443
4
COROLLA_TMUK_EE 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
●De werkelijke rijsnelheid is hoger dan
55 km/h
●Het systeem oordeelt op basis van de
deceleratie van de auto dat het om een
noodstop gaat.
■Automatisch uitschakelen van nood-
stopsignaal
Het noodstopsignaal wordt in de volgende
situaties uitgeschakeld:
●De alarmknipperlichten worden inge-
schakeld.
●Het systeem oordeelt op basis van de
deceleratie van de auto dat het niet om
een noodstop gaat.
■Werkingsvoorwaarden Secondary
Collision Brake (indien aanwezig)
Het systeem werkt als de airbagsensor
een aanrijding signaleert terwijl de auto in
beweging is.
Het systeem werkt ech ter niet onder de
volgende omstandigheden.
●De rijsnelheid is lager dan 10 km/h.
●Er zijn componenten beschadigd
■Automatisch uitschakelen Secon-
dary Collision Brake (indien aanwe-
zig)
Het systeem wordt aut omatisch uitgescha-
keld in een van de volgende situaties.
●De rijsnelheid wordt lager dan ongeveer
10 km/h
●Er verstrijkt een bepaalde tijd tijdens de
werking
●Het gaspedaal wordt flink ingetrapt.
WAARSCHUWING
■Het ABS werkt niet effectief als
●De maximale grip van de banden
overschreden wordt (bijvoorbeeld ver-
sleten banden op een weg die bedekt
is met sneeuw).
●Er sprake is van aquaplaning bij hoge
snelheid op een nat of glad wegdek.
■De remweg met ABS in werking
kan langer zijn dan onder normale
omstandigheden
Het ABS is niet ontworpen om de rem-
weg van de auto te verkorten. Houd
altijd voldoende afstand tot uw voorlig-
ger, met name in de volgende gevallen:
●Als wordt gereden op wegen met
grind, zand en dergelijke, of op
besneeuwde wegen
●Als wordt gereden met sneeuwkettin-
gen
●Als wordt gereden op slechte wegen
●Als wordt gereden over wegen met
diepe gaten of andere grote oneffen-
heden
■De TRC/VSC werkt mogelijk niet
effectief als
Het insturen van de juiste richting en het
overbrengen van de aandrijfkracht kun-
nen op een gladde weg niet onder alle
omstandigheden gerealiseerd worden,
zelfs niet als het TRC/VSC-systeem in
werking is. Rijd voorzichtig met de auto
onder omstandigheden waarbij de stabi-
liteit en de aandrijfkracht verloren kun-
nen gaan.
■De Active Cornering Assist werkt
niet effectief als
●Vertrouw niet alleen op de Active Cor-
nering Assist. De Active Cornering
Assist werkt mogelijk niet effectief bij
het accelereren op een helling of bij
het rijden op een glad wegdek.
●Wanneer de Active Cornering Assist
vaak in werking is getreden, wordt de
werking ervan mogelijk tijdelijk
gestopt om een goede werking van
de remmen, TRC en VSC te garande-
ren.
■De Hill Start Assist Control werkt
niet effectief wanneer
●Vertrouw niet uitsluitend op de Hill
Start Assist Control. De Hill Start
Assist Control werkt mogelijk niet
effectief op steile hellingen en op met
ijs bedekte wegen.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 443 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
594
COROLLA_TMUK_EE8-2. Stappen die genomen moe
ten worden in noodgevallen
Het volgende kan duiden op een pro-
bleem in de transmissie. Neem vóór
het slepen contact op met een
erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur, een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige of een professioneel ber-
gingsbedrijf.
De motor draait, maar de auto
komt niet in beweging.
De auto maakt een abnormaal
geluid. Sleep de auto niet met een takelwa-
gen, om beschadiging van de carros-
serie te voorkomen.
Aan de voorzijde
Deactiveer de parkeerrem.
Aan de achterzijde
Gebruik een dolly onder de voorwie-
len.
OPMERKING
■Voorkomen van beschadigingen
aan de auto tijdens slepen in een
noodgeval
Maak de kabel of de ketting niet vast
aan onderdelen van de wielophanging.
■Bij het slepen van een auto met
Stop & Start-syste em (indien aan-
wezig)
Wanneer de auto moet worden gesleept
waarbij alle wielen de grond raken, voer
dan de volgende procedure uit alvorens
te slepen om het systeem te bescher-
men. Zet het contact eenmaal UIT en
start vervolgens de motor. Zet, als de
motor niet start, het contact AAN.
Omstandigheden waaronder
u vóór het slepen contact
dient op te nemen met de
dealer
Slepen met een takelwagen
Slepen met een lepelwagen
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 594 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
603
8
COROLLA_TMUK_EE 8-2. Stappen die genomen moe
ten worden in noodgevallen
Bij problemen
■Waarschuwingslampje lage bandenspanning
■ Controlelampje LTA/controlelam pje (waarschuwingszoemer) LKA
■ Controlelampje uitgeschakeld Stop & Start-systeem (waarschuwings-
zoemer)
Waarschuwings-
lampjeDetails/handelingen
(indien aanwe- zig)
Als het lampje gaat branden nadat het gedurende ongeveer 1 minu ut
geknipperd heeft:
Storing in het bandenspan ningswaarschuwingssysteem
→ Laat het systeem nak ijken door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een a ndere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
Als het lampje gaat branden:
Lage bandenspanning, bijvoorbeeld door
Natuurlijke oorzaken
Lekke band
→ Breng de auto zo snel mogelijk op een veilige plaats tot stil-
stand.
Oplossing ( →Blz. 606)
Waarschuwings-
lampjeDetails/handelingen
(Oranje)
(indien aanwe- zig)
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in de LTA (Lane Tracin g
Assist) of LDA (Lane Departure Alert met stuurregeling)
→ Volg de instructies die wo rden weergegeven op het
multi-informatiedisplay. ( →Blz. 328, 336)
Waarschuwings-
lampjeDetails/handelingen
(Knippert)
(indien aanwe- zig)
Geeft aan dat er een storing aanwezig is het Stop & Start-syste em
→ Laat de auto onmiddellijk n akijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 603 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
609
8
COROLLA_TMUK_EE 8-2. Stappen die genomen moe
ten worden in noodgevallen
Bij problemen
■Als “Engine Oil Level Low Add or
Replace” (Motoroliepeil laag. Bijvul-
len of verversen) wordt weergegeven
Het motoroliepeil is laag. Controleer het
oliepeil en vul indien nodig olie bij.
Deze melding kan verschijnen als de auto
op een helling stilstaat. Plaats de auto op
een horizontale ondergrond en controleer
of de melding verdwijnt.
■Als “Engine Stoppe d Steering Power
Low” (Motor uitg eschakeld. Weinig
stuurbekrachtiging.) wordt weergege-
ven
Deze melding wordt weergegeven als de
motor wordt uitgeschakeld tijdens het rij-
den.
Als het stuurwiel zwaarder werkt dan
gebruikelijk, houd het dan stevig vast en
oefen meer kracht uit dan anders.
■Als “Auto Power OFF to Conserve
Battery” (Auto power off-functie inge-
schakeld om accu te sparen) wordt
weergegeven
Het contact is UIT gezet door de automati-
sche power off-functie. Wanneer de motor
de volgende keer wordt gestart, moet het
motortoerental enigszins worden verhoogd
en gedurende ongeveer 5 minuten op dit
niveau worden gehandhaafd om de accu
op te laden.
■Als “Headlight System Malfunction
Visit Your Dealer” (Storing in koplam-
psysteem. Ga naar uw dealer) wordt
weergegeven
Er is mogelijk een storing in de onder-
staande systemen aanwezig. Laat de auto
onmiddellijk nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
●De led-koplampen
●De automatische verticale koplampver-
stelling (indien aanwezig)
●AHS (Adaptive Hi gh Beam-systeem)
(indien aanwezig)
●Automatic High Beam -systeem (indien
aanwezig)
■Als “Front Camera Unavailable”
(camera voor niet beschikbaar) of
“Front Camera Temporarily Unavaila-
ble See Owner’s Manual” (Camera
voor tijdelijk nie t beschikbaar. Zie
handleiding.) wo rdt weergegeven
De onderstaande systemen worden moge-
lijk tijdelijk uitgeschakeld tot het in de mel-
ding aangegeven probleem is opgelost.
(→ Blz. 310, 599)
●PCS (Pre-Crash Safety-systeem)
(indien aanwezig)
●LTA (Lane Tracing Assist) (indien aan-
wezig)
●LDA (Lane Departure Alert met stuurre-
geling) (indien aanwezig)
●AHS (Adaptive High Beam-systeem)
(indien aanwezig)
●Automatic High Beam-systeem (indien
aanwezig)
●RSA (Road Sign Assist) (indien aanwe-
zig)
●Dynamic Radar Cruise Control met vol-
ledig snelheidsbereik (indien aanwezig)
●Dynamic Radar Cruise Control (indien
aanwezig)
■Als “Radar Cruise Control Unavaila-
ble” (Dynamic Radar Cruise Con-
trol-systeem niet beschikbaar) wordt
weergegeven (indien aanwezig)
De Dynamic Radar Cruise Control met vol-
ledig snelheidsbereik of het Dynamic
Radar Cruise Control-systeem wordt tijde-
lijk uitgeschakeld of tot het in de melding
aangegeven probleem is opgelost. (Oorza-
ken en oplossingen: →Blz. 310)
■Als er een melding wordt weergege-
ven dat u naar uw erkende
Toyota-dealer moet gaan
Het systeem of onderdeel dat op het
multi-informatiedisplay wordt weergege-
ven, is defect. Laat de auto onmiddellijk
nakijken door een erkende Toyota-dealer
of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 609 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
640
COROLLA_TMUK_EE8-2. Stappen die genomen moe
ten worden in noodgevallen
4Start de motor van de tweede
auto. Verhoog het motortoerental
iets en laat de motor gedurende
ongeveer 5 minuten met het ver-
hoogde toerental draaien om de
accu van uw auto op te laden.
5 Auto's met Smart entry-systeem
en startknop: Open en sluit een
van de portieren terwijl het contact
UIT staat.
6 Houd het motortoerental van de
tweede auto constant en start de
motor van uw auto door het con-
tact AAN te zetten.
7 Verwijder de startkabels in exact
de omgekeerde volgorde van
aansluiten als de motor van uw
auto aangeslagen is.
Laat, nadat de motor van uw auto
aangeslagen is, de auto zo snel
mogelijk nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
■Starten van de motor als de accu leeg
is
De auto kan niet worden aangeduwd.
■Voorkomen van ontlading van de
accu
●Zet de koplampen en het audiosysteem
uit als de motor is uitgeschakeld. (Auto's
met Stop & Start-systeem: Behalve wan-
neer de motor is uitgezet door het Stop
& Start-systeem.)
●Schakel niet-noodzakelijke elektrische
verbruikers uit als er gedurende langere
tijd met lage snelheden gereden wordt,
bijvoorbeeld in een file.
■Als de accu verwijderd of ontladen is
●De in de ECU opgeslagen informatie
wordt gewist. Laat wanneer de accu volle- dig is ontladen de auto nakijken door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
●Sommige systemen moeten mogelijk
worden geïnitialiseerd. (
→Blz. 669)
■Verwijderen van de accuklemmen
Wanneer de accuklemmen worden verwij-
derd, wordt de in de ECU opgeslagen
informatie gewist. Neem voordat u de
accuklemmen losneemt contact op met
een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
■Laden van de accu
De accu zal geleidelijk aan ontladen, zelfs
wanneer de auto niet in gebruik is. Dit
wordt veroorzaakt door natuurlijke ontla-
ding en het effect van bepaalde elektrische
apparatuur. Als de auto langere tijd niet
gebruikt wordt, kan de accu ontladen en
kan de auto mogelijk niet meer worden
gestart. (De accu laadt automatisch op tij-
dens het rijden.)
■Bij het bijladen of vervangen van de
accu
●Auto's met Smart entry-systeem en
startknop: Wanneer de accu ontladen is,
is het in sommige gevallen niet mogelijk
om de portieren te ontgrendelen met het
Smart entry-systee m met startknop.
Gebruik de afstandsbediening of de
mechanische sleutel om de portieren te
vergrendelen of te ontgrendelen.
●Auto's met Smart entry-systeem en
startknop: Mogelijk start de motor niet bij
de eerste poging nadat de accu weer is
opgeladen, maar start hij wel normaal bij
de tweede poging. Dit wijst niet op een
storing.
●Auto's met Smart entry-systeem met
startknop: De stand van het contact
wordt door de auto opgeslagen. Wan-
neer de accu weer wordt aangesloten,
keert het systeem t erug naar de stand
die was geselecteerd voordat de accu
ontladen raakte. Zet vóór het losnemen
van de accu het contact UIT.
Wees extra voorzichtig bij het aansluiten
van de accu wanneer u niet zeker weet
in welke stand het contact stond voordat
de accu ontladen raakte.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 640 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
641
8
COROLLA_TMUK_EE 8-2. Stappen die genomen moe
ten worden in noodgevallen
Bij problemen
●Auto's met Stop & Start-systeem: Na het
losnemen en weer aansluiten van de
accuklemmen of nadat de accu is ver-
vangen, schakelt het Stop & Start-sys-
teem gedurende ongeveer 5 tot 60
minuten de motor mogelijk niet automa-
tisch uit.
■Vervangen van de batterij
●Gebruik een accu die voldoet aan de
Europese wetgeving.
●Auto's met Stop & Start-systeem:
Gebruik een originele accu die speciaal
ontworpen is voor gebruik met het Stop
& Start-systeem of een accu met gelijk-
waardige specificaties. Wanneer een
niet-ondersteunde accu wordt gebruikt,
wordt de werking van het Stop &
Start-systeem mogelijk beperkt om de
accu te beschermen. Ook nemen de
prestaties van de accu mogelijk af en
kan de motor mogelijk niet worden her-
start. Neem voor meer informatie con-
tact op met een erkende Toyota-dealer
of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige.
●Gebruik een accu van hetzelfde formaat
als van de accu die wordt vervangen en
met een gelijkwaardige capaciteit van
20 uur (20HR) of meer.
• Als het formaat verschilt, kan de accu niet goed worden bevestigd.
• Als de capaciteit laag is, zelfs als de auto korte tijd niet gebruikt is, kan de
accu ontladen en kan de motor mogelijk
niet meer worden gestart.
●Neem voor meer informatie contact op
met een erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
WAARSCHUWING
■Verwijderen van de accuklemmen
Verwijder altijd eerst de minkabel (-). Als
de pluspool (+) bij het verwijderen in
contact komt met metalen onderdelen in
de buurt, kunnen er vonken ontstaan
waardoor brand kan ontstaan. Ook kunt
u een elektrische schok krijgen en ern-
stig letsel oplopen.
■Voorkomen van bra nd en explosie
Neem de volgende voorzorgsmaatrege-
len in acht om te voorkomen dat het
licht ontvlambare gas dat uit de accu
kan komen, per ongeluk tot ontbranding
komt:
●Zorg ervoor dat de startkabel aange-
sloten wordt op de juiste accupool en
niet per ongeluk in aanraking komt
met een ander onderdeel dan de
bedoelde accupool.
●Zorg ervoor dat de op de “+”-pool
aangesloten startkabel niet in contact
komt met andere onderdelen of meta-
len oppervlakken, zoals metalen steu-
nen en ongelakt metaal.
●Laat de “+” en “-” klemmen van de
startkabels niet in contact komen met
elkaar.
●Rook niet en gebruik geen lucifers,
aanstekers en open vuur in de buurt
van de accu.
■Voorzorgsmaatregelen met betrek-
king tot de accu
De accu bevat giftige en corrosieve
elektrolyt en de onderdelen van de accu
bevatten lood en loodhoudende samen-
stellingen. Neem bij het omgaan met de
accu de volgende voorzorgsmaatrege-
len in acht:
●Draag bij het werken met de accu
altijd een veiligheidsbril en zorg
ervoor dat de vloeistof uit de accu niet
in contact komt met de huid, kleding
of de carrosserie van de auto.
●Leun niet over de accu heen.
●Was accuvloeistof, die op de huid of
in de ogen terecht is gekomen, direct
weg met water en raadpleeg een arts.
Bedek de plaats waar de accuvloei-
stof op terechtgekomen is met een
natte spons of doek totdat er medi-
sche hulp kan worden verkregen.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 641 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
642
COROLLA_TMUK_EE8-2. Stappen die genomen moe
ten worden in noodgevallen
1Breng de auto op een veilige
plaats tot stilstand, schakel de air-
conditioning uit en zet vervolgens
de motor af.
2 Als er stoom te zien is: Open,
nadat de stoom is verdwenen,
voorzichtig de motorkap.
Als er geen stoom te zien is:
Open voorzichtig de motorkap.
WAARSCHUWING
●Was altijd uw handen nadat u de
accudrager, de accupolen en andere
accu-gerelateerde onderdelen hebt
aangeraakt.
●Houd kinderen uit de buurt van de
accu.
■Vervangen van de batterij
●Wanneer de vuldop en indicator zich
in de buurt van de klembeugel bevin-
den, kan er accuvloeistof (accuzuur)
lekken.
●Neem voor meer informatie over het
vervangen van de accu contact op
met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige.
OPMERKING
■Omgaan met startkabels
Zorg er bij het aansluiten van de startka-
bels voor dat deze niet verstrikt raken in
de koelventilatoren of in de aandrijfriem
van de motor.
Als uw auto over verhit
raakt
Het volgende kan erop duiden
dat de auto oververhit raakt.
De koelvloeistoftemperatuurme-
ter ( →Blz. 113, 117) komt in het
rode gebied of u merkt dat de
motor minder vermogen levert.
(De auto accelereert bijvoor-
beeld niet als het gaspedaal
wordt ingetrapt.)
“Engine Coolant Temp High
Stop in a Safe Place See
Owner’s Manual” (Temperatuur
koelvloeistof te hoog. Breng
auto op veilige plaats tot stil-
stand. Raadpleeg handleiding)
wordt weergegeven op het
multi-informatiedisplay.
Er komt stoom onder de motor-
kap uit.
Correctieprocedures
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 642 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
663
9
COROLLA_TMUK_EE 9-2. Persoonlijke voorkeursinstellingen
Voertuigspecificaties
*: Indien aanwezig
■
Elektrisch bedienbare achterklep* (→Blz. 182)
*: Indien aanwezig
■ Buitenspiegels ( →Blz. 236)
*: Indien aanwezig
Ontgrendeling achterklep*(Kort) ingedrukt
houden
Eén keer kort indruk- ken
——OTwee keer indrukken
(Lang) ingedrukt hou- den
Uit
FunctieStandaard-
instellingPersoonlijke
voorkeursinstelling
Werking elektrisch bedien-
bare achterklepAanUit—O—
Sensor regeling voetbedie-
ningAanUit—O—
Op de gewenste positie
(hoogte) instellen: Automati-
sche open- en stoppositie
achterklep
Oorspronkelijke positieOp de gewenste stand (positie) stoppen—O—
Configuratie in 5 stappen:
Automatische open- en stop-
positie achterklep
51 - 5—O—
Zoemervolume31—O—2
FunctieStandaard-instellingPersoonlijke
voorkeursinstelling
Automatisch in- en uitklap-
pen van de buitenspiegels
*
Gekoppeld aan
het vergrende-
len/ontgrendelen
van de portierenUit
——OGekoppeld aan bedie- ning van de startknop
FunctieStandaard-
instellingPersoonlijke
voorkeursinstelling
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 663 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM