Page 177 of 236

Status van het laden
De onders taande afbeelding dient uitsluitend ter illustratie en kan iets afwijken van de werkelijke
weergave op het scherm, afhankelijk van softwareversie en land. 1.
Inf
ormatie over laadstatus. Bijvoorbeeld, wanneer de Model X wordt opgeladen, wordt de
resterende tijd totdat de batterij volledig opgeladen is met de huidige stroomsterkte
weergegeven. Als een laadsessie is gepland, wordt deze weergegeven wanneer het opladen
begint.
2. Beschikbare, geschatte actieradius (of energie). Om te kiezen tussen de weergave van het
afstands- en energiepercentage, tikt u op Controls > Settings > Language & Units > Energy &
Charging.
Opmerking: Een deel van de batterij wordt mogelijk blauw weergegeven. Dat duidt erop dat
een klein deel van de energie in de batterij niet beschikbaar is omdat de batterij koud is. Dat is
normaal en geen reden tot bezorgdheid. Wanneer de batterij is opgewarmd, wordt het blauwe
deel niet meer weergegeven.
3. Laadniveau per uur
4. Geschatte toename in afstand (of energie) tot dusver tijdens deze sessie.
5. De actuele/beschikbare laadstroom van de aangesloten stroombron (zie Instellingen
laadfunctie veranderen op pagina 174). Bij 3-fasen laden is de beschikbare laadstroom de stroom per fase en wordt
het 3-f
asensymbool weergegeven.
6. De spanning die via de laadk
abel wordt geleverd.
Opmerking: Als de Model X wordt geladen en onverwachte schommelingen in toegevoerd
vermogen detecteert, wordt de laadstroom automatisch met 25% verminderd. Een stroom van 40
amp
Page 178 of 236
Tarieven voor gebruik van
Super
charger en
Page 179 of 236
Onderhoudsintervallen
R egelmatig onderhoud is de beste garantie
om er altijd op te kunnen vertrouwen dat uw
Model X onder alle omstandigheden veilig en
effici
Page 180 of 236
Page 181 of 236

Bandenspanning
Z
org als u geen aanhanger trekt dat de
banden altijd op de juiste spanning zijn, zoals
aangegeven op de sticker met informatie over
banden en belading, zelfs als deze spanning
afwijkt van de spanning die op de band zelf
wordt vermeld. De sticker met informatie over
de banden en het laadvermogen bevindt zich
op de middenstijl en is zichtbaar wanneer het
portier aan de zijde van de bestuurder open is.
Gebruik bij het trekken van een aanhanger niet
de bandenspanning op de sticker met
informatie over banden en belading.
Raadpleeg in plaats daarvan de
bandenspanningswaarden die zijn
gepubliceerd in het gedeelte over het trekken
van aanhangers (zie Aanhangers trekken en
accessoires dragen op pagina 86). Het controlelampje van de
bandenspanning op het
ins
trumentenpaneel waarschuwt u
als de spanning in een of meerdere
banden te laag of te hoog is.
Het lampje gaat niet direct uit als de band op
de juis
te spanning is gebracht. Rijd minstens
10 minuten met een snelheid van meer dan
25 km/h) om het TPMS (Tire Pressure
Monitoring System) een nieuwe meting te
laten doen, waarna de waarschuwing
verdwijnt.
Als het controlelampje elke keer bij het
inschakelen van de Model X gedurende
Page 182 of 236

Bandenspanning controleren en aanpassen
V olg de onderstaande aanwijzingen als de
banden koud zijn en de Model X minstens 3
uur stil heeft gestaan:
1. Verwijder het ventieldopje.
2. Druk een bandenspanningmeter stevig op
het ventiel om de druk te meten.
3. Breng de band zo nodig op de juiste
spanning door lucht toe te voegen of te
verwijderen.
Opmerking: U kunt lucht laten
ontsnappen door het metalen pennetje in
het midden van het ventiel in te drukken.
4. Controleer opnieuw de bandenspanning
met de bandenspanningsmeter.
5. Herhaal, indien nodig, stap 3 en 4 totdat
de bandenspanning correct is.
6. Schroef het dopje op het ventiel om het
tegen vuil te beschermen. Controleer het
ventiel regelmatig op schade en lekkage. Attentie: E
en te lage bandenspanning is
de meest voorkomende oorzaak van
bandenproblemen en kan leiden tot
oververhitting, waardoor scheuren
kunnen optreden, koordlagen kunnen
losraken en een klapband kan ontstaan.
De bestuurder kan de controle over de
auto verliezen en er is een grote kans op
ernstige ongevallen. Een te lage
bandenspanning zorgt ook voor een
kleinere actieradius en verkort de
levensduur van de banden. Attentie: C
ontroleer de bandenspanning
met een bandenspanningsmeter als de
banden koud zijn. De banden zijn na
ongeveer 1,6 km al zo ver opgewarmd dat
de meting niet meer betrouwbaar is. Ook
felle zon of extreem warm weer kan de
bandenspanning be
Page 183 of 236

Controle en onderhoud van banden
C ontroleer de zijwanden en het loopvlak van
de banden regelmatig op vervormingen
(uitstulpingen), vreemde voorwerpen,
scheuren en slijtage. Attentie: Rijd niet met de Model X als een
band beschadigd of v
ersleten is, of een te
hoge of te lage bandenspanning heeft.
Controleer de banden regelmatig op
slijtage en beschadigingen zoals
scheuren, uitstulpingen, losse koordlagen.
Bandenslijtage
E
en toereikende
profieldiepte is belangrijk
voor goede prestaties van de banden. Banden
met een
profieldiepte van minder dan 3 mm
z
orgen voor een verhoogd risico op
aquaplaning in natte omstandigheden en
mogen niet worden gebruikt. Banden met een
profieldiepte van minder dan 4 mm presteren
niet goed in sneeuw en sneeuwbrij, en mogen
niet w
orden gebruikt in winterse
omstandigheden.
Model X is af-fabriek voorzien van banden met
een slijtage-indicator in het loopvlak. Als het
profiel
tot op 3 mm is versleten, komen deze
indicatoren aan het oppervlak, wat het effect
geeft van een rubberen streep over de volle
br
eedte van het loopvlak van de band. Voor
optimale prestaties en veiligheid adviseert
Tesla de banden te laten vervangen voordat
de slijtage-indicators zichtbaar zijn.
Banden wisselen, wielen balanceren en
uitlijnen
De banden van de Model X kunnen niet
worden gerouleerd, omdat de banden
asymmetrisch zijn en de voorbanden een
andere maat hebben dan de achterbanden.
Slecht uitgebalanceerde wielen (soms
merkbaar als een trilling in het stuur) hebben
een negatieve invloed op de rijeigenschappen
en verkorten de levensduur van de banden.
Ook bij normaal gebruik van de auto kan er op
elk moment een onbalans in de wielen
optreden. Laat de wielen in dat geval opnieuw
balanceren.
Laat de uitlijning van de wielen controleren als
er sprake is van onregelmatige (scheef
afgesleten band) of overmatige slijtage.
Opmerking: Wanneer u slechts twee banden
vervangt, moet u de nieuwe banden altijd
achter monteren. Lekke band
C
ontroleer de bandenspanning regelmatig om
te voorkomen dat u onderweg met een lekke
band wordt geconfronteerd. Laat een lekke of
beschadigde band zo snel mogelijk repareren
of vervangen.
Tubeless banden kunnen niet zomaar lek
raken, mits het object in de band blijft zitten.
Als u onder het rijden plotseling een sterke
trilling voelt of vermoedt dat er een band
beschadigd is, verminder dan direct uw
snelheid. Rijd langzaam, vermijd sterk remmen
en sturen en stop op een veilige plaats. Laat
uw Model X naar een Tesla Service Center of
een bandenspecialist in de buurt brengen.
Opmerking: In sommige gevallen kunt u kleine
gaatjes (minder dan 6 mm) repareren met een
bandenreparatiesetje dat optioneel
verkrijgbaar is bij Tesla. Vervolgens kunt u de
Model X met een aangepaste snelheid zelf
naar een Tesla Service Center of een
bandenspecialist in de buurt rijden. Attentie: Rijd niet door met een lekk
e
band, ook niet als de band niet helemaal
is leeggelopen. Een lekke band kan
opeens helemaal leegraken.
Vlakke kanten
Als de Model X gedur
ende lange tijd heeft
stilgestaan, kunnen er vlakke kanten op de
banden ontstaan. Deze vlakke kanten zullen
een trilling veroorzaken wanneer u weer gaat
rijden met de Model X. Deze trilling verdwijnt
vanzelf naarmate de banden warm worden en
hun oorspronkelijke vorm weer aannemen.
U kunt de banden op de maximale spanning
brengen om te voorkomen dat vlakke kanten
ontstaan wanneer de auto langere tijd
stilstaat. Vergeet niet om de banden eerst
weer op de normale spanning te brengen
voordat u met de auto gaat rijden.
Levensduur banden verlengen
Houd de banden op de juiste spanning en
houd u aan de snelheidslimieten voor een
maximale levensduur van de banden. Vermijd:
Page 184 of 236

Banden en wielen vervangen
Banden v erouderen onder invloed van
ultraviolet licht, extreme temperaturen, zware
belastingen en milieuomstandigheden.
Vervang de banden daarom eens per 6 jaar of
eerder als nodig blijkt.
Wielen en banden worden gecombineerd om
de beste rijeigenschappen te bieden. Vervang
banden alleen door banden die voldoen aan
de originele technische specificaties. Als u
ander
e banden laat monteren, zorg dan dat ze
minimaal dezelfde belastings- en
snelheidsindex hebben (zie Betekenis van
markeringen op banden op pagina 206) als de
originele banden.
Laat bij voorkeur alle banden tegelijk
vernieuwen. Als dit niet mogelijk is, vervang
de banden dan per as en plaats de nieuwe
banden achter. Balanceer altijd het wiel nadat
een band is verwisseld.
Wanneer u een band verwisselt, moet u de
sensoren van het
Bandenspanningcontrolesysteem (TPMS)
opnieuw instellen om zeker te zijn dat ze de
juiste waarschuwingen geven wanneer de
bandenspanning te hoog of te laag is (zie
Automatisch opnieuw instellen van TPMS-
sensoren op pagina 186).
Raadpleeg Wielen en banden op pagina 205
voor de technische gegevens van de originele
banden en wielen van de Model X. Attentie: Gebruik in het belang v
an de
veiligheid alleen banden en wielen die aan
de originele technische specificaties
voldoen. Het gebruik van banden die niet
aan de oorspr
onkelijke specificaties
voldoen, kan de goede werking van het
TPMS v erstoren. Attentie: Nooit de snelheidsca
tegorie van
uw voertuigbanden overschrijden. De
snelheidscategorie staat op de zijwand
van uw banden (zie Betekenis van
markeringen op banden op pagina 206).
Asymmetrische banden
Model X is uit
gerust met asymmetrische
banden, die op slechts