134
Handleiding Supra3-1. BEDIENING
Dit hoofdstuk beschrijft alle stan-
daard, landspecifie
ke en speciale
uitrusting die beschikbaar is voor
de modelserie. Er kunnen dan ook
uitrusting en functies worden
beschreven die niet in uw auto aan-
wezig zijn, bijvoorbeeld vanwege
de geselecteerde optionele uitrus-
ting of de landenspecificatie. Dit
geldt ook voor f uncties en syste-
men met betrekking tot veiligheid.
Houd u aan de desbetreffende wet-
en regelgeving bij het gebruik van
de bijbehorende functies en syste-
men.
Automatische transmissie: De
Drive Ready-modus wordt inge-
schakeld door op de startknop te
drukken terwijl het rempedaal is
ingetrapt.
Door nogmaals op de startknop te
drukken wordt de Drive
Ready-modus uitge schakeld en de
standby-modus, zi e 44, ingescha-
keld. Het Stop & Start-systeem helpt u
brandstof te besparen. Het systeem
stopt de motor als de auto stilstaat,
bijvoorbeeld in een file of bij ver-
keerslichten. De Drive
Ready-modus blijft ingeschakeld.
De motor wordt automatisch gestart
om weg te kunnen rijden.
Elke keer wanneer de motor wordt
gestart met de startknop, schakelt
het Stop & Start-systeem over op
de standby-modus. De functie
wordt geactiveerd vanaf een snel-
heid van ongeveer 5 km/h.
Afhankelijk van de geselecteerde
rijmodus, zie blz. 149, wordt het
systeem automatisch in- of uitge-
schakeld.
■Automatische transmissie
De motor wordt onder de volgende
omstandigheden automatisch uit-
geschakeld als de auto stilstaat:
Selectiehendel in stand D.
Rempedaal blijft ingetrapt terwijl
de auto stilstaat.
Bestuurdersgordel vastgemaakt
of bestuurdersportier gesloten.
Rijden
Uitrusting
Startknop
Principe
De Drive Ready-modus,
zie blz. 44, wordt in- en
uitgeschakeld door op de
startknop te drukken.
Stop & Start-systeem
Principe
Algemeen
Uitzetten van de motor
Voorwaarden voor werking
Supra_OM_Europe_OM99T05E_1_190 3.book Page 134 Wednesday, March 6, 2019 3:49 PM
142
Handleiding Supra3-1. BEDIENING
Draai aan het kart
elwieltje om de
gevoeligheid van de regensensor in
te stellen.
Omhoog: hoge gevoeligheid van de
regensensor.
Omlaag: lage gevoeligheid van de
regensensor. Trek aan de hendel.
Vloeistof uit het s
proeierreservoir
wordt op de voorruit gespoten en
de ruitenwissers werken even.
De ruitensproeiers voor worden
automatisch verwarmd als de
standby-modus is ingeschakeld.
In de wegklapstand kunnen de rui-
tenwissers worden weggeklapt van
de voorruit.
Dit is bijvoorbeeld belangrijk voor
het vervangen van de ruitenwisser-
bladen of om de ruitenwissers weg
te klappen van de voorruit bij vorst.
Instellen van de gevoeligheid van
de regensensor
Ruitensproeier voor
Veiligheidsaanwijzingen
WAARSCHUWING
Bij lage temperaturen kan de ruiten-
sproeiervloeistof op de voorruit
bevriezen en het zicht belemmeren.
Er bestaat een kans op ongevallen.
Gebruik het sproeiersysteem alleen
als er geen kans is op bevriezing van
de ruitensproeiervloeistof. Gebruik
indien nodig antivries.
OPMERKING
Als het sproeierre servoir leeg is,
werkt de sproeierpomp niet naar
behoren. Er bestaat een kans op
schade. Gebruik het sproeiersysteem
niet als het sproeierreservoir leeg is.
Reinigen van de voorruit
Ruitensproeiers voor
Wegklapstand van de
ruitenwissers
Principe
Algemeen
Supra_OM_Europe_OM99T05E_1_190 3.book Page 142 Wednesday, March 6, 2019 3:49 PM
4
265
Handleiding Supra
4
AANWIJZINGEN VOOR HET RIJDEN
AANWIJZINGEN VOORHET RIJDEN
.4-1. AANWIJZINGEN VOOR
HET RIJDEN
Voorzorgsmaatregelen voor het rijden ................. 266
Brandstof besparen .......... 272
Supra_OM_Europe_OM99T05E_1_190 3.book Page 265 Wednesday, March 6, 2019 3:49 PM
270
Handleiding Supra4-1. AANWIJZINGEN
VOOR HET RIJDEN
Bij dit verschijnsel, dat bekend-
staat als aquaplaning, kunnen de
banden het contact met het wegdek
geheel verliezen, waardoor de auto
onbestuurbaar wordt en niet meer
goed reageert op remmen.
Houd u aan de volgende punten bij
het rijden door water:
Rijd alleen door stilstaand water.
Rijd alleen door water dat maxi-
maal 25 cm diep is.
Rijd stapvoets door water met
een maximale snelheid van
5km/h.
De auto is standaard uitgerust met
een antiblokkeersysteem (ABS).
Rem voluit in situaties die dit verei-
sen. De auto blijft bestuurbaar. Eventuele
obstakels kunnen worden ontweken
door zo soepel mogelijk te sturen.
Een pulserende beweging van het
rempedaal en geluiden van het
hydraulische systeem duiden erop
dat het antiblokkeersysteem (ABS) in
werking is.
Onder bepaalde omstandigheden
hoort u het geluid van de geperfo-
reerde remschijven die in werking
zijn. Dergelijke geluiden hebben geen
effect op de werking en veiligheid van
de remmen.
Rem om de paar k
ilometer licht bij
vochtig weer, op grindwegen en bij
zware regenval.
Rijden door water
Algemeen
Veiligheidsaanwijzing
OPMERKING
Als u met een te hoge snelheid door
te diep water rijdt, kan water doordrin-
gen in de motorruimte, het elektrische
systeem en de transmissie. Er
bestaat een kans op schade. Over-
schrijd de maximale waterdiepte en
de maximumsnelheid, zoals hierbo-
ven gespecificeerd, niet bij het rijden
door water.
Veilig remmen
Algemeen
Voorwerpen die de bediening van
de pedalen belemmeren
WAARSCHUWING
Voorwerpen in de voetenruimte van
de bestuurder kunnen ervoor zorgen
dat een pedaal niet volledig kan wor-
den ingetrapt of dat een ingetrapt
pedaal niet kan opkom en. Er bestaat
een kans op ongeval len. Berg voor-
werpen in de auto z odanig op dat ze
niet los kunnen raken en in de voe-
tenruimte van de bestuurder terecht
kunnen komen. Gebruik alleen vloer-
matten die geschikt zijn voor de auto
en goed kunnen worden vastgezet
aan de vloer. Gebruik geen losse
vloermatten en plaats niet meerdere
matten boven op elkaar. Zorg ervoor
dat er voldoende ruimte overblijft bij
de pedalen. Zorg ervoor dat vloermat-
ten nadat ze zijn verwijderd, bijvoor-
beeld om ze schoon te maken, weer
goed worden vastgezet.
Natte wegen
Supra_OM_Europe_OM99T05E_1_190 3.book Page 270 Wednesday, March 6, 2019 3:49 PM
272
Handleiding Supra4-1. AANWIJZINGEN
VOOR HET RIJDEN
slijtage. Deze slijtage wordt niet
gedekt door de garantie. De auto is
niet ontwikkeld om in autoraces te
worden gebruikt.
Laat de auto voor en na het rijden op
een circuit nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren gekwali-
ficeerde en uitgeruste deskundige.
Dit hoofdstuk beschrijft alle stan-
daard, landspecifieke en speciale
uitrusting die beschikbaar is voor
de modelserie. Er kunnen dan ook
uitrusting en functies worden
beschreven die niet in uw auto aan-
wezig zijn, bijvoorbeeld vanwege
de geselecteerde optionele uitrus-
ting of de landenspecificatie. Dit
geldt ook voor functies en syste-
men met betrekkin g tot veiligheid.
Houd u aan de desbetreffende wet-
en regelgeving bij het gebruik van
de bijbehorende functies en syste-
men.
De auto beschikt o ver diverse tech-
nologieën voor het beperken van
het brandstofverbruik en de emis-
sie.
Het brandstofverbruik is afhankelijk
van verschillende factoren.
Een aantal maatregelen, zoals een
gematigde rijst ijl en regelmatig
onderhoud, kunnen het brandstof-
verbruik verlagen en de belasting
van het milieu verminderen.
Brandstof besparen
Uitrusting
Beperken van het
brandstofverbruik
Algemeen
Supra_OM_Europe_OM99T05E_1_190 3.book Page 272 Wednesday, March 6, 2019 3:49 PM
274
Handleiding Supra4-1. AANWIJZINGEN
VOOR HET RIJDEN
Zet de motor UIT als u langere tijd
stilstaat, bijvoorbeeld voor een ver-
keerslicht, bij een spoorwegover-
gang of in een file.
Het Stop & Start-systeem van de
auto zet de motor automatisch uit
tijdens stilstaan.
Het brandstofverbruik en de emis-
sies zijn lager als de motor wordt
uitgezet en vervolgens weer wordt
gestart dan als de motor voortdu-
rend draait. Er wordt al brandstof
bespaard als de motor slechts
enkele seconden wordt uitgezet.
Het brandstofverbr uik is ook afhan-
kelijk van andere f actoren, bijvoor-
beeld de rijstijl, de toestand van de
weg, het onderhoud en omgevings-
factoren.
Functies als de stoelverwarming of
achterruitverwarming verbruiken
veel energie en verhogen het
brandstofverbruik, met name in
stadsverkeer en bij filerijden.
Schakel deze functies uit als u ze
niet nodig hebt. Laat de auto regelmatig onderhou-
den voor een zo la
ag mogelijk ver-
bruik en een lange levensduur.
Toyota raadt aan de onderhouds-
werkzaamheden te laten uitvoeren
door Toyota.
Zet de motor UIT als u
langere tijd stilstaat
Uitzetten van de motor
Stop & Start-systeem
Schakel functies uit die niet
gebruikt worden
Zorg voor goed onderhoud
Supra_OM_Europe_OM99T05E_1_190 3.book Page 274 Wednesday, March 6, 2019 3:49 PM
311
5
Handleiding Supra 5-1. MOBILITEIT
MOBILITEIT
De olievulpijp bevindt zich in de
motorruimte, zie blz. 305.
1
Open de motorkap , zie blz. 307.
2 Draai de dop linksom om hem te
openen.
3 Vul motorolie bij.
4 Draai de dop vast.
De kwaliteit van de motorolie is cru-
ciaal voor de levensduur van de
motor.
Vul alleen bij met een motorolies-
oort die in de lijst is vermeld.
Sommige motoroliesoorten zijn
mogelijk niet in alle landen beschik-
baar. Vul bij met een
motorolie die aan
de volgende specificaties voldoet.
Als er geen geschikte motorolie
beschikbaar is, kunt u tot maximaal
1 liter olie van de volgende specifi-
catie gebruiken om bij te vullen:
Let er bij het kiezen van de motorolie
op of de motorolie behoort tot een
van de volgende viscositeitsklassen:
Overzicht
Motorolie bijvullen
Voor het bijvullen te
gebruiken motoroliesoorten
AlgemeenVeiligheidsaanwijzingen
OPMERKING
Olieadditieven kunnen de motor
beschadigen. Er bestaat een kans op
schade. Gebruik geen olieadditieven.
OPMERKING
Het gebruik van een verkeerde motor-
olie kan leiden tot storingen in en
schade aan de motor . Er bestaat een
kans op schade. Let er bij het kiezen
van de motorolie op of de motorolie
voldoet aan de o liespecificaties.
Geschikte motoroliesoorten
Benzinemotor
ORIGINELE TOYOTA-MOTOROLIE
SN 0W-20 C5 voor TOYOTA Supra
Alternatieve motoroliesoorten
Benzinemotor
ACEA C2.
ACEA C3.
Viscositeitsklassen
Supra_OM_Europe_OM99T05E_1_190 3.book Page 311 Wednesday, March 6, 2019 3:49 PM
314
Handleiding Supra5-1. MOBILITEIT
Alle sproeierkoppen worden vanuit
één reservoir van vloeistof voor-
zien.
Gebruik voor het sproeiersysteem
een mengsel van
kraanwater en
geconcentreerde ruitensproeier-
vloeistof, indien nodig aangevuld
met antivries.
Aanbevolen minimaal vulniveau: 1
liter.
Het ruitensproeiervloeistofreservoir
bevindt zich in de motorruimte.
Het gebruik van onverdunde
geconcentreerde ruitensproeier-
vloeistof of antivries op alcoholba-
sis kan leiden tot onjuiste
meldingen bij temperaturen lager
dan -15°C.
Ruitensproeiervloeistof
Algemeen
Veiligheidsaanwijzingen
WAARSCHUWING
Sommige antivriesproducten kunnen
giftige stoffen bevatten en licht ont-
vlambaar zijn. Er is een kans op
brand en ernstig letsel. Volg de
instructies op de verpakkingen. Houd
antivries uit de buurt van verbran-
dingsbronnen. Schenk onder-
houdsproducten niet over in andere
flessen of flac ons. Houd onder-
houdsproducten buiten het bereik van
kinderen.
WAARSCHUWING
Ruitensproeiervloeistof kan ontste-
ken en tot ontbrandi ng komen bij con-
tact met hete motoronderdelen. Er
bestaat een kans op l etsel of schade.
Vul alleen ruitensproeiervloeistof bij
als de motor is afgekoeld. Sluit vervol-
gens de dop van het sproeierreservoir
volledig.
OPMERKING
Aan de ruitensproe iervloeistof toege-
voegde additieven met siliconen, die
ervoor zorgen dat het water over de
ruiten parelt, ku nnen het sproeiersys-
teem beschadigen. Er bestaat een
kans op schade. Voeg geen additie-
ven met siliconen toe aan de ruiten-
sproeiervloeistof.
OPMERKING
Het mengen van verschillende gecon-
centreerde ruitensproeiervloeistoffen
of antivriesproducten kan schade aan
het sproeiersysteem tot gevolg heb-
ben. Er bestaat een kans op schade.
Meng geen verschillende geconcen-
treerde ruitensproeiervloeistoffen of
antivriesproducten met elkaar. Volg
de instructies en mengverhoudingen
die op de verpakkingen zijn aange-
geven.
Overzicht
Storing
Supra_OM_Europe_OM99T05E_1_190 3.book Page 314 Wednesday, March 6, 2019 3:49 PM