367
4
COROLLA_TMUK_EE 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
●De helderheid van het omgevingslicht is
niet voldoende of verandert plotseling.
●Wanneer een verkeersbord voor trucks,
enz. wordt herkend.
●Er wordt met de auto in een land gere-
den waar het verkeer aan de andere
kant rijdt.
●De kaartgegevens van het navigatiesys-
teem zijn oud.
●Het navigatiesysteem werkt niet.
●De snelheidsinformatie die op het instru-
mentenpaneel wordt weergegeven ver-
schilt mogelijk van de informatie die
wordt weergegeven op het navigatiesys-
teem als gevolg van de gebruikte kaart-
gegevens van het navigatiesysteem.
■Weergave verkeersbord snelheidsli-
miet
Als het contact de laatste keer UIT werd
gezet terwijl er een verkeersbord met de
maximaal toegestane snelheid op het
multi-informatiedisplay werd weergege-
ven, wordt datzelfde verkeersbord weer
weergegeven wanneer het contact AAN
wordt gezet.
■Als “RSA Malfunction Visit Your Dea-
ler” (Storing in RSA. Ga naar uw dea-
ler) wordt weergegeven
Er is mogelijk een s toring in het systeem
aanwezig. Laat de auto nakijken door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
Bepaalde functies kunnen worden aange-
past aan de persoonlijke voorkeur.
( → Blz. 659)
*: Indien aanwezig
■ Als het Brake Hold-systeem niet
is ingeschakeld terwijl de selec-
tiehendel in stand D staat
Uitzetten van de motor
Trap, terwijl u met de selectiehendel
in stand D rijdt, het rempedaal in en
breng de auto tot stilstand.
Het controlelampje van het Stop &
Start-systeem gaat branden.
Opnieuw starten van de motor
Laat het rempedaal los.
Het controlelampje van het Stop &
Start-systeem gaat uit.
Stop & Star t-systeem*
Het Stop & Start-systeem scha-
kelt de motor uit en start deze
weer overeenkomstig de bedie-
ning van het rempedaal en de
selectiehendel (Multidrive CVT)
of het koppelingspedaal (hand-
geschakelde transmissie) als de
auto tot stilstand wordt
gebracht.
Werking Stop &
Start-systeem (auto's met
Multidrive CVT)
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 367 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
368
COROLLA_TMUK_EE4-5. Gebruik van de ond
ersteunende systemen
■Als het Brake Hold-systeem is
ingeschakeld terwijl de selectie-
hendel in stand D staat
Het Stop & Start-systeem kan worden
gebruikt wanneer het Brake Hold-sys-
teem is ingeschakeld. (
→Blz. 280)
Uitzetten van de motor
Trap, terwijl u met de selectiehendel
in stand D rijdt, het rempedaal in en
breng de auto tot stilstand.
Het controlelampje van het Stop &
Start-systeem gaat branden.
Als het Brake Hold-systeem is ingescha-
keld, gaat het controlelampje Brake
Hold-systeem in werking branden. Als het
rempedaal wordt losgelaten, blijft de motor
uitgeschakeld door het Stop & Start-sys-
teem.
Opnieuw starten van de motor
Trap het gaspedaal in. (Wanneer het
rempedaal wordt losgelaten, wordt de
motor niet opnieuw gestart.)
Het controlelampje van het Stop &
Start-systeem en het controlelampje
Brake Hold-systeem in werking gaan uit.
■ Wanneer de Dynamic Radar
Cruise Control met volledig
snelheidsbereik is ingescha-
keld terwijl de selectiehendel in
stand D staat (indien aanwezig)
Het Stop & Start-systeem kan worden
gebruikt tijdens een gecontroleerde stop door de Dynamic Radar Cruise
Control met volledig snelheidsbereik.
(
→Blz. 337)
Uitzetten van de motor
Tijdens het rijden met de Dynamic
Radar Cruise Control met volledig
snelheidsbereik in de afstandsregel-
modus wordt de motor automatisch
uitgeschakeld als de auto volledig tot
stilstand komt als gevolg van een
gecontroleerde stop. (De motor wordt
automatisch uitgeschakeld, zelfs als
het rempedaal niet wordt ingetrapt.)
Het controlelampje van het Stop &
Start-systeem gaat branden.
Opnieuw starten van de motor
Wanneer de voorligger wegrijdt,
wordt de motor automatisch opnieuw
gestart.
Het controlelampje van het Stop &
Start-systeem gaat uit.
■Als de selectiehendel in stand P
wordt gezet
Uitzetten van de motor
1 Trap, terwijl u met de selectiehen-
del in stand D rijdt, het rempedaal
in en breng de auto tot stilstand.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 368 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
369
4
COROLLA_TMUK_EE 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
De motor wordt door het Stop & Start-sys-
teem uitgezet en het controlelampje van
het Stop & Start-systeem gaat branden.
2
Zet de selectiehendel in stand P.
(→ Blz. 270)
De motor blijft uitgeschakeld.
Mogelijk wordt de motor herstart als de
selectiehendel, direct nadat de motor
door het Stop & Start-systeem is uitge-
schakeld, vanuit stand D in stand P wordt
gezet. Bovendien, als de motor niet door
het Stop & Start-systeem wordt uitgescha-
keld wanneer de auto tot stilstand is
gebracht terwijl de selectiehendel in stand
D is gezet, wordt hij mogelijk door het
Stop & Start- systeem uitgeschakeld wan-
neer de selectiehendel in stand P wordt
gezet.
Opnieuw starten van de motor
Zet met ingetrapt rempedaal de
selectiehendel in een andere stand
dan P. ( →Blz. 270)
Als het rempedaal wordt losgelaten nadat
de motor door het Stop & Start-systeem is
uitgeschakeld, wordt de motor opnieuw
gestart wanneer het rempedaal weer
wordt ingetrapt. Als het rempedaal niet
werd losgelaten nadat de motor door het
Stop & Start- systeem is uitgeschakeld,
wordt de motor opnieuw gestart wanneer
de selectiehendel in een andere stand
dan P wordt gezet.
Het controlelampje van het Stop &
Start-systeem gaat uit.
■ Uitzetten van de motor
1 Trap het rempedaal in terwijl het
koppelingspedaal geheel inge-
trapt is en breng de auto tot stil-
stand.
2 Zet de selectiehendel in stand N
(→Blz. 273) en laat het koppe-
lingspedaal los.
Het controlelampje van het Stop &
Start-systeem gaat branden.
■ Opnieuw starten van de motor
Trap het koppelingspedaal in.
Het controlelampje van het Stop &
Start-systeem gaat uit.
■Werkingsvoorwaarden
●Het Stop & Start-systeem werkt als aan
de volgende voorwaarden wordt voldaan:
• Auto's met Multidrive CVT: Het rempe-
daal wordt stevig ingetrapt. (Behalve
wanneer de auto tot stilstand komt als
gevolg van een gecontroleerde stop tij-
dens het rijden met het Dynamic Radar
Cruise Control-systeem met volledig
snelheidsbereik in de afstandsregelmo-
dus [indien aanwezig])
• Auto's met handgeschakelde transmis- sie: Het koppelingspedaal wordt niet
ingetrapt.
Werking Stop &
Start-systeem (auto's met
handgeschakelde
transmissie)
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 369 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
370
COROLLA_TMUK_EE4-5. Gebruik van de ond
ersteunende systemen
• De motor is op bedrijfstemperatuur.
• De buitentemperatuur is -5°C of hoger.
• De selectiehendel staat in stand D of P (Multidrive CVT) of de neutraalstand
(handgeschakelde transmissie).
• De voorruitverwarming is uitgeschakeld.
• De geselecteerde rijmodus is de nor-
male modus of de ECO-modus.
• De motorkap is gesloten.
• De veiligheidsgordel van de bestuurder
is vastgemaakt.
• Het bestuurdersportier is gesloten.
• Het gaspedaal wordt niet ingetrapt.
●Onder de volgende omstandigheden
wordt de motor mogelijk niet uitgescha-
keld door het Stop & Start-systeem. Dit
wijst niet op een storing van het Stop &
Start-systeem.
• De airconditioning wordt gebruikt.
• De accu wordt periodiek opgeladen.
• De accu is niet voldoende opgeladen, bij- voorbeeld als de auto gedurende lange
tijd heeft stilgestaan en de ladingstoe-
stand is afgenomen, als de elektrische
belasting hoog is, als de temperatuur van
de accuvloeistof extreem laag is of als de
accu verouderd is.
• Het vacuüm van de rembekrachtiger is te laag.
• De auto staat stil op een steile helling.
• Het stuurwiel wordt bediend.
• Door verkeersdrukte of andere omstan- digheden komt de auto veelvuldig tot
stilstand.
• De auto rijdt op grote hoogte.
• De temperatuur van de koelvloeistof of van de transmissievloeistof is extreem
laag of hoog.
• De temperatuur van de accuvloeistof is extreem laag of hoog.
• Enige tijd nadat de accupolen zijn losge- nomen en weer aangesloten.
• Enige tijd na het vervangen van de accu.• Als de verstreken tijd sinds het starten van de motor kort is.
●Onder de volgende omstandigheden
wordt de motor automatisch herstart
wanneer deze is uitgeschakeld door het
Stop & Start-systeem. (Rijd met de auto
om ervoor te zorgen dat de motor weer
door het Stop & Star t-systeem wordt uit-
geschakeld.)
• De airconditioning wordt ingeschakeld.
• De voorruitverwarming wordt ingescha- keld. • Het stuurwiel wordt bediend.
• Auto's met Multidrive CVT: De selectie-
hendel wordt vanuit stand D in stand M,
N of R gezet.
• Auto's met Multidrive CVT: De selectie- hendel wordt vanuit stand P in een
andere stand gezet.
• De veiligheidsgordel van de bestuurder wordt losgemaakt.
• Het bestuurdersportier wordt geopend.
• Auto's met Multidrive CVT: Het gaspe- daal wordt ingetrapt.
• De uitschakeltoets van het Stop &
Start-systeem wordt ingedrukt.
• De auto begint te rollen op een helling.
• Wanneer de voorligger wegrijdt wanneer
uw auto tot stilstand is gebracht door het
Dynamic Radar Cruise Control-systeem
met volledig snelheidsbereik. (indien
aanwezig)
• De rijmodus wordt gewijzigd van de nor- male of ECO-modus in een andere
modus.
●Onder de volgende omstandigheden
wordt de motor automatisch herstart
wanneer deze is uitgeschakeld door het
Stop & Start-systeem. (Rijd met de auto
om ervoor te zorgen dat de motor weer
door het Stop & Start-systeem wordt uit-
geschakeld.)
• Het rempedaal wordt pompend of diep
ingetrapt.
• De airconditioning wordt gebruikt.
• De laadtoestand van de accu is onvol-
doende.
• Als een schakelaar van het airconditio- ningsysteem wordt bediend (schakelaar
achterruitverwarming, enz.).
■Het St op & St art -systeem kan worden
gebruikt wanneer het Brake Hold-sys-
teem is ingeschakeld.
●Als de motor automatisch opnieuw
wordt gestart door h et Stop & Start-sys-
teem terwijl het Brake Hold-systeem is
ingeschakeld, wordt er nog steeds rem-
kracht uitgeoefend door het Brake
Hold-systeem.
●Als er niet langer aan de bedrijfscondi-
ties voor het Brake Hold-systeem wordt
voldaan ( →Blz. 280) terwijl de motor is
uitgeschakeld door het Stop & Start-sys-
teem, stopt de werking van het Brake
Hold-systeem.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 370 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
371
4
COROLLA_TMUK_EE 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
Op dat moment wordt de parkeerrem auto-
matisch geactiveerd en wordt de motor
automatisch opnieuw gestart.
■Werking Stop & Start-systeem tijdens
een gecontroleerde stop door de
Dynamic Radar Cruise Control met
volledig snelheidsbereik (indien aan-
wezig).
Als de motor automatisch opnieuw wordt
gestart door het Stop & Start-systeem tij-
dens een gecontroleerde stop door de
Dynamic Radar Cruise Control met volle-
dig snelheidsbereik, blijft de gecontro-
leerde stop aanhouden. (Hervatten van
het rijden met de volgregeling na een
gecontroleerde stop: →Blz. 343)
■Motorkap
●Als de motor is uitgezet door het Stop &
Start-systeem en de motorkap wordt
geopend, slaat de motor af en kan de
motor niet worden gestart door de auto-
matische motorstartfunctie. Start in dat
geval de motor volgens de normale
startprocedure. ( →Blz. 264, 265)
●Zelfs als de motorkap wordt gesloten
nadat de motor is gestart terwijl de
motorkap was geopend, werkt het Stop
& Start-systeem niet. Sluit de motorkap,
zet het contact UIT, wacht ten minste 30
seconden en start vervolgens de motor.
■Gebruik van het Stop & Start-systeem
●Zet het contact UIT en zet de motor vol-
ledig uit wanneer de auto voor langere
tijd wordt stilgezet.
●Wanneer het systeem niet werkt, wordt
geannuleerd of een storing heeft, wor-
den waarschuwingsmeldingen en een
waarschuwingszoemer gebruikt om de
bestuurder te informeren. ( →Blz. 372)
●Als de motor is uitgezet door het Stop &
Start-systeem en de startknop wordt
ingedrukt, slaat de motor af en kan de
motor niet worden gestart door de auto-
matische motorstartfunctie. Start in dat
geval de motor volgens de normale
startprocedure. ( →Blz. 264, 265)
●Wanneer de motor wordt herstart door
het Stop & Start-syst eem, is de acces-
soireaansluiting mogelijk tijdelijk niet
bruikbaar. Dit duidt echter niet op een
storing.
●Het plaatsen en verwijderen van elektri-
sche onderdelen en draadloze appara-
ten is mogelijk van invloed op het Stop &
Start-systeem. Neem voor meer infor-
matie contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
●Als de motor wordt herstart door het
Stop & Start-systeem, kan de besturing
van de auto zwaarder aanvoelen.
■Als de voorruit is be slagen terwijl de
motor is uitgezet door het Stop &
Start-systeem
Schakel de voorruitverwarming in. (De
motor wordt gestart door de automatische
startfunctie van de motor.): →Blz. 504, 509
Druk als de voorruit blijft beslaan op de uit-
schakeltoets van het Stop & Start-systeem
om het systeem uit te schakelen.
■Airconditioning terwijl de motor door
het Stop & Start-systeem is uitge-
schakeld
●Als de airconditioning wordt gebruikt in
de automatische stand, wordt de aanja-
gersnelheid mogelijk beperkt of wordt de
aanjager uitgeschakeld terwijl de motor
is uitgeschakeld door het Stop &
Start-systeem om veranderingen in de
temperatuur in de auto te beperken.
●Schakel het Stop & Start-systeem uit
door de uitschakeltoets van het Stop &
Start-systeem in te drukken om de pres-
taties van de airconditioning te garande-
ren als de auto stilstaat.
■Wanneer er een geur vrijkomt uit de
airconditioning als de motor is uitge-
zet door het Sto p & Start-systeem
Auto's met handmatig bediende airconditi-
oning: Als de tijd voor uitschakeling bij stil-
stand is ingesteld op “Extended”
(verlengd), wijzig de instelling dan in “Stan-
dard” (standaard).
Wanneer er een geur vrijkomt wanneer
“Standard” (standaard) is geselecteerd,
druk dan op de uitschakeltoets van het
Stop & Start -systeem om het Stop &
Start-systeem uit te schakelen.
Auto's met automatische airconditioning:
Druk op de uitschakeltoets van het Stop &
Start-systeem om het Stop & Start-sys-
teem uit te schakelen.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 371 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
372
COROLLA_TMUK_EE4-5. Gebruik van de ond
ersteunende systemen
■Wijzigen van de tijd voor uitschake-
ling bij stilstand bij ingeschakelde
airconditioning
De werkingsduur van het Stop & Start-sys-
teem als de airconditioning is ingescha-
keld, kan via van het
multi-informatiedisplay ( →Blz. 123) wor-
den gewijzigd. (De werkingsduur van het
Stop & Start- systeem als de airconditio-
ning is uitgeschakeld, kan niet worden
gewijzigd.)
■Wanneer er een zoemer klinkt
Auto's met Multidrive CVT: Als het bestuur-
dersportier wordt geopend terwijl de motor
is uitgezet door het Stop & Start-systeem
en de selectiehendel in D staat, klinkt er
een zoemer en gaat het controlelampje
Stop & Start knipperen. Sluit het bestuur-
dersportier om de zoemer te stoppen.
■Beveiligingsfunctie van het Stop &
Start-systeem
●Als het volume van het audiosysteem
hoog staat, wordt het geluid van het
audiosysteem mogelijk plotseling uitge-
schakeld om het stroomverbruik te beper-
ken. Stel het volume van het
audiosysteem op een gematigd niveau in
om te voorkomen dat het audiosysteem
wordt uitgeschakeld.
Zet, als het audiosysteem wordt uitge-
schakeld, het contact UIT, wacht gedu-
rende ten minste 3 seconden en zet
vervolgens het contact in stand ACC of
AAN om het audiosysteem weer in te
schakelen.
●Het audiosysteem wordt mogelijk niet
ingeschakeld wanneer de accukabels
zijn losgenomen en weer aangesloten.
Zet als dit gebeurt het contact UIT en
herhaal de onderstaande procedure
tweemaal om het audiosysteem normaal
in te schakelen.
• Zet het contact AAN en vervolgens UIT.
■Batterij vervangen
→ Blz. 641
■Weergeven van de informatie van het
Stop & Start-systeem
→ Blz. 129
■Meldingen multi-informatiedisplay
In de volgende gevallen kunnen en
een melding worden weergegeven op het
multi-informatiedisplay.
●Wanneer de motor niet kan worden uit-
geschakeld door het Stop & Start-sys-
teem “Press Brake Harder to Activate” (trap
het rempedaal verder in om te activeren)
• Het rempedaal wordt niet ver genoeg ingetrapt.
→ Als het rempedaal verder wordt inge-
trapt, werkt het systeem.
“Non-Dedicated Battery.” (niet-speci-
fieke batterij)
• Er is mogelijk een niet-specifieke batterij voor het Stop & Start-systeem geplaatst.
→ Het Stop & Start-systeem werkt niet.
Laat de auto nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
“Battery Charging” (accu aan het
opladen)
• De accu is mogelijk bijna leeg.
→ Het uitschakelen van de motor is tijdelijk
niet mogelijk om voorrang te geven aan
het laden van de accu, maar als de motor
kortstondig draait, wordt het uitschakelen
van de motor toegestaan.
• Er wordt mogelijk een onderhoudslaad- procedure uitgevoerd, bijvoorbeeld wan-
neer de accu periodiek wordt opgeladen
enige tijd nadat de accupolen zijn losge-
nomen en weer aangesloten, enige tijd
nadat de accu is vervangen, enz.
→ Wanneer de onderhoudslaadprocedure
na ongeveer 5 - 60 minuten is voltooid,
kan het systeem worden bediend.
• Gedurende lange tijd continu weergege- ven
→De accu kan verouderd zijn. Neem voor
meer informatie contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 372 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
373
4
COROLLA_TMUK_EE 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
“Stop & Start System Unavailable”
(Stop & Start-systeem niet beschikbaar)
• Het Stop & Start-systeem is tijdelijk uit- geschakeld.
→ Laat de motor kortstondig draaien.
• De motor is mogelijk herstart terwijl de motorkap was geopend.
→ Sluit de motorkap, zet het contact UIT,
wacht ten minste 30 seconden en start
vervolgens de motor.
“Preparing to Oper ate” (voorbereiden
om in werking te treden)
• De auto rijdt op grote hoogte.
• Het vacuüm van de rembekrachtiger is te laag.
→ Wanneer het vacuüm van de rembe-
krachtiger een bepaald niveau bereikt,
wordt het systeem ingeschakeld.
“For Climate Control” (voor klimaatre-
geling)
• De airconditioning wordt gebruikt wan- neer de omgevingstemperatuur hoog of
laag is.
→ Het systeem treedt in werking wanneer
het verschil tussen de ingestelde tempera-
tuur en de temperatuur in het interieur te
klein is.
• De voorruitverwarming is ingeschakeld.
●Wanneer de motor automatisch wordt
herstart terwijl hij was uitgeschakeld
door het Stop & Start-systeem
“Preparing to Oper ate” (voorbereiden
om in werking te treden)
• Het rempedaal is dieper of pompend ingetrapt.
→ Het systeem wordt ingeschakeld als de
motor draait en het vacuüm van de rembe-
krachtiger een bepaald niveau heeft bereikt.
“For Climate Control” (voor klimaatre-
geling)
• De airconditioning wordt ingeschakeld of gebruikt.
• De voorruitverwarming is ingeschakeld. “Battery Charging” (accu aan het
opladen)
• De accu is mogelijk bijna leeg.
→ De motor wordt herstart om voorrang te
geven aan het laden van de accu. Wan-
neer de motor kortstondig draait, kan het
systeem herstellen.
●Wanneer de motor niet weer kan worden
gestart door het Stop & Start-systeem
“Shift to N and Press Clutch” (zet
selectiehendel in stand N en trap het kop-
pelingspedaal in)
(auto's met handgeschakelde transmissie)
→ Terwijl de motor is uitgeschakeld door
het Stop & Start-syst eem wordt de selec-
tiehendel in een andere stand dan de neu-
traalstand gezet zonder dat het
koppelingspedaal is ingetrapt.
■Waarschuwingsmeldingen Stop &
Start-systeem
Als zich een systeemstoring voordoet, wordt
er een waarschuwingsmelding weergege-
ven op het multi-informatiedisplay om de
bestuurder te waarschuwen. (
→Blz. 608)
■Als het controlelampje uitgeschakeld
Stop & Start-systeem blijft knipperen
Er is mogelijk een storing in het systeem
aanwezig. Laat de auto nakijken door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
WAARSCHUWING
■Als het Stop & Start-systeem is
ingeschakeld
●Trap het rempedaal in en activeer
indien nodig de parkeerrem als de
motor is uitgezet door het Stop &
Start-systeem (het controlelampje van
het Stop & Start-systeem brandt).
(Behalve wanneer het Brake
Hold-systeem is ingeschakeld of de
auto tot stilstand komt als gevolg van
een gecontroleerde stop tijdens het
rijden met de Dynamic Radar Cruise
Control met volledig snelheidsbereik
in de afstandsregelmodus
*)
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 373 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
374
COROLLA_TMUK_EE4-5. Gebruik van de ond
ersteunende systemen
Druk op de uitschakeltoets van het
Stop & Start-systeem om het Stop &
Start-systeem uit te schakelen.
Het controlelampje uitgeschakeld Stop &
Start-systeem gaat branden.
Als nogmaals op de toets wordt gedrukt,
wordt het Stop & Start-systeem weer inge-
schakeld en gaat het controlelampje uit-
geschakeld Stop & Start-systeem uit.
■Automatisch opnieuw inschakelen
van het Stop & Start-systeem
Zelfs als het Stop & Start-systeem is uitge-
schakeld met de uitschakeltoets van het
Stop & Start- systeem, zal het systeem
automatisch weer worden ingeschakeld
als de motor weer wordt gestart nadat het
contact UIT is gezet.
WAARSCHUWING
●Verlaat de auto niet als de motor is
uitgezet door het Stop & Start-sys-
teem (zolang het controlelampje van
het Stop & Start-systeem brandt).
Anders kan door de automatische
motorstartfunctie een ongeval ont-
staan.
●Zorg ervoor dat de motor niet wordt
uitgezet door het Stop & Start-sys-
teem als de auto zich in een slecht
geventileerde ruimte bevindt. Anders
kan de motor worden gestart door de
automatische motorstartfunctie, waar-
door er uitlaatgassen in de auto
terecht kunnen komen die zeer scha-
delijk kunnen zijn voor de gezond-
heid.
*: Auto's met Dynamic Radar Cruise
Control met volledig snelheidsbereik
OPMERKING
■Ervoor zorgen dat het systeem
goed werkt
In onderstaande gevallen werkt het Stop
& Start-systeem mogelijk niet goed.
Laat uw auto nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
●Het waarschuwingslampje van de vei-
ligheidsgordel van de bestuurder en
voorpassagier knippert, terwijl de vei-
ligheidsgordel van de bestuurder is
vastgemaakt.
●Zelfs wanneer de veiligheidsgordel
van de bestuurder niet is vastge-
maakt, gaat het waarschuwings-
lampje van de veiligheidsgordel van
de bestuurder en voorpassagier niet
branden.
●Zelfs wanneer het bestuurdersportier
is gesloten, gaat het waarschuwings-
lampje open portier/achterklep bran-
den of gaat de interieurverlichting
branden wanneer de schakelaar van
de interieurverlichting in de stand
DOOR staat.
●Zelfs wanneer het bestuurdersportier
is geopend, gaat het waarschuwings-
lampje open portier/achterklep niet
branden of gaat de interieurverlichting
niet branden wanneer de schakelaar
van de interieurverlichting de schake-
laar van de interieurverlichting in de
stand DOOR staat.
■Als de motor afslaat (auto's met
handgeschakelde transmissie)
Als de werking van het Stop & Start-sys-
teem is toegestaan en het koppelings-
pedaal snel wordt ingetrapt, kan de
motor herstart worden.
Uitschakelen van het Stop &
Start-systeem
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 374 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM