Page 25 of 241
Sleutels, deuren en ruiten23Batterijen horen niet in het huisvuil
thuis. Ze moeten via speciale inza‐
melpunten gerecycled worden.
Boutje verwijderen en batterijvak
openen door een munt in de sleuf te
steken en de munt te verdraaien.
Batterij vervangen (batterijtype
CR2016), hierbij op de juiste plaat‐
sing letten.
De twee helften van de behuizing op
elkaar plaatsen en erop letten dat ze
goed vastklikken.
Boutje terugplaatsen en aanhalen.
Elektronisch sleutelsysteem
Voor een handsfree bediening van de volgende functies:
● centrale vergrendeling 3 27
● bagageruimte 3 36
● contact inschakelen en motor starten 3 136
● vergrendelingssysteem 3 38
● diefstalalarmsysteem 3 39
De bestuurder hoeft alleen de elek‐
tronische sleutel bij zich te dragen.
Page 26 of 241

24Sleutels, deuren en ruitenLet op
Neem bij het uitstappen altijd de
elektronische sleutel mee.
Bij het achterlaten van de elektroni‐
sche sleutel in de kaartlezer klinkt er een geluidssignaal 3 107 en
verschijnt er een bericht op het
Driver Information Center 3 106 bij
het openen van de bestuurdersdeur.
Daarbij heeft de elektronische sleutel
de functionaliteit van de bediening op afstand 3 22 en een instapverlich‐
tingsfunctie 3 118.
Voor handsfree bediening moet de
elektronische sleutel buiten de auto
zijn, binnen een bereik van ongeveer
1 m van de voordeuren of de baga‐
geruimte. Het werkingsbereik van de
toetsen op de elektronische sleutel
kan door externe invloeden beperkt
zijn. Brandende alarmknipperlichten
dienen als bevestiging.
Handzender met zorg behandelen,
vochtvrij houden, beschermen tegen
hoge temperaturen en onnodig
gebruik vermijden.Let op
Leg de elektronische sleutel onder‐
weg niet in de bagageruimte, aange‐
zien deze buiten de detectiezone
(aangegeven door een geluidssig‐
naal bij lage snelheid 3 107 en een
bericht op het Driver Information
Center 3 106) ligt.
Let op
Als de elektronische sleutel in het
interieur voorin wordt bewaart en er
een bericht op het Driver Information Center verschijnt (waarbij er moge‐
lijk een geluidssignaal klinkt) ter indi‐
catie dat deze buiten het ontvangst‐
bereik is, adviseren we de elektroni‐
sche sleutel in de kaartlezer te
steken.
Let op
Als de elektronische sleutel niet
wordt gedetecteerd in het interieur
voorin na het openen en sluiten van een portier met draaiende motor,
verschijnt er een bericht op het
Driver Information Center (begeleid
door een geluidssignaal als een
bepaalde snelheid wordt overschre‐
den) dat deze buiten het ontvangst‐
bereik is.Zo wordt bijv. voorkomen dat u
wegrijdt na het afzetten van een
passagier die de elektronische sleu‐ tel heeft.
Het bericht verdwijnt wanneer de
elektronische sleutel weer wordt
gedetecteerd.
Handenvrije bediening wordt automa‐
tisch gedeactiveerd wanneer de toet‐
sen op de elektronische sleutel zijn
gebruikt of de centrale vergrende‐
lingstoets e 3 27 wordt ingedrukt.
Start de motor om de handsfree
bediening weer te activeren.
Aan/Uit-knop 3 136.
Accu elektronische sleutel
vervangen
Batterij meteen vervangen zodra het
systeem niet meer goed werkt of het
bereik ervan afneemt. Een bericht op
het Driver Information Center geeft
aan dat de batterij moet worden
vervangen 3 106.
Page 27 of 241

Sleutels, deuren en ruiten25
Batterijen horen niet in het huisvuil
thuis. Ze moeten via speciale inza‐
melpunten gerecycled worden.
Een bericht op het Driver Information
Center geeft aan dat de batterij moet
worden vervangen 3 106.
Let op
In een noodsituatie kan de auto nog steeds worden vergrendeld /
ontgrendeld met behulp van de fysieke noodsleutel in de behuizingvan de elektronische sleutel 3 23.
Ontgrendelingsknop aan de zijkant
van de elektronische sleutel ingedrukt
houden en fysieke noodsleutel uit de
bovenkant trekken. Klik het batterijk‐
lepje op de achterkant van de elek‐
tronische sleutel los en druk op één kant van de batterij om deze los te
maken en te verwijderen.
Batterij vervangen (batterijtype
CR2016), hierbij op de juiste plaat‐
sing letten.
Breng het batterijklepje weer aan en steek de fysieke noodsleutel er weer
in.
Elektronische sleutel
synchroniseren
Druk vier keer op een toets op de
elektronische sleutel binnen bereik
van de detectiezone (ongeveer 1 m)
van de voordeuren of de bagage‐
ruimte. De elektronische sleutel wordt gesynchroniseerd wanneer het
contact wordt aangezet.
Storing
Als de centrale vergrendeling niet kan worden bediend of als de motor niet
kan worden gestart, kan dit de
volgende oorzaken hebben:
● storing in elektronische sleutel
● elektronische sleutel buiten het ontvangstbereik
● batterijspanning te laag
● overbelasting van de centrale vergrendeling door herhaalde,
snel opeenvolgende activering
Page 28 of 241

26Sleutels, deuren en ruitenvan de handzender, waardoor de
stroomvoorziening voor korte tijd
wordt onderbroken
● storing door radiogolven afkom‐ stig van externe zenders met eenhoog vermogen
Fysieke noodsleutel
Ontgrendelingsknop aan de zijkant
van de elektronische sleutel ingedrukt houden en fysieke noodsleutel uit de
bovenkant trekken.
Deuren handmatig vergrendelen of
ontgrendelen door de sleutel in het
slot te draaien.
Steek de fysieke noodsleutel na
gebruik weer in de behuizing van de
elektronische sleutel.
Portiersloten
Diefstalvergrendeling
Open het bestuurdersportier en scha‐ kel de diefstalvergrendeling in om te
voorkomen dat de portieren van
buiten af wordt geopend.
Draai de schakelaar van de vergren‐
deling op de deur met een geschikt
gereedschap in de vergrendelde
stand. De deuren/achterklep kunnen/ kan van buiten af niet worden
geopend.
De diefstalvergrendeling blijft zelfs na
het ontgrendelen van de auto met de
afstandsbediening ingeschakeld. De
deuren / achterklep kunnen/kan
alleen van binnen of met de fysieke
sleutel worden geopend.
Let op
Afhankelijk van de versie blijft de
achterklep mogelijk ontgrendeld
wanneer de diefstalvergrendeling ingeschakeld is.
Schakel deze uit door de schakelaar
in de ontgrendelde stand te zetten.
Page 29 of 241

Sleutels, deuren en ruiten27Achterdeur handmatig
vergrendelen
Draai de vergrendelschakelaar
rechtsom om de achterdeur links
vanuit de bagageruimte te vergren‐
delen. Draai de schakelaar linksom
om het slot uit te schakelen.
Achterdeuren 3 34.
Centrale vergrendeling
Ontgrendelt en vergrendelt de voor‐
portieren, de zijschuifdeuren en de
bagageruimte.
Met de handzender met 3 toetsen worden de voordeuren en de baga‐
geruimte/zijschuifdeuren (indien
aanwezig) onafhankelijk van elkaar
ontgrendeld en vergrendeld.
Om veiligheidsredenen kan de auto
niet worden vergrendeld, wanneer de sleutel in het contactslot steekt.
Let op
Als er binnen ongeveer
twee minuten na het ontgrendelen van de auto geen portier wordt
geopend, wordt de auto automatisch weer vergrendeld.
Portieren en bagageruimte sluiten. Bij
een niet goed gesloten deur werkt de
centrale vergrendeling niet.
Zie "Bediening met fysieke sleutel"
hieronder voor nadere informatie.
Werking van afstandsbediening
De werking van de centrale vergren‐
deling met de handzender wordt
bevestigd door de alarmknipperlich‐
ten. De alarmknipperlichten knippe‐
ren één keer ter indicatie dat de auto
ontgrendeld is en twee keer ter indi‐
catie dat de auto vergrendeld is.Ontgrendelen met handzender met
twee toetsen
Afhankelijk van model en configura‐
tie:
● Druk op c en houd ingedrukt om
alle portieren en de bagage‐ ruimte te ontgrendelen.
- of -
● c eenmaal indrukken om het
bestuurdersportier te ontgrende‐
len en c tweemaal indrukken om
alle portieren en de bagage‐
ruimte te ontgrendelen.
Page 30 of 241
28Sleutels, deuren en ruitenOntgrendelen met handzender met
drie toetsen
Afhankelijk van model en configura‐
tie:
● Druk op c en houd ingedrukt om
alle portieren en de bagage‐ ruimte te ontgrendelen.
- of -
● c eenmaal indrukken om het
bestuurdersportier te ontgrende‐
len en c tweemaal indrukken om
alle portieren en de bagage‐
ruimte te ontgrendelen.
- of -
● Druk één keer op c om alle
portieren en de laadruimte te
ontgrendelen.
Vergrendelen met handzender met
twee toetsen
Druk op e om: Alle deuren en de
bagageruimte worden vergrendeld.
Vergrendelen met handzender met
drie toetsen
Druk op e om: Alle deuren en de
bagageruimte worden vergrendeld.
Let op
Indien aanwezig, wordt de bewaking van het interieur 3 39 uitgescha‐
keld door e ingedrukt te houden (ter
bevestiging klinkt een geluidssig‐
naal).
Als dit per ongeluk is gebeurd, moet
u de portieren opnieuw ontgrende‐
len en e korte tijd indrukken om de
auto te vergrendelen.
Page 31 of 241
Sleutels, deuren en ruiten29Bagageruimte vergrendelen en
ontgrendelen met handzender met
2 toetsen
Druk afhankelijk van model en confi‐
guratie één of tweemaal op c om de
bagageruimte (en de zijschuifdeuren) te ontgrendelen.
Druk op e om de laadruimte (en,
afhankelijk van de versie, de zijschuif‐
deuren) te vergrendelen.
Bagageruimte vergrendelen en
ontgrendelen met handzender met
3 toetsen
Druk op G om de laadruimte (en,
afhankelijk van de versie, de zijschuif‐
deuren) te vergrendelen of te
ontgrendelen.
Werking elektronisch
sleutelsysteem
Voor handenvrije bediening moet de
elektronische sleutel buiten de auto
zijn, binnen een bereik van ongeveer
1 m van de voorportieren of de baga‐
geruimte.
Let op
Er zit geen knop voor handenvrije
bediening in de buitenkruk van de
zijschuifdeur.
Er mag geen elektronische sleutel in
de auto blijven liggen en niet nog een extra elektronische sleutel in de
Page 32 of 241

30Sleutels, deuren en ruitendetectiezones zijn, omdat anders de
handenvrije bediening van de
centrale vergrendeling niet werkt.
De werking van de centrale vergren‐
deling met de elektronische sleutel
wordt bevestigd door de alarmknip‐
perlichten. De alarmknipperlichten
knipperen één keer ter indicatie dat
de auto ontgrendeld is en twee keer
ter indicatie dat de auto vergrendeld
is.
Als bij het vergrendelen een portier
open of onjuist gesloten is, vergren‐
delt en ontgrendelt de centrale
vergrendeling snel achter elkaar
zonder dat de alarmknipperlichten
knipperen.9 Gevaar
Laat nooit een elektronische sleu‐
tel achter in de auto bij kinderen of dieren, om onbedoeld bedienen
van ruiten, deuren of motor te
voorkomen. Kans op fataal letsel.
Ontgrendelen met elektronische
sleutel - handenvrije bediening
Druk op de knop op de buitenkruk van
een van de voorportieren om te
ontgrendelen en trek het aan de
hendel open.
Druk bij de achterdeuren / achterklep
op de knop op de buitenkruk om te
ontgrendelen en trek deze aan de
hendel open.
De auto ontgrendelt alleen wanneer
er ten minste drie seconden zijn
verstreken na het handenvrij vergren‐
delen.
Handenvrije bediening wordt automa‐
tisch gedeactiveerd wanneer de toet‐
sen op de elektronische sleutel zijn
gebruikt. Start de motor om de
handenvrije bediening weer te active‐
ren.