Overzicht Climate control
De bediening v an climate control wordt permanent weergegeven aan de onderzijde van het
touchscreen. Standaard staat climate control altijd op Auto; dat zorgt voor een optimaal comfort
onder alle normale omstandigheden. Als u de temperatuur aanpast, past het systeem automatisch
de temperatuur, de airconditioning, de luchtverdeling en -circulatie en de aanjagersnelheid aan om
de ingestelde temperatuur te bereiken en aan te houden. Tik op Auto om deze instellingen te
overrulen (zie Climate control instellen op pagina 138).
De aanjager, de verwarming en de airconditioning worden alle door de batterij gevoed. Dat
betekent dat langdurig gebruik van deze systemen de actieradius kan verminderen.
Opmerking: De onderstaande afbeelding is uitsluitend bedoeld ter verduidelijking. Afhankelijk van
de voertuigopties, de softwareversie, het land van bestemming en de instellingen kan de
informatie op het touchscreen enigszins afwijken. 1.
De v
oorstoelen zijn uitgerust met verwarmde/gekoelde matten. Als de verwarming is
ingeschakeld, brandt het bovenste rode controlelampje. Het onderste blauwe controlelampje
brandt wanneer de koeling is ingeschakeld.
Opmerking: Als de Model X is uitgerust met het optionele Cold Weather-pakket, kunt u ook
de stoelverwarming van de achterstoelen, de verwarmde ruitenwissers en het verwarmde
stuur bedienen door te tikken op Controls > Cold Weather (zie Bediening op pagina 128).
2. Tik op de pijl omhoog of pijl omlaag om de temperatuur in het interieur in te stellen. Tik op
SYNC TEMP in de pop-up die verschijnt als u op het pijltje tikt. Op deze manier kunt u de
temperatuur voor bestuurder en passagier tegelijkertijd instellen.
3. Tik op het ventilatorpictogram om de instellingen van de climate control aan te passen en te
automatiseren voor voorin en achterin. (Zie Climate control instellen op pagina 138.)
Opmerking: Bedieningselementen voor climate control achterin zijn alleen beschikbaar
wanneer de Model X is uitgerust met zes of zeven zitplaatsen.
4. De voorruitverwarming leidt een luchtstroom naar de voorruit. Tik eenmaal om in te
schakelen, een tweede keer om de verwarming en ventilator op de maximale stand te laten
werken en een derde keer om de luchtverdeling, verwarming en ventilator terug te zetten op
de vorige instellingen.
5. Zet de climate control aan/uit.
Opmerking: De indicator op deze knop geeft Keep Climate On weer als u hebt ingesteld dat
het climate control-systeem uw temperatuurinstellingen behoudt als de auto geparkeerd is
(zie Climate control instellen op pagina 138).
6. De achterruitverwarming werkt gedurende 15 minuten en wordt dan automatisch
uitgeschakeld. Ook de buitenspiegels zijn verwarmd. Attentie: Om v
erbranding bij langdurig gebruik te voorkomen, moeten personen met
aandoeningen aan het zenuwstelsel en mensen met beperkt vermogen om pijn te voelen
vanwege diabetes, leeftijd, neurologische problemen enz. extra voorzichtig zijn bij het gebruik
van de climate control en de stoelverwarming. Climate control
Touchscreen gebruiken
137
Climate control instellen
Het s ysteem zorgt volledig automatisch voor een optimaal comfort onder alle normale
omstandigheden. U hoeft alleen de gewenste temperatuur in te stellen, en het systeem past
automatisch de airconditioning, de luchtcirculatie, de luchtverdeling en de aanjagersnelheid aan
om uw geselecteerde temperatuur te bereiken en aan te houden. U kunt het climate control-
systeem zelfs ingeschakeld laten wanneer u de verlaat, zodat de geselecteerde temperatuur wordt
gehandhaafd.
Tik op FRONT of REAR om de automatische instelling uit te schakelen en de individuele
instellingenvoor de zones van de zitplaatsen voorin of achterin aan te passen. Tik vervolgens op
de instelling die u wilt veranderen. Tik op RESET AUTO om alle instellingen op het scherm weer te
veranderen in hun standaardwaarden. U kunt ook tikken op AUTO in combinatie met een
individuele instelling om deze weer te veranderen in zijn standaardwaarde.
Opmerking: Bedieningselementen voor climate control achterin zijn alleen beschikbaar wanneer
de Model X is uitgerust met zes of zeven zitplaatsen. Naast de vijf instellingen die hierboven worden weergegeven (en hieronder beschreven), wordt
een clima
te-timer in de bovenstaande pop-up weergegeven (zie Keep Climate On op pagina 141)
als Model X in de stand P (Park) staat.
1. Tik op RESET AUTO om alle instellingen op het momenteel weergegeven aanpassingsscherm
weer te veranderen in hun standaardwaarden.
2. Tik op A/C ON of A/C OFF om de airconditioning aan of uit te zetten. Als u de airconditioning
uitschakelt, neemt het koelen af, maar bespaart u energie.
Omdat de Model X veel stiller is dan een auto met een gewone verbrandingsmotor, kan het
zijn dat u de AC-compressor hoort werken. Verlaag de aanjagersnelheid of om het geluid te
beperken. Climate control
138 Handleiding Model X
5.
Tik op de pijlen om de aanjagersnelheid te regelen.
Opmerking: Als de aanjagersnelheid wordt gewijzigd, kan de instelling van de manier waarop
lucht wordt aangezogen in de Model X veranderen om de luchtstroom te verhogen of te
verlagen. Als u de aanjagersnelheid op een zeer hoge stand zet (bijvoorbeeld instelling 10),
schakelt de Model X mogelijk automatisch van het aanzuigen van buitenlucht naar recirculatie
om de luchtstroming te verhogen. Tik op RESET AUTO om de standaardwaarden van alle
instellingen te herstellen.
Bedieningselementen voor control achterin (alleen modellen met 6 of 7 zitplaatsen) Opmerking: Als de v
erwarming en airconditioning voor achterin zijn ingesteld op AUTO, worden
deze uitgeschakeld wanneer de Model X geen inzittenden op de tweede of derde zitrij detecteert.
Om deze energiebesparingsfunctie uit te schakelen en de instellingen op te slaan totdat u deze
handmatig wijzigt, tikt u op de knop AUTO boven de instelling Climate On/Climate O
Tijdens het laden
T ijdens het laden is een groen pulserend licht
zichtbaar in het laadcontact en wordt de
laadstatus weergegeven op het
instrumentenpaneel Het groene licht knippert
steeds langzamer naarmate de batterij verder
opgeladen wordt. Als de batterij helemaal
opgeladen is, brandt de verlichting constant.
Opmerking: Als de Model X afgesloten is,
brandt de laadcontactverlichting niet.
Als er een storing wordt geconstateerd, gaat
de rode verlichting van het laadcontact
branden. Kijk op het instrumentenpaneel of
het touchscreen of er een bericht over deze
storing wordt weergegeven. Zoiets kan
gebeuren bij bijvoorbeeld een stroomstoring.
Als er sprake is van een stroomstoring, wordt
het opladen automatisch hervat zodra de
stroomvoorziening hersteld is.
Opmerking: Tijdens het laden met een hoge
stroomsterkte gaan de aircocompressor en
ventilator werken om de batterij voldoende te
koelen. Het is daarom normaal dat u geluid
hoort tijdens het laden.
Opmerking: De werking van de
airconditioning wordt in het algemeen niet
be
A
aanhaalmoment, t echnische gegevens 203
aanhanger trekken 87
aanjagersnelheid, interieur 138
aantal zitplaatsen 198
ABS (antiblokkeersysteem) 72
absolute maximumsnelheid 121
Acceleratie (Dual Motor) 128
acceleratie bij inhalen 98
Acceleratie-instellingen 79
accessoiredrager 86
accessoires aansluiting op stopcontact 151
achterklep openen 14
opening afs
tellen 15
Achteruit 58
acht
eruitrijcamera 84
actieradius rijtips om actieradius te vergroten 82
w
eergegeven op instrumentenpaneel 60
actieradiusgarantie 83
adaptie
ve koplampen 69
afdekplaat, verwijderen 191
afmetingen 200
afmetingen overhang 200
airbag, passagier voorin, uitschakelen 46
airbags 44
airconditioning 137
alarm 163
alarmknipperlichten 70
always connected, instellen 82
anti-takelbeveiliging 163
antiblokkeersysteem (ABS) 72
apparaten aansluiting 150
audiobes
tanden afspelen van 150
Bluetooth, audiobestanden afspelen 150
audio bestanden afspelen 147
t
oetsen op het stuur 52
volumeregeling 147
Auto Lane Change 107
aut
omatisch remmen bij noodstop 118
automatisch vering verhogen 144
Autopark 110
Autopilot-componenten 95
Autosteer 104
B
bagageruimte 15
bagageruimte voor 17 bagageruimte, achter kinderslot 11
portier
grepen binnenzijde uitschakelen 11
bagageruimte, voor 17 banden
balanceren 182
bandenspanningsensor v
ervangen 186
controle en onderhoud 182
kettingen 185
markeringen op banden 206
rotatie 182
spanning, controleren 180
specificatie
205
vervangen 183
vierseizoenen 184
winter 184
zomer 184
bandenspanning, bij trekken van aanhanger 87
bandenspanning, c
ontroleren 180
batterij (12V) technische gegevens 204
v
olledig ontladen 171
Batterij (hoogspanning) koelvloeistof 191
onderhoud v
an 171
technische gegevens 204
temperatuurbeperkingen 171
batterij (sleutel), vervangen 6
bek
erhouders 20
belading 197
bereik regeneratief remmen 72
bestuurder profielen
49
stoel verstellen 22
bestuurdersassistentie acceleratie bij inhalen 98
A
uto Lane Change 107
automatisch remmen bij noodstop 117
Autosteer 104
binnen wegmarkeringen blijven 115
collision avoidance assist 117
dode hoek detectie 115
forward collision warning 117
instellingen van 132
maximumsnelheid in acht nemen 121
maximumsnelheidswaarschuwing 121
snelheidslimietherkenning 121
Traffic-aware
cruise control 98
waarschuwing zijdelingse botsing 115
binnenverlichting (leeslampjes) 66
Bluetooth algemene informatie 152
appar
aten, audiobestanden afspelen 150
telefoon, koppelen en gebruiken 152
bodemvrijheid 200
C
camer
a (achteruitrij) 84
camera