2020 BMW X1 Instructieboekjes (in Dutch)

4Rijassistentiesystemen5Rijbelevingsschakelaar
iDrive
Principe iDrive
omvat
de
functies
van
een
groot
aantalschakelaars.
Deze
functies
kunnen
via
de
conjtroller
worden
bediend.
Toetsen
op
Controller
ToetsFunctieEenmaal
indrukken:
hoofdmenu
oproej
pen.
Tweemaal
indrukken:
alle
menupunten van
het
menu
weergeven.Menu
Communicatie
oproepen.Menu
Media/Radio
oproepen.Bestemmingsinvoermenu
van
de
navijgatie
oproepen.Kaart
van
de
navigatie
oproepen.Eenmaal
indrukken:
vorig
beeldvensteroproepen.
Ingedrukt
houden:
laatst
gebruikte
mej nu's
oproepen.Menu
Opties
oproepen.
Spraakinvoer
Spraakinvoer
inschakelen
1.

Toets
op
het
stuurwiel
indrukken.2.Geluidssignaal
afwachten.3.Commando
uitspreken.Het
symbool
geeft
aan
dat
het
spraakgej
stuurde
systeem
actief
is.
Mogelijkerwijs
zijn
geen
andere
commando's
mogelijk,
de
functie
in
dit
geval
via
iDrive
bediej nen.
Spraakinvoer
be

Instellen
en
bedienenStoelen,
spiegels
en
stuur
Handmatig
verstelbare
stoelen
1Langsrichting2Bovenbeensteun3Zittinghoek4Lendensteun5Rugleuningbreedte6Hoogte7Rugleuninghoek
Elektrisch
verstelbare
stoelen
1Geheugenfunctie2Rugleuningbreedte3Lendensteun4Rugleuninghoek5Langsrichting,
hoogte,
kantelingHoofdsteun
instellen
Hoogte'xNaar
boven:
hoofdsteunen
naar
boven
schuij
ven.'xOmlaag:
toets
indrukken,
pijl
1,
en
hoofdj
steun
omlaagschuiven.
Buitenspiegels
instellen
1Instellen2Spiegel
selecteren,
parkeerfunctie3In-
en
uitklappenSeite
18KORTE
INSTRUCTIEInstellen
en
bedienen18
Online
Edition
for
Part
no.
01405A02AF9
-
II/20

Stuurwiel
verstellenManuele
stuurwielverstelling1.Contact
inschakelen.2.Hendel
naar
beneden
klappen.3.Stuurwiel
in
langsrichting
en
hoogte
aanpasj
sen
aan
de
stoelpositie.4.Hendel
weer
terugdrukken.5.Ontsteking
eventueel
weer
uitschakelen.
Geheugenfunctie
Principe Met
de
geheugenfunctie
kunnen
de
volgende
inj
stellingen
opgeslagen
en
indien
benodigd
opgej
roepen
worden:
'xZitpositie.'xBuitenspiegelpositie.'xHoogte
van
het
Head-Up
Display.
Opslaan
1.Contact
inschakelen.2.Gewenste
stand
instellen.3.

Toets
indrukken.
LED
in
de
toets
brandt.4.Gewenste
toets
1
of
2
indrukken,
zolang
de
LED
brandt.
LED
dooft.
Oproepen
Gewenste
toets
1
of
2
indrukken.
De
opgeslagen
positie
wordt
automatisch
opgej
roepen.
Het
proces
wordt
afgebroken
als
een
schakelaar van
de
stoelverstelling
of
een
van
de
memory- toetsen
wordt
ingedrukt.
Het
instellen
van
de
stoelpositie
aan
bestuurj derszijde
wordt
tijdens
het
rijden
na
korte
tijd
onjderbroken.
Infotainment
Radio Bedieningselementen
1Verkeersinformatie2Entertainmentbron
wisselen3Geluid
aan/uit,
volume4Afhankelijk
van
de
uitvoering:
cd/dvd
uitwerj
pen5Afhankelijk
van
de
uitvoering:
cd/dvd-station6Zender/titel
wisselen7Voorkeuzetoetsen
Navigatie
reisdoel
invoeren
Reisdoel
invoeren
via
adres
Via
iDrive:
Land
1.Navigatie2.

AdresinvoerSeite
19Instellen
en
bedienenKORTE
INSTRUCTIE19
Online
Edition
for
Part
no.
01405A02AF9
-
II/20

3.Land 4.Land
in
de
lijst
selecteren.
Adres
invoeren
1.Plaats/postcode 2.Letters
of
cijfers
invoeren.3.Controller
naar
rechts
kantelen
om
de
plaats
of
de
postcode
in
de
lijst
te
selecteren.4.Straat 5.Straat
op
dezelfde
manier
als
de
plaats
invoej ren.6.Huisnummer/kruising 7.Naar
de
lijst
met
huisnummers
en
kruisingenwisselen.8.Huisnummer
of
kruising
selecteren.
Routebegeleiding
starten
Routebegeleiding
starten
Indien
alleen
de
plaats
is
ingevoerd:
routebegej leiding
naar
plaatsmidden
wordt
gestart.
Mobiele
telefoon
verbinden
Na
de
eenmalige
verbinden
met
de
auto
kan
de mobiele
telefoon
via
iDrive,
de
toetsen
op
het
stuurwiel
en
per
spraakinvoer
worden
bediend.
1.Mijn
auto2.iDrive
instellingen3.Mobiele
apparaten4.Nieuw
apparaat
verbinden5.Functies
selecteren
waarvoor
de
mobiele
tej
lefoon
gebruikt
moet
worden.
De
Bluetooth-naam
van
de
auto
wordt
op
het Control
Display
weergegeven.6.De
verdere
handelingen
via
de
mobiele
telejfoon
uitvoeren,
zie
de
handleiding
van
de,mobiele
telefoon:
bijvoorbeeld
Bluetooth-apj
paraat
zoeken,
verbinden
of
nieuw
apparaat.De
Bluetooth-naam
van
de
auto
wordt
op
het
display
van
de
mobiele
telefoon
weergegej ven.
Bluetooth-naam
van
de
auto
selecteren.7.Afhankelijk
van
het
mobiele
apparaat
wordt
ereen
controlenummer
weergegeven
of
moethet
controlenummer
zelf
worden
ingevoerd.'xWeergegeven
controlenummer
op
het
Control
Display
vergelijken
met
het
conj
trolenummer
op
het
display
van
het
appaj raat.
Controlenummer
in
het
apparaat
en
in
het Control
Display
bevestigen.'xHetzelfde
controlenummer
in
het
appajraat
en
via
iDrive
invoeren
en
bevestigen.
Het
apparaat
wordt
verbonden
en
in
de
appaj
ratenlijst
weergegeven.
Telefoneren
Gesprek
aannemen
Binnenkomende
gesprekken
kunt
u
via
iDrive
of met
de
toets
op
het
stuurwiel
aannemen.
Via
iDrive


Aannemen
Via
de
toets
op
het
stuurwiel Toets
indrukken.
Nummers
kiezen
1.Communicatie2.Nummer
kiezen3.Cijfers
invoeren.4.

Symbool
selecteren.
De
verbinding
wordt
opgebouwd
via
de
mobiele
telefoon
waaraan
de
functie
Telefoon
is
toegewezen.
Verbinding
tot
stand
brengen
via
de
extra
telej foon:
1.

Toets
indrukken.2.Bellen
viaSeite
20KORTE
INSTRUCTIEInstellen
en
bedienen20
Online
Edition
for
Part
no.
01405A02AF9
-
II/20

Apple
CarPlay-voorbereiding
Principe CarPlay
maakt
het
mogelijk
om
bepaalde
funcjties
van
een
compatibele
Apple
iPhone
via
Siri-
spraakinvoer
en
via
iDrive
te
bedienen.
Voorwaarden
voor
een
correcte
werking'xCompatibele
iPhone.
iPhone
5
of
nieuwer
met
iOS
7.1
of
nieuwer.'xOvereenkomstig
contract
voor
mobiele
telej
fonie.'xOp
de
Phone
zijn
Bluetooth,
WLAN
en
de Siri-spraakbediening
ingeschakeld.
Bluetooth
en
CarPlay
inschakelen
Via
iDrive:
1.Mijn
auto2.iDrive
instellingen3.Mobiele
apparaten4.Instellingen5.De
volgende
instellingen
selecteren:'xBluetooth'xApple
CarPlay
iPhone
met
CarPlay
aanmelden iPhone
via
Bluetooth
bij
de
auto
aanmelden.
Als
functie
CarPlay
selecteren:


Apple
CarPlay
De
iPhone
wordt
met
de
auto
verbonden
en
in
de
apparatenlijst
weergegeven.
Seite
21Instellen
en
bedienenKORTE
INSTRUCTIE21
Online
Edition
for
Part
no.
01405A02AF9
-
II/20

OnderwegRijden
Motor
starten
en
afzetten
Contact
aan/uit
'xAan:
start/stop-knop
indrukj
ken.
De
controle-
en
waarschuj
wingslampjes
branden
niet
alj
lemaal
even
lang.'xUit:
start/stop-knop
opnieuw
indrukken.
Alle
controlelampjes
doven.'xStandby-modus
van
de
radio:
bij
uitgeschaj keld
contact
aan/uit-knop
op
de
radio
indrukjken
of
bij
lopende
motor
start/stop-knop
inj
drukken.
Een
aantal
stroomverbruikers
blijft
gebruiksj klaar.
Motor
starten/afzetten
Steptronic-versnellingsbak:
starten
1.Rempedaal
indrukken.2.Start/stop-knop
indrukken.
Handmatige
versnellingsbak:
starten
1.Rempedaal
indrukken.2.Koppelingspedaal
indrukken
en
vrijstand
injschakelen.3.Start/stop-knop
indrukken.
Steptronic-versnellingsbak:
afzetten
1.Bij
stilstaande
auto
de
parkeerrem
aantrekj
ken.2.Keuzehendelstand
P
inschakelen.3.Start/stop-knop
indrukken.Handmatige
versnellingsbak:
afzetten1.Bij
stilstaande
auto
de
start-/stop-toets
inj drukken.2.Eerste
versnelling
of
achteruitversnelling
inj
schakelen.3.Parkeerrem
bedienen.
Automatische
start-stop-functie
Manuele
versnellingsbak:
schakelt
bij
stilstand automatisch
de
motor
uit,
om
brandstof
te
bej
sparen.
Zodra
het
koppelingspedaal
wordt
ingej
trapt,
start
de
motor
automatisch.
Steptronic-versnellingsbak:
schakelt
de
motor
bij
stilstand
zelf
uit,
om
brandstof
te
besparen.
Zoj
dra
het
rempedaal
wordt
losgelaten,
start
de
moj
tor
automatisch.
Parkeerrem
Vastzetten Aan
schakelaar
trekken.
De
led
op
de
schakelaar
en
het
controlej
lampje
op
het
instrumentenpaneel
branden.
Vrijzetten Met
ingeschakeld
contact:
Manuele
versnellingsbak:
schakelaar
bij
inj
gedrukte
rem
of
ingedrukte
koppeling
indrukken.
Steptronic
versnellingsbak:
schakelaar
bij
ingej drukt
rempedaal
of
ingeschakelde
keuzehendeljstand
P
indrukken.
LED
en
controlelampje
doven.
Parkeerrem
is
vrijgezet.
Handversnelling Schakelen
Bij
het
inschakelen
van
een
te
lage
versnelling
kunnen
te
hoge
toerentallen
schade
aan
de
moj
Seite
22KORTE
INSTRUCTIEOnderweg22
Online
Edition
for
Part
no.
01405A02AF9
-
II/20

tor
veroorzaken.
Er
bestaat
gevaar
voor
schade.
Bij
het
schakelen
naar
de
5e
of
6e
versnelling
de
versnellingshendel
naar
rechts
drukken.
Achteruitversnelling Alleen
bij
stilstaande
auto
inschakelen.
Om
de
weerstand
te
overwinnen
de
schakelhenj del
in
een
vloeiende
beweging
naar
links
bewejgen
en
de
achteruitversnelling
inschakelen
dooreen
schakelbeweging
naar
voren.
Steptronic
versnellingsbak
Keuzehendelstanden P
parkeerstand.
R
Achteruitversnelling.
N
neutraalstand.
D
keuzestand.
Keuzehendelstand
P
of
R
alleen
bij
stilstaande
auto
inschakelen.
Het
rempedaal
indrukken
tot
wordt
weggereden, anders
beweegt
de
auto
zich
bij
een
ingeschaj
kelde
keuzestand
of
achteruitversnelling.
Keuzehendelblokkering Een
blokkering
verhindert
het
per
ongeluk
schaj
kelen
uit
keuzehendelstand
P
naar
een
andere keuzehendelstand
en
afhankelijk
van
de
variantvan
de
versnellingsbak
het
per
ongeluk
schakejlen
naar
keuzehendelstand
P
of
R.
Blokkering
opheffen:
met
het
rempedaal
ingej
drukt
de
toets
aan
de
voorzijde
of
zijkant
van
de keuzehendel
indrukken.Steptronic
versnellingsbak,
sport-
en
handbediening
Sportprogramma:
Keuzehendel
uit
keuzehendelstand
D
naar
links
drukken.
Handbediening:
'xTerugschakelen:
keuzehendel
naar
voren
drukken.'xOpschakelen:
keuzehendel
naar
achteren trekken.
Grootlicht,
lichtsignaal,
knipperlicht,
parkeerlicht
Grootlicht,
lichtsignaal
De
hendel
naar
voren
drukken
of
naar
achterentrekken.
'xGrootlicht
aan,
pijl
1.
Het
grootlicht
brandt
als
het
dimlicht
is
ingej schakeld.'xGrootlicht
uit/lichtsignaal,
pijl
2.Seite
23OnderwegKORTE
INSTRUCTIE23
Online
Edition
for
Part
no.
01405A02AF9
-
II/20

Richtingaanwijzers'xAan:
de
hendel
door
het
drukpunt
heen
drukjken.'xUit:
de
hendel
licht
tot
het
drukpunt
aantipjpen.'xKort
knipperen:
de
hendel
iets
naar
boven
of
naar
beneden
aantippen.'xKort
knipperen:
de
hendel
tot
het
drukpunt
drukken
en
ingedrukt
houden
zolang
er
moet worden
geknipperd.
Parkeerlicht
Auto
eenzijdig
verlichten.
'xAan:
bij
uitgeschakeld
contact
de
hendel
circa2
seconden
door
het
drukpunt
heen
naar
boj
ven
of
naar
beneden
drukken.'xUit:
de
hendel
in
tegengestelde
richting
kort tot
het
drukpunt
drukken.Licht
en
verlichting
VerlichtingsfunctiesSymboolFunctieMistachterlicht.Mistlamp.Automatische
verlichtingsregeling.
Adaptieve
verlichtingsfunctiesLicht
uit.
Automatische
verlichtingsregeling.
Dagrijlicht.Parkeerlicht.Dimlicht.Handmatige
koplampverstelling.Instrumentenverlichting.Seite
24KORTE
INSTRUCTIEOnderweg24
Online
Edition
for
Part
no.
01405A02AF9
-
II/20