61)PARAFLUUPantivriesvloeistof wordt
gebruikt in het motorkoelsysteem; gebruik
voor het bijvullen hetzelfde vloeistoftype
als het type dat al in het koelsysteem
zit. PARAFLU
UPmag niet met andere typen
antivriesvloeistoffen worden gemengd. Als
er toch bijgevuld is met een ongeschikt
product, start dan in geen geval de motor
en neem contact op met het Fiat
Servicenetwerk.
62)Vermijd elk contact tussen de uiterst
corrosieve remvloeistof en de gelakte
delen. Spoel bij contact onmiddellijk uit met
rijkelijk water.
63)Onjuiste installatie van elektrische en
elektronische apparatuur kan leiden tot
ernstige schade aan de auto. Als men na
aanschaf van het voertuig accessoires
wil monteren (diefstalbeveiliging, mobiele
telefoon enz.), ga dan naar een werkplaats
van het Fiat Servicenetwerk, die de meest
geschikte apparaten zal aanraden en zal
controleren of een accu met een grotere
capaciteit gemonteerd moet worden.
BELANGRIJK
3)De gebruikte motorolie en oliefilters
bevatten stoffen die schadelijk zijn voor het
milieu. Het verdient aanbeveling de olie
en de filters te laten vervangen door het
Fiat Servicenetwerk.
4)Gebruikte versnellingsbakolie bevat
stoffen die gevaarlijk kunnen zijn voor het
milieu. Het wordt geadviseerd contact
op te nemen met het Fiat Servicenetwerk
om de olie te laten verversen.5)Accu’s bevatten stoffen die zeer
gevaarlijk zijn voor het milieu. Neem voor
het vervangen van de accu contact op met
het Fiat Servicenetwerk.
ACCU OPLADEN
158) 159)
BELANGRIJK Wacht, nadat de
contactsleutel naar STOP is gedraaid
en het bestuurdersportier is gesloten,
minstens 1 minuut alvorens de
elektrische voeding van de accu te
ontkoppelen. Wanneer de elektrische
voeding weer op de accu wordt
aangesloten, controleer dan of de
startinrichting in de stand STOP staat
en of het bestuurdersportier gesloten is.
BELANGRIJK Het verdient aanbeveling
de accu langzaam en met een lage
stroomsterkte ongeveer 24 uur op te
laden. De accu langer opladen, kan de
accu beschadigen.
171
BELANGRIJK Controleer of de kabels
van de elektrische installatie correct zijn
aangesloten op de accu: de pluskabel
(+) op de plusklem en de minkabel
(-) op de minklem. De accuklemmen
zijn gemarkeerd met de symbolen plus
(+) en min (–), en zijn weergegeven
op het deksel van de accu. De
kabelklemmen moeten ook corrosievrij
zijn en stevig aan de klemmen
bevestigd worden. Als een acculader
van het "snelle" type wordt gebruikt
terwijl de accu in het is voertuig
gemonteerd, moeten eerst beide kabels
van de accu losgemaakt worden
alvorens de acculader aan te sluiten.
Gebruik geen "snellader" voor de
levering van startspanning.
BELANGRIJK De procedure voor het
opladen van de accu is uitsluitend
bedoeld ter informatie. Geadviseerd
wordt contact op te nemen met het Fiat
Servicenetwerk om deze
werkzaamheden te laten uitvoeren.
VERSIES ZONDER
Start&Stop SYSTEEM
(voor bepaalde versies/markten)
Ga als volgt te werk om de accu op te
laden:
maak de klem van de minpool van
de accu los;
sluit de kabels van de acculader aan
op de accupolen; let daarbij op de
polariteit;
schakel de acculader in;
schakel na het opladen eerst de
acculader uit voordat deze wordt
losgekoppeld van de accu;
sluit de klem weer op de minpool
van de accu aan.
VERSIES MET
Start&Stop SYSTEEM
(voor bepaalde versies/markten)
Ga als volgt te werk om de accu op te
laden:
maak stekker A fig. 156 los (door op
knop B te drukken) van de sensor C
voor controle van de accutoestand
(gemonteerd op de minklem D van de
accu);
sluit de pluskabel (+) van de
acculader aan op de pluspool (+) van
de accu;
sluit de minkabel (-) van de
acculader aan op de D-klem van de
minpool (-) van de accu;
schakel de acculader in. Schakel na
het opladen eerst de acculader uit
voordat deze wordt losgekoppeld van
de accu;
sluit de stekker A weer aan op de
sensor C van de accu.
BELANGRIJK
158)Accuvloeistof is giftig en corrosief:
vermijd contact met huid en ogen. Het
opladen van de accu moet worden
uitgevoerd in een goed geventileerde
ruimte, ver van open vuur en vonken:
brand- en ontploffingsgevaar.
159)Probeer geen bevroren accu op te
laden; laat de accu eerst ontdooien om het
risico van een ontploffing te vermijden.
Als de accu bevroren is geweest, moet
door vakbekwaam personeel worden
gecontroleerd of de cellen niet beschadigd
zijn en of de behuizing geen scheuren
vertoont, waardoor de giftige en corrosieve
vloeistof kan weglekken.
156F0Y0153C
172
ONDERHOUD EN ZORG
RICHTLIJNEN VOOR DE BEHANDELING VAN DE AUTO AAN HET
EINDE VAN DE LEVENSDUUR
(voor bepaalde versies/markten)
Al jaren zet FCA zich volledig in voor de bescherming van het milieu via de continue verbetering van de productieprocessen en
de realisatie van producten die steeds "eco-compatibeler" zijn. Om de klanten de best mogelijke service te garanderen in
overeenstemming met de milieuwetgeving en conform de Europese richtlijn 2000/53/EG inzake de behandeling van voertuigen
aan het einde van hun levensduur, biedt FCA haar klanten de mogelijkheid hun auto aan het einde van zijn levensduur zonder
extra kosten in te leveren. De Europese richtlijn bepaalt namelijk dat het voertuig kan worden ingeleverd zonder kosten voor de
laatste houder of eigenaar als het voertuig geen of een negatieve marktwaarde heeft.
Voor de kosteloze inlevering van het voertuig aan het einde van zijn levensduur kunt u als u een andere auto gaat aanschaffen,
zich tot een van onze dealers of tot een door FCA goedgekeurd inzamelings- en verwerkingsbedrijf wenden. Deze bedrijven zijn
zorgvuldig geselecteerd en bieden kwaliteitsservice voor de inzameling, verwerking en recycling van afgedankte auto’s met
respect voor het milieu.
Voor meer informatie over deze inzamelings- en verwerkingsbedrijven kunt u zich wenden tot een FCA Servicepunt, het
telefoonnummer in het garantieboekje bellen of naar de websites van de verschillende merken van FCA gaan.
206
TECHNISCHE GEGEVENS
De geheime code invoeren
Wanneer het systeem wordt
ingeschakeld, toont het display, als de
code wordt gevraagd, het opschrift
"Anti-diefstalcode invoeren", gevolgd
door een scherm met een toetsenbord
waarmee de geheime code kan worden
ingevoerd.
De geheime code bestaat uit vier cijfers
van 0 t/m 9: draai voor het invoeren
van de code aan de "BROWSE
ENTER" knop en druk deze in om te
bevestigen.
Na het invoeren van het vierde cijfer
begint het systeem te werken.
Als er een verkeerde code is ingevoerd,
geeft het systeem "Code verkeerd"
weer om de gebruiker te laten weten
dat de juiste code ingevoerd moet
worden.
Na 3 mislukte invoerpogingen,
verschijnt op het display "Code
verkeerd. Radio geblokkeerd. 30
minuten wachten a.u.b.". Als dit
opschrift is verdwenen, kan de code
opnieuw worden ingevoerd.
Paspoort autoradio
Dit document is het eigendomsbewijs
van het systeem. In het paspoort van
de autoradio staan het model, het
serienummer en de geheime code
aangegeven.Neem, in geval van zoekraken van het
paspoort van de autoradio, contact
op met het Fiat Servicenetwerk, neem
uw identiteitsbewijs en de
eigendomsdocumenten van uw auto
mee.
BELANGRIJK Bewaar dit
autoradiopaspoort op een veilige plek,
zodat bij diefstal van het systeem de
betreffende informatie aan de bevoegde
instanties gegeven kan worden.
BELANGRIJKE
OPMERKINGEN
In geval van een storing, mag het
systeem alleen gecontroleerd en
gerepareerd worden door het Fiat
Servicenetwerk.
Als de temperatuur erg laag is, kan het
even duren voordat het display de
optimale lichtsterkte heeft bereikt.
Als de auto enige tijd bij een hoge
buitentemperatuur wordt geparkeerd,
kan de "thermische beveiligingsfunctie"
van het systeem in werking treden tot
de temperatuur van de radio naar
een acceptabel niveau is teruggekeerd.
Kijk alleen naar het scherm wanneer
dit nodig en veilig is. Als u langere
tijd naar het scherm moet kijken, ga
dan de weg af en parkeer op een
veilige plek, zodat u niet tijdens het
rijden wordt afgeleid.Stop onmiddellijk met het gebruik van
het systeem in geval van een storing.
Anders kan het systeem beschadigd
raken. Neem zo snel mogelijk contact
op met het Fiat Servicenetwerk om het
systeem te laten repareren.
BELANGRIJK
165)Volg onderstaande
veiligheidsvoorschriften, want anders
kunnen de inzittenden ernstig gewond
raken of kan het systeem beschadigd
raken.
166)Als het volume te hoog staat, kan dat
gevaarlijk zijn. Stel het volume zo af dat
omgevingsgeluiden (bijv. claxons,
ambulances, politievoertuigen enz.) nog
hoorbaar zijn.
BELANGRIJK
76)Maak het frontpaneel en het display
alleen schoon met een zachte, schone,
droge, anti-statische doek. Reinigings- en
polijstmiddelen kunnen het oppervlak
beschadigen. Gebruik geen alcohol of
dergelijke producten om het
bedieningspaneel of het display schoon te
maken.
77)Gebruik het display niet als basis voor
steunen met zuignappen of kleefmiddelen
voor externe navigatiesystemen,
smartphones of dergelijke apparaten.
209
OVERZICHTSTABEL BEDIENINGSELEMENTEN FRONTPANEEL
Knop Functies Modus
Aan/Uit Knop kort indrukken
Volumeregeling Knop naar links/rechts draaien
Volume in-/uitschakelen (Mute/Pauze) Knop kort indrukken
Scherm aan/uit Knop kort indrukken
Toegang tot het menu met voertuiginstellingen Knop kort indrukken
Selectie afsluiten/naar vorige scherm
terugkerenKnop kort indrukken
BROWSE ENTERLijst doorbladeren of op een radiostation
afstemmenKnop naar links/rechts draaien
Op display weergegeven optie bevestigen Knop kort indrukken
APPSToegang tot extra functies (bijv. Tijdweergave,
buitentemperatuur, Media, Radio, eco:
rijgegevensfunctie,UConnect™LIVE-services,
indien aanwezig)Knop kort indrukken
TELEFOONWeergave telefoongegevens Knop kort indrukken
TRIPToegang tot het TRIP menu Knop kort indrukken
MEDIABronselectie: USB/iPod,
Bluetooth®ofAUX
(voor bepaalde versies/markten)Knop kort indrukken
RADIOToegang tot de radio-modus Knop kort indrukken
211
vanuit het scherm "Telefoon" kan de
mobiele telefoon altijd gekoppeld
worden door op de knop "Instelling." te
drukken: druk op de knop “Toestel
toev." en ga verder zoals hierboven
beschreven;
Tijdens de koppelingsfase verschijnt
een scherm dat de voortgang van het
proces toont. Als de
koppelingsprocedure met succes is
voltooid, wordt een scherm getoond:
als "Ja" op de vraag wordt
geselecteerd, wordt de mobiele
telefoon als favoriet gekoppeld (de
mobiele telefoon heeft voorrang op alle
andere mobiele telefoons die later
worden gekoppeld). Als geen andere
apparaten worden gekoppeld, zal
het systeem het eerst gekoppelde
apparaat als favoriet beschouwen.
OPMERKING Na het updaten van de
telefoonsoftware voor eigen bediening
wordt het aanbevolen de telefoon te
verwijderen uit de lijst apparaten gelinkt
aan de radio, verwijder de koppeling
van het vorige systeem uit de lijst met
Bluetooth® apparaten op de telefoon
en maak een nieuwe koppeling.Een nummer bellen
Een nummer kan op de volgende
manieren gebeld worden:
selectie van het pictogram
(telefoonboek van mobiele telefoon);
selectie van “Recente oproepen";
selectie van het pictogram;
drukken op de knop "Opn. bellen".
OPMERKING De hierboven beschreven
procedures zijn alleen toegankelijk
indien ze door de gebruikte mobiele
telefoon worden ondersteund.
SMS-lezer
Het systeem kan de SMS-berichten die
de mobiele telefoon ontvangt voorlezen.
Om deze functie te gebruiken, moet
de mobiele telefoon de uitwisseling van
SMS viaBluetooth® ondersteunen.
Als deze functie niet door de telefoon
wordt ondersteund, is de betreffende
toets
niet geactiveerd (grijs).
Bij ontvangst van een tekstbericht,
toont het display een scherm waarop
de opties "Luisteren", "Bellen" of
"Negeer" gekozen kunnen worden.
U kunt toegang krijgen tot het overzicht
SMS-berichten die door de telefoon
zijn ontvangen door op de grafische
toets
te drukken (in het overzicht
worden maximaal 60 ontvangen
berichten weergegeven).OPMERKING Bij sommige mobiele
telefoons moet, om de leesfunctie van
gesproken SMS-berichten ter
beschikking te krijgen, de optie
SMS-melding op de telefoon
ingeschakeld worden; deze optie is
meestal beschikbaar op de telefoon, in
hetBluetooth® verbindingsmenu voor
een apparaat dat geregistreerd is als
Uconnect™. Na het inschakelen van
deze functie op de mobiele telefoon,
moet deze uit- en weer ingeschakeld
worden met hetUconnect™systeem
om de functie te laten werken.
BELANGRIJK Sommige mobiele
telefoons houden geen rekening met de
instellingen van de SMS-bevestiging
bij het koppelen metUconnect™. Als
een tekstbericht wordt verstuurd via het
Uconnect™-systeem, kan het zijn
dat de bestuurder extra kosten moet
betalen, zonder enige waarschuwing,
doordat de telefoon een verzoek om
een ontvangstbevestiging van een
tekstbericht verstuurt. Neem in geval
van problemen met betrekking tot
de bovenstaande informatie contact op
met de serviceprovider van uw telefoon.
217
SMS-berichtopties
Er zijn standaard SMS-berichten in het
systeemgeheugen opgeslagen die
als antwoord op een ontvangen bericht
of als nieuw bericht verzonden kunnen
worden.
Ja
Nee
OK
Ik kan nu niet praten
Bel me
Ik bel je straks
Ik ben onderweg
Bedankt
Ik ben te laat
Ik zit vast in het verkeer
Begin zonder mij
Waar ben je?
Ben je er al?
Ik heb aanwijzingen nodig
Ik ben de weg kwijt
Tot straks
Ik kom 5 (of 10, 15, 20, 25, 30, 45,
60) (*) minuten later
Tot over 5 (of 10, 15, 20, 25, 30, 45,
60) (*) minuten
(*) Gebruik alleen de kiesbare getallen,
anders neemt het systeem het bericht
niet aan.Het systeem staat tevens toe dat een
ontvangen SMS wordt doorgezonden.
OPMERKING Raadpleeg de
desbetreffende paragraaf voor meer
informatie over het verzenden van
tekstberichten met gebruik van
spraakopdrachten.
Door tekstberichten bladeren
(voor bepaalde versies/markten)
Door middel van de bedieningsorganen
op het stuurwiel kunt u de laatste 10
ontvangen SMS-berichten op het
display van het instrumentenpaneel
weergeven en beheren. Om deze
functie te gebruiken, moet de mobiele
telefoon de uitwisseling van SMS via
Bluetooth® ondersteunen.
Selecteer “Telefoon” in het
instellingenmenu op het
instrumentenpaneel en selecteer
vervolgens “SMS-lezer” met de
stuurwielbedieningen
/. Door
middel van het submenu "SMS-lezer"
kunnen de laatste 10 SMS-berichten
worden weergegeven.Uconnect™ LIVE
SERVICES
(indien aanwezig)
Druk op de APPS-toets om het menu
met alle applicatiefuncties van het
systeem te openen, zoals:
tijdsweergave, functiegegevens van
eco:Drive™, Trip Computer,
Buitentemperatuur, Instellingen,
Uconnect™LIVE-toepassingen.
Als een pictogram vanUconnect™
LIVEaanwezig is, dan is het systeem
voorbereid voor de aangesloten
services en kunnen de toepassingen
direct worden gebruikt vanaf het
radiomenu voor een efficiënter en
geavanceerd gebruik van de auto.
De applicatiefuncties zijn beschikbaar
volgens de voertuigconfiguratie en
de markt.
Om deUconnect™ LIVEservices te
kunnen gebruiken, is het volgende
noodzakelijk:
deUconnect™ LIVEApp van de
"App Store" of "Google Play" op uw
compatibele smartphone downloaden
en er daarbij voor zorgen dat de
gegevensverbinding is ingeschakeld;
u registreren, via deUconnect™™
LIVE Appop de website
www.driveuconnect.eu of www.fiat.it
218
MULTIMEDIA
Uconnect™LIVEApp op uw
smartphone starten en uw gegevens
invoeren.
Raadpleeg voor meer informatie over
de op de markt beschikbare diensten,
de website www.driveucoinnect.eu.
Eerste toegang tot het voertuig
Om, na het starten van de
Uconnect™LIVEApp en het invoeren
van uw gegevens, toegang te krijgen
tot deUconnect™LIVEApp-services
in de auto, moet er eenBluetooth®-
verbinding zijn tussen uw smartphone
en hetUconnect™-systeem zoals
beschreven in het hoofdstuk "Uw
mobiele telefoon koppelen". De lijst met
ondersteunde mobiele telefoons is bes-
chikbaar op www.driveuconnect.eu.
Druk na het koppelen op de
Uconnect™ LIVE-knop op het scherm
om toegang te krijgen tot de verbonden
services.
Wanneer de activering is voltooid,
verschijnt een speciaal bericht op het
display. In het geval van diensten
waarvoor een persoonlijk profiel vereist
is, kunt u uw eigen account via de
Uconnect™LIVEApp koppelen of in
de gereserveerde zone op de website
www.driveuconnect.eu.Gebruiker niet aangesloten
Indien het apparaat niet aan de
Bluetooth®-telefoon wordt gekoppeld,
als op deUconnect™ LIVE-knop is
gedrukt, wordt het pictogram van het
systeemmenu uitgeschakeld, met uit-
zondering vaneco:Drive™.
Raadpleeg voor nadere informatie over
de functieeco:Drive™de
desbetreffende paragraaf.
Instelling van Uconnect™ LIVE-
services via het bijbehorende menu
In het systeemmenu vanUconnect™
van deUconnect™LIVE-services
kan het gedeelte “Instellingen” worden
geopend door op het pictogram
te
drukken. In dit gedeelte kunt u de
systeemopties controleren en naar
voorkeur aanpassen.
Systeem updaten
Als er een update beschikbaar is voor
hetUconnect™-systeem tijdens
het gebruik van deUconnect™
LIVE-services, verschijnt er een
speciaal bericht op het display.De update omvat het downloaden van
de nieuwe softwareversie voor het
beheer van deUconnect™LIVE
services. De update wordt uitgevoerd
met behulp van het dataverkeer van de
aangesloten smartphone: de
hoeveelheid uitgewisselde gegevens
wordt meegedeeld aan de bestuurder.
BELANGRIJK Om de goede werking
van deUconnect™tijdens de
installatie niet in gevaar te brengen,
geen andere handelingen verrichten
maar wachten tot de installatie is
voltooid.
App Uconnect™ LIVE
DeUconnect™ LIVE-app moet op uw
smartphone worden geïnstalleerd om
de verbonden services vanuit uw auto
te kunnen openen. Dit kan worden
gebruikt om uw profiel te beheren en
uwUconnect™ LIVEervaring aan
te passen. De App kan worden
gedownload via de "App Store" of
"Google Play".
Om veiligheidsredenen kan de App niet
worden geopend wanneer de telefoon
gekoppeld is aan hetUconnect™
system.
219