
29
Druk op de prullenbak naast de
geselecteerde telefoon om deze
telefoon te verwijderen.
Een gesprek aannemen
Als u gebeld wordt, klinkt een beltoon en wordt
er een pop-upvenster op het scherm geopend.Druk kort op de toets telefoon op het
stuur om het gesprek aan te nemen.
En Houd de toets
telefoon op het stuurwiel langer
ingedrukt om het gesprek te
weigeren.
Of Selecteer " Gesprek beëindigen " op
het touchscreen.
Bellen
Gebruik de telefoon bij voorkeur niet onder
het rijden.
Parkeer de auto.
Gebruik de toetsen op het stuur wiel om
te bellen.
Bellen van een nieuw
nummer
Druk op Telefoon om de
hoofdpagina weer te geven.
Voer het nummer in via het digitale
toetsenbord.
Druk op " Bellen" om het nummer te
bellen.
Bellen van een contact
Druk op Telefoon om de
hoofdpagina weer te geven.
Of houd de toets
op het stuurwiel langer ingedrukt.
Selecteer " Contact".
Selecteer het gewenste contact in de
weergegeven lijst. Selecteer " Bellen".
Bellen van een recent
gebruikt nummer
Druk op Telefoon om de
hoofdpagina weer te geven.
Of Houd de toets
op het stuurwiel langer ingedrukt.
Selecteer " Oproepen".
Selecteer het gewenste contact in de
weergegeven lijst.
U kunt altijd rechtstreeks met uw telefoon
bellen. Zet in dat geval de auto uit
veiligheidsoverwegingen stil.
Beheren van contacten/
items
Druk op Telefoon om de
hoofdpagina weer te geven.
Selecteer " Contact".
Selecteer " Aanmaken " om een
nieuw contact toe te voegen.
.
CITROËN Connect Nav

35
Radio
VR A AGANTWOORDOPLOSSING
De ontvangstkwaliteit van de gekozen
radiozender neemt geleidelijk af of de
opgeslagen zenders werken niet (geen geluid,
87,5
MHz wordt weergegeven...). De auto is te ver ver wijderd van de zender van
het station of er is geen zender aanwezig in het
geografische gebied.
Activeer de functie "RDS" via het snelmenu
om het systeem te laten controleren of er een
sterkere zender in het gebied aanwezig is.
Er kunnen storingen in de ontvangst optreden
door obstakels in de omgeving (bergen,
gebouwen, tunnels, parkeergarages, enz.), ook
als de RDS-functie is ingeschakeld. Dit is een normaal verschijnsel en duidt niet op
een storing in het audiosysteem.
De antenne is niet aanwezig of is
beschadigd (bijvoorbeeld in een wasstraat of
parkeergarage). Laat de antenne controleren door een
merkdealer.
De hoogteligging wordt niet weergegeven.
Bij het opstarten kan de initialisatie van het
GPS tot 3 minuten duren voordat er meer dan 4
satellieten correct worden ontvangen. Wacht tot het systeem volledig is opgestart
zodat het signaal van ten minste 4 satellieten
wordt ontvangen.
De kwaliteit van de GPS-ontvangst kan worden
beïnvloed door de omgeving (tunnel...) en het
w e e r. Dit is een normaal verschijnsel. De werking van
het systeem is afhankelijk van de ontvangst
van het GPS-signaal.
De verbinding van Mijn navigatie is verbroken. Tijdens het opstarten en in bepaalde gebieden kan de verbinding niet beschikbaar zijn.Controleer of de verbonden diensten zijn
geactiveerd (instellingen, contract).
.
CITROËN Connect Nav

6
Berichten beheren
Druk op Connect-App om de
hoofdpagina weer te geven.
Druk op "SMS".
Selecteer het tabblad "SMS".
Druk op deze toets om de
scherminstellingen voor berichten te
selecteren.
Druk op deze toets om een
ontvanger te zoeken en te
selecteren.
Selecteer het tabblad "SMS-
berichten".
Druk op deze toets om de
scherminstellingen voor berichten te
selecteren.
Druk op deze toets om een nieuw
bericht te schrijven.
Druk op de prullenbak naast het
geselecteerde bericht om deze te
verwijderen.
Druk op de toets naast het
geselecteerde bericht om de tweede
pagina weer te geven. Druk op deze toets om de
bestaande tekst te bewerken en aan
te passen.
Druk op deze toets om een nieuw
bericht te schrijven.
Druk op de prullenbak om het
bericht te verwijderen.
Radio
Een radiozender selecteren
Druk op R AD MEDIA om de
hoofdpagina weer te geven.
Druk op een van de toetsen voor
automatisch zoeken naar een
radiozender.
Of Verplaats de cursor om handmatig
omhoog en omlaag te scrollen door
de frequenties.
Of Druk op de frequentie.
Voer de waarden van de FM- en
AM-band in met het virtuele
toetsenbord. Druk op "
OK" om te bevestigen.
De radio-ontvangst kan worden
verstoord door het gebruik van
elektrische apparatuur die niet door het
merk is goedgekeurd, zoals een op de
12
V-aansluiting aangesloten lader met
USB-aansluiting.
Er kunnen storingen in de ontvangst
optreden door obstakels in de
omgeving (bergen, gebouwen, tunnels,
parkeergarages, enz.), ook als de RDS-
functie is ingeschakeld. Dit is een normaal
verschijnsel en duidt niet op een storing in
het audiosysteem.
Veranderen van frequentieband
Druk op R AD MEDIA om de
hoofdpagina weer te geven.
Druk op de toets " OPTIES" om de tweede
pagina weer te geven.
Druk op "Band" om de
frequentieband te wijzigen.
Druk op het gearceerde gedeelte om
te bevestigen.
CITROËN Connect Radio

15
Selecteer de naam van de telefoon
in de lijst om de koppeling ongedaan
te maken.
Druk er nogmaals op om de telefoon
weer te koppelen.
Verwijderen van een telefoon
Druk op het prullenbaksymbool
rechts boven op het scherm om een
prullenbak naast de geselecteerde
telefoon weer te geven.
Druk op het prullenbaksymbool
naast de naam van de telefoon te
verwijderen.
Een gesprek aannemen
Als u gebeld wordt, klinkt een beltoon en
verschijnt een pop-upvenster op het scherm.Druk kort op de toets TEL op het
stuur om het gesprek aan te nemen.
En houd de toets
TEL op het stuur wiel langer
ingedrukt om het gesprek te
weigeren. Of
Druk op "Ophangen ".
Bellen
Gebruik de telefoon bij voorkeur niet onder
het rijden.
Parkeer de auto.
Gebruik de toetsen op het stuur wiel om
te bellen.
Bellen van een nieuw nummer
Druk op Telefoon om de
hoofdpagina weer te geven.
Voer het nummer in via het digitale
toetsenbord.
Druk op " Bellen" om het nummer te
bellen.
Een contact bellen
Druk op Telefoon om de
hoofdpagina weer te geven.
of houd de toets
TEL op het stuur wiel langer
ingedrukt. Druk op "
Contacten ".
Selecteer het gewenste contact in de getoonde lijst.
Druk op "Bellen".
Bellen van een recent
gebruikt nummer
Druk op Telefoon om de
hoofdpagina weer te geven.
Of Houd de toets
op het stuurwiel langer ingedrukt.
Druk op " Gesprekkenlijst ".
Selecteer het gewenste contact in de getoonde lijst.
U kunt altijd rechtstreeks met uw telefoon
bellen. Zet in dat geval de auto uit
veiligheidsoverwegingen stil.
Instellen van de beltoon
Druk op Telefoon om de
hoofdpagina weer te geven.
.
CITROËN Connect Radio

19
Radio
VR A AGANTWOORDOPLOSSING
De ontvangstkwaliteit van de gekozen
radiozender neemt geleidelijk af of de
opgeslagen zenders werken niet (geen geluid,
87,5
MHz wordt weergegeven...). De auto is te ver ver wijderd van de zender van
het station of er is geen zender aanwezig in het
geografische gebied.
Activeer de functie "RDS" via de bovenste balk
om het systeem te laten controleren of er een
sterkere zender in het gebied aanwezig is.
Er kunnen storingen in de ontvangst optreden
door obstakels in de omgeving (bergen,
gebouwen, tunnels, parkeergarages, enz.), ook
als de RDS-functie is ingeschakeld. Dit is een normaal verschijnsel en duidt niet op
een storing in het audiosysteem.
De antenne is niet aanwezig of is
beschadigd (bijvoorbeeld in een wasstraat of
parkeergarage). Laat de antenne controleren door een
merkdealer.
Ik kan sommige opgeslagen zenders uit de lijst
niet ontvangen.
De naam van de zender verandert. De zender wordt niet meer ontvangen of de
naam van de zender in de lijst is veranderd.
Druk op de ronde pijl in het tabblad "Lijst" van
de pagina "Radio".
Sommige zenders sturen in plaats van een
naam andere informatie mee (bijv. titel van het
afgespeelde nummer).
Het systeem interpreteert deze informatie als
de naam van de zender.
.
CITROËN Connect Radio

183
Kledinghaak .................................................... 58
Kleurcode lak ............................... .................179
Klokje (instellen)
.................................. 29, 33 , 17
Koelvloeistoftemperatuur
..................................9
Koplampverstelling
......................................... 64
Krik
......................................................... 157-15 8
LLaden accu ~ Accu laden ......................17 2-173
Lampen (vervangen) ...................... 16
1-162, 16 4
Lampen vervangen
........161-162 , 16 4, 16 4 -165
Lane Departure Warning System (LDWS) ....12 2Leder (onderhoud) ........................................ 152
LED-verlichting ...............................63 , 162, 165
Lekke band
............................. 15 3 -15 4, 15 6 -157
Lendensteun
................................................... 44
L
endensteun, verstelling
................................. 44
L
ichtschakelaar
......................................... 61, 64
Lokaliseren van de auto
..................................32
Luchtfilter
...................................................... 147
Luchtfilter (vervangen)
..................................147
Luchtrecirculatie ........................................ 50-53
MMatten ....................................................... 56, 58
Mat verwijderen .............................................. 58
Meldingen ........................................................ 30
Menu
............................................................... 12
Menu’s (audio)
........................................ 4-5, 4-5
Menustructuren display
..................................12
Milieu
........................................................... 6, 38
Mistachterlicht
............................. 17,
61, 62, 16 4
Mistlampen vóór ...................61- 62, 65, 162-163
Monteren allesdragers ~ Allesdragers monteren
...............................142
Motoren
.................................................. 176 -178
Motorkap ....................................................... 143
Motorkapsteun .............................................. 143
Motorolie
................................................ 14 4 -145
Motorolieniveaumeter
..................................... 21
NNiveau brandstofadditief diesel
~ Brandstofaddititiefniveau .........................14 6
Niveau koelvloeistof ~ Koelvloeistofniveau .....14 6
Niveau remvloeistof ~ Remvloeistofniveau .....14 6
Niveau ruitensproeiervloeistof
~ Ruitensproeiervloeistofniveau ..........67, 14 6
Niveaus controleren
..............................14 4, 14 6
Niveaus en controles
............................14 4, 14 6
Noodbediening achterklep
..............................40
Noodbediening portieren
.......................... 3
6 -37
Noodoproep ~ Urgence-oproep
................70 -71
Noodprocedure afzetten van de motor
...........99
Noodprocedure starten
...........................99, 171
Noodremassistentie ~ Brake Assist System (BAS)
............................72, 11 8
Nulstelling dagteller ~ Dagteller resetten .... 2 8-29Nulstelling
onderhoudsindicator ~
Onderhoudsintervalindicator resetten
...20 -21
OOliefilter ......................................................... 147
Oliefilter (vervangen) .................................... 147
Olieniveau
........................................ 21,
14 4 -145
Oliepeilstok
...................................... 21, 14 4 -145
Olieverbruik
............................................ 14 4 -145
Onder de motorkap ~ Motorruimte
...............14 4
Onderhoud (adviezen)
..................................152
Onderhoudsadviezen
.............................55, 152
Onderhoudscontroles
.................................6, 20
Onderhoudsindicator ~
Onderhoudsintervalindicator ........................ 20
O
ntdooien ........................................................ 54
Ontgrendelen
............................................ 3
2-33
Ontgrendelen bagageruimte ~ Bagageruimte ontgrendelen
.........................32
Ontgrendelen portieren ~ Portieren ontgrendelen ...........................32, 35
Ontgrendelen van binnenuit ~ Interieur ontgrendelen
.................................. 35
O
ntluchten brandstofsysteem
~ Brandstofsysteem ontluchten
..................15
3
Ontwasemen
................................................... 54
Ontwasemen achter
........................................ 54
Ontwasemen voor
........................................... 54
O
pbergvak ....................................................... 59
Opbergvakken
........................................... 56, 58
Openen bagageruimte ~ Bagageruimte openen
......................33, 39-40
Openen motorkap ~ Motorkap, openen
.......14
3
Openen portieren ~ Portieren openen
..... 33,
39
Overzicht motoren ~ Motorenoverzicht
.17 7-178
Overzicht zekeringen ~ Zekeringentabel
.................... 16
6 -167, 16 9 -170
PPanoramadak .................................................. 55
Park Assist ............................... .....................127
Parkeerhulp achter
....................................... 125
Parkeerhulp achter met grafische weergave en geluidssignalen
..... 12
5
Parkeerhulp vóór
........................................... 126
Parkeerlichten
........61, 63-64 , 64, 162 , 16 4 -165
Plafonnier
...................................................... 165
Plafonniers
................................................ 54-55
Portieren
......................................................... 39
.
Trefwoordenregister