6116-3. Zelf uit te voeren onderhoud
C-HR_HV_OM_Europe_OM10647E
6
Onderhoud en verzorging
■Situaties waarin het bandenspann ingswaarschuwingssysteem mogeli jk niet
goed werkt
● Onder de volgende omstandigheden werkt het bandenspanningswaars chu-
wingssysteem moge lijk niet goed.
• Als er niet-originele Toyot a-velgen zijn gemonteerd.
• Er is een band vervangen door een exemplaar dat niet overeenko mt met de
OE-specificaties (Original Equipment).
• Er is een band vervangen door een exemplaar dat niet de voorge schreven
maat heeft.
• Er zijn sneeuwkettingen gemonteerd.
• Er is een run-flat band met ondersteunende ring gemonteerd.
• Als de ruiten zijn voorzien van een coating die de ontvangst van de radiogra- fische signalen na delig beïnvloedt.
• Als de auto bedekt is met sneeuw of ijs, vooral bij de wielen of de wielkasten.
• Als de bandenspanning aanzienlijk hoger is dan de voorgeschreven waarde.
• Als er banden zonder bandenspan ningssensor en -zender zijn gebruikt.
• Als de identificatiecode op de bandenspanningssensoren en -zen ders niet is
geregistreerd in de bandenspanningswaarschuwingssysteem-ECU.
● In de volgende situaties kunnen d e prestaties worden beïnvloed.
• In de buurt van een televisiezen dmast, elektriciteitscentrale, tankstation,
radiozender, videowall, luchthav en of andere locatie waar sterke radiogolven
of elektromagnetische velden aanwezig zijn
• Als u een draagbare radio, mobiele telefoon, draadloze telefoo n of een ander
draadloos communicatiemiddel bij u draagt
● Wanneer de auto geparkeerd is, kan het langer duren voordat de waarschuwing
verschijnt of verdwijnt.
● Wanneer de bandenspanning snel daalt, zoals bij een klapband, d an verschijnt
de waarschuwing mogelijk niet.
C-HR_HV_OM_Europe_OM10647E.b ook Page 611 Tuesday, July 30, 2019 9:59 AM
6126-3. Zelf uit te voeren onderhoud
C-HR_HV_OM_Europe_OM10647E■
De initialisatieprocedure
●Voer de initialisatie uit na he t op spanning brengen van de ban den.
Zorg er daarnaast voor dat de b anden koud zijn bij de initialisatie en bij het aan-
passen van de bandenspanning.
● Als u het contact tijdens de initialisatie per ongeluk UIT hebt gezet, dan is het
niet noodzakelijk de resettoets in te drukken, omdat de initial isatie automatisch
herstart wordt wanneer het conta ct de volgende keer AAN wordt gezet.
● Als u per ongeluk de resettoets indrukt wanneer initialiseren niet nodig is, breng
de banden dan op de juiste spanning wanneer ze koud zijn en voe r opnieuw de
initialisatie uit.
■ Waarschuwingen bandenspanningswaarschuwingssysteem
De eventuele waarschuwing van het bandenspanningswaarschuwingss ysteem is
gebaseerd op de omstandigheden waaronder het systeem geïnitiali seerd is.
Daarom laat het systeem mogelijk zelfs een waarschuwing zien wa nneer de ban-
denspanning niet laag genoeg is of wanneer de druk hoger is dan de druk die was
ingesteld tijdens het initialiseren van het systeem.
■ Als de initialisatie van het ban denspanningswaarschuwingssystee m niet
voltooid is
De initialisatie kan worden uitgevoerd in enkele minuten. In de volgende gevallen
worden de instellingen echter n iet opgeslagen en zal het systee m niet goed wer-
ken. Laat, als herhaalde pogingen de bandenspanning op te slaan mislukken, de
auto zo snel mogelijk nakijken door een erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behor en gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
● Als het systeem wordt geïnitial iseerd, knippert het waarschuwin gslampje lage
bandenspanning niet 3 keer en verschijnt de melding voor het in stellen niet op
het multi-informatiedisplay.
● Nadat er na de initialisatie gedurende een bepaalde tijd gerede n is, gaat het
waarschuwingslampje branden nadat het gedurende 1 minuut heeft geknipperd.
■ Registreren van identificatiecodes
De identificatiecodes van de bandenspanningssensoren en -zender s van twee
sets banden kunnen worden geregistreerd.
Als de identificatiecodes voor zowel de normale banden als de w interbanden
vooraf zijn geregistreerd, is het niet nodig om de identificati ecodes te registreren
wanneer de normale banden worden vervangen door winterbanden.
Neem voor meer informatie over h et wijzigen van identificatiecodes contact op
met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een a ndere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
C-HR_HV_OM_Europe_OM10647E.b ook Page 612 Tuesday, July 30, 2019 9:59 AM
6216-3. Zelf uit te voeren onderhoud
C-HR_HV_OM_Europe_OM10647E
6
Onderhoud en verzorging
OPMERKING
■Repareren of vervangen van banden, velgen, bandenspanningssensoren, -
zenders en ventieldopjes
● Neem voor het verwijderen en pl aatsen van wielen, banden of ban denspan-
ningssensoren en -zenders contact op met een erkende Toyota-dea ler of her-
steller/reparateur of een an dere naar behoren gekwalificeerde e n uitgeruste
deskundige omdat de bandenspanningssensoren en -zenders beschad igd
kunnen raken als er niet voor zichtig mee wordt omgegaan.
● Vergeet niet de dopjes weer op de ventielen aan te brengen. Als de ventiel-
dopjes niet geplaatst worden, dan kan er water in de bandenspanningssenso-
ren terechtkomen en kunne n ze vast gaan zitten.
● Vervang ventieldopjes alleen door het voorgeschreven type ventieldopje.
Het dopje kan anders vast gaan zitten.
■ Rijden over onverharde wegen
Wees extra voorzichtig bij het rijden over onverharde wegen en wegen met kui-
len.
Dergelijke omstandigheden hebben mogelijk een verlaging van de bandenspan-
ning tot gevolg, waardoor de verende werking van de banden verm indert.
Bovendien kunnen de banden zelf en de velgen en carrosserie bes chadigd
raken bij het rijden over onverharde wegen.
■ Voorkomen van schade aan de banden spanningssensoren en -zenders
Als een band is gerepareerd met bandenreparatievloeistof, werken de banden-
spanningssensor en -zender mogelijk niet goed. Neem wanneer ban denrepara-
tievloeistof is gebruikt zo snel mogelijk contact op met een er kende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekw alificeerde en
uitgeruste deskundige. Vervang na het gebruik van bandenreparat ievloeistof de
bandenspanningssensor en -zender wanneer de band wordt gerepare erd of
vervangen. ( →Blz. 608)
■ Als tijdens het rijden in elke band een te lage bandenspanning ontstaat
Rijd niet verder als de bandenspanning te laag is, anders kunne n de banden en/
of velgen ernstig beschadigd raken.
C-HR_HV_OM_Europe_OM10647E.b ook Page 621 Tuesday, July 30, 2019 9:59 AM
6256-3. Zelf uit te voeren onderhoud
C-HR_HV_OM_Europe_OM10647E
6
Onderhoud en verzorging
■Vervangen van velgen
De velgen van uw auto zijn uitgerust met bandenspanningssensoren en -zenders
(behalve het compacte reservewiel) voor het bandenspanningswaar schuwings-
systeem, dat in een vroegtijdig s tadium waarschuwt als de bande nspanning te
laag wordt. Bij het vervangen van velgen moeten er bandenspanni ngssensoren
en -zenders worden geplaatst. ( →Blz. 608)
WAARSCHUWING
■Vervangen van velgen
● Gebruik alleen de in deze handleiding aanbevolen maat velgen en banden.
Een andere maat kan resulteren in een slechtere controle over d e auto.
● Gebruik nooit een binnenband bij een poreuze velg die ontworpen is voor een
tubeless band. Als u dat wel doet, kan dat leiden tot een ongev al waarbij ern-
stig letsel ka n ontstaan.
■ Plaatsen van wielmoeren
● Breng nooit olie of vet aan o p de wielbouten of -moeren.
Door het gebruik van olie of vet worden de wielmoeren mogelijk te vast aange-
draaid waardoor de bouten of de velg beschadigd kunnen raken. D aarnaast
kunnen de wielmoeren loslopen en de wielen losraken, wat kan le iden tot een
ongeval met ernstig letsel als gevolg. Verwijder olie of vet va n de wielbouten of
wielmoeren.
■ Gebruik van beschadigde velgen niet toegestaan
Gebruik geen gescheurde of vervormde velgen.
Als u dat wel doet, kan er tijdens het rijden lucht uit de band ontsnappen, waar-
door een ongeval zou kunnen ontstaan.
● Plaats de wielmoeren met de schuine kant
naar het wiel toe. Als de wielmoeren wor-
den geplaatst met de schuine kant van het
wiel af, kan de velg scheuren waardoor
het wiel tijdens het rijden kan losraken. Dit
kan leiden tot een ongeval, met ernstig
letsel als gevolg.Ta p s
gedeelte
C-HR_HV_OM_Europe_OM10647E.b ook Page 625 Tuesday, July 30, 2019 9:59 AM
6266-3. Zelf uit te voeren onderhoud
C-HR_HV_OM_Europe_OM10647E
OPMERKING
■Vervangen van bandenspanningssensoren en -zenders
● Omdat het repareren of vervangen van een band invloed kan hebbe n op de
bandenspanningssensoren en -zender s, adviseren we u deze werkzaamhe-
den uit te laten voeren door een erkende Toyota-dealer of herst eller/reparateur
of een andere naar behoren gekwalif iceerde en uitgeruste deskundige. Ga ook
voor de aanschaf van bandenspanningssensoren en -zenders naar e en
erkende Toyota-dealer of herstel ler/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
● Gebruik voor uw auto alleen originele Toyota-velgen.
Bij niet-originele velgen kan niet worden gegarandeerd dat de b andenspan-
ningssensoren en -zenders goed werken.
C-HR_HV_OM_Europe_OM10647E.b ook Page 626 Tuesday, July 30, 2019 9:59 AM
6727-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
C-HR_HV_OM_Europe_OM10647E
(Knippert)
Controlelampje Toyota Parking Assist-sensor OFF (indien
aanwezig) Geeft aan dat er een storing aanwezig is in de Toyota Parking
Assist-sensor
→ Laat de auto onmiddellijk nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Dit geeft aan dat het systeem tijd elijk niet beschikbaar is,
doordat een sensor mogelijk vuil is of is bedekt met bijvoor-
beeld ijs.
→ Volg de instructi es die worden weer gegeven op het
multi-informatiedisplay. ( →Blz. 446)
(Knippert)
Controlelampje PKSB OFF (indien aanwezig)
Wanneer er een zoemer klinkt:
Geeft aan d at er een stor ing aanwezig is in het PKSB-sys-
teem (Parking Support Brake)
→ Laat de auto onmiddellijk nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Wanneer er geen zoemer klinkt:
Dit geeft aan dat het systeem tijd elijk niet beschikbaar is,
doordat een sensor mogelijk vuil is of is bedekt met bijvoor-
beeld ijs.
→ Volg de instructi es die worden weer gegeven op het
multi-informatiedisplay. ( →Blz. 462, 681)
(Knippert)
Controlelampje RCTA OFF (indien aanwezig)
Wanneer er een zoemer klinkt:
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in de RCTA (Rear
Crossing Traffic Alert)
→ Laat de auto onmiddellijk nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Wanneer er geen zoemer klinkt:
Geeft aan dat de ac hterbumper rondom de radarsensor vuil
is, enz. ( →Blz. 432)
→ Volg de instructi es die worden weer gegeven op het
multi-informatiedisplay. ( →Blz. 450)
Waarschu-
wingslampjeWaarschuwingslampje/details/handelingen
C-HR_HV_OM_Europe_OM10647E.b ook Page 672 Tuesday, July 30, 2019 9:59 AM
6737-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
C-HR_HV_OM_Europe_OM10647E
7
Bij problemen
Controlelampje Traction ControlGeeft aan dat er ee n storing is in:
• De VSC (Vehicle Stability Control);
• De TRC (Traction Control); of
• De Hill Start Assist Control.
Het lampje gaat knipperen wanneer de VSC, de TRC het
ABS of de Trailer Sway C ontrol in werking is. (→Blz. 522)
→ Laat de auto onmiddellijk nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
(Geel)
Waarschuwingslampje remsysteem
Geeft aan dat er ee n storing is in:
• Het regeneratieve remsysteem;
• Het elektronisch geregelde remsysteem; of
• De elektrisch bedienbare parkeerrem.
→ Laat de auto onmiddellijk nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
(Knippert of
brandt)
Waarschuwingslampje PCS (indien aanwezig)
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in het PCS (Pre-
Crash Safety-systeem) of dat het systee m tijdelijk niet
beschikbaar is doordat de auto extreem warm/koud is, door-
dat er zich vuil rond de sensor voor bevindt, enz. ( →Blz. 375,
681)
→ Volg de instructi es die worden weer gegeven op het
multi-informatiedisplay. ( →Blz. 375, 681)
Als het PCS (Pre-Crash Safety -systeem) of de VSC (Vehicle
Stability Control-systeem) wo rdt uitgeschakeld, gaat het
waarschuwingslampje PCS branden.
→ Blz. 375
Waarschu-
wingslampjeWaarschuwingslampje/details/handelingen
C-HR_HV_OM_Europe_OM10647E.b ook Page 673 Tuesday, July 30, 2019 9:59 AM
6777-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
C-HR_HV_OM_Europe_OM10647E
7
Bij problemen
■Waarschuwingslampje (waarschuwingszoemer) elektrische stuurbekr achti-
ging
Als de spanning van de 12V-accu laag is of tijdelijk daalt, kan het waarschuwings-
lampje van de elektrische stuurbekrachtiging gaan branden en ka n er een waar-
schuwingszoemer klinken.
■ Detectiesensor voorpassagier, controlelampje veiligheidsgordel en waar-
schuwingszoemer
● Als er bagage wordt geplaatst op de passagiersstoel kan de dete ctiesensor het
controlelampje laten knipperen en de waarschuwingszoemer laten klinken, ook
al zit er niemand op de passagiersstoel.
● Als er op de stoel een kussen wordt geplaatst, werkt de sensor wellicht niet
goed, waardoor ook het waarsc huwingslampje niet goed werkt.
■ Als het waarschuwingslampje lage bandenspanning gaat branden
Controleer het uiterlijk van de band om na te gaan of de band niet lek is.
Als de band lek is: →Blz. 688, 709
Als de band niet lek is:
Gebruik de volgende pr ocedure wanneer de banden voldoende zijn afgekoeld.
● Controleer de bandenspanning en breng hem op het juiste niveau.
● Als het waarschuwingslampje zelfs na enkele minuten niet uitgaa t, controleer
dan of de bandenspanning in orde is en voer de initialisatie uit. (→Blz. 609)
Het waarschuwingslampje kan weer gaan branden wanneer bovenstaa nde han-
delingen zijn uitgevoerd zonder e erst de banden voldoende te laten afkoelen.
C-HR_HV_OM_Europe_OM10647E.b ook Page 677 Tuesday, July 30, 2019 9:59 AM