezig is) niet is omgelegd.
Wanneer met de auto wordt gereden met niet goed omgelegde veiligheidsgordels, dan gaat het lampje
knipperen en klinkt er een geluidssignaal.
Neem, voor permanente uitschakeling van het geluidssignaal (de zoemer) van het SBR-systeem. (Seat Belt
Reminder)-systeem neem contact op met een Fiat Servicenetwerk. Het systeem kan te allen tijde via het
Set-up-menu weer ingeschakeld worden.
49
Page 52 of 244

Waarschuwingslampje Wat het betekent
rood
geel
geel
(versies met multifunctioneel
display)
geel
(versies met kleurendisplay)STORING EBD
Wanneer de waarschuwingslampjes bij draaiende motor tegelijk gaan branden, dan is er een storing in het
EBD-systeem of is het systeem niet beschikbaar. In dit geval kunnen de achterwielen bij hard remmen
plotseling blokkeren waardoor de auto begint te slippen. Bij sommige versies verschijnt een speciaal
bericht op het display.
Rijd zeer voorzichtig naar de dichtstbijzijnde werkplaats van het Fiat Servicenetwerk om het systeem te
laten controleren.
roodLAADSTROOM ACCU ONVOLDOENDE
Wanneer de contactsleutel in de stand MAR wordt gedraaid, gaat het lampje branden. Het moet doven
nadat de motor is gestart (als de motor stationair draait, kan het voorkomen dat het lampje iets later dooft).
Als het waarschuwingslampje blijft branden of het symbool op het display blijft staan (bij sommige versies)
samen met een speciaal bericht op het display, onmiddellijk contact opnemen met het Fiat Servicenetwerk.
50
KENNISMAKING MET HET INSTRUMENTENPANEEL
Page 53 of 244

Waarschuwingslampje Wat het betekent
roodSTORING AIRBAGSYSTEEM
Het lampje gaat branden wanneer de contactsleutel naar de stand MAR wordt gedraaid, maar het moet
even later doven.
Het lampje blijft continu branden als er een storing in het airbagsysteem is. Bij sommige versies verschijnt
een speciaal bericht op het display.39) 40)
BELANGRIJK
39)Als, wanneer de contactsleutel naar MAR wordt gedraaid, hetlampje niet gaat branden of blijft branden tijdens het rijden, dan is er
mogelijk een storing in de veiligheidssystemen; in dat geval kunnen de airbags of gordelspanners niet in werking treden bij een ongeval of, in
een zeer beperkt aantal gevallen, onbedoeld in werking treden. Laat het systeem onmiddellijk controleren door het Fiat Servicenetwerk
alvorens verder te rijden.
40)De storing van het
waarschuwingslampje wordt, afhankelijk van de versie, aangegeven door het aangaan van hetsymbool op het
display of door het knipperen van hetwaarschuwingslampje. In dat geval kan hetlampje mogelijk geen storingen in de
veiligheidssystemen aangeven. Laat het systeem controleren door het Fiat Servicenetwerk alvorens verder te rijden.
51
Page 54 of 244
Waarschuwingslampje Wat het betekent
roodREMVLOEISTOF BENEDEN PEIL/HANDREM AANGETROKKEN
Het lampje gaat branden wanneer de contactsleutel naar de stand MAR wordt gedraaid, maar het moet
even later doven.
Remvloeistofniveau te laag
Dit lampje gaat branden wanneer het remvloeistofniveau in het reservoir zich onder het minimumpeil
bevindt, bijvoorbeeld door een lek in het remcircuit. Bij sommige versies verschijnt een speciaal bericht op
het display.41)
Handrem aangetrokken
Het lampje gaat branden wanneer de handrem is aangetrokken.
Op bepaalde versies, als de auto in beweging is, klinkt er ook een geluidssignaal.
BELANGRIJK Controleer of de handrem niet is aangetrokken als het lampje tijdens het rijden gaat branden.
BELANGRIJK
41)Als hetwaarschuwingslampje tijdens het rijden gaat branden (bij sommige versies verschijnt ook een bericht op het display), zet dan
de motor onmiddellijk af en neem contact op met het Fiat Servicenetwerk.
52
KENNISMAKING MET HET INSTRUMENTENPANEEL
Page 55 of 244
Waarschuwingslampje Wat het betekent
roodMOTOROLIEDRUK TE LAAG
Wanneer de contactsleutel in de stand MAR wordt gedraaid, gaat het lampje branden (voor bepaalde
versies/markten), maar het moet doven zodra de motor is gestart.
OPMERKING voor bepaalde versies/markten kan het indicatielampje geel zijn.
Het lampje gaat branden of het symbool wordt permanent weergegeven, samen met een bericht op het
display (voor bepaalde versies/markten) wanneer het systeem detecteert dat de motoroliedruk laag is.
42)
BELANGRIJK
42)Als hetlampje tijdens het rijden gaat branden (bij sommige versies verschijnt er ook een bericht op het display), zet dan de motor
onmiddellijk af en neem contact op met het Fiat Servicenetwerk.
53
Page 56 of 244

Waarschuwingslampje Wat het betekent
roodTE HOGE KOELVLOEISTOFTEMPERATUUR
Het lampje gaat branden wanneer de contactsleutel naar de stand MAR wordt gedraaid, maar het moet
even later doven.
Het lampje of symbool op het display gaat branden wanneer de motor oververhit is, op sommige versies,
samen met een speciale melding op het display.
Tijdens een normale rit: breng de auto tot stilstand, zet de motor af en controleer of het
koelvloeistofniveau in het reservoir niet onder het MIN-teken staat. Als dit het geval is, wacht dan tot de
motor is afgekoeld, draai vervolgens langzaam en voorzichtig de dop open, vul koelvloeistof bij en
controleer of het peil tussen het MIN- en MAX-teken op het reservoir staat. Controleer ook op de
aanwezigheid van vloeistoflekken. Als na het starten het lampje opnieuw gaat branden, neem dan contact
op met het Fiat Servicenetwerk.
Wanneer de auto onder veeleisende omstandigheden wordt gebruikt(bijv. het heuvel optrekken
van een aanhanger of volledig beladen voertuig): snelheid minderen en, als het lampje blijft branden, de
auto tot stilstand brengen. Stop gedurende twee of drie minuten met lopende motor en geef een beetje
gas om de circulatie van de koelvloeistof te vergemakkelijken, schakel vervolgens de motor uit. Controleer
of het koelvloeistofpeil correct is, zoals hiervoor beschreven is.
BELANGRIJK Het is raadzaam om onder zware bedrijfsomstandigheden de motor voor het afzetten enkele
minuten te laten draaien met het gaspedaal iets ingetrapt.
Bij sommige versies verschijnt een speciaal bericht op het display.
roodSTORING "DUALOGIC" VERSNELLINGSBAK
Wanneer de contactsleutel naar MAR wordt gedraaid, gaat dit lampje branden maar het moet na enkele
seconden doven.
Het lampje gaat knipperen, er verschijnt een speciaal bericht op het display en er klinkt een geluidssignaal
om een storing in de versnellingsbak aan te geven.31)
54
KENNISMAKING MET HET INSTRUMENTENPANEELBELANGRIJK
31)Neem zo snel mogelijk contact op met het Fiat Servicenetwerk in geval van een storing in de versnellingsbak om het systeem te laten
controleren.