Page 65 of 236

Instrumentenpaneel - Rijden
W anneer de Model X rijdt (of klaar is om weg te rijden), geeft het instrumentenpaneel uw huidige
rijstatus weer, samen met een real-time visualisatie van de weg zoals gedetecteerd door de
Bestuurdersassistentie-componenten van de Model X (zie Over Driver Assistance op pagina 95).
Opmerking: De onderstaande afbeelding is uitsluitend bedoeld ter verduidelijking. Afhankelijk van
de voertuigopties, de softwareversie en het land van bestemming kan de informatie op het
touchscreen enigszins afwijken. 1.
C
ontrolelampjes bovenaan geven de status weer (zie Instrumentenpaneel op pagina 60).
2. Wanneer u actief naar een bestemming navigeert, worden hier navigatie-instructies
weergegeven. Gebruik de linkerknoppen op het stuur om te wijzigen wat u links op het
instrumentenpaneel ziet wanneer er geen navigatie-instructies worden weergegeven (zie
Toetsen links op het stuur gebruiken op pagina 52).
3. Traffic-aware
cruise control rijdt op een ingestelde snelheid. Wanneer Traffic-aware cruise
c
ontrol beschikbaar is maar u geen cruisesnelheid hebt ingesteld, is dit pictogram grijs en
wordt de snelheid niet weergegeven (zie Traffic-aware cruise control op pagina 98).
4. Rijsnelheid.
5. A
utosteer stuurt de Model X actief. Wanneer Autosteer beschikbaar maar niet geactiveerd is,
wordt het pictogram grijs weergegeven (zie Autosteer op pagina 104).
6. Op de Energy-grafiek verschijnen stippellijnen op de vermogensmeter als de Model X de
ener
gie beperkt. De stippellijnen verschijnen in het bovenste gedeelte (energie die wordt
gebruikt) wanneer de beschikbare energie voor het accelereren wordt beperkt, en in het
onderste gedeelte (energie die wordt herwonnen) wanneer de energie die kan worden
gewonnen door regeneratief remmen wordt beperkt. Model X beperkt de energie om
verschillende redenen. Hieronder vindt u enkele voorbeelden:
Page 66 of 236

7.
Let op belangrijke berichten die hier worden weergegeven. Als er waarschuwingen zijn, kunt u
aanvullende informatie opvragen door het pictogram (uitroepteken) op de statusbalk aan de
bovenzijde van het touchscreen aan te raken.
8. Gebruik de rechterknoppen op het stuur om te wijzigen wat er rechts op het
instrumentenpaneel wordt weergegeven op het moment dat geen telefoongesprek actief is
(zie Toetsen rechts op het stuur gebruiken op pagina 53).
9. Beschikbare, geschatte actieradius (of energie). In plaats van de rijafstand kan hier ook de
resterende hoeveelheid energie van de batterij worden weergegeven. Tik daartoe op
Controls > Settings > Language & Units > Energy & Charging (zie Instellingen op pagina
132).
Opmerking: Gebruik de geschatte actieradius alleen als een algemene richtlijn om uit te
vinden wanneer u de Model S moet opladen.
Opmerking: Bij koud weer is bepaalde energie in de batterij mogelijk niet beschikbaar tijdens
de rit omdat de batterij te koud is. Wanneer dit gebeurt, is een deel van de batterijmeter
blauw en verschijnt er een sneeuwvlokje naast de rijafstand. Als de Model X is aangesloten,
kunt u uw batterij opwarmen via de netvoeding door Climate control in te schakelen met de
mobiele app. Wanneer de batterij opgewarmd is, worden het blauwe deel van de meter en het
sneeuwvlokje niet meer weergegeven.
10. De maximumsnelheid (indien beschikbaar) die momenteel wordt gedetecteerd door
Snelheidslimietherkenning (zie Snelheidslimietherkenning op pagina 121).
11. De auto voor u (indien van toepassing).
12. Let goed op belangrijke mededelingen over het rijden die in het midden onder op het
instrumentenpaneel worden weergegeven.
13. Uw Model X.
14. Wanneer Autosteer actief is en de rijstrook detecteert, wordt de rijstrook blauw gemarkeerd
(zie Autosteer op pagina 104).
15. Huidige versnelling: Park, Reverse, Neutral of Drive. Instrumentenpaneel
Rijden
65
Page 67 of 236
Bediening verlichting
T ik op Controls linksonder op het touchscreen om de verlichting te bedienen.
Naast de verlichting die u via het touchscreen kunt bedienen, heeft de Model X voor uw gemak
verlichting die automatisch aan- en uitgaat op basis van wat u op dat moment doet. Zo gaan de
binnenverlichting, contourverlichting, achterlichten, instapverlichting en de verlichting van de
portierkrukken branden wanneer u de Model X ontgrendelt, een portier opent en de
selectiehendel in stand P (Park) zet. Na ongeveer 2 minuten gaat de verlichting automatisch weer
uit of eerder als u een versnelling inschakelt of de Model X vergrendelt. Verlichting
66 Handleiding Model X
Page 68 of 236

1.
Tik voor het regelen van de leeslamp aan bestuurderszijde voorin.
2.Als u op DOME tikt, wordt een pop-up weergegeven waarmee u de interieurverlichting kunt
bedienen. Als u de binnenverlichting in de stand ON zet, gaat alle binnenverlichting, inclusief
de verlichting in de bagageruimte achter, automatisch aan bij het ontgrendelen van de Model
X, bij het openen van een portier om de auto te verlaten en als de selectiehendel in de stand P
(Park) wordt gezet. De verlichting gaat na 60 seconden vanzelf weer uit of eerder als de
Model X vergrendeld wordt of als er een versnelling wordt ingeschakeld. Indien ingesteld op
AUTO, gaat de binnenverlichting alleen aan wanneer weinig of geen licht wordt gedetecteerd.
U kunt afzonderlijke binnenverlichting ook inschakelen door de lens ervan aan te raken. Als
een binnenverlichting met de hand is ingeschakeld, gaat deze automatisch uit als de Model X
uitgeschakeld wordt. Als de Model X al was uitgeschakeld toen u de binnenverlichting
handmatig inschakelde, gaat deze na 60 minuten automatisch weer uit.
3. Als u de AMBIENT-verlichting inschakelt, gaat de verlichting van de armleuningen op de
portieren branden als de koplampen branden.
4. Tik voor het regelen van de leeslamp aan passagierszijde voorin.
5. Tik om de mistlampen in of uit te schakelen. Mistlichten werken alleen als het dimlicht van de
auto is ingeschakeld. Worden de koplampen uitgezet, dan gaan de mistlichten ook uit. Het controlelampje van de mistachterlichten op het instrumentenpaneel gaat
br
anden wanneer de mistachterlichten zijn ingeschakeld. Het controlelampje van de mistlichten voor op het instrumentenpaneel gaat
br
anden als de optionele mistlichten v
Page 69 of 236

7.
Telkens wanneer u de Model X start, wordt de buitenverlichting (koplampen, achterlichten,
contourverlichting, parkeerlichten en kentekenplaatverlichting) ingesteld op AUTO.
AUTO De buitenverlichting wordt automatisch ingeschakeld tijdens het rijden bij
on
voldoende daglicht. Ook al schakelt u een andere instelling in, de
volgende keer dat u de auto start, wordt altijd de instelling AUTO hersteld.
Kies een van deze opties om de instellingen van de verlichting tijdelijk te veranderen:
OFF De buitenverlichting wordt uitgeschakeld totdat u deze handmatig weer
inschak
elt of tot de volgende keer dat u met uw Model X gaat rijden. Als de
auto is voorzien van dagrijverlichting wordt deze niet uitgeschakeld. Alleen de contourverlichting, parkeerlichten, achterlichten en
k
entekenplaatverlichting worden ingeschakeld. Buitenverlichting wordt ingeschakeld.
Opmerking: De Model X heeft een r
eeks lampen langs de onderste rand van de koplampen,
die we signatuurverlichting noemen. Deze lampen gaan automatisch aan wanneer Model X
wordt ingeschakeld en in een versnelling staat. Attentie: Z
org ervoor dat uw koplampen altijd zijn ingesteld op AUTO of ON, al naar
gelang van toepassing, onder alle omstandigheden met beperkt zicht. Als u dit niet doet,
kan dit tot botsingen leiden.
8. Als u A
UTO HIGH BEAM inschakelt, gaat het grootlicht automatisch aan en uit afhankelijk van
of er licht voor de Model X wordt gedetecteerd (zie Grootlicht op pagina 69). Verlichting
68 Handleiding Model X
Page 70 of 236
Grootlicht
Duw de hendel aan de link erzijde van het stuur
van u af. Trek de hendel naar u toe om het
grootlicht weer uit te schakelen. Het grootlicht kan automatisch worden
gedimd w
anneer er licht v
Page 71 of 236

Als het AFS niet werkt, verschijnt er
een w
aarschuwing op het
instrumentenpaneel. Neem contact
op met Tesla Service.
Richtingaanwijzers
Duw de hendel aan de link
erzijde van het stuur
omhoog (rechtsaf) of omlaag (linksaf). De richtingaanwijzers gaan automatisch uit als
het s
tuur weer recht staat of wanneer u de
hendel in de middenpositie zet. Het controlelampje van de
desbetreffende
richtingaanwijzers
op het instrumentenpaneel gaat
knipperen als de richtingaanwijzers
zijn ingeschakeld. U hoort ook een
klikkend geluid. Attentie: Als u het optionele Enhanc
ed
Autopilot- of Full Self-Driving Capability-
pakket hebt aangeschaft en Traffic-aware
cruise control actief is, kan de Model X bij
gebruik v
an de richtingaanwijzer
accelereren wanneer u in bepaalde
situaties
Traffic-aware cruise control
gebruik
t (zie Acceleratie bij inhalen op
pagina 102). Attentie: Als u het optionele Enhanc
ed
Autopilot- of Full Self-Driving Capability-
pakket hebt aangeschaft en Autosteer
actief is, kan de Model X bij gebruik van
de richtingaanwijzer van rijstrook
veranderen (zie Auto Lane Change op
pagina 107).
Passeerfunctie
Duw de hendel e
ven tegen de veerdruk in
omhoog of omlaag en laat hem dan weer los.
De
desbetreffende richtingaanwijzers
knipperen 3 keer. Alarmknipperlichten
Om de alarmknipperlicht
en in te schakelen
drukt u op de knop aan de zijde van het
touchscreen het dichtst bij het stuur. Alle
richtingaanwijzers knipperen. Druk nog een
keer op de schakelaar om de
alarmknipperlichten weer uit te schakelen.
Opmerking: De alarmknipperlichten werken
ook als er geen sleutel in de buurt van de
Model X is. Verlichting
70 Handleiding Model X
Page 72 of 236
Ruitenwissers
Dr aai het uiteinde van de hendel aan de
linkerzijde van het stuur naar voren om de
ruitenwissers te gebruiken. De hendel op de
stuurkolom heeft vijf standen: