279
4
COROLLA_TMUK_EE 4-2. Rijprocedures
Rijden
■Werking van parkeerrem
●Wanneer het contact niet AAN staat,
kunt u de parkeerrem niet met de scha-
kelaar deactiveren.
●Wanneer het contact niet AAN staat, is
de automatische stand (automatische
activering en deactivering remmen
[auto's met Multidrive CVT]) niet
beschikbaar.
■Functie automatisc
h deactiveren par-
keerrem
De parkeerrem wordt automatisch gedeac-
tiveerd wanneer u het gaspedaal lang-
zaam intrapt.
De parkeerrem wordt in de volgende situa-
ties automatisch gedeactiveerd:
●Het bestuurdersportier is gesloten
●De bestuurder draagt de veiligheidsgordel
●De selectiehendel staat in een vooruit-
of achteruitversnelling.
●Het motorcontrolelampje of het waar-
schuwingslampje van het remsysteem
brandt niet.
Als de functie voor het automatisch deacti-
veren niet werkt, deactiveer de parkeer-
rem dan handmatig.
■Als “Parking Brake Temporarily
Unavailable” (parkeerrem tijdelijk niet
beschikbaar) wordt weergegeven op
het multi-informatiedisplay
Als de parkeerrem herhaaldelijk gedu-
rende korte tijd bedi end wordt, zal het sys-
teem de werking beperken om
oververhitting te voorkomen. Gebruik de
parkeerrem niet als dit gebeurt. Na onge-
veer 1 minuut zal de werking weer nor-
maal zijn.
■Als “Parking Brake Unavailable” (par-
keerrem niet beschikbaar) wordt
weergegeven op het multi-informatie-
display
Bedien de parkeerremschakelaar. Als de
melding niet verdwijnt nadat de schakelaar
een aantal keer is bediend, zit er mogelijk
een storing in het syst eem. Laat de auto
nakijken door een erkende Toyota-dealer
of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
■Geluid parkeerrem
Wanneer de parkeerrem geactiveerd is,
kan het geluid van een elektromotor (zoe- mend geluid) hoorbaar zijn. Dit is normaal
en duidt niet op een storing.
■Werking van parkeerrem
●Afhankelijk van de stand van het con-
tact/de modus gaan het waarschuwings-
lampje van de parkeerrem en het lampje
van de parkeerrem branden en blijven
ze branden zoals hieronder beschreven:
AAN: Brandt totdat de parkeerrem wordt
gedeactiveerd.
Niet AAN: Blijft gedurende ongeveer 15
seconden branden.
●Wanneer het contact UIT wordt gezet en
de parkeerrem geactiveerd is, blijven
het waarschuwingslampje parkeerrem
en het lampje van de parkeerrem gedu-
rende ongeveer 15 seconden branden.
Dit is normaal en duidt niet op een sto-
ring.
■Bij een storing in de parkeerremscha-
kelaar
De automatische modus (automatisch acti-
veren en deactiveren parkeerrem) wordt
automatisch ingeschakeld.
■Parkeren van de auto
→ Blz. 249
■Waarschuwingszoemer geactiveerde
parkeerrem
De zoemer klinkt als er met de auto wordt
gereden terwijl de parkeerrem is geacti-
veerd. “Parking Brake ON” (parkeerrem
geactiveerd) wordt weergegeven op het
multi-informatiedisplay. (terwijl een rijsnel-
heid van 5 km/h is bereikt)
■Als het waarschuwingslampje van
het remsysteem gaat branden
→ Blz. 599
■Gebruik in de winter
→ Blz. 446
WAARSCHUWING
■Bij het parkeren
Laat een kind niet alleen in de auto ach-
ter. De parkeerrem kan onbedoeld wor-
den gedeactiveerd en er bestaat het
gevaar dat de auto in beweging komt.
Dit kan leiden tot een ongeval waarbij
ernstig letsel kan ontstaan.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 279 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
280
COROLLA_TMUK_EE4-2. Rijprocedures
Activeert het Brake Hold-systeem
Het controlelampje voor de stand-bystand
van het Brake Hold-systeem (groen)
gaat branden. Als h
et systeem de rem-
men vasthoudt, gaat het controlelampje
Brake Hold-systeem in werking (geel)
branden.
WAARSCHUWING
■Parkeerremschakelaar
Plaats geen objecten in de buurt van de
parkeerremschakelaar.
Objecten kunnen de schakelaar hinde-
ren en er mogelijk toe leiden dat de par-
keerrem onverwachts wordt bediend.
OPMERKING
■Bij het parkeren
Voordat u de auto verlaat, moet u de
parkeerrem activeren, de selectiehendel
in stand P (Multidrive CVT) of in de neu-
traalstand (handgeschakelde transmis-
sie) zetten en ervoor zorgen dat de auto
niet beweegt.
■Wanneer een storing in het sys-
teem optreedt
Breng de auto op een veilige plaats tot
stilstand en controleer de waarschu-
wingsmeldingen.
■Wanneer de parkeerrem niet gede-
activeerd kan worden door een sto-
ring
Als u gaat rijden terwijl de parkeerrem is
geactiveerd, kunnen de onderdelen van
het remsysteem oververhit raken, waar-
door de remprestaties in negatieve zin
kunnen worden beïnvloed en de onder-
delen van het remsysteem sneller slij-
ten.
Laat, als dit gebeurt, de auto onmiddel-
lijk nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
Brake Hold-functie
Multidrive CVT
Het Brake Hold-systeem houdt na acti-
vering de remmen vast wanneer de
selectiehendel in stand D, M of N staat
en het rempedaal ingetrapt werd om de
auto tot stilstand te brengen. Het sys-
teem laat de rem los wanneer het gas-
pedaal ingetrapt wordt en de
selectiehendel in stand D of M staat om
zo voor soepel wegrijden te zorgen.
Handgeschakelde transmissie
Het Brake Hold-systeem houdt na acti-
vering de remmen vast wanneer de
selectiehendel in een vooruitstand of N
staat en het rempedaal ingetrapt werd
om de auto tot stilstand te brengen. Het
systeem laat de remmen los wanneer
het gaspedaal ingetrapt wordt en de
selectiehendel in een vooruitstand staat
om zo voor soepel wegrijden te zorgen.
Inschakelen van het
systeem
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 280 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
281
4
COROLLA_TMUK_EE 4-2. Rijprocedures
Rijden
■Voorwaarden voor werking Brake
Hold-systeem
Het Brake Hold-systee m kan onder de vol-
gende omstandigheden niet geactiveerd
worden:
●Het bestuurdersportier is niet gesloten.
●De bestuurder draagt geen veiligheids-
gordel.
Als onder een van de bovenstaande
omstandigheden het Brake Hold-systeem
is ingeschakeld, wordt het systeem uitge-
schakeld en gaat het controlelampje voor
de stand-bystand van het Brake Hold-sys-
teem uit. Wanneer een van deze omstan-
digheden zich voordoet terwijl het systeem
de remmen vasthoudt, klinkt een waar-
schuwingszoemer en wordt een melding
weergegeven op het multi-informatiedis-
play. De parkeerrem wordt dan automa-
tisch geactiveerd.
■Brake Hold-functie
●Nadat het systeem ongeveer 3 minuten
de remmen heeft vastgehouden en het
rempedaal niet ingetrapt wordt, wordt
automatisch de parkeerrem geactiveerd.
In dat geval klinkt een zoemer en ver-
schijnt er een waarschuwingsmelding op
het multi-informatiedisplay.
●Trap het rempedaal krachtig in en druk
opnieuw op de schakelaar om het sys-
teem te deactiveren.
●De Brake Hold-functie kan de auto
mogelijk niet stilhouden op een steile
helling. In deze situatie kan het nodig
zijn dat de bestuurder zelf het rempe-
daal ingetrapt houdt. Er klinkt een waar-
schuwingszoemer en het
multi-informatiedisplay zal de bestuur-
der over de situatie informeren. Lees de
op het multi-informatiedisplay weerge-
geven waarschuwingsmelding en volg
de aanwijzingen op.
■Wanneer de parkeerrem automatisch
geactiveerd wordt terwijl het systeem
de remmen vasthoudt
Voer een van de volgende handelingen uit
om de parkeerrem te deactiveren.
●Trap het gaspedaal in. (De parkeerrem
zal niet automatisch gedeactiveerd wor- den als de veiligheidsgordel niet is vast-
gemaakt.)
●Bedien de parkeerremschakelaar terwijl
u het rempedaal intrapt.
Controleer of het waarschuwingslampje
van de parkeerrem uitgaat. ( →Blz. 277)
■Wanneer een contr ole door een
erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige nodig is
Als het controlelampje stand-bystand
Brake Hold-systeem ( groen) niet brandt
terwijl de Brake Hold-schakelaar wordt
ingedrukt en aan de werkingsvoorwaarden
van het Brake Hold-systeem is voldaan, is
het systeem mogelijk defect. Laat de auto
nakijken door een erkende Toyota-dealer
of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
■Als “Brake Hold Malfunction Press
Brake to Deactivate Visit Your Dealer”
(Storing in Brake Hold-functie. Trap
rempedaal in om te deactiveren. Ga
naar uw dealer) of “Brake Hold
Malfunction Visit Your Dealer” (Sto-
ring in Brake Hold-functie. Ga naar
uw dealer) op het multi-informatiedis-
play wordt weergegeven
Er is mogelijk een storing in het systeem
aanwezig. Laat de auto nakijken door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
■Waarschuwingsmeldingen en zoe-
mers
Waarschuwingsmeldingen en zoemers
worden gebruikt om een systeemstoring
aan te geven of om de bestuurder te infor-
meren dat hij extra moet opletten. Lees de
op het multi-informatiedisplay weergege-
ven waarschuwingsmelding en volg de
aanwijzingen op.
■Als het controlelampje Brake
Hold-systeem in werking knippert
→ Blz. 606
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 281 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
282
COROLLA_TMUK_EE4-2. Rijprocedures
WAARSCHUWING
■Als de auto op een steile helling
staat
Wees voorzichtig wanneer u het Brake
Hold-systeem gebruikt op een steile hel-
ling. De Brake Hold-functie kan de auto
in een dergelijke situatie mogelijk niet
stilhouden.
■Wanneer u stilhoudt op een glad
wegdek
Het systeem kan de auto niet stilhouden
wanneer de banden hun grip hebben
verloren. Gebruik het systeem niet wan-
neer u stilhoudt op een glad wegdek.
OPMERKING
■Bij het parkeren
Het Brake Hold-systeem is niet ontwor-
pen voor langdurig gebruik bij het par-
keren van de auto. Als u het contact UIT
zet terwijl het systeem de remmen vast-
houdt, worden de remmen mogelijk
gelost, waardoor de auto in beweging
komt. Trap het rempedaal in, zet de
selectiehendel in stand P (Multidrive
CVT) of de neutraalstand (handgescha-
kelde transmissie) en activeer de par-
keerrem wanneer u de startknop
bedient.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 282 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
312
COROLLA_TMUK_EE4-5. Gebruik van de ond
ersteunende systemen
*: Indien aanwezig
Het systeem kan de volgende zaken
signaleren:
Voertuigen
Fietsers
Voetgangers ■
Pre-Crash-waarschuwing
Als het systeem vaststelt dat de kans
op een frontale aanrijding groot is,
klinkt er een zoemer en wordt er een
waarschuwingsmelding weergege-
ven op het multi-informatiedisplay om
de bestuurder aan te sporen een uit-
wijkmanoeuvre uit te voeren.
■ Pre-Crash Brake Assist
Wanneer het systeem oordeelt dat
een aanrijding aan de voorzijde waar-
schijnlijk is, past het een grotere rem-
kracht toe in relatie tot de kracht
waarmee het rempedaal wordt inge-
trapt.
■ Pre-Crash Brake-systeem
Wanneer het systeem oordeelt dat de
kans op een frontale aanrijding zeer
groot is, worden de remmen automa-
tisch bekrachtigd om te helpen een
aanrijding te voorkomen of de snel-
heid van de aanrijding te verlagen.
PCS (Pre-Crash
Safety-systeem)*
Het Pre-Crash Safety-systeem
maakt gebruik van een radarsen-
sor en een camera voor om
objecten ( →Blz. 315) vóór de
auto te signaleren. Wanneer het
systeem oordeelt dat de kans op
een frontale aanrijding met een
object groot is, wordt een waar-
schuwing geactiveerd om de
bestuurder aan te sporen om uit
te wijken en wordt de potentiële
remdruk verhoogd om de
bestuurder te helpen een aanrij-
ding te voorkomen. Wanneer het
systeem oordeelt dat de kans op
een frontale aanrijding met een
object zeer groot is, worden de
remmen automatisch bekrach-
tigd om te helpen een aanrijding
te voorkomen of om de impact
van een aanrijding te helpen ver-
minderen.
Het Pre-Crash Safety-systeem
kan worden in-/uitgeschakeld en
het waarschuwingstijdstip kan
worden gewijzigd. ( →Blz. 314)
Signaleerbare objecten
Systeemfuncties
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 312 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
313
4
COROLLA_TMUK_EE 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
WAARSCHUWING
■Beperkingen van het Pre-Crash
Safety-systeem
●De bestuurder is zelf verantwoordelijk
voor een veilig rijgedrag. Rijd altijd vei-
lig en houd rekening met de omgeving.
Gebruik in geen geval het Pre-Crash
Safety-systeem ter vervanging van
normaal remmen. Dit systeem kan niet
in alle gevallen aanrijdingen voorko-
men of schade of letsel verminderen.
Vertrouw niet uitsluitend op dit sys-
teem. Als u dat wel doet, kan dat lei-
den tot een ongeval, met ernstig letsel
tot gevolg.
●Hoewel dit systeem
is ontworpen om
aanrijdingen te helpen voorkomen of
de impact van een aanrijding te hel-
pen verminderen, is het effect afhan-
kelijk van allerlei omstandigheden.
Hierdoor bereikt het systeem mogelijk
niet altijd hetzelfde prestatieniveau.
Lees de hierna gegeven aanwijzingen
aandachtig door. Vertrouw niet blinde-
lings op dit systeem en rijd altijd voor-
zichtig.
• Omstandigheden waaronder het sys- teem mogelijk werkt, zelfs als er geen
kans op een aanrijding is: →Blz. 316
• Omstandigheden waaronder het sys- teem mogelijk niet juist werkt:
→Blz. 317
●Probeer niet zelf de werking van het
Pre-Crash Safety-systeem te testen.
Afhankelijk van de objecten die voor
het testen worden gebruikt (dummy's,
kartonnen imitaties van signaleer-
bare objecten, enz.) werkt het sys-
teem mogelijk niet goed, hetgeen kan
leiden tot een ongeval.
■Pre-Crash B rake-systeem
●Als de Pre-Crash B rake-functie in
werking is, wordt er veel remkracht
toegepast.
●Als de auto wordt stilgezet door de
werking van de Pre-Crash
Brake-functie, wordt de werking van
de functie na ongeveer 2 seconden
uitgeschakeld. Trap indien nodig het
rempedaal in.
●Het Pre-Crash Brake-systeem werkt
mogelijk niet, afhankelijk van de
bediening van de auto door de
bestuurder. Als het gaspedaal diep
wordt ingetrapt of het stuurwiel wordt
gedraaid, oord eelt het systeem
mogelijk dat de bestuurder een uitwij-
kactie uitvoert en werkt het Pre-Crash
Brake-systeem mogelijk niet.
●Terwijl het Pre-Crash Brake-systeem
is ingeschakeld, wordt in sommige
gevallen de werking ervan mogelijk
uitgeschakeld, wanneer het gaspe-
daal diep wordt ingetrapt of het stuur-
wiel wordt gedraaid en het systeem
oordeelt dat de bestuurder een uitwij-
kactie uitvoert.
●Als het rempedaal wordt ingetrapt,
oordeelt het systeem mogelijk dat de
bestuurder een uitwijkactie uitvoert en
stelt het mogelijk het werkingstijdstip
van de Pre-Crash Brake-functie uit.
■Wanneer moet het Pre-Crash
Safety-systeem worden uit gescha-
keld
Schakel in de volgende situaties het
systeem uit, omdat het mogelijk niet
juist werkt, hetgeen kan leiden tot een
ongeval waarbij ernstig letsel kan ont-
staan:
●Als de auto wordt gesleept
●Bij het slepen van een andere auto
●Bij het vervoeren van de auto op een
vrachtwagen, boot, trein of vergelijk-
baar transportmiddel
●Wanneer de auto wordt opgetakeld
terwijl de motor aan staat en de wie-
len vrij kunnen draaien
●Bij het controleren van de auto op
een rollenbank, bijvoorbeeld een ver-
mogensbank of een snelheidsmeter-
tester, of bij het balanceren van de
wielen op de auto
●Als er veel kracht wordt uitgeoefend
op de voorbumper of de grille door
een aanrijding of een andere oorzaak
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 313 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
315
4
COROLLA_TMUK_EE 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
■Werkingsvoorwaarden
Het Pre-Crash Safety-systeem w ordt ingeschakeld en het systeem oordeelt dat de kans
op een frontale aanrijding met een obstakel groot is.
Voor de werking van elke functie gelden de volgende snelheden:
●Pre-Crash-waarschuwing
●Pre-Crash Brake Assist
●Pre-Crash Brake-systeem
Het systeem werkt in de volgende situaties mogelijk niet:
●Als een accupool is losgenomen en weer aangesloten en er vervolgens gedurende een
bepaalde tijd niet met de auto is gereden
●Als de selectiehendel in stand R staat
●Als het controlelampje VSC OFF b randt (alleen de Pre-Crash-waarschuwingsfunctie
werkt)
■Objectdetectiefunctie
Het systeem signaleert obstakels op basis
van hun formaat, vorm, beweging, enz.
Afhankelijk van de helderheid van het
omgevingslicht en de beweging, het pos-
tuur en de hoek van het gesignaleerde
object wordt een object mogelijk niet
gesignaleerd, waardoo r het systeem niet
goed werkt. ( →Blz. 317)
De afbeelding geeft aan welke objecten
gesignaleerd kunnen worden.
Signaleerbare objectenRijsnelheidSnelheidsverschil tussen uw
auto en het object
VoertuigenOngeveer 10 - 180 km/hOngeveer 10 - 180 km/h
Fietsers en voetgangersOngeveer 10 - 80 km/hOngeveer 10 - 80 km/h
Signaleerbare objectenRijsnelheidSnelheidsverschil tussen uw
auto en het object
VoertuigenOngeveer 30 - 180 km/hOngeveer 30 - 180 km/h
Fietsers en voetgangersOngeveer 30 - 80 km/hOngeveer 30 - 80 km/h
Signaleerbare objectenRijsnelheidSnelheidsverschil tussen uw auto en het object
VoertuigenOngeveer 10 - 180 km/hOngeveer 10 - 180 km/h
Fietsers en voetgangersOngeveer 10 - 80 km/hOngeveer 10 - 80 km/h
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 315 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
316
COROLLA_TMUK_EE4-5. Gebruik van de ond
ersteunende systemen
■Uitschakelen van de Pre-Crash
Brake-functie
Als zich een van de volgende situaties
voordoet terwijl de Pre-Crash Brake-func-
tie in werking is, wordt deze functie uitge-
schakeld:
●Het gaspedaal wordt diep ingetrapt.
●Er wordt een scherpe stuurbeweging
gemaakt of het stuurwiel wordt plotse-
ling gedraaid.
■Omstandigheden waaronder het sys-
teem mogelijk werkt, zelfs als er geen
kans op een aanrijding is
●In bepaalde situaties, zoals de onder-
staande, oordeelt het systeem mogelijk
dat er kans op een frontale aanrijding is
en treedt het in werking.
• Wanneer een signaleerbaar object wordt gepasseerd
• Bij het veranderen van rijstrook om een signaleerbaar object in te halen
• Wanneer het signaleerbare object dat
wordt genaderd zich op een naastlig-
gende rijstrook of langs de weg bevindt,
bijvoorbeeld bij het veranderen van
koers of bij het rijden op een bochtige
weg
• Wanneer u een signaleerbaar object snel nadert
• Bij het naderen van objecten in de berm, zoals signaleerbare objecten, vangrails,
telefoonpalen, bomen of muren • Als er een signaleerbaar object of ander
object langs de weg staat aan het begin
van een bocht
• Als er (geverfde) patronen vóór uw auto aanwezig zijn die ten onrechte aange-
zien kunnen worden voor een signaleer-
baar object
• Als de voorzijde van uw auto wordt
geraakt door water, sneeuw, stof, enz.
• Bij het inhalen van een signaleerbaar object dat van rijstrook verandert of een
bocht naar rechts/links maakt
• Bij het passeren van een signaleerbaar object dat stilstaat op de rijstrook voor
het tegemoetkomend verkeer om
rechtsaf of linksaf te slaan
• Als een signaleerbaar object uw auto zeer dicht nadert en vervolgens stopt
voordat het zich in de rijrichting van uw
auto bevindt
• Als de voorzijde van uw auto omhoog of
omlaag gaat, bijvoorbeeld op een onef-
fen of golvend wegdek
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 316 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM