Page 117 of 260

De inschakeling van het systeem wordt
aangegeven met het groene symbool
op het display. Als het daarentegen
wordt uitgeschakeld, wordt het
symbool
wit weergegeven.
Opnieuw inschakelen van het
systeem: druk op de knop RES.
UITSCHAKELING VAN
HET SYSTEEM
Druk op knop A fig. 92 om het systeem
uit te schakelen.
Automatische uitschakeling van het
systeem: het systeem wordt
automatisch uitgeschakeld als zich een
storing in het systeem voordoet. Ga
naar een Fiat Servicepunt als het
probleem aanhoudt.
BELANGRIJK Door de cruisecontrol in
te schakelen, wordt de Speed Limiter
uitgeschakeld.
MODUSSELECTIE-
SYSTEEM
(voor bepaalde versies/markten)
Door aan de ring op de knop op de
tunnelconsole, vóór de
versnellingspook (zie afbeelding) te
draaien, kan de voorziening worden
gebruikt om drie verschillende rijmodi te
selecteren, naargelang rijstijl en
wegomstandigheden:
ring in stand A: Modus
“NORMAL”
ring in stand B: Modus
“TRACTION +”
ring in stand C: Modus “GRAVITY
CONTROL”
De gekozen rijmodus wordt
aangegeven door het aangaan van de
led in de buurt van de selectie en een
indicatie op het display.MODUS “NORMAL”
Deze rijmodus is bedoeld voor comfort
en veiligheid in rijomstandigheden
met normale grip.
“Normal” is de standaardmodus: het
volgende scherm wordt op het display
weergegeven als deze modus is
geactiveerd fig. 94.
93F0Y0600C94F0Y0669C
115
Page 119 of 260

BELANGRIJK Wanneer de modus
“Traction +” wordt ingeschakeld, wordt
het City Brake Control - “Collision
Mitigation”-systeem tijdelijk
uitgeschakeld. Tijdelijke uitschakeling
van het systeem wordt aangeduid door
het lampje
op het
instrumentenpaneel (en een bericht op
het display). Wanneer de modus
“Traction +” wordt uitgeschakeld, wordt
het City Brake Control - “Collision
Mitigation”-systeem weer ingeschakeld.
FUNCTIE “GRAVITY CONTROL”
Deze rijfunctie houdt de snelheid
constant als van een steile helling naar
beneden wordt gereden. Lawaai en
trillingen afkomstig van de zijkant van
de wielen (remmen) zijn normaal
wanneer deze functie is ingeschakeld.
BELANGRIJK De functie kan alleen
worden geselecteerd als de modus
“Traction +” is ingeschakeld, de motor
draait, de handrem is uitgeschakeld
en het bestuurdersportier goed dicht
zit.
Inschakeling
Verlaag uw snelheid tot minder dan 25
km/h om de functie in te schakelen.Laat, zodra de gewenste snelheid is
bereikt, het gas- en rempedaal volledig
los. Als u de snelheid wilt verhogen/
verlagen, trapt u het gas-/rempedaal
weer in.
Inschakeling
Draai de ring naar rechts (stand C fig.
93) en houd hem gedurende een halve
seconde, of tenminste tot de
bijbehorende led gaat branden en de
inschakelingsindicatie "Gravity Control”
op het display weergegeven wordt
fig. 96, in deze stand.
Na het loslaten keert de ring terug naar
de middelste stand. “Gravity Control”
is klaar om te werken, wanneer de
“Gravity Control”-functie wordt
geselecteerd.
Uitschakelen
Om de modus “Gravity Control” uit te
schakelen, draait u de ring naar links en
houdt u deze gedurende een halve
seconde in deze stand.
In dit geval gaat de led van de modus
“Traction +” branden en wordt een
melding op het scherm weergegeven
dat de functie “Gravity Control” is
uitgeschakeld.
De functie “Gravity Control” is altijd
uitgeschakeld wanneer de motor
gestart wordt.BELANGRIJKE OPMERKINGEN
BELANGRIJK GEBRUIK HET
SYSTEEM NIET MET DE
VERSNELLINGSBAK IN DE
VRIJSTAND.
BELANGRIJK De functie is beschikbaar
voor snelheden tussen 7 km/h en 25
km/h.
96F0Y0668C
117
Page 256 of 260

Interieurverlichting...................27
ISOFIX-kinderzitje (montage).........89
iTPMS..............................76
Kentekenverlichting
(lamp vervangen)................144
Kinderen veilig vervoeren............84
Kinderslot...........................33
Kinderzitjes.........................84
Klimaatregeling......................21
Knie-airbag bestuurder..............99
Krik...............................129
Lamp vervangen..................137
Lampjes en berichten................46
Lane Change.......................26
Mechanische sleutel................11
Mistlampen (lamp vervangen).......142
Mistlampen / mistachterlicht
(inschakeling).....................24
Modusselectiesysteem
(voorziening).....................115
Mopar Connect....................241
Motorkap...........................36
Motorkoelvloeistof (peil
controleren).....................169
Motorolie (verbruik).................169
Motorruimte.......................166
Niveaus controleren...............166
Noodvergrendeling portieren.........33
Officiële typegoedkeuringen........242Onderhoudsschema...............158
Onderste koplampunit..............140
Parkeersensoren..................118
Periodieke controles
(geprogrammeerd
onderhoudsschema).............157
Plafondverlichting voor...............27
Portieren............................32
Prestaties (topsnelheid).............190
Regensensor.......................28
Remvloeistof
(niveau controleren)..............169
Richtingaanwijzers
(inschakeling).....................25
Richtingaanwijzers
(lamp vervangen)................140
Richtingaanwijzers zijkant
(lamp vervangen)................141
Richtlijnen voor de behandeling
van de auto aan het einde van
de levensduur...................206
Rijhulpsystemen.....................74
Ruitensproeiervloeistof
voor-/achterruit (niveau
controleren).....................169
Safe Lock (systeem)................12
SBR (Seat Belt Reminder)............81
Schemersensor.....................25
Set-up-menu........................44
Slepen van het voertuig............153Sleutel met afstandsbediening.......11
Sleutels.............................11
Sneeuwkettingen..................182
Soorten lampen....................139
Speed Limiter......................114
Stadslicht / dimlicht
(inschakeling).....................24
Stadslichten/dagverlichting (DRL)
(lamp vervangen)................141
Standaard velgen en banden.......182
Start&Stop (systeem)...............111
Starten met hulpaccu..............151
Stoelen.............................14
Stuurslot............................14
Stuurwiel............................18
Tanken.......................123-200
Tijdens parkeren...................107
Tips, bediening en algemene
informatie.......................208
Traction + systeem.................116
Trip Computer.......................44
Uconnect™ 5" LIVE...............210
Uconnect™ 7" HD LIVE /
Uconnect™ 7" HD Nav LIVE.....223
Veiligheidsgordels..................79
Vloeistof (ruitensproeiers
voor/achter).....................173
Vloeistoffen en smeermiddelen......202
Voorruitsproeier/
achterruitsproeier.................27
ALFABETISCH REGISTER