13
Selecteer "Mijn bestemmingen ".
Selecteer het tabblad " Contact".
Selecteer een contact in de lijst om de
navigatie te starten.
Naar nuttige plaatsen (POI)
De nuttige plaatsen (POI) zijn onder verdeeld in
verschillende categorieën.
Druk op Navigatie om de
hoofdpagina weer te geven.
Druk op de toets " MENU" om de secundaire
pagina weer te geven.
Selecteer " Points of interest ".
Selecteer het tabblad " Reizen",
" Activiteiten ", "Commercieel ",
" Openbaar " of "Geografisch ".
Of Selecteer " Zoeken" om de naam
en het adres van een "POI" in te
voeren. Druk op "
OK" om de
routeberekening te starten.
Naar een punt op de kaart
Druk op Navigatie om de
hoofdpagina weer te geven.
Versleep de kaart met uw vinger naar de
gewenste locatie.
Selecteer de bestemming door op de kaart te
drukken. Tik op het scherm om een
markeerpunt te plaatsen en een
submenu weer te geven.
Druk op deze toets om de navigatie
te starten.
Of Druk op deze toets om het
weergegeven adres op te slaan.
Door enige tijd op een punt te drukken wordt
een lijst van POI's in de omgeving geopend.
Naar GPS-coördinaten
Druk op Navigatie om de
hoofdpagina weer te geven. Versleep de kaart met uw vinger naar de
gewenste locatie.
Raak het scherm met een vinger aan om naar
het volgende afbeelding te gaan.
Druk op deze toets om de
wereldkaart weer te geven.
Zoom met behulp van het raster
in op het gewenste land of de
gewenste regio.
Druk op deze toets om de GPS-
coördinaten weer te geven of in te
voeren.
Er wordt een markeerpunt weergegeven
in het midden van het scherm, met
de coördinaten " Breedtegraad" en
" Lengtegraad ".
Selecteer de soort coördinaten:
DMS voor: Graden (Degrees), Minuten, Seconden
DD voor: Graden (Degrees), Decimalen.
Druk op deze toets om de navigatie
te starten.
Of Druk op deze toets om het
weergegeven adres op te slaan.
OF Druk op deze toets om met het
virtuele toetsenbord de waarde voor
"Breedtegraad " in te voeren.
.
CITROËN Connect Nav
15
OFDruk op Applicaties om de
hoofdpagina weer te geven.
Druk op de toets " OPTIES" om de secundaire
pagina te openen.
Selecteer " Verbinding wifi-
netwerk ".
Selecteer het tabblad " Beveiligd" of
" Niet beveiligd " of "Opgeslagen ".
Selecteer een netwerk.
Voer met het virtuele toetsenbord de
"code " van het wifi-netwerk en het
" wachtwoord " in. Met online navigatie beschikt u
over de
volgende diensten.
Een pakket Connected Services:
-
We e r,
-
Tankstations,
-
Parkeren,
-
Verkeer,
-
P
OI lokaal zoeken.
Een pakket "Gevarenzone" (optioneel).
Specifieke instellingen voor
de online navigatie
Druk op de toets " MENU" om de secundaire
pagina weer te geven. Selecteer "
Instellingen ".
Selecteer " Kaart".
Druk op " OK" om de verbinding tot
stand te brengen.
Beperkingen m.b.t. het gebruik:
-
M
et CarPlay
® kan uitsluitend de wifi-
verbinding worden gedeeld.
-
M
et MirrorLink
TM kan uitsluitend de
USB-verbinding worden gedeeld.
De kwaliteit van de diensten is afhankelijk
van de kwaliteit van de netwerkverbinding. Als "TOMTOM TR AFFIC" wordt
weergegeven, zijn de diensten
beschikbaar.
Werkingsprincipes en normen zijn
permanent aan verandering onderhevig.
Om te zorgen voor een optimale
communicatie tussen de smartphone
en het systeem, wordt geadviseerd
om het besturingssysteem van uw
smar tphone en de datum en tijd op
zowel de smar tphone als het systeem
up-to-date te houden. Druk op Navigatie om de
hoofdpagina weer te geven. Activeer of deactiveer:
-
"
Doorgeven van
gevarenzones toestaan ".
- "
Begeleiding naar
eindbestemming te voet "
- "
Adviessnelheid weergeven "
Dit moet per profiel worden
ingesteld.
Selecteer " Waarschuwingen ".
Activeer of deactiveer:
-
"Waarschuwen voor parkeerplaatsen
in de buur t ", "Melding tankstation ",
" Waarschuwen voor gevaarlijke
zones ", "Waarschuwen voor
zone met risico op ongevallen ",
selecteer vervolgens het
waarschuwingspictogram,
" Geluidssignaal", " Waarschuwen
nabijheid POI 1 ", "Waarschuwen
nabijheid POI 2 ".
Als u gebruik wilt maken van online navigatie,
moet u
de optie " Versturen van gegevens
toestaan " in "Instellingen" aanvinken.
.
CITROËN Connect Nav
16
Waarschuwingen voor
"gevarenzones "
Om waarschuwingen voor gevarenzones
te ontvangen, selecteert u
de optie:
" Doorgeven van gevarenzones
toestaan ".
Druk op Navigatie om de
hoofdpagina weer te geven.
Druk op de toets " Een nieuwe
gevarenzone doorgeven " op
de balk aan de zijkant of de
bovenste balk van het touchscreen
(afhankelijk van de uitrusting).
Selecteer de optie " Ty p e" om het
type "Gevarenzone" te selecteren.
Selecteer de optie " Snelheid" en vul
deze in met het virtuele toetsenbord. Druk op "
OK" om de gegevens op te
slaan en te verzenden.
Versturen van gegevens
toestaan
Druk op Instellingen om de
hoofdpagina weer te geven.
Druk op de toets " OPTIES" om de secundaire
pagina te openen.
Selecteer " Systeembeheer ".
Selecteer het tabblad " Privacymodus".
Activeer of deactiveer:
-
"Niet delen (gegevens, positie
auto) ".
-
"Alleen gegevens delen "
-
"Gegevens en positie auto
delen "
Updaten van het pakket
"Gevarenzones "
Druk op Instellingen om de
hoofdpagina weer te geven.
Druk op de toets " OPTIES" om de secundaire
pagina te openen.
Selecteer " Systeembeheer ". Selecteer het tabblad
"
Systeeminfo ".
Selecteer " Raadplegen " om
de versie van de in het systeem
geïnstalleerde modules te bekijken.
Selecteer " Nog uit te voeren
update(s) ".
U kunt de updates van het systeem en
de kaartgegevens downloaden vanaf de
website van het merk.
U vindt daar ook de updateprocedure.
Zodra u de updates hebt gedownload, moet
d e installatie op de auto worden uitgevoerd bij
draaiende motor en stilstaande auto.
Het weerbericht weergeven
Druk op Navigatie om de
hoofdpagina weer te geven.
Druk op deze toets om de lijst van
beschikbare diensten weer te geven.
Selecteer " Kaart raadplegen ".
U kunt "Notificaties" op de bovenste balk
op ieder moment openen.
De weergave van gevarenzones is
afhankelijk van de lokale wetgeving en het
afsluiten van een abonnement op de dienst.
CITROËN Connect Nav
19
Internet-browser
Druk op Applicaties om de
hoofdpagina weer te geven.
Druk op " Connectiviteit " om naar de functie
" Internet-browser " te gaan.
Druk op " Internet-browser " om de startpagina
van de browser te openen.
Selecteer het land waar u
verblijft.
Druk op " OK" om uw keuze op te
slaan en de browser te starten.
De internetverbinding komt tot stand via
een van de netwerkverbindingen van de
auto of van de gebruiker.
Bluetooth-verbinding®
Activeer de Bluetooth-functie van uw telefoon
en zorg er voor dat deze "zichtbaar is voor
iedereen" (configuratie van de telefoon).
Procedure via de telefoon
Selecteer de naam van het systeem
in de lijst van gedetecteerde
apparaten.
Accepteer op het systeem het verzoek om een
verbinding met de telefoon te maken. Voltooien van het koppelen, ongeacht of
dit vanaf de telefoon of het systeem wordt
gedaan: bevestig de weergegeven code
zowel op de telefoon als op het systeem.
Procedure via het systeem
Druk op Applicaties
om de
hoofdpagina weer te geven.
Druk op de toets " OPTIES" om de secundaire
pagina te openen.
Druk op "Bluetooth-verbinding ".
Selecteer "Zoeken".
Er wordt een lijst van de waargenomen
telefoons weergegeven.
Als het koppelen niet is gelukt, wordt geadviseerd
de Bluetooth-functie van de telefoon even uit te
zetten en opnieuw te activeren.
Selecteer de naam van de telefoon
in de lijst.
Afhankelijk van het type telefoon hebt u
de
optie om de overdracht van uw contacten
en berichten wel of niet te accepteren.
Verbinding delen
Het systeem stelt 3 verbindingsprofielen voor
d e telefoon voor:
-
"Telefoon " (handsfree-set, uitsluitend
telefoon),
-
"Streaming " (streaming: draadloos
afspelen van audiobestanden van de
telefoon),
-
"Gegevens mobiel internet ".
Om gebruik te kunnen maken van online
navigatie moet het profiel "Gegevens mobiel
internet " zijn geselecteerd (indien uw auto
niet beschikt over de diensten "Urgence-
noodoproep" en "Assistance-pechhulpoproep"),
nadat u
eerst op de smartphone het delen van
de mobiele dataverbinding hebt geactiveerd.
Selecteer één of meer profielen.
Druk op " OK" om te bevestigen.
Wifi-verbinding
Netwerkverbinding via de wifi van de
smartphone.
Druk op Applicaties om de
hoofdpagina weer te geven.
Druk op de toets " OPTIES" om de secundaire
pagina te openen.
.
CITROËN Connect Nav
20
Selecteer "Verbinding wifi-
netwerk ".
Selecteer het tabblad " Beveiligd" of
" Niet beveiligd " of "Opgeslagen ".
Selecteer een netwerk.
Voer met het virtuele toetsenbord de
"code " van het wifi-netwerk en het
" wachtwoord " in.
Druk op " OK" om de verbinding tot
stand te brengen.
U kunt alleen gebruikmaken van de wifi-
verbinding en de wifi-verbinding delen.
Wifi-verbinding delen
Aanmaken van een lokaal wifi-netwerk door het
systeem. Druk op Applicaties om de
hoofdpagina weer te geven.
Druk op de toets " OPTIES" om de secundaire
pagina te openen.
Selecteer " Wifi-verbinding delen ".Selecteer het tabblad "
Activering" om het
delen van de wifi-verbinding te activeren of te
deactiveren.
En/of
Selecteer het tabblad " Instellingen" om de
naam van het netwerk van het systeem en het
wachtwoord te wijzigen.
Druk op "OK" om te bevestigen.
Om uzelf te beschermen tegen niet-
geautoriseerde toegang en alle systemen
zo veilig mogelijk te maken, wordt het
gebruik van een beveiligingscode of een
complex wachtwoord aanbevolen.
Verbindingen beheren
Druk op Applicaties om de
hoofdpagina weer te geven.
Druk op de toets " OPTIES" om de secundaire
pagina te openen.
Selecteer " Verbinding beheren ".
Via deze functie kunt u
zien welke Connected
Ser vices u
gebruikt en welke beschikbaar zijn,
en kunt u
de verbindingsmethode wijzigen.
Radio
Een radiozender selecteren
Druk op Radio Media om de
hoofdpagina weer te geven.
Druk op " Frequentie ".
Druk op een van de toetsen voor
automatisch zoeken naar een
radiozender.
Of Verplaats de cursor om handmatig
omhoog en omlaag te scrollen door
de frequenties.
Of Druk op Radio Media om de
hoofdpagina weer te geven.
Druk op de toets " OPTIES" om de secundaire
pagina te openen.
Selecteer " Radiozenders " op de
tweede pagina.
Druk op " Frequentie ".
Voer de frequentie in met het
virtuele toetsenbord.
Voer eerst de eenheden in en klik
dan op de decimale zone, om de
cijfers achter het decimale punt in
te voeren.
CITROËN Connect Nav
21
Druk op "OK" om te bevestigen.
De radio-ontvangst kan worden verstoord
door het gebruik van elektrische apparatuur
die niet door het merk is goedgekeurd, zoals
een op de 12V-aansluiting aangesloten lader
met USB-aansluiting.
Er kunnen storingen in de ontvangst optreden
door obstakels in de omgeving (bergen,
gebouwen, tunnels, parkeergarages enz.),
ook als de RDS-functie is ingeschakeld. Dit is
een normaal verschijnsel bij radiogolven en
kan in geen enkel opzicht worden gezien als
een defect van het audiosysteem.
Een zender opslaan
Selecteer een zender of een frequentie.
(zie de desbetreffende rubriek).
Druk op " Voorkeuzezenders ".
Houd de toets waaronder u
de
zender wilt opslaan lang ingedrukt.
Veranderen van frequentieband
Druk op Radio Media om de
hoofdpagina weer te geven.
Druk op "Band…" rechtsboven op het scherm,
om de frequentieband te wijzigen.
RDS inschakelen/uitschakelen
Druk op Radio Media om de
hoofdpagina weer te geven.
Druk op de toets " OPTIES" om de secundaire
pagina te openen.
Selecteer " Radio-instellingen ".
Selecteer " Algemeen".
Activeer/deactiveer " Volgen van
zenders ".
Druk op " OK" om te bevestigen.
Als de RDS-functie is geactiveerd, zoekt
de radio steeds naar de sterkste frequentie
van een zender, zodat u
ernaar kunt blijven
luisteren. Onder bepaalde omstandigheden
zijn sommige RDS-zenders echter niet
in het hele land te ontvangen doordat de
zenders niet het hele land dekken. Daardoor
kan de zender tijdens het rijden wegvallen.
Tekstberichten weergeven
Met de functie "Radiotekst" worden door de
radiozender meegestuurde tekstberichten
weergegeven die betrekking hebben op het
radiostation of de muziek waarnaar geluisterd wordt.
Druk op Radio Media om de
hoofdpagina weer te geven.
Druk op de toets " OPTIES" om de secundaire
pagina te openen.
Selecteer " Radio-instellingen ".
Selecteer " Algemeen".
Activeer/deactiveer " Weergeven
radiotekst ".
Druk op " OK" om te bevestigen.
TA-berichten beluisteren
De TA-functie (Traffic Announcement)
geeft voorrang aan het luisteren naar de
verkeersinformatie. Om te worden geactiveerd
moet deze functie een radiozender die deze
berichten uitzendt, goed kunnen ontvangen. Zodra
een verkeersinformatiebericht wordt uitgezonden,
wordt de geluidsbron die op dat moment wordt
weergegeven automatisch onderbroken voor de
weergave van het TA-verkeersinformatiebericht.
Zodra dit bericht is afgelopen, wordt de weergave
van de oorspronkelijke geluidsbron hervat.
Selecteer " Berichten".
Activeer/deactiveer " Verkeersinfo".
Druk op " OK" om te bevestigen.
.
CITROËN Connect Nav
22
Digitale radio (DAB, Digital
Audio Broadcasting)
Digitale radio
Digitale radio zorgt voor een betere
geluidskwaliteit.
Via "multiplex /bundels" kunt u kiezen uit
radiozenders die op alfabetische volgorde
zijn gerangschikt.
Druk op Radio Media om de
hoofdpagina weer te geven.
Druk rechtsboven van het scherm op "Band…"
om de DAB -band weer te geven.
Automatisch volgen DAB-FM
"DAB" is niet overal beschikbaar.
Als het digitale signaal niet goed is,
kunt u
met "Automatisch volgen DAB-
FM" dezelfde zender blijven beluisteren
doordat het systeem automatisch
overschakelt op de desbetreffende
analoge FM-zender (indien beschikbaar).
Druk op Radio Media om de
hoofdpagina weer te geven.
Druk op de toets " OPTIES" om de secundaire
pagina te openen. Selecteer "
Radio-instellingen ".
Selecteer " Algemeen".
Activeer/deactiveer " Automatisch
volgen DAB- FM ".
Activeer/deactiveer " Volgen van
zenders ".
Druk op " OK".
Als "Automatisch volgen DAB-FM" is
geactiveerd, kan er sprake zijn van een
verschil van enkele seconden als het systeem
overschakelt op de analoge "FM"-zender en
kan het geluidsvolume veranderen.
Als de kwaliteit van het digitale signaal weer
goed is, schakelt het systeem automatisch
weer over op "DAB".
Als de "DAB"-zender waarnaar wordt
geluisterd niet beschikbaar is als "FM"-
zender (optie " DAB- FM" grijs weergegeven)
of als "Automatisch volgen DAB/FM" niet is
geactiveerd, wordt het geluid onderbroken
als het digitale signaal te zwak wordt.
Media
USB-aansluiting
Steek de USB-stick in de USB-aansluiting
of sluit het USB-apparaat via een kabel (niet
meegeleverd) op de USB-aansluiting aan.
Gebruik geen USB-verdeelstekker, om
beschadiging van het systeem te voorkomen.
Het systeem maakt gebruik van afspeellijsten
(in het tijdelijke geheugen). Het aanmaken
van deze lijsten kan enkele seconden of soms
enkele minuten duren nadat het apparaat voor
de eerste keer is aangesloten.
Het verminderen van het aantalniet-
muziekbestanden en het aantal afspeellijsten
zal het aanmaken van deze afspeellijsten
versnellen.
Elke keer dat het contact wordt afgezet of dat
een USB-stick wordt aangesloten, worden de
afspeellijsten bijgewerkt. De lijsten worden in
het geheugen opgeslagen: als de lijsten niet
zijn gewijzigd, is de laadtijd korter.
CITROËN Connect Nav
25
Selecteer "Zoeken".
Er wordt een lijst van de waargenomen
telefoons weergegeven.
Als het koppelen niet is gelukt, wordt geadviseerd
de Bluetooth-functie van de telefoon even uit te
zetten en opnieuw te activeren.
Selecteer de naam van de telefoon
in de lijst.
Verbinding delen
Het systeem stelt 3 verbindingsprofielen voor
d e telefoon voor:
-
"Telefoon " (handsfree-set, uitsluitend
telefoon),
-
"Streaming audio " (streaming: draadloos
afspelen van audiobestanden van de
telefoon),
-
"Gegevens mobiel internet ".
Selecteren van het profiel; "Gegevens mobiel
internet " is vereist voor online navigatie,
nadat u
eerst op de smartphone het delen van
de mobiele dataverbinding hebt geactiveerd.
Selecteer één of meer profielen.
Druk op " OK" om te bevestigen.
Afhankelijk van het type telefoon heeft u de
o ptie om de overdracht van uw contacten
en berichten wel of niet te accepteren.
Automatisch opnieuw verbinden
Wanneer u terugkomt in uw auto met de
t elefoon waarmee het laatst verbinding is
gemaakt, wordt deze automatisch herkend
en wordt er binnen ongeveer 30
seconden
na het aanzetten van het contact
automatisch een koppeling met de telefoon
gemaakt (Bluetooth ingeschakeld).
Wijzigen van het verbindingsprofiel:
Druk op Telefoon om de
hoofdpagina weer te geven.
Druk op de toets " OPTIES" om de secundaire
pagina te openen.
Selecteer " Bluetooth-verbinding "
voor het weergeven van de lijst van
gekoppelde apparatuur.
Druk op de toets "details".
Selecteer één of meer profielen.
Druk op " OK" om te bevestigen.
De mogelijkheid van het systeem om maar één
profiel te koppelen hangt af van de telefoon.
Als dit niet mogelijk is, worden standaard alle
drie de verbindingsprofielen geselecteerd.
De beschikbaarheid van de diensten is
afhankelijk van het netwerk, de simkaart en
de compatibiliteit van de gebruikte Bluetooth-
apparaten. Controleer in de handleiding
van de telefoon en in de informatie van uw
provider over welke diensten u
beschikt.
Profielen die compatibel zijn met het
systeem: HFP, OPP, PBAP, A 2DP,
AVRCP, MAP en PAN.
Kijk op de website van het merk voor meer
informatie (compatibiliteit, aanvullende
instructies, enz.).
Beheer van telefoonverbindingen
Met behulp van deze functie kan een apparaat met het
systeem worden verbonden of de verbinding worden
verbroken, en kan een koppeling ongedaan worden gemaakt.
Druk op Telefoon om de
hoofdpagina weer te geven.
Druk op de toets " OPTIES" om de secundaire
pagina te openen.
.
CITROËN Connect Nav