84
Automatische verstelling
van de koplampen met "Full
LED "-technologie
In het geval van een storing
gaat dit lampje branden op het
instrumentenpaneel, in combinatie met
een melding en een geluidssignaal.
Raak de "Full LED"-koplampen niet aan.
Elektrocutiegevaar!
Om verblinding van andere weggebruikers te
voorkomen corrigeert dit systeem automatisch de
hoogte van de lichtbundel van dit type koplampen
overeenkomstig de belading van de auto.
Het systeem zet in dat geval de koplampen in de
laagste stand.
Laat het systeem controleren door het CITROËN-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
- als de lampjes "AUTO" en "Grootlicht"
blauw brandden, zal het systeem
overschakelen op het dimlicht.
Geef nogmaals een lichtsignaal om de functie
weer te activeren.
Er kunnen storingen in de werking van het
systeem optreden:
-
b
ij slecht zicht (sneeuw, zware
regenval enz.),
-
a
ls het gedeelte van de voorruit voor
de camera vuil, beslagen of bedekt is
(bijvoorbeeld met een sticker),
-
a
ls de verlichting van uw auto wordt
weerkaatst door spiegelende of
reflecterende panelen (bijvoorbeeld
verkeersborden).
Het systeem schakelt de functie tijdelijk uit
als het dichte mist detecteert.
Het systeem detecteert geen:
-
w
eggebruikers die geen verlichting
voeren, zoals voetgangers,
-
v
oertuigen waar van de verlichting
wordt afgeschermd (bijvoorbeeld door
een vangrail op de snelweg),
-
v
oertuigen die zich aan de top of de
voet van een steile helling, in een
bocht of op een zijweg bevinden.Koplampen verstellen
Handmatige verstelling van
de halogeenkoplampen
Verstel de halogeenkoplampen afhankelijk van
de belading van uw auto om verblinding van
medeweggebruikers te voorkomen.
0 Alleen bestuurder of bestuurder +
voorpassagier.
1 5
personen.
4 5
personen + belading in de
bagageruimte.
5 Bestuurder + belading in de bagageruimte.
Stand " 0": basisinstelling.
Verlichting en zicht